Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
9e Jaargang.
Vrijdag 23 Juni 1911.
No 1.
Onder Redactie vanDs. L. ROUMA en Ds. H. V. LAMAM.
UIT HET WOORD,
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
IBOHHEHEBTSPBIJS
Drakker-aitgever
A. D. LITTOOIJ
Az.
PRIJS DER AD 7ERTENTIEN
NIET VERTOEVEN.
Het stemt altijd onaangenaam als ie
mand over tijd uitblijft. Dat is in het
dagelijksche leven reeds zoo, waar het maar
de gewone bezoeken betreft, die we elkan
der brengen. Als gij gereed zit om te
ontvangen, en uwe gasten vertoeven, ze
komen niet opdagen, dan baart u dat te
leurstelling; min of meer ontstemd ziet
ge op de klok, en ge poogt een reden te
vinden om dat verdrietig uitblijven te
verklaren.
Van ernstiger aard wordt dat uitblijven,
als het iemand geldt aan wiens komst veel
gelegen, ja dringende behoefte is. Zoo ziet
ge met spanning naar den geneesheer uit,
dien ge voor uw kranke geroepen hebt
en die spoedig bij u wezen zoumaar de
minuten en uren gaan voorbij, en niemand
komt. Dat vertoeven brengt u zorg en
onrust, die bijna niet te dragen zijn.
Maar het allerergste is ditals ge weet
dat iemand, wiens haastige komst van het
allergrootste belang is, noodeloos vertraagt,
ja met opzet vertoeft te komen. Dat stelt
niet maar teleur en brengt onrust, maar
dat krenkt u.
En zie, nu schijnt het hun, die God
vreezen, somtijds wel eens toe alsof hun
God ten opzichte van hen handelde als
in het laatstgenoemd geval. Wij zeggen
met nadrukzij die God vreezen. De
onvromen, de naamchristenen weten hier
in den grond der zaak niet van. Ook al
is er werkelijke nood, dan bidden zij im
mers toch niet; of zoo ze ook al bidden,
dan is het toch niet een gebed des har
ten, waarbij ze God verwachten. En als
God niet verwacht wordt, hoe kan dan
geklaagd worden dat Hij vertoeft te ko
men? Maar anders is dit bij Gods ware
kinderen. Die kennen ook nood en el
lende; die gaan niet zelden gebukt onder
leed esh beproeving; ze zijn geen vreem
delingen aan het woordkwaden zonder
getal toe hebben mij omgevenmijne on
gerechtigheden hebben mij aangegrepen,
dat ik niet heb kunnen zienzij zijn me
nig vuldiger dan de haren mijns hoofds,
en mijn hart heeft mij verlaten. Maar
zij weten den weg des behouds, ze gaan
in het gebed, ze bidden met den psalmist
Het behage U, Heeremij te verlossen
Heere, haast U tot mijne hulp. Dochin-
stede van haasten, vertraagt en vertoeft
Goder komt geen antwoord op het ge
bed, er schijnt zelfs geen onmerken te
wezen, gezwegen dan van hulp en uit
komst. Ging het niet eenmaal zoo met
Maria en Martha Lazarus, hun broeder
en de vriend van Jezus, was krank en de
ten hoogste verontruste zusters laten het
weten, zeggendeHeere, zie, dien gij lief-
hebt, is krank. En wat deed de Heere?
We lezen: Als Hij dan gehoord had, dat
Lazarus krank was, toen bleef Hij nog
twee dagen in de plaats waar Hij was.
En Lazarus stierf. En meent ge, dat al
leen de zusters van Lazarus zulke bange
ervaringen hebben opgedaan? Neen, nog
telkens herhalen deze zich onder anderen
vorm. Nijpende noodeen vurig gebed
om haastige hulp, en geene verhooring
de Heere vertoeft te komen. Geen stem
uit den hemelzie, Ik kom haastelijk
maar wel Satans hoongelach uit de diepte
Waar is nu uw God?
En toch heeft Satan met zijn spotten
ongelijk en dwalen in dezen Gods lief
hebbers. Want God vertoeft nooit, Hij
stelt nimmer noodeloos uit. Dit behooren
wij altijd te bedenken, en het meest wan
neer wij in wegen van beproeving gaan,
dat God op Zijn tijd komt, en niet op den
onzen. Het schijnt ons wel menigmaal
toe dat God vertoeft, want wij zijn diep
^onwetend, zeer gezind tot kleinmoedigheid
en ongeloof, en spoedig geneigd om te ver
twijfelen. Maar God komt altijd op den
rechten tijd. Hij komt niet te laat, want
dan gingen wij verloren, bezwijkend onder
den last van het aardsche leed of in den
strijd met de geestelijke vijanden. Maar
Hij komt evenmin te vroeg. Wij zijn
haastig; wij zijn de beproeving en het
lijden spoedig moe, en zoo kan het ons
toeschijnen, als op ootmoedig en vurig ge
bed geen antwoord en hulpe komt, dat
God vertoeft. Maar de Heere weet, wat
Hij doet en Hij kent zijnen tijd. Daar
staat niet tevergeefs geschrevenDien de
Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geeselt
een iegelijken zoon, dien Hij aanneemt.
En door zijne wijsheid geleid kiest zijne
liefde niet alleen de gepaste roede, maar
stelt zij ook vast den juisten tijd der be
proeving en het rechte oogenblik der uit
komst. Als dat oogenblik gekomen is, dan
haast de Heere zich tot uwe hulpe dan
komt Hij gewisselijk en zal Hij niet ver
toeven.
Of ge dan niet bidden moogt, wanneer
ge in grooten, bangen nood zijtO mijn
God, vertoef niet? Zeer zeker wel; de
heilige zanger van Psam 40 ging u daarin
voor, en gij moogt het hem godvruchte-
lijk nabidden. Maar dan moeten er ook
twee dingen in uwe ziel zijn. In de eerste
plaats een hartelijke onderwerping bij uw
bidden aan den wil van God. Gij moet
het niet 't beste willen weten, maar ge
moet uw God als koning eeren door aan
Hem over te laten het kiezen van den tijd
zijner komst. Dan zal zijn komst voor u
een welkomst wezen. En in de tweede
plaats moet er in uw ziel onder uw gebed
een vast vertrouwen zijn, dat de Heere
komen, en niet vertoeven zal. De profeet
Habakuk mocht eens dit woord beluiste
ren Want het gezicht zal nog tot eenen
bestemden tijd zijn, dan zal Hij het op
het einde voortbrengen, en niet liegen
zoo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij
zal gewisselijk komen, Hij zal niet achter
blijven. Immers door zijn geloof zal de
rechtvaardige levennog altijd geldt het
woord, dat Jezus eens tot Martha gespro
ken heeftHeb ik u niet gezegd dat, zoo
gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien
zult?
Zoo uw bede in den naam van den Hei
land opzendende tot den troon der gena-
i dezoo met onderwerping en vertrouwen
I roependeo mijn God, vertoef niet
moogt gij verzekerd zijn dat uw bede Gode
S aangenaam is en zekerlijk van Hem ver-
l hoord zal worden. De Heere werke het
zelf door Zijnen Geest in uw harte, opdat
gij het David nabidden moogt
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Zeeuwsch-Ylaamseh Zendingsfeest.
Niet in orde.
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent.
MIDDELBURG.
van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Gij zijt mijne Hulp en mijn Bevrijder;
o mijn God, vertoef niet.
Psalm 40 18.
Verheug het volk, verblijd hen allen, Heer,
Die naar U zoeken 't eiken stond
Leg steeds Uw vrienden in den mond
„Den grooten God zy eeuwig lof en eer!"
Schoon 'k arm ben en ellendig,
Denkt God aan mij bestendig;
Gij zijt mijn hulp, mijn kracht,
Mijn Reddero mijn God,
Bestierder van mijn lot,
Vertoef niet, hoor mijn klacht.
Van der Veen.
Kalm.
Gelijk van te voren te verwachten was, had
de Particuliere Synode van Zeeland een kalm
verloop. De zaak der eigen Zending was reeds
op de vorige vergadering tot een goed einde
gebracht en de arbeid om haar verder te brengen,
was goed geslaagd. Daarover werd nu dan ook
haast niet meer gesproken. Ieder was tevreden
en blijde,, dat wij stil konden voortwerken.
De eenige vraag, waarop nog een afdoend
antwoord moet komen, is, of met het oog op
ingebrachte bezwaren nog vastgehouden moet
worden aan het toegewezen arbeidsveld. Een
beslissing kon niet worden genomen, want
eerstens bestaat er thans geen ander terrein,
waarop onze Zending zich vestigen kan. De
Generale Synode alleen kan het Zendingsveld
uitbreiden en als zij daartoe mocht komen, wordt
de gelegenheid pas geopend om te overwegen,
of Zeeland moeite zal doen Ban dj ar los te laten,
teneinde een ander te krijgen. Vervolgens was
het ook niet doenlijk om nu reeds te zeggen,
dat de bezwaren gewichtig genoegzijn. Eerst
als het vóór en tegen voldoende toegelicht is,
kan er over geoordeeld worden. Dit was het
gevoelen van al de broederen en daarom konden
zij zich vinden in het voorstel van Middelburg
om aan onze Deputaten vrijheid te geven, nadat
de Generale Synode gehouden is, te overwegen
of wij veranderen zullen of niet.
Over de zaak der opleiding onzer aanstaande
missionaire predikanten werd een oogenblik
nog al warm gediscusieerd. Op de classis Mid
delburg was dit punt ook reeds aan de orde
geweest evenals op andere classes in ons gewest.
Ondervinding is de beste leermeesteres, zegt
een oud spreekwoord en dat was ook met ons
het geval. Wjj begrijpen zeer goed, waarom
op onderscheiden kerkelijke vergaderingen ge
handeld is over de vraag, wat er gedaan kan
worden om een betere regeling te treffen. Het
is echter niet zoo gemakkelijk om te zeggen op
welke wyze het geschieden moet. In het laatste
nummer van „De Macedoniër" heeft ds. Bakker
zijn gedachten medegedeeld en onze Zéndings-
man ds. Dijkstra verklaarde in een onderschrift,
dat hy er mede accoord ging. Op deze wyze
krijgen we wel een plan, dat voor uitvoering
vatbaar is. Naar het my voorkomt, deed de
Particuliere Synode van Zeeland wijs, dat zy
enkel uitsprak de zaak verdient de volle aan
dacht. Verder kon zy moeielyk gaan, want
daartoe had zy beter voorbereid moeten zyn.
By de beraadslaging op de Classikale verga
deringen was duidelijk uitgekomen, dat elk
voorstel, 'twelk meer in bijzonderheden zijn
kracht zocht, groote bezwaren opleverde, welke
niemand voor zyn rekening kon nemen en het
was te voorzien, dat mannen van meerdere
ervaring in deze zaak hun licht wel zouden
ontsteken. Wy gevoelden, dat hier sprake is
van een zaak, welke wel aan alle kanten over
wogen dient te worden, vóór men zeggen kan
ziedaar de oplossing.
Uit deze bespreking blykt het opnieuw, hoe
de Zending al meer begint te leven in 't midden
van onze Kerken en welk een gewichtig werk
er nog verricht moet worden. Overweging ver
dient wel de regeling, gelyk ds. Dijkstra haar
formuleerde
cl. Alle Theol. Studenten moeten onderwijs
ontvangen in de miss. vakken artikel 7 der
Zendingsorde.
b. Wanneer iemand dat onderwijs met vrucht
heeft bijgewoond, kan hy als hy voor Indië wordt
beroepen, gemakkelijk zich bekwamen voor het
miss. examen.
c Op dit moment zou wellicht niet voor elk
onzer inrichtingen één professor in die vakken
beschikbaar zijn maar men zou wel lezingen
kunnen laten houden voor alle studenten.
d. De extra-opleiding voor miss. dienaren
in de medische vakken en in de talen, Javaansch
of Soembaneesch, moet elders of in 't buitenland
gezocht worden. Aan onze eigen scholen
kunnen wij voor ten hoogste 1 of 2 a. s. miss.
dienaren geen volledige cursus inrichten.
De aankondiging van dit Zendingsfeest trok
myn aandacht. Niet omdat het iets buitenge
woons is. Reeds jaren geleden werd het in het
land van Axel gehouden. Er was destijds een
commissie onder de leiding van ds. de Jong,
predikant te Brussel, welke uit Gereformeerden,
Hervormden en Evangelischen bestond. Zij
regelde alles wat betrekking had op het Zen
dingsfeest en was in *'t bezit van al wat tot de
uitvoering noodig was. Meestal heerschte er
onder de leden een liefelijke eenstemmigheid
en tot sprekers werden uitgenoodigd mannen,
die tot verschillende kerken behoorden. Een
enkele maal ontstond er wel eens een warme
bespreking naar aanleiding van de liederen,
welke in het program afgedrukt zouden worden.
Het is derhalve niet buitengewoon, dat er ook
nu weer zulk een Zendingsfeest gehouden wordt.
Maar het trof my, dat er onder de acht spre
kers slechts één van de Gereformeerde Kerken
is en de vraag rees by my ophoe komt dat
Mogelijk is het, dat de commissie meerdere
Gereformeerde sprekers uitgenoodigd heeft, doch
dat zy een beleefde weigering ontving. Indien
dit het geval is, heb ik natuurlijk niets te zeg
gen. Met den besten wil ter wereld kan een
commissie daar niets aan doen. Maar er is ook
een andere mogelijkheid en indien zij hier aan
wezig is, zou ik het betreuren. Het is natuur
lijk van belang voor de commissie om ook de
Gereformeerden naar het feestterrein te lokken
en als nu ds. van den Berg daartoe zyn diensten
moet bewijzen, is het niet prijzenswaard. Het
zou my spyten voor dat land, waar het vroeger
mogelijk was een gezamenlijk Zendingsfeest te
vieren.
Wie geeft ons eens goede inlichting?
Op Zuid-Beveland ontwaakte bij burgemeesters
en gemeente-veldwachters een ijver om streng
toe te zien op den arbeid gedurende den Hemel
vaartsdag. Menigeen was gewend om op dien
dag buitenshuis eenig werk te verrichten en
er werd vroeger niet op gelet. Van Koelmans
dagen af hebben de Zeeuwen niet al te veel
voor christelijke feestdagen gevoeld en daaruit
moet dan ook verklaard worden, dat velen er
geen bezwaar in zien om op zulke dagen zich