Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie van: Ds. L. BOQMA en Ds. H V. LAMAN. 8e Jaargang. Vrijdag 9 Juni 1911. No 51. UIT HET WOORD. Met roedewerking van onderscheidene Predikanten. ABONNEMENTSPRIJS Drokker-Oitgever A. D. LITTOOIJ Az MIDDELBURG. NA PINKSTEREN. De gemeente des Heeren heeft weer haar Pinksterfeest mogen vieren. In de gansche christenheid, bijna onder elk volk en in alle taal zijn de groote werken Gods ver kondigd. De verhoogde Koning in' den hemel deed weer meer zijn woord in ver vulling gaan Alle einden der aarde zullen het gedenken en zich tot den Heere be- keerenen alle geslachten der Heidenen zullen voor uw aangezicht aanbidden want het koninkrijk is des Heeren en Hij heerscht onder de Heidenen. Het Evangelie van de liefde Gods, die zijn Eengeborene voor zondaren heeft overgegevende genade van den Heere Jezus Christus, die gestorven is en opgestaan om de zijnen te verzoenen en te rechtvaardigen, en de gemeenschap des H. Geestes, die nederdalen wil om in het onheilige hart van goddelooze en gru welijke zondaren te wonen, dat alles is op het Pinksterfeest gepredikt geworden, opdat de gansche wereld het weten zou, dat God geen lust heeft in den dood des goddeloozen, maar daarin dat hij zich bekeere en leve voor zijn aangezicht. Daarover zijn vroolijk en verblijd geweest allen, die God zoekende liefhebbers des heils hebben geduriglijk gezegdGod zij groot gemaaktWant God heeft zijn H. Geest uitgestort, opdat het werk des Vaders en des Zoons door dien Geest zou worden toegepast en toegeeigend aan de harten van zondarenopdat zij die gelooven rijk zouden zijn in het smaken zijner zaligheden opdat zijn volk zou worden toegerust en bekwaam gemaakt om te leven ter groot- making van zijn driewerf heiligen Naam. Onzerzijds worden wij nu opgewekt om met den H. Geest vervuld te worden. Toen de mensch nog in het Paradijs leefde en in heilige onschuld ging, was zijn hart vol van God. Maar hij heeft vrijwillig en moed willig zijn rijken God uitgeruild voor 't schepsel en het leven in de zondedaarom is hij wel vol van de dingen die beneden zijn, maar wat boven is, is voor hem ver borgen en onbekend. En dit is nu het werk Gods bij alle uitverkorenen, dat zij door Christus den H. Geest ontvangen, door wiens kracht zij levend gemaakt worden, om met hun gansche hart weer God te dienen. Elk waar geloovige belijdt dat de H. Geest hem van den Vader door Christus gegeven is, opdat Hij mij door een op recht geloof Christus en al zijne weldaden deelachtig make, mij trooste en bij mij eeuwiglijk blijve". Maar de kracht des H. Geestes kan door ons niet blijmoedig en zalig ervaren worden, tenzij het nu ook onze hartelijke begeerte en bede zij om met dien Geest meer en meer vervuld te worden. Het is niet ge noeg dat die H. Geest ons nu en dan eens aanrake, bij gelegenheid eens tot ons spreke; neen, Hij moet ons vervullen, Hij moetin PB IJS DER ID YERTENTIEI ons wonen, in ons leven, in ons werken, in ons heerschappij voeren. Van Hem moet ons licht, onze leiding, onze sterkte zijn, opdat wij ten allen tijde bekrachtigd zijn tot alles, waartoe de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus ons roept. Ontledigd van alles, wat met dien H. Geest niet samenwonen kan, moeten wij onze harten voor Hem openen, opdat Hij ons met zichzelven vervulle. Niet wie ver vuld is met de dingen die beneden zijn, maar die van dit alles en ook van zichzelf ont ledigd is; hij, die zijn beeld vindt in een ledig vat, dat, in het water gedompeld, van water vol wordt, en zoo voor zich de volheid van den H. Geest begeert, in wiens gemeenschap hij is opgenomen, die geeft Gode eer en zingt voor God blijmoedig zijn levenspsalm. Vervuld met den Geest, o, dan weet de mensch zich een woonstede Gods en een tempel des Allerhoogsten. De zalige en troostvolle gemeenschap des H. Geestes die hij dagelijks ondervindt, is Gods kind een onbedriegelijk teeken van zijne verzoening met Godeen onderpand, dat God om Christus wil zijn getrouwe God en genadige Vader is. Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van zijnen Geest gegeven heeft. Geen wijsheid zal ons dan ook ontbreken. De H. Geest zal het heerlijk Woord van God voor ons ontsluiten, en dan verstaan we niet alleen den letterlijken maar ook den geestelijken zin, zoodat wij zien de wonderen van Gods Wet. Bij het licht van die goddelijke lamp leeren we dan 't leven bezien, de menschen beoordeelen, de dingen onderscheiden. De natuurlijke mensch wandelt met gesloten oogen, hij begrijpt het leven niet, onophoudelijk vindt hij aanstoot en ergert zich. Maar de mensch die met den Goest vervuld is, wandelt in het licht, want hij heeft ontvangen de ver lichte oogen des verstands, opdat hij weten mag welke zij de hoop van zijne roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van zijne erfenis in de heiligen. Vervuld met den Geest, worden we ook bekwaam gemaakt om den Heere te leven. De Geest van God is de Heilige Geest, die geen gemeenschap wil met de zonde, en Hij leert ook Gods kind de zonde te haten en boezemt hem voor haar een afkeer in. O, als die Geest afgebeden wordt, in welk een ander teeken komt dan het leven te staan. Dan keeren we ons door Hem tegen Satan en zonde, om onzen God te dienen en te verheerlijken, om te zoeken en te grijpen en te bevorderen alle dingen waaraan Hij lust heeft en waarin uitblinkt de eere van zijn Naam. Ja, als het ons tot een bede geworden is om met den H. Geest vervuld te worden, dan zal het ons in dit aardsche leven ook niet aan troost en vrede en blijdschap ontbreken. Want Hij is de goede Geest des Heeren, die 's Heeren volk in een effen land leidtHij droogt de tranen, Hij ver zoent met het leed, Hij leert sterkte vinden in God, Hij gordt ons met blijdschap en zalige verheuging aan als wij het pad van 's Heeren geboden loopen, Hij verzekert ons van het kindschap, want Hij doet met ver trouwen ons roepen Abba, Vader Driewerf zalig wie die eerstelingen des Geestes in zich ontdekken mag, en er naar staat om met den Geest vervuld te worden. Ach, er zijn zoovelen, wier hart met geheel iets anders vervuld is, die hun lust alleen zoeken in de begeerlijkheid der oogen, in de begeerlijkheid des vleesches en in de grootschheid des levens. Daarom is hun leven innerlijk zoo arm en ledigzij gaan met een lachend gelaat door dit leven, maar hun ziele schreit dikwijls in hun binnenste want zij hebben geen troost, geen vrede, geen blijdschap, geen hope. Vol met wereld en zonde, zijn ze zoo nameloos ledig, en zij huiveren bij de gedachte, dat ze zoo eenmaal sterven en voor God verschijnen moeten. O, bekeere de zondaar zich tot den Heere, en wedersta niemand den H. Geest, die door het Woord getuigenis geeft in de consciëntiedie het zoo menigmaal deed, die het ook nu doet. Groot is de genade, als wij den H. Geest ontvingen en om zijn volheid biddende gemaakt zijn. De Geest des Heeren wil zoo gaarne bij hen wonen, die naar Hem vragen, opdat zij met zijn heil vervuld worden. Verblijde zich daarover elke le- vendgemaakte ziel. En ga de bede steeds meer tot den troon der genade op Och, schonkt Gij mij de hulp van [uwen Geest Mocht Die mij op mijn paan ten [Leidsman strekken 'k Hield dan Uw wet, dan leefde [ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aan- [gezicht bedekken. Wanneer ik steeds opmerkend [waar geweest, Hoe Uw geboon mij tot Uw liefde [wekken. Van der Veen. ZENDING. Een nienw Zendingstijdschrift. Zendingsopleiding. Soemba. per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 cent. Wordt vervuld met den Geest. Efeze 5 18. van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 1-5 rebels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. Door de ten vorigen jare gehouden Wereld- Zendingsconferentie is ingesteld een perma nente commissie, welker leden in Amerika, Engeland en op het vasteland van Europa wonen. Deze commissie heeft tot taak de be langen der Zending te behartigen op een wijze, als op de Wereld-Conferentie te Edinburg ge schied is en alzoo de Zendings-problemen onder de oogen te zien. De commissie bestaat uit 35 leden en ver gadert éénmaal per jaar. De vergadering van 1911 is reeds gehouden in Engeland en volgens de Ned. Zendingsbode werden daar o. a. verschillende onder-com missies ingesteld voor belangrijke Zendings vraagstukken opvoeding, christelijke lectuur, opvoedingsscholen voor zendelingen en een vormigheid in statistische gegevens. Veel aandacht werd ook gewijd aan de be spreking over de verhouding van Zending en Overheid. Men meende deze zaak over te moeten laten aan de Zendings-corporaties van elk af zonderlek land. Engeland, Duitschland enz. mogen wel de wenk ter harte nemen, hun door dr. Callenbach op de Wereld-Conferentie ge geven, om te doen als Nederlandwant ons land heeft deze teedere kwestie opgelost door het instellen van een dusgenaamd Zendings consulaat te BataviaBaron van Boetselaer is de consul. Doch waar ik vooral op wilde wijzen is het feit, dat er een nieuw tijdschrift voor de Zen ding in de maak is. Natuurlijk wordt het in het Engelsch geschreven, de Zendingstaai. De naam wordt International Eevieuw of Missions. Deze internationale Zendingsbode zal om de 3 maanden verschijnen en kost bij inteekening f 3,60 franco p. p. „Deze Revieuw wil een verbindingsmiddel zyn tusschen het Voortzettings-Comité (n.l. van de Wereld-Zendingconferentie) en de steeds aangroeiende menigte van leiders over de ge- heele wereld, die in zyn arbeid belangstellen. Het tijdschrift staat ook open voor vrije dis cussie over belangrijke Zendingsvraagstukken Ook zal de Revieuw een bibliographie van alle Zendingboeken en uitgaven in alle talen be vatten, ook van belangrijke artikelen in heden- daagsche periodieke literatuur". Het eerste nummer zal begin 1912 verschij nen. Waar de inteekening is opengesteld is ons op het oogenblik nog onbekend. Wij raden de plaatselijke Zendings-comité's aan dit tijdschrift aan te schaffen. Er zal altyd wel één der leden zyn, die het Engelsch mach tig is, en alzoo den inhoud ook aan de andere leden kan meedeelen. In het Juni-nummer van De Macedoniër geeft ds. Bakker, docent aan de Keucheniusschool te Djokjakarta „Enkele opmerkingen over de op leiding tot den missionairen dienst". Ds. Dijk stra voegt er een „Naschrift" by. De gedachte van deze beide deskundigen is ook, dat onze a. s. Dienaren des Woords in de Zendingswetenschap moeten zyn onderlegd. Zij zijn zelfs van gevoelen, dat alle Theol. stu denten moeten onderwezen in de vakken, ge noemd in art. 7 der Zendingsordenamelijk Land- en volkenkunde van Ned. O.-Indie; Geschiedenis der Zending Theorie der Zending en Elenctiek (leer der valsche godsdiensten). Wat betreft het eerste punt staat ds. Dijkstra alleen. Ds. Bakker acht het om practische en fïnan- tiëele redenen gewenscht deze studiën te doen plaats hebben aan de Theol. Faculteit; dit zal wel algemeen bedoeld zijnaan onze Theol. opleidingsscholen te Kampen en te Amsterdam. Ds. Dijkstra uit de meening, dat voor elk onzer inrichtingen geen professor beschikbaar is, en daarin zal hy wel gelijk hebben. Hy wil de moeilijkheid oplossen door lezingen te laten houden voor studenten. Dit punt werkt onze broeder niet nader uit, wat jammer iswant er zjjn vele vragen hier te stellen. Misschien dat de a. s. Gener. Synode ons in dezen nog verrassingen brengt. De extra opleiding van de Miss. dienaren in de medische vakken en de talen zal ergens elders gezocht moeten worden, b. v. in het buitenland. De lezers moeten echter het artikel in zyn geheel maar eens bestudeeren. Op onze Zen- dings-studieclubs kan het een onderwerp van bespreking uitmaken. Een vraag: lezen nu alle Kerkeraden en plaatselijke Zendingscommissies De Macedoniër De abonnementsprijs is f2.60 per jaar; voor particulieren f3.—. Men kan zich opgeven by de firma Bouwman en Yenema te Groningen en zeker ook wel by ds. Dijkstra te Smilde. Boekhandelaars nemen natuurlijk ook bestel lingen aan. Volgens De Macedoniër zal de heer T. van Dyk (een broeder van den Zendeling K. van

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 1