Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie van: Ds. L. B0UM1 en Ds. H. W. LAM AN.
8e Jaargang.
Vrijdag 2 Juni 1911.
No 50.
UIT HET WOORD.
Met roedewerking van onderscheidene Predikanten.
ABOHNEMENTSPRMS
Drakker-Oilgever
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
PRIJS DER AD YERTENTIEN
BIDDENDE OM DEN H. GEEST.
Een gezelschap van personen die den
Heere vreezen is altijd belangwekkend. Wij
kunnen er ons van verzekerd houden dat
daarin, niettegenstaande alle menschelijke
zwakheid en onvolkomenheid, iets goeds
gedacht, gesproken en gedaan wordt. Jezus
heeft ons immers de belofte gelaten: Waar
twee of drie vergaderd zijn in Mijnen Naam,
daar ben Ik in het midden van hen. En
ai kan de zonde niet buitengesloten blijven,
daar wij die altijd met ons mee dragen,
toch geeft in zulk gezelschap de H. G<eest
den toon aan en neemt de leiding daarvan
in handen. En God zelf breidt daarover
zijne genaderijke vleugelen uit om zijne
gunstgenooten te zegenen, want Hij schaamt
zich niet hun God genoemd te worden.
Geldt dit van elk samenzijn der geloo-
vigen, dat in Gods vreeze plaats vindt, hoe
belangrijk en belangwekkend is dan niet
de samenkomst waarvan Lukas melding
maakt in het bovenstaande Schriftwoord.
Na de Hemelvaart zijn de Apostelen weder
gekeerd naar Jeruzalem en, met nog eenige
discipelen en discipelinnen van Jezus, op
gegaan in een opperzaal, waar zedagelijksch
eendrachtelijk volhardende waren in gebed
en smeeking. Ge ziet in dit gezelschap
't beginsel der Nieuw-Testamentische Kerk,
de uitgelezen schare, die straks, als.een
bekroning van haar gebed, met den H. Geest
en met vuur zou gedoopt worden.
Dat gezelschap biedt een rijke verschei
denheid van persoonlijkhedenhet was in
der waarheid saam gesteld uit vogels van
diverse pluimage".
Al de Apostelen waren bij elkander, en
elk van deze mannen had een eigen aard,
karakter, aanleg en gave, die ons van
sommigen zeer wel bekend zijn.
Behalve de Apostelen, onder welken de
voortvarende Petrus, de diepzinnige Jo
hannes, de vorschende Philippus, de zwaar
tillende Thomas, en Jacobus de zoon des
donders het meest op den voorgrond staan,
waren erin de opperzaal ook onderscheidene
discipelinnen, godvreezende vrouwen van
Galilea en elders, die Christus vroeger ge
diend hadden met hunne goederen, en die
sinds zijn Opstanding en Hemelvaart niet
geweken waren van de Apostelen.
En onder die vrouwen wordt dan met
name genoemd Maria, de moeder van Jezus,
de gezegende onder de vrouwen, die in
haar hart zooveel bewaard had van 't geen
van Jezus gesproken was, en door welker
hart het zwaard zoo bloedig gegaan was.
En verder waren dan met de Apostelen
en vrouwen nog vergaderd de broeders des
Heeren, broeders naar het vleesch, zooals
sommigen willen, of in 't algemeen bloed
verwanten, naar de meening van anderen.
Zeker is van hen alleen dit, dat ze een
maal Jezus' tegenstanders geweest waren,
maar dat nu in Hem geloofden en Hem
van harte liefhadden. En dit laatste was
niet alleen den broeders, maar allen ge
meen. Bij alle verscheidenheid waren ze
hierin één, dat zij den Heere lief hadden
boven alles, want zij geloofden in Hem.
Het zien van zoodanig gezelschap doet
goed, en het ware te wenschen dat er ook
onder ons vele zulke samenkomsten gevon
den werden, van welke Jezus in der waar
heid het levende middelpunt is. Samen
komsten in geloof en liefde, waarin de
gemeenschap met den Heere en de heili
gen geoefend en gesmaakt wordt, waar
van nog altijd de jubel van den psalm
dichter geldt: Ziet, hoe goed en hoe lief
lijk is het, dat broeders ook samenwonen,
want de Heere gebiedt aldaar den zegen
en het leven tot in der eeuwigheid!
De Apostelen, vrouwen en broeders des
Heeren waren in de opperzaal samen om
te bidden, ze waren eendrachtelijk vol
hardende in het bidden en smeeken. Ge
hoorzaam aan Jezus bevel, bleven ze in
Jeruzalem om de belofte des Vaders te
verwachten, en zonder onderlaten ging
hun bede naar den hemel op of God den
hemel wilde scheuren en den H. Geest
nederzenden. Ze baden, omdat zij ge
loofden en in het gebed met lijdzaam
heid aanhoudende en verwachtende, wer
den zij in hun geloof telkens meer ver
sterkt. Het viel hun zoo gemakkelijk en
het was hun zoo goed om hun ziel tot
den Heere in den hemel op te heffenhet
gebed was in die dagen van spannende
verwachting de ademtocht en het leven
hunner ziel. De een sterkte daarbij den
ander, en het gebed verinnigde zich tel
kens tot smeeken, tot een bidden uit diep
gevoelde behoefte en nood. Bij allen was
de grondtoon des harten, waarin bij nie
mand verandering kwam Ik zal uitzien
naar den Heere, ik zal wachten op den
God mijns heils mijn God zal mij hooren.
Zoo was het in het persoonlijk en ver
borgen, zoo was het in aller gemeenschap
pelijk gebed. Zij waren allen eendrachte
lijk volhardende in het bidden en smeeken.
En wij weten waarom zij baden, dat
zij den Heere aanliepen om de komst des
Troosters, om den H. Geest, dien Jezus
beloofd had te zullen zenden, als Hij naar
zijn Vader was heengegaan. Zij baden in
geloof en met verlangen dat God, om zijns
Gezalfden wil, nu ook hen zalven mocht
met den H. Geest, wiens mededeeling het
teeken hunner eeuwige verzoening was,
en de volle gemeenschap met Hem opende.
Ze doorgrondden nog op verre na niet
allesze zouden later, als de H. Geest
gekomen was, met blijde erkentenis be
lijden de helft was ons niet aangezegd
maar toch ging hun hart met levendige be
geerte naar de komst des Troosters uit,
die hun heil volmaken, hun ziel verkwik
ken zou. En het zal een dag geweest zijn,
toen straks hun bidden en smeeken met
verhooring gekroond werd, toen onder
machtige teekenen de Trooster nederkwam
en zij allen vervuld werden met den H.
Geest! Toen hebben ze gesproken met
andere talen de groote werken Gods, zoo
als de Geest hun die te verkondigen gaf,
en zij hebben met de rijkste geloofsgenie-
ting en blijdschap Jezus heerlijk gemaakt
bij de harten van duizenden
Och, dat ook ons gebed dan uitgaan
mocht om de komst des H. Geestes. Na
tuurlijk niet om een komst, waarmede Hij
eenmaal te Jeruzalem kwam, om woning
te maken in de gemeentedie gebeurtenis
herhaalt zich nimmer, kan zich nooit her
halen want de H. Geest is toen op de
voorbede van Jezus door den Vader tot
de gemeente gezonden om eeuwiglijk bij
haar te blijven.
Maar wel om een persoonlijke komst
tot onze zieledat de H. Geest zijne hei
lige presentie in de gemeente aan ons
mocht openbaren, tot vernieuwing en
heiligmaking, tot bezieling en blijmoedig
geloofsleven opdat ook wij, bij eigen genot,
den Christus des Heeren mochten prediken
aan velen.
Zij er daarom gebed en smeeking bij
allen, die bidden geleerd hebben. Wij
hebben de belofte, maar in den weg des
gebeds wil de H. Geest zich openbaren,
om met zegeningen ons te vervullen. Dat
wij dat bidden en smeeken mogen afzien
van het gezelschap in Jeruzalems opper
zaal dat zij, die daar vergaderden, ons
tot jaloerschheid verwekken mogen. Het
is Gods eere te geven, maar het is onze
roeping God te bidden. Moge God dan
over al zijn volk uitstorten den Geest der
genade en der gebedenDan zullen wij
onzen mond wijd opendoen, en God zal
hem vervullen. Van der Veen.
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Voorstellen.
Weemoedig:, maar vertroostend.
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent.
van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Deze allen waren eendrachtiglijk
volhardende in het bidden en
sineeken, met de vrouwen, en
Maria, de moeder van Jezus, en
met zijne broeders.
Hand. 1 14.
Onderstaande hebben we overgenomen, uit
de Geldersche Kerkbode, wijl wy dit voorstel
onder de oogen van onze lezers wilden bren
gen, die er uit zien kunnen, dat niet allen
met de tegenwoordige regeling tevreden zyn.
Wij komen er nader op terug.
1. Voorstel in zake regeling van Art. 13
D. K. O.
De Gereformeerde Kerken der Classis Zut-
phen, in vergadering bijeen te Zutphen op
Woensdag 17 Mei 1.1., kwamen ten aanzien der
verzorging van Emeriti-predikanten, predikants
weduwen en weezen, gelijk deze thans is de
Gereformeerde Kerken van Nederland is gere
geld, tot de volgende conclusiën.
Ie. dat het duidelijk is, dat de bestaande
regeling licht voert tot het predomineeren van
stoffelijke factoren. Immers het gevaar bestaat,
dat bij het uitbrengen van een beroep op een
Dienaar des Woords, niet ervaring en talent
alleen den doorslag geeft, maar ook leeftijd,
getal kidderen en vermogen van hen, op wie
de keuze zou kunnen vallen
2e. dat de verhouding tusschen gemeente en
leeraar door de thans bestaande plaatselijke
regeling onvry en ongemakkelijk wordt. Heeft
de laatste eenmaal den leeftijd van 40 of 45
jaren overschreden, dan is de kans op een be
roep tamelijk wel uitgesloten. De finantieele
verplichtingen maken het haast onmogelijk
zulk een beroep op hem uit brengen.
3e. dat zuzk een staat van zaken, in ver
band met wat sub. 1 en 2 werd gereleveerd,
voor het geestelijk welzijn der gemeente scha
delijk kan werken. Met name een groote kerk
heeft behoefte aan ervaring, levenswijsheid en
talent in haar Dienaar des Woords. Ten deele
zijn deze te verwerven langs den weg van veel
arbeids. Nu echter door alledaagsche stoffelijke
overwegingen geleid, kunnen vele gemeenten
er van terugschrikken een meer bejaard Die
naar des Woords te beroepen, of een predikant
met een groot gezin.
Op den betrokken Dienaar des Woords kan
dit bovendien ontmoedigend werken.
Deze en andere bedenkingen tegen de hui
dige regeling leidden de Classis Zutphen op
bovenbedoelde vergadering tot formuleering
van een voorstel, dat op een betere regeling
dezer dringende quaestie wil aansturen. Tot
recht verstand der zaken zy echter gewezen
op het feit, dat deze actie begonnen is buiten
de predikanten om.
By allen eerbied voor het beginsel, gelijk het
in Art. 13 D. K. O is neergelegd, zy toch in
ernstige overweging gegeven of de les der
historie ook ons niet wyst op den weg die
allerwege wordt ingeslagen op maatschappelijk
en burgerlijk gebied en zyn beteekenis vindt
in de eendrachtige samenwerking aller belang
hebbenden. En waar allicht de tegenwerping
opduiken mocht, dat by gezamenlijke terhand-
neming dezer aangelegenheid, de lasten voor
elke der plaatselijke kerken niet gering zouden
blyken, daar zy toch gewezen op de gelijk
matiger verdeeling dier lasten over meerdere
jaren, gelyk ze thans niet bestaat en waardoor
ze tevens het drukkende zouden verliezen.
Dit alles aan uw aandacht voorleggend,
spreekt zy den wensch uit, dat geheel deze
zaak worde geregeld ter eere Gods, tot heil der
Gereformeerde Kerken in Nederland en tot
zegen harer Dienaren.
De Classis Zutphen, in vergadering byeen te
Zutphen op Woensdag 17 Mei 1.1. van oordeel
dat de pensioenregeling voor Predikanten,
Predikantsweduwee en weezen in de Gerefor
meerde kerken over 't algemeen niet voldoet
en in vele gemeenten nog altijd op in of uit
voering wacht tengevolge van de vele prakti
sche bezwaren, stelt voor, dat de a.s. Generale
Synode te Zwolle middelen berame, om te ko
men tot een onderlinge, vrijwillige samenwer
king der Kerken, waardoor een fonds wordt
bijeengebracht waartoe elke plaatselijke kerk
jaarlijks, naar evenredigheid van het door haar
uit te betalen pensioen zal hebben by te dra
gen en waaruit aan Em. pred. Weduwen en
Weezen een pensioen wordt verleend, waarvan
het bedrag wordt bepaald overeenkomstig den
maatstaf door de Generale Synode van Utrecht
vastgesteld.
P.S. In het algemeen bepleit ze de wensche-
lykheid, dat de Dienaren des Woords zelf
voor een kleiner of grooter deel hebben bij
te dragen in een jaarlijks door de plaatselijke
kerk te storten som.
Lang geleden is het. Een kleine schare uit
ons gewest was samengekomen in de Gasthuis-
kerk te Middelburg. Vóór wy er vergaderden
wisten we wel, dat de Zendingsgedachte in vele
psalmen zich uitsprak, doch als ik anderen
mag afmeten naar my zelf, dan moet ik belijden,
dat het ons pas volkomen helder werd op die
vergadering. Met zyn zware stem wees ds.
Littooij ons daarop en het is my, alsof ik nog
die oude schoone liederen hoor. Aan die ure
dacht ik, toen ik Hemelvaartsdag neerzat in de
Noorderkerk en ook aan hem, die ons in 't licht
van David's psalmen onze dure roeping toonde.
Als de geesten der volmaakt rechtvaardigen
nog kunnen meeleven met ons, dan heeft hy
ook zich verheugd, dat onze oogen den man
aanschouwden, die voor ons naar Java wil gaan
Het was goed, dat ds. Merkelyn met enkele