Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 8e Jaargang. Vrijdag 19 Mei 1911. No 48. Onder Redaetie van: Ds. L. BOUMA en Ds. 8 V. L1M4I. UIT HET WOORl). Met medewerking van onderscheidene Predikanten. IBOBHEMENTSPIUS Drukker-Ditgever D. LITTOOIJ Az PB IJS DER ADYERTENTIEM VALSCH VERTROUWEN. In de dagen van Jeremia was Juda gansch zorgeloos geworden. De boosheid des volks nam zienderoogen en op schrikbarende wijze toe, maar men bleef er stil en ge rust bij. Door zijne knechten, de profe ten, kondigde God wel zijn rechtvaardig oordeel aan, maar ook hierdoor werd het volk niet bewogen of bevreesd. Neen, men sterkte zich tegen dat oordeel, door zijn betrouwen te stellen op allerhande dingen. Nu eens vertrouwde men op de hulp van vreemde volken, inzonderheid op die van Egypte, waarmede men een verbond gesloten hadofschoon de Heere gezegd had dat Egypte een rietstaf was, die niet meer vermocht dan iemand die daarop leunde, de hand te doorboren. Dan weer zette men zijn vertrouwen op de sterkte van Jeruzalemdeze stad was immers oninneembaaren daarom zeide het volk Wie zal tegen ons afkomen, wie zou komen in onze woningen? Maar 't allerliefste hoorde Juda naar de stem der valsche profeten, die de waar schuwingen, door Gods getrouwe knechten gebracht, voor leugen uitkreten. Er zou een oordeel komen Een oordeel Gods over deze plaats en over deze stad, waar in 's Heeren eigen huis en tempel stond? Leugen, en valsche woorden, die de Heere niet had gesproken En Juda hoorde het zóó gaarne, en ge loofde hunne woorden. Alles mocht niet precies zoo wezen als 't behoorde te zijn, zij waren toch Gods volk, verkoren en bevoorrecht boven andere volken. En ten teeken dat de Heere met hen was en van hen niet wijken zou, had men maar naar den Sionsberg te gaandaar stond de tempel, Gods eigen huis en woning. Dit was de ij dele troost der valsche profeten, die op deze wijze 't volk stijfden in hunne boosheid. Zij predikten aan ieder die maar hooren wilde, dat er geen nood was, dat er geen oordeel komen zou, om dat de tempel en de tempeldienst onder hen gevonden werden. En 't volk meende zoo genoegzaam veilig en bewaard te zijn, hoe goddeloos en onheilig zij ondertus- schen ook leefden. Maar de Heere waarschuwt tegen deze zelfmisleiding. Door zijn getrouwen Je remia laat Hij uitroepen Vertrouwt niet op valsche woorden, zeggende des Hee ren tempel, des Heeren tempel, des Hee ren tempel zijn dezeDeze gebouwen zijn wel des Heeren tempel, God zelf had deze plaats begeerd tot zijne woning. Maar als zij voor zijn aangezicht verschij nen, niet om Hem te eeren in heiligheid en recht, maar om gruwelen te doen, en daarbij dan steunen louter op den tem pel en den uitwendigen tempeldienst, dan wil de Heere zeggen zal Ik komen om dezen tempel af te breken en om u over te geven tot een ban en beschim ping. Daarom vertrouwt niet op valsche woor den, zeggende des Heeren tempelmaar bekeert u van uwe zonden en boosheden, maakt uwe wegen en uwe handelingen goeddan zal Ik ulieden doen wonen in deze plaatsdan zeker, maar dan ook alleen. Ligt hierin ook leering voor ons? Ver trouwen op uitwendigen godsdienst is een kruid, dat niet alleen groeien wilde op Juda's akker, maar dat ook tieren kan in uw hart. Als er geen waarheid in het binnenste is, is alle vorm en vertoon tever geefs. Als wij den Heere niet aanbidden in geest en waarheid, dan zal het ons niet baten dat wij met velen Heere, Heere geroepen hebben. En ach, in geen strik is de mensch zoo spoedig gevangen, dan in dien van zelf misleiding en valsch vertrouwen. Velen meenen dat het recht met hen is, van wie toch te vreezen is, dat zij in het oordeel beschaamd zullen worden. De Joden uit Jeremia's tijd vertrouwden op den tempel die onder hen was, maar hun leven was goddeloos. In den tijd van Jezus omwan deling op aarde lag Israël het roemen op de lippenWij zijn Abrahams zaad, maar zij deden de werken van den geloovigen Abraham niet. En wie zal zeggen hoevelen er in onze dagen gerust gaan, ofschoon het hart niet recht is voor den Heere? Men roemt het christendom en 't chris telijke leven, en wil dat toegepast zien in huis en school, in kerk en staat, in maat schappij en samenleving. Maar wil en be geert men dit ook van harte Staat het niet ter waarschuwing geschreven, dat sommigen een gedaante van godzaligheid hebben, maar die de kracht daarvan ver loochend hebben? Men strijdt voor de waarheid en ijvert voor de leeringen, die onze vaderen ons overgeleverd hebbenalles moet tot in de puntjes gereformeerd zijn. Maar wordt daarbij ook wel genoegzaam toegezien of men in geloof en godsvrucht wandelt in de voetstappen der geloovige vaderen? Men belijdt den Heere Jezus Christus als den eenigen naam, die onder den hemel den menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden. Maar zoekt men bij Hem ook waarlijk de zaligheidis het de waarachtige en vurige begeerte des harten om door Hem van zonde verlost te worden Of wordt ook niet dikwijls de genade mis bruikt tot een deksel der boosheid? Gods oprechte volk wandelt in den weg des geloofs en der bekeering. Zij belijden het geloof niet alleen met de lippen, maar zij betoonen hun geloof ook door een wan del in goede werken. Maar als bij allen vorm van godsdienst de waarachtige be keering uitblijft, dan staat het niet wel bij ons. Van de zaligmakende genade zegt de Apostel, dat zij ons onderwijst, dat wij, de goddeloosheid en de wereldsche begeer lijkheden verlatende, matig en rechtvaar dig en godzalig leven zullen in deze tegen woordige wereld. Tegen de zoodanigen is de wet niet, want zij doen de werken des Geestes. Maar wee den gerusten te Sion en den zekeren op den berg van SamariaHun betrouwen zal beschaamd worden zonder heiligmaking zal niemand den Heere zien. God verlost de zijnen niet om gruwelen te doen, maar opdat zij heilig voor Hem zouden wandelen in nieuwigheid des levens. Niet een iegelijk die tot Mij zegtHeere, Heerezal ingaan in het Koninkrijk der hemelen maar die daar doet den wil mijns Vaders, die in de hemelen is. KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Bidstond „Vrederust". per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 8 cent. MIDDELBURG. van 15 regels 80 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. Vertrouwt niet op valsche woor den, zeggendedes Heeren tempel, des Heeren tempel, des Heeren tempel zijn deze Van der Veen. Op Vrijdag den 19en Mei kwam devereeni- ging „Vrederust" saam om hare gewone jaar- lijksche vergadering te houden. Aan die samenkomst ging een bidstond vooraf, waarin de predikanten Bouma van Middelburg en Waardenburg van Bruinisse een woord ter inleiding spraken. De eerste gaf bet volgende „Myne bekenden hebt Gij verre van mij ge daan, Gij hebt mij bun tot een gruwel gesteld, ik ben besloten en kan niet uitkomen", aan deze woorden uit den acbt-en-tachtigsten psalm dacht ik, toen ik mij afvroeg, wat ik op deze vergadering van „Vrederust" zou moeten zeg gen. Het is niet vreemd, dat de uitleggers bij deze uitspraak aan een bepaalde krankte en wel aan die der melaatschheid hebben gedacht. Het zal niet noodig zpn om een breede om schrijving van deze bezoeking te geven, want elk bijbellezer heeft zich een voorstelling daar van gemaakt. Het was een krankte, welke heel het lichaam aantastte en bedekte met etterende zweren. Zjj maakte den patient geheel afzich telijk en won van dag tot dag in kracht. Tegen haar waren er geen kruiden gewassen en zij spotte met alle menschelpke hulp. Zoodoende ontnam zij den lijder alle hoop en deed hem langzaam maar zeker wegkwijnen. Naarmate de krankte toenam, naar die mate werd hp hulpbehoevender en was hij een toonbeeld van de uiterste ellende. Als iemand verdacht werd dat hij melaatsch was, moest hij zichzelf aan den priester ver- toonen, die hem, om voldoende zekerheid te krijgen, zeven dagen opsloot. Als het nu bleek, dat het vermoeden gegrond was, werd hij me laatsch verklaard. Wel kon hij nu zpn gevan genis verlaten, maar hp mocht niet terugkeeren tot de zijnen. De krankte sloot hem geheel van de maatschappij uit en plaatste hem ten eenen- male buiten alle samenleving. Dit maakte zpn toestand zoo dubbel pijnlijk, want elke omgang met familie en bekenden was hem ontzegd. Hoe diep werd dit gevoeld inzonderheid door hen, die gewoon waren zich in de maatschappij te bewegen en een werkzaam aandeel hadden in de belangen van hun volk. Neen, wij kun nen ons onmogelijk voorstellen, wat dit geweest moet zpn voor mannen met een helder hoofd en een warm hart, wier lust het was te arbei den tot welzijn van hun omgeving. Wie zich dit helder voor oogen plaatst, ver staat dan ook de klacht van den dichter en gevoelt deernis met hem. Mpne bekenden hebt Gp verre van mp gedaan, hen, die vroeger in mpne nabijheid leefden, met wie ik dagelijks omging en allerlei zaken behartigde. Hoe smar telijk klinkt ons daaruit tegemoet het verlangen naar gemeenschap. Zij houden zich op een grooten afstand, zp zien niet naar mij om, zij toonen hun medelijden niet, omdat zij een af keer van mp hebben. Als zp aan mp denken, overvalt hun een innige walging. Hoe hard moet het zpn, als iemand terecht de gedachte koestert, dat zpne bekenden met schrik uit zpn nabpheid vluchten. Ik ben besloten en kan er niet uitkomen. Het is niet noodig om hem achter stevige muren op te sluiten zpn ziekte is voldoende, zp is de gevangenis, waarin hp zich bevindt en waaruit hp niet ontkomen kan. Velen die in den kerker zuchtten, hebben nog een weg weten te vinden, langs welken zp ontvloden, maar voor hem is er zelfs niet de geringste kans. D e melaatschheid bouwt muren zoo hoog, dat niemand er over kan klimmenzp heeft zulke deuren, voorzien van grendels, dat niemand ze openen kan. Een wereld van wee moed ligt er in de klachtik ben besloten en kan er niet uitkomen. Let ook hier nog op. Hp wpt het niet aan menschen. Het is mogelijk, dat hp door aan raking met anderen die smetstof opgenomen en daardoor de ziekte gekregen heeft hp weet echter, dat ook deze tweede oorzaak niet werken kan zonder den wil van Hem, die alle dingen leidt naar Zpn eeuwigen raad en daar om ziet hp van de menschen af en vestigt zpn oog op God en klaagtGp hebt mpne bekenden verre van mp gedaan, o Hoe zwaar moet hem dit bewustzijn gevallen zpn. Wat kan Hem, den Barmhartige en Genadige, bewogen hebben om hem aan zulk een lijden bloot te stellen en hem te maken tot een voorwerp van aller afschuw, zoodat hij geheel verlaten is en in volstrekte eenzaamheid zpn dagen moet slijten. Voor hem was die vraag des te benauwender, omdat het licht van het kruis nog niet opge gaan was over zijn eenzamen weg. Het behoeft niet te verwonderen, dat hp meer denkt aan de dooden dan aan de levenden, en zich niet begrijpen kan, wat de Alwijze aangespoord kan hebben hem van de levenden te scheiden en hem met de dooden te rekenen, want in het graf kunnen zp Hem toch niet loven. Bij uitwendig lp den komt derhalve nog in nerlijke ontroering, welke heel zpn leven doet schudden en schokken en met die bange vraag in 't hart kwijnt hij weg en niemand is er, die hem een bevredigend antwoord kan geven. Mag ik het er voor houden, dat het eeniger- mate duidelijk is, wat deze bange klacht ver tolkt, dan ga ik er toe over om u te wijzen op hen, voor wier verpleging deze Vereeniging zich opgemaakt heeft. Onlangs was ik op uwe Stichting. Hoe rus tig en schoon ligt zij daar, ver van het woe len en drpven der menschen. Wat zal over eenige jaren die breede weg, welke naar haar gebouw voert, er aantrekkelijk uitzien, als de boomen hun kruin uitbreiden en fier omhoog heffen. Welk een vredige rust ademen die dennebosschen uit, recht geschikt om een onrustig hart tot kalmte te stemmen. Ook de woningen aan dien zijweg doen weldadig aan, en getuigen de paviljoenen niet van smaak. In gewone omstandigheden zou het geheel een zeer aangenamen indruk wekken. Maar het bewustzijn dat hier mannen en vrouwen onder dak gebracht zpn, die aan geestelijke krankten lpden, stemt weemoedig. En als gp hen dan ziet velen nog in de kracht van 't leven gevoelt gp smart. Niet omdat zij uiterlijk afkeer inboezemen niet, omdat hunne verpleging verwaarloosd wordt maar omdat zp lpden aan een krankte, welke hun de beschikking over hun geestelijke ver mogens ontnomen heeft. En is dat niet zeer droevig Mijne bekenden hebt Gp ver van mp gedaan Gp hebt mp hen tot een gruwel gesteld, ik ben be sloten en kan niet ontkomen, deze klacht komt u voor den geest, want gp ziet daarvan hier de volle waarheid. Daar zat een man, die vroeger mee-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 1