Prof. Bavinck oyer de Zending. Een gelukkige verbetering. Het optreden Tan Studenten. Kerk en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. pioen tegen het voorstel, gelyk het daar lag; en met veel talent heeft hij het bestreden. Tegen het eerste deel van het voorstel op perde ds. Pol vooral bezwaar, omdat zoo deTheol. School scheen voorgetrokken te worden boven de Vrye Universiteit. Ons antwoord dat de Ker ken in haar meerdere vergaderingen toch geen zeggenschap hadden over de opleiding aan de Theol. Faculteit mocht niet baten. Wy wilden volstrekt geen der beide inrichtingen bevoor rechten doch als Kerken hebben wij toch alleen aan de Generale Synode iets te vragen voor de School der Kerken Het lag o.i. op den weg van de leden der Vereeniging van Hooger Onderwys op Geref. grondslag om op de leden vergadering een dergelijke vraag te doen aan Directeuren of Curatoren der Vrye Universiteit. De Classe scheen algemeen met ds. Pol be vreesd te zyn aan de V. U. aanstoot te ge ven (hoewel zonder reden tenminste, niemand nam het voor onze redactie op. Daarom en om stemming te voorkomen legden de afge vaardigden van Middelburg A zich neer bij het voorstel van ds. Pol, dat in algemeene termen aan de Gen. Synode verzoekt de stu denten te laten onderwijzen in de Zendings wetenschap. Hoe de Gener. Synode dit kan met name voor de Y. U. is ons een raadsel. Tegen het tweede deel van het voorstel had onze waarde tegenstander weer een groot be zwaar. Eerst moest, zonder dat daartoe aan leiding was, de Y. U. verdedigd, nu moesten de Zendingsdeputaten in bescherming genomen. Het voorstel vroeg toch, dat de Gener. Zen dingsdeputaten in overlag met de zendende Kerken een plan zouden ontwerpen, tot opleiding onzer M. D. Dit kwam de eer der Deputaten te na Daarom wilde ds. Pol het woordje „liefst" ge voegd hebben vóór „in overleg enz." Wij merkten hiertegen op, dat de zendende Kerken toch ook practische (en theoretische) kennis hebben opgedaan van hetgeen voor een Zendeling noodig isook dat de zendende Kerken zulk een overwegend groot belang hebben by de opleiding (zy moeten b.v. alles betalen en eveneens, dat het toch niet in orde is, wanneer van boven af aan de zendende Kerken wordt voorgeschreven hoe de opleiding van haar Dienaren moet geschieden. Onderscheidene broeders bestreden het amen dement van ds. Pol. Daarom handhaafden wij ons voorstel. Toch werd met meerderheid van stemmen dit amendement aangenomen. Onmiddellijk daarop trokken de afgevaardig den van Middelburg A hun voorstel in. Door by voeging van het woordje „liefst", was de eigenlyke beteekenis aan het voorstel ontnomen. De zendende Kerken bleven alzoo weer onder geschikt aan de Deputatenen wij wilden gaarne deze Kerken met de Deputaten doen samenwerken. Nu de Classe den weg, door ons voorgesteld, niet op wilde, verloor ons voorstel alle beteekenis, en daarom namen wij het terug. Wel is zeer opmerkelijk, dat geen der tegen stemmers van ons voorstel toen het geamen deerde voorstel overnam, en bij de Classe dadelyk indiende zelfs ds. Pol nietDit gaf den indruk, dat men zelf zulk een voorstel ook niet be geerde naar de meerdere vergaderingen te zenden. Vrucht' van alles is, dat de Classe Middelburg nu met het halfslachtig voorstel bij de Part. Syn. van Zeeland komt (halfslachtig, omdat het niets zegt over de eigenlyke zaak, waarover tegenwoordig zooveel gesproken en gedacht wordt, n.l. de opleiding onzër a. s. Missionaire Dienarendat het onderwijs der studenten in de Zendingswetenschap beter worde geregeld. Zoo heeft de Classe Middelburg het in het jaar 1911 niet kunnen brengen tot een voorstel inzake de groote vraag van onzen tyd de opleiding onzer Zendelingen. Het ware misschien te hopen, dat onze af gevaardigden ter Part. Synode straks op de Synodale vergadering ook dit halve voorstel maar terug namen, dat spreekt van een willen, maar niet kunnen. De vorige week werd te Groningen een vier- daagsche conferentie van Predikanten gehou den voor Zendingstudie. Prof. Bavinck hield een rede over de Zendingstudie zelf, hetwelk wel schitterend zal geweest zyn, en kwam tot de volgende conclusiën 1. dat een levendige Zendingsactie te con- stateeren is en dat het is alsof de Christus Zijn Kerk een wenk geeft zich op groote gebeurtenissen op den Zendingsakker voor te bereiden 2. dat die voorbereiding zal moeten bestaan wat haar zelf aangaat in het wekken en ver strekken van het heilig plichtsgevoel in jong en oud, om aan de volvoering van het zendings bevel mee te arbeiden, en, wat de onchriste lijke volken betreft, in het ernstig bestudeeren (in school en studiekring) zoowel van het leven dier volken zelf als van de wyze waarop zij met vrucht voor Christus kunnen veroverd worden 3. dat die arbeid daarom zoo hoog ernstig dient te geschieden, omdat de geestelijke boos heid van het Animisme en Islamisme inderdaad groot isde slachtoffers ervan vooral in dezen tijd smeekend roepenKom over en help ons en die te bieden hulp alleen in de zorgvuldige wapenrusting naar Efeze 6 met kracht ge schieden kan 4. dat wel is waar niet alle kracht alleen aan Zending mag besteed, maar dat weinig aan te wyzen is, dat zoo de eere van Christus bevordert en het leven Zijner gemeente doet bloeien als het werkzaam zijn in de missionaire dingen des Yaders. Voor eenige weken namen wij een stukje uit de Ned. Zendingsbode over betreffende Mohammedaansche propaganda in Europa, met name in Liverpool. In no. 17 geeft de Ned. Zendingsbode nadere inlichting over deze zaak. De oud-Zendeling Hewitt heeft de zaak onder zocht doch deze deed vergeefsche pogingen om de moskee te Liverpool te vinden. Hij schrijft het volgende „Eindelyk vroeg ik een politieagent, of hij iets van een moskee wist. Neen, zeide deze, maar gy bedoelt zeker het huis, waar Mr. Quilliam zijn vergaderingen hield. Ik sta hier 5 jaren op post en zag den ouden man vaak in en uitgaan. Nooit had hij meer dan 8 toe hoorders, en nu staat het huis al geruimen tijd leeg. Ik wil het u wijzen. Wij gingen in een zijstraatje en daar zag ik een smerig huisje met gebroken ruiten en hoogstens f 360 waarde. Een opschrift met 4 halve manen zeide mij dat ik terecht was. Van de scholen, bibliotheek, museum, hospi taal en boekwinkel was niets te vinden. Verder vernam ik, dat Mr. Quilliam voor eenige jaren in een echtscheidingsproces zich zoo schandelyk had uitgelaten, dat de orde dei- advocaten hem had uitgestooten. Een voornaam Mohammedaan wilde niets met hem te doen hebben, en beweerde, dat hij den Koran niet begreep." Het schynt dus met de vorderingen van het Mohammedanisme in de Europeesche Christen landen nog al mee te vallen. J. D. Wielenga. II. Met het oog op de studenten en met oog op de gemeenten lykt het mij gewenscht toe, dat hun wederom -het preekconsent verleend wordt. Vooral tegenwoordig, nu er zoo weinig predikanten zijn en dat gebrek meer en meer gevoeld wordt. In den laatsten tyd zijn er vele sterfgevallen geweest onder de dienaren des Woords Vooral het vorige jaar. En als dan daarby drie zich gereedmaken om in de Zen ding te gaan werken (wat heerlijk is, waar we ons in verheugen) en een ander naar Zuid- Amerika denkt te vertrekken (waar het zeker ook wel noodig zal zyn) dan wordt door al deze omstandigheden het aantal predikers steeds kleiner, terwyl er weinig candidaten by komen. Laat dan aan*de studenten van het laatste jaar weer toegestaan worden, om zoo nu en dan, met toestemming der Hoogleeraren,, onder lei ding en opzicht van den Kerkeraad een stich telyk woord te spreken. Mij dunkt, de nood der tijden roept er tegenwoordig om. In het besluit van de vorige Generale Synode worden ook geen gronden opgenoemd, waarop het verbod steunt. Slechts geeft de commissie van advies er enkele op. Toch heeft zij ook gevoeld, dat er in het spreken van studenten iets goeds ligt. Tot driemaal toe heeft zy dat zelfs in haar advies betuigt. Eerst heet het: Zij ontkent allerminst dat het optreden van studenten voor de gemeente, zoo voor hen zelf als voor de gemeente eenige nuttigheid kan hebben". Wat verder„Maar, al ontkent uwe commissie allerminst, dat het optreden van studenten voor de gemeente zekere nuttigheid kan hebben, toch acht zy, indien dit optreden bedoeld is als bediening des Woords, het beslist ongeoorloofd". Natuurlijk, bediening des Woords is het niet. Dat wil ik ook volstrekt niet bepleiten. En dan nog wat verder zegt zeGaarne erkennend, dat ook dit (n.l. het spreken van een stichtelyk woord) èn voor de studenten èn voor de gemeente eenige nuttigheid kan hebben. De commissie gevoelt dus, dat er nuttigheid in liggen kan. Maar er is ook een keerzyde. Slechts van een mogelijk nut spreekt zij en daartegenover stelt ze nu ook een mogelijke schade, en dan vreest zy, dat deze laatste het grootst zal zijn. Er is tweeërlei gevaar aan verbonden, zoo luidt het in dat advies. Vooreerst voor de studenten n.l. „dat het hen in de eigenlyke hoofdzaak van de studie aftrekt". Ik kan niet zeggen, dat ik heel veel vrees koester voor dit gevaar. Als een student, die begeert en reeds lang begeerd heeft, het evan gelie van Christus te verkondigen, eindelyk zoo ver is, dat hij een voorproef van dat schoone werk genieten mag, zou hij zich daar dan niet in verblijden En zou hij zich dan kunüen vergenoegen met zulk een voorloopigen arbeid zoo nu en dan te mogen verrichten? Zou hij dan minder lust gevoelen om met volharden den yver in zyn studie voort te gaan, om alzoo ten volle het werk van een dienaar des Woords te kunnen verrichten Dat kan ik mij moeilyk voorstellen. Zal het niet even zoo goed een prikkel te meer voor hem kunnen zijn, om zich met alle macht op de studie toe te leggen om zoo als een waardig dienstknecht des Heeren, wel toegérust, dat gansche werk straks te kunnen verrichten, niet maar nu en dan, doch al den tyd, dien God hem geeft Dat acht ik veel meer waarschijn lijk. Neen, hij zal zich niet tevreden stellen met een stichtelyk woord te mogen spreken, maar hij zal des te meer er naar streven om het Woord Gods te mogen bedienen in den Naam des Heeren, als een gezant des Heeren. Aftrekken 'van de studie. Slechts in zooverre kan ik verstaan, dat dat het geval kon zyn, als zij ie veel zouden uitgaan en daardoor telkens twee dagen verliezen, den Zaterdag en den Maandag. Maar ik zou ook geen onbeperkte vrijheid willen geven. Als hun hoogstens twee Zondagen geschonken werden tusschen elke vacantie, zou het al wel zijn. Bovendien konden ze in de vacantie onbepaald verlof hebben. Wat zyn er ook vele gemeenten, die juist dan vooral gaarne geholpen worden, want in de vacantie vallen de Kerstdagen en de Paasch- dagen. En wie heeft dan gaarne leeskerk? Maar ook voor de gemeenten wordt er een gevaar genoemd, n.l. dat de Kerken door on zuivere leer geschaad of verontrust zullen wor den." Zou dit gevaar zoo heel groot zyn Als het Studenten zyn van Gereformeerden huize, niet toegedaan de dwalingen van het Leger des Heils of dergelijke, onderwezen door onze Geref. Professoren in de Geref. leer, die bovendien het semi-candidaats-examen hebben afgelegd èn een preekvoorstel voor hunne Hoogleeraren gehouden hebben mij dunkt, dan behoeft dat gevaar toch niet zoo heel groot geacht te worden. Als toch de Professoren afwijkende neigin gen bij hunne studenten ontdekten, verkeerde gevoelens in hun preekvoorstel of anderszins (zy kennen toch hunne discipelen) dan zouden zij immers kunnen weigeren zulk een preek consent te geven En ik vertrouw wel, dat zij dat ook inderdaad aan dezulken onthouden zouden. Wel moet ik toestemmen, dat de Professoren er niet voor kunnen instaan, daar zulke stu denten door hen nog niet in de leerstellige Godgeleerdheid onderzocht zyn. Ze zouden dwaalgevoelens kunnen zyn toegedaan, die zy zorgvuldig voor de Hoogleeraren gingen ver bergen. Maar als het ooit gebeurde, dat onzuivere en dwalende gevoelens op den kansel gebracht werden door de studenten, zouden dan onze Ouderlingen dat ook niet ontdekken? En als zij er aan gingen twijfelen, zouden ze dan niet de Hoogleeraaren gaan verwittigen van hun gedachten, en hun oordeel vragen? Alles saamgenomen, kan ik nog niet inzien dat het verbod van het studenten-preeken moet gehandhaafd blyven. Veel nuttiger acht ik het, als de komende Generale Synode weer toelaat aan onze Studenten, om een stichtelijk woord te mogen spreken in de gemeente, zoo als vroeger. Waarlijk, al het oude is nog zoo slecht niet. R. Hamming. TWEETAL te Onstwedde ds. W. H. Bouwman te Schoon rewoerd ds. S. Kamper te Haastrecht, te Oldehove ds. H. H. Binnema te Munnekezijl ds. H. A. Kievits te Sleen. BEROEPEN te Witmarsumds. J. Thijs te Zuidbroek te Ambt-Vollenhove ds. J. Dounia Az. te Schettens te Ermeloo ds. J. Mulder te Broek op Lan- gendyk te Baarnds. J. G. Meynen te Vlaardingen te Giessen, Oud- en Nieuwkerkds. G. H. v. Kasteel te Oppenhuizen te Winsumds. J. de Jong te Loppersum te Boornbergum ds. J. E. Westerhuis te Zuid- wolde te Alphen a.d. Rynds. G. H. A. v. d. Vegte te Urk. AANGENOMEN naar Glanerbrugds. F. Bruinsma te Scha- rendyke naar Leerdam ds. S. Q. Los te Nieuweroord naar Rotterdam ds. G. Elshove te Bodegraven naar 2e Excloërmond ds. Th. A. Bergsma te St. Jacobi Parochie. BEDANKT voor Werkendam Bds. W. Veder te Breukelen voor Ulrum ds. E. Schouten te Bolnes voor Oude Pekela ds. H. Thomas te Berlikum voor Rotterdamdr. J. Ridderbos te Meppel. Ds. J. Bakker, vroeger predikant te Wonë, thans emeritus predikant te Apeldoorn, is naar Gronau vertrokken om den dienst des Woords aldaar te verrichten tot tyd en wijle dat hy in Nederland beroepen wordt. Door de Classis Walcheren werd tot af gevaardigden naar de Prov. Synode benoemd als primi, ds. Bouma en ds. Kerkhof en de ouderlingen J. Louwerse en A. Punt als se cundi, ds. van Loon en ds. Pol en de ouder lingen K. Houterman en G. v. d. Putte. Een aanzienlijke gift. Aan ds. H. C. v. d. Brink, te Rotterdam, werd ter hand gesteld door iemand die onbekend wenscht te blijven de belangrijke som van f 15000.te verdee- len als volgtf 3000,— voor de kerk, f 3000,— voor de diaconie, f 3000,voor de Zending, f 3000,— voor het Tehuis der Weezen en f 3000,voor de Stichting „Eudokia". Eenheid van opleiding. De Classis Sneek heeft een voorstel aangenomen, waarin de Part. Synode verzocht wordt de wenschelykheid uit te spreken, dat de eenheid van opleiding ge zocht worde door byeenbrenging en samen werking van de Theol. School en de Theol. Faculteit, mits met eerbiediging, handhaving en waarborging van beider zelfstandigheid. De Classis Arnhem nam inzake de een heid in opleiding tot" den dienst des Woords een voorstel aan van denzelfden inhoud als dat van den kerkeraad van Amsterdam. In zake het ontwerp Armenwet van Minister Heemskerk werd besloten om in hoofdzaak in stemming te betuigen met de voorstellen tot wijziging, zooals dr. De Moor deze geformuleerd heeft in zyn bekende brochure. De Classis 's Bosch nam uit overweging, dat het gewenscht is vrede en rust in onze kerken te bewaren, en dat voorstellen inzake de opleiding hun grondslag moeten hebben de voorwaarden, die in 1892 gesteld zyn, het vol gende voorstel aan De Gen. Synode besluite het voorstel-Zaan-, dam en het voorstel-Ds. Sikkel niet in behan deling te nemen. Mej. D. C. Sluyk, hoofd der Chr. Bewaar- en Voorbereidingsschool te Middelburg, is als zoodanig benoemd aan de Johanna-Stichting te Utrecht, en heeft deze benoeming aange nomen. AGENDUM voor de Classicale Verga dering op Donderdag 18 Mei a.s. in de Gereformeerde Kerk te Ter Neuzen. 1. Opening (10 ure precies) door den Praeses. 2. Nazien en rapport credentialen. 2a. Examineering van den Eerw. Heer W. van 't Sant CapitaHebr. I, Fillipp. I, Micha 1 en 4. 3. Lezing en vaststelling der notulen. 4. Afdoening van geldelijke zaken. 5. Behandeling der ingekomen stukken. Voorstel van den Kerkeraad van Terneuzen De Kerkeraad stelt de Classe Axel voor„het voorstel Zaandam ter zyde te leggen en de Particuliere Syn. te verzoeken bij de Generale Syn. aan te dringen, op dit voorstel niet in te gaan, wyl het den vrede der Kerken ernstig zou verstoren." Voorstel v. d. Kerkeraad van Zaamslag De Kerkeraad dringt er ten sterkste op aan, met het oog op den vrede en rust in eigen Kerk, het voorstel Zaandam ter zijde te leggen en hierover geen bespreking te openen en mocht het op de Provinciale of Generale Syn. ter sprake komen, het ook dan ter zyde te leggen. 6. Rondvraag naar art. 41 D. K. O. In verband daarmede behandeling der voor stellen en instructiën der Kerken. 7. Rapport der verschillende Deputaten. 8. Benoemingen Deputaten enz. 9. Aanwijzing roepende Kerk. Vaststelling van datum. 10. Sluiting. Namens de roepende Kerk van Zaamslag, ,M. Uytenhoudt, Praeses. J. Kosten, Scriba. Zaamslag, 1 Mei 1911. Scharendijke, Mei 1911. Zondagvoormiddag maakte ds. Bruinsma bekend, dat Z.Eerw. de roeping van de Kerk te Glanerbrug hoopte op te volgen. Geve de Heere dat Z.Eerw. in dezen weg vrede moge hebben, en vervulle Hy spoedig de ledige plaats ten onzent. Namens den Kerkeraad, B. K. Hasker, Scriba. Zendings-V'ereeniging Middelburg A. Met vriendelijken dank zij gemeld de ontvangst van het Zendingsbusje van Mej. M., inhoudende f 6,49. Zij, die een Zendingsbusje willen hebben, kunnen er een by ondergeteekende bekomen. De Penningmeester, A. D. Littooij Az. Ontvangen Zendingsby dragen le kwartaal van Serooskerke f 36,25. 2e kwartaal van Arnemuiden f 12,50Dom burg f 4,50 Gapinge f 5,— Grypskerke f 37,50 Koudekerke f 50,St. Laurens f 6, Meliskerke f 30,Middelburg A f 50, Middelburg B f 25,Middelburg C f 100, Oostkapelle f 18,75; Serooskerke f 36,25; Sou burg f 50,Veere f 10,Vlissingen f 62,50; Vrouwepolder f 12,50; Westkapelle 11, G. F. Kerkhof, Dep. tot de Zending. Mei 1911.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 3