Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie van: Ds. L. BORMA en Ds. H.ïï. LAMAR.
8e Jaargang.
Vrijdag 31 Maart 1911.
No. 41.
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
Drakker-Oitgef er
A. D. LITTOOIJ Az.
PBIJS DER ADÏERTEHTIEH
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
De Hervormde Kerk.
Passie-spelen
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
MIDDELBURG.
EENE KROON VAN DOORNEN.
En eene kroon van doornen ge
vlochten hebbende, zetteden die op
zijn hoofd, en eenen rietstok in zijne
rechterhand; en vallende op hunne
knieën voor Hem, bespotten zij Hem,
zeggende: Wees gegroet, gij koning
der Joden. Matth. 27 29.
In het rechthuis hebben de krijgsknechten
des stadhouders zich schandelijk aan Jezus ver
grepen. Zy hadden gehoord, dat deze Jezus
een koning der Joden had willen zijn. Kon
het wel dwazer Deze mensch een koning
Hy aan het hoofd van het Joodsche volk, om
zoo te trotseeren de macht van hun keizer?
Het geval wekte hun lach- en spotzucht op.
En toen zy daarbij merkten, dat de stadhouder
dezen aangeklaagde verwaarloosde en als 't
ware aan hen overliet, was spoedig bij hen een
besluit geboren, waaraan zij uitvoering zouden
geven. Zy zouden met dezen ingebeelden ko
ning eens danig den spot dryven. En alle
makkers moeten daarbij tegenwoordig zyn. Zoo
vergaderden zy dan over Hem de gansche
bende. Eerst ontkleedden zy Hem, want de
kleederen die Hij nu droeg, hadden heelemaal
niets koninklijks. Daarna deden ze Hem een
purperen mantel omzoo voegde het immers
een heerscher? Vervolgens zetteden ze Hem
een kroon van doornen, die ze inderhaast ge
vlochten hadden, op zijn hoofd zoo kwam het
koninklijke goed uit. Al verder gaven ze Hem
een rietstok in de rechterhand een vorst dient
immers een scepter te hebben En eindelijk,
om hun spel te volmaken, vielen ze voor Hem
op de knieën, met onderdrukten lach en nage-
bootsten toon van eerbied zeggende Wees ge
groet, gij koning der JodenEen tijdlang
dreven ze zoo hun baldadig spel met den Hei
land, tot er één uit zyn rol viel en, om zijn
diepe verachting te toonen, op Jezus spoog,
hierin terstond door de anderen gevolgd. En
alsof ,er plotseling in hen een duivel gevaren
was, zoo rukten zij Hem nu den rietstok nit
zyne hand en sloegen Hem daarmede op het
hoofd, zoodat de scherpe doornen diep indron
gen in het hoofd en droppelen bloeds Hem
afliepen over het gelaat.
Of de krijgsknechten later over hun werk,
dat zij in het rechthuis aan Jezus gedaan heb
ben, hebben nagedacht, staat ons niet beschre
ven, maar het is zeer voor hen te hopen. Ja,
meer dan dithet is te hopen, dat zij recht
ootmoedig en met tranen daarover leedwezen
gehad en aan den Gesmade vergeving gevraagd
hebben. Want zoo niet, dan zullen zij zich
daarover nu eeuwig beklagen en beschuldigen,
nu ze weten en ervaren Wie Hij is, dien zy
als koning bespot hebbenHet zou hun dan
beter zijn, dat zy nooit waren geboren geweest.
Wat zal onze Heiland bij den spot en de
geweldenarij dezer krijgsknechten geleden heb
ben. Reeds naar het lichaam, want de door
nen drongen pijnlijk in in zyn vleesch en bloed
door de stokslagen drongen zy misschien door
tot zijne hersenen. Maar wat zal Hij onder
deze handeling geleden hebben naar de ziel
o, Hy aanschouwde en Hy leed hierbij de
boosheid, de laagheid, de gruwelijkheid der
zonde, Hy, die een geboren koning was, en die
zyn eer nu in het stof zag vertrappen. Zoo
was de mensch, voor wien Hij van den hemel
gekomen was om hem te zegenen en te zali
gen. Men kroonde Hem, maar alleen om door
die koning Hem des te meer te hoonen. Men
kroonde Hem met doornen
Zoo deden de krijgsknechten, en helaas, de
krijgsknechten staan daarin niet alleen. Wat
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 c«nt.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
doen zij anders, die aan dezen Middelaar God®
en der menschen geloof en gehoorzaamheid
ontzeggen o, Er zijn er, die brutaal weg met;
woorden en daden zeggenWy willen niet;
dat deze koning over ons zij Zij buigen zin
voor de goden van den tijd, en voor dezen zijn
de kronen der eere en aanbidding. Anderen
willen van Jezus nog wel iets wetenmaar 't
is alleen de Rabbi en Profeet, dien zij in Hem
eerenaan zijn priesterschap bij God hebben
zij geene behoefte, en van zijn ambt en heer
schappij. als Koning willen zij niet eenmaal
hooren. Als Koning verwerpen zij Hem voor
hart en leven, voor gezin en maatschappij, voor
wetenschap en knust. En ook zy, die wel zijn
naam belyden, maar daarbij geen afstand doen
van hunne zonden en goddeloosheden, die zich
maar geveinsdelijk aan Hem onderwerpen, wat
doen ook zij anders dan Hem met doornen
kronen Zy spotten met zijn koningschap,
even als de krijgsknechtenmaar met dit on
derscheid, dat de krijgsknechten het in onwe
tendheid deden, en zy verantwoordelijk zyn
voor de kennis, die hun van dezen Jezus bij
gebracht is waarom hun oordeel des te zwaar
der zijn zal.
Ach, indien de Heere zelf ons er niet voor
bewaart, dan spotten wy allen met zyn koning
schap dan zetten wy Hem allen een kroon op
het hoofd, maar het is een kroon van doornen.
Als er maar rechte zelf- en zondekennis is,
dan zal niemand zich vreemd achten aan het
werk der krijgsknechten. Dan zal hy veelmeer
met droefheid en schaamte belyden, dat zijne
verdorvene natuur aan dat werk mede een
welgevallen heeftdat hij in zyn diepst en
innerlykst bestaan eigenlyk zóó is, dat Hij
Jezus wel koning noemen wil met de lippen,
maar dat hij er gansch geen lust aan heeft om
ter wille van Jezus afstand te doen van de
zonde, om door het Woord en den Geest van
Christus geregeerd te worden. En daarom
moet ge leeren in de zonde der krijgsknechten
nwe zonde te zien, en daarvoor vergeving
vragenvergeviug vragen aan Hem, dien gy
door al uw zonde, ongeloof en ongehoorzaam
heid gehoond hebt.
Want bij Hem is vergeving. Het is zijne
heerlijkheid, dat Hij eenmaal de doornenkroon
gedragen heeft en als een spotkoning gesmaad
is. Want daarin is zijn Borg- en Middelaar
schap openbaar gewordendaarin heeft zijn
groote en genadige liefde zich verheerlijkt,
want daarin droeg Hij onze zonde en nam Hij
op zich de straf onzer ongerechtigheid. In
het paradijs waren wy eenmaal ook koningen
maar wij hebben de zonde liever gehad dan
de eere, met welke God ons kroonde. En toen
zijn wij in diepe ellende neergestortdienst
knechten der zonde en slaven des duivels zijn
wij geworden. En een kroon is er nog wel
op ons hoofd, maar 'tis een kroon van door
nen, die dagelijks in allerlei leed, verdriet en
zorg ons wondt en pijnigt. Spotkoningen zijn
wij geworden bij den Heere, onzen God, die
over ons zijn woord gesproken heeftStof zijt
gij en tot stof zult gy wederkeeren.
En nu is dit het wonder der genade bij
Christus, dat Hij in onze plaats heeft willen
staan, om onze zonde op zich te nemen, onze
versmaadheid te dragen en voor ons eene be
spotting heeft willen zyn. Zoo diep heeft Hy
zich voor ons vernederd, opdat Hy ons weer
eere zou kunnen toebrengen. Hij begeerde eh
nam een kroon van doornen, opdat Hij al zijn
volk zon verwerven een kroon van heerlijkheid
en eere, van zaligheid en sterkte voor het aan
gezicht des Heeren.
Het mag ons een vraag zyn, of wy zulk
een kroon door Jezus eenmaal verwachten mo
gen. Om hierop bevestigend te antwoorden,
myn lezer, moet ge in Jezus dierbaarheid ge
vonden hebben hierom, dat Hij uwe zonden
gedragen heeft. Uwe ongerechtigheden moet
gij bij Jezus vindendan zal zyne versmading
en bespotting uwe verlossing zijn. En is dat
zoo Moogt ge dat geloovenGod heeft aan
myn Heiland de doornen gegeven, om aan my
een kroon te schenken? Dan zyt ge wel zeer
gelukkig, ja welgelukzalig te achten. Moge
door de genade, die de H. Geest op het gebed
verleent, uw Heiland daarvoor ontvangen de
wederliefde van uw harten zij uw gansche
leven een heilige en Gode welhehagelijke offe
rande, om voor genade dank te zeggen. Mis
schien kent ge in uw leven, naast de blijd
schap in den Heere, ook de smart van den
doorn en het kruis. Maar laat u dit niet ont
moedigen. Geloof in Hem, die voor u alles
volbracht heeft. Door Zijne doornenkroon heeft
Hy u verworven de kroon der heerlijkheid.
Die eerkroon zult gij eenmaal eeuwig dragen,
Hem en den Vader tot roem.
Van der Veen.
Al doende leert men en ik hoop dat het
ook van my waar mag zijn. Het is my ge
bleken, dat het o zoo moeilijk is om zich dui
delijk genoeg uit te drukken, al beijvert men
zich om het precies te zeggen, wat men be
doelt. Vooral moet men op zijn tellen passen,
wanneer men schrijft over een Kerk, waartoe
men zelf niet behoort. Hoe licht wordt dan
gedacht, dat men lust heeft onaangename
dingen te zeggen. Dit betaamt echter aan
niemand en inzonderheid niet aan een Gere-
meerde, die zulke hooge eischen stelt aan de
geïnstitueerde Kerk en tevens weet, dat wy
het nog niet gegrepen hebben, ofschoon wy
er naar jagen. Het is wel verklaarbaar, dat
zy tegen ons zeggenwaar bemoei je je mee.
Als ge wat doen wilt, werk dan maar aan, dat
uw eigen Kerk beter worde. Anders kan op
u weieens van toepassing zyn de gelijkenis
van den splinter en den balk. En ik voor my
geloof, dat het goed is om naar zulke verma
ningen te luisteren, ook al komen zy niet altijd
voort uit een liefdevol hart.
Om die reden begin ik met de verklaring,
dat ik veel goeds van de hervormden in onze
provincie kan zeggen.
Er is een goede en krachtige samenwerking
geweest tusschen Hervormden en Gereformeer
den om de stichting „Vrederust" in het leven
te roepen en nog altijd gaan zy hand aan hand
om haar in groei en bloei te doen toenemen.
En men heeft my verzekerd, dat er óp de
stichting zelve niets van moeielykheid of van
kerkelijke gevoeligheden te merken valt. Het
is een schoone overwinning, welke de barm
hartigheid over de kerkelijke gedeeldheid ge
markt heeft.
Ook in de politiek is er een samengaan,
dat reeds tot verschillende blijde resultaten
geleid heeft. Wel trachten kerkelijke harts
tochten ook soms een spaak in 't wiel te ste
ken, maar met goed beleid weet men meestal
deze klip te ontzeilen. Het moge soms lastig
zijn, dat er kerkelijke invloeden werken, zoo
dat ik my best begrijpen kan, dat menigeen
daartegen toornt, het is op zich zelf toch wel
verklaarbaar en tot op zekere hoogte verblij
dend, want het is niet verkeerd, dat iemand
liefde gevoelt voor de kerk, waartoe hij zelf
behoort.
Op schoolgebied is er ook nog veel goeds.
Broederlijk hebben jarenlang Gereformeerde
en Hervormde leeraren saamgewerkt aan de
Christelijke Normaalschool te Middelburg en
ik meen ook in andere deelen van onze pro
vincie. En de met de nieuwe Christelijke
Kweekschool gaat het op dezelfde wijze voort
en de heeren kunnen het goed met elkander
vinden. Wy achten het een verblijdend ver
schijnsel en wy oordeelen, dat dit aan het
Christelijk onderwijs zeer ten goede komt.
Hoe aangenaam zon het zyn, wanneer wy
ook hetzelfde konden zeggen van het lager
onderwijs, want gewis, hier is een terrein,
waarop men met eenigen goeden wil gemakke
lijk elkander zou kunnen ontmoeten en steu
nen. Wie goed verstaat, dat de school van
de ouders behoort uit te gaan, die kan licht
met anderen van gelijke gezindheid een school
voor de kinderen bouwen, welke in overeen
stemming is met de belofte by den Doop af
gelegd. Als dit' algemeen goed ingezien werd,
zouden wy nog een belangrijke schrede zetten
op den weg, waarop wy nn reeds jaren lang
hebben gewandeld. Het is haast onbegrijpe
lijk, dat het zoo lang duurt, voordat deze over
tuiging doordringt. Mochten we nu maar
kunnen verwachten, dat wy langzaam maar
zeker vooruitgingen, dan zouden we ons kun
nen troosten, maar het lykt er niet veel op.
Veeleer schijnt, dat voortaan Hervormden en
Gereformeerden [ook op kleine plaatsen hun
eigen weg zullen gaan en liever twee kleine
scholen zullen bouwen dan eene flinke. Het
is wel jammer, maar we zullen ook hieraan
wennen, doch nooit, dat rechtzinnige christe
nen nog liever hun kinderen naar een open
bare school zenden dan naar een Gereformeerde.
Uit wat we schreven is reeds dnidelyk, dat
de kerkelijke gedeeldheid tnsschen mannen,
die een zelfde belijdenis de hunne noemen nog
treurige gevolgen heeft. En de kans, dat er
weldra een verandering ten goede komt, is
gering. In Zeeland telt de Hervormde kerk
weinig Gereformeerde predikanten, die over 't
algemeen by hunne ethische collega's niet
gunstig aangeschreven staan, en die nog geen
noemenswaardigen invloed uitoefenen. Mo
derne dominé's vindt men nog enkel op het
eiland Schouwen. Al de overige worden als
orthodox beschouwd, maar zy zyn ethisch. De
een wat zwaarder dan de ander, maar geen
van allen zou de Gereformeerde belijdenis
schriften willen onderteekenen. Zy wachten
zich voor uitdrukkingen, welke hun gehoor
zouden prikkelen. Bij al den y'ver, welke zij
toonen, over wat onze Oostelijke naburen noe
men Inn ere Mission", missen zij, wat hun
tot Reformatorischen arbeid zou kunnen drij
ven. Zy vinden het wel niet aangenaam, dat
er modernen zyn en openlijke verachters van
God en Zijn Woord, maar hun ideaal vinden
zy niet in een Geref. Kerk, die de oude belij
denis tot accoord van gemeenschap heeft.
Hoe zy over ons oordeelen komt soms ver
rassend aan het licht in hun orgaan „De
Zondagsbode" en als het hun genoegen doet
om nu en dan eens een pyl op ons af te schie
ten, gunnen we het hun van harte. Wy be
treuren het echter, dat aan de menigte, welke
nog altyd tot die kerk behoort zoo weinig
voorlichting in de oude belijdenis wordt ge
geven, want op deze wyze verzwakt het ge
voel, dat nog in veler harten leeft voor de
waarheid, zooals onze vaderen die met helder
heid en met kracht plachten te prediken.
Bouma.
Kees. Nou hebben zij me toch een zonder
linge vraag gedaan. Je weet niet, hoe de
menschen er aan komen. Ik denk, datje daar
ook nog nooit van gehoord hebt.
Chris. Het is zeer goed mogelijk. Je kunt
tegenwoordig de dingen niet bij houden. Uit
alle landen waait wat over en vandaar, dat je
voor allerlei vreemdigheden komt te staan.