Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie vanDs. L. fiOUMA en Ds. H. W. LAMAN. 8e Jaargang. Vrijdag 3 Maart 1911. No. 37. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. 1B0HHEMENTSPRUS Drukker-Ditge? er A. D. LITTOOIJ Az MIDDELBURG. PB IJS DER iDYERTEHTIEN KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Zeeuws per half jaar franco per post 70 cent. Enkele nummers3 cent. van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. DOOR LIJDEN GEHEILIGD. Want het betaamde Hem, om wel ken alle dingen zijn en door welken alle dingen zijn, dat Hij vele kin deren tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner za ligheid door lijden zoude heiligen. Hebr. 2 10. De Kerk des Heeren van alle tyden belijdt te gelooven in Jezus Christus, den Heere, die geleden heeft en gekruisigd is. Het kruis van Golgotha dat den Jood een ergernis en den Griek een dwaasheid is, is haar het dierbaar voorwerp en tevens het hechte steunpunt van haar geloof. Zij weet dat zij door het gezegend lyden en sterven des Heeren vergeving van zonden heeft, en eenmaal de kroon des levens en der heerlijkheid ontvangen zal. Door zyn lyden toch is Christus voor haar geheiligd, op dat God door Hem, den oversten Leidsman der zaligheid, vele kinderen tot de heerlijkheid leiden zou. Dat Christus door lijden is geheiligd geworden, is eene van die waarheden, die wel niet in haar diepte door een mensch gepeild of gemeten kunnen worden, maar waarin de Heilige Geest toch opening geeft aan allen, die van Hem een geheiligd verstand ontvangen. Zeker mag niet voorbijgezien dat de uitdrukking zelf een min geoefende in de Heilige Schrift duister en donker wezen kan. Zoo iemand vraagt hier om licht de uitdrukking dat Christus geheiligd is, komt hem vreemd en raadselachtig voor. Is Christus dan niet heilig? Is Hy niet heilig ontvangen en zonder zonde geboren? Kon Hy niet vragen, zelfs zyne bitterste vijan den rechters zijndeWie van ulieden overtuigt my van zonde Zegt niet de Apostel Paulus Dien die geen zonde gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt? En bevestigt ook Petrus dit niet als hij schrijftDie geene zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in zynen mond gevonden? Welnu, als Hij dan geene zonde had, als Hy waarlijk vry was van aan- geborene en werkelijke zonden, hoe kan dan ge zegd dat Christus is geheiligd geworden Zie, dat Gods volk op aarde moet geheiligd worden, dat is duidelykwant zij zyn in zich zeiven door de zonde geheel verdorven, onrein en on heilig maar hoe kan dit van Christus gelden, van Wien wy met de Schrift belijden, dat Hij een Hoogepriester isheilig, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren en hooger dan de hemelen geworden? Toch is de zaak niet moeilijk. Bij het gehei ligd worden van Christus moogt ge natuurlijk niet een oogenblik denken aan een heiliging, zooals die by menschen, die zondaren geworden zyn, plaats vindt, alsof ook uw Heiland van eenige zonde gereinigd, van eenige onvolkomen heid of onvolmaaktheid genezen zou moeten worden. Trouwens het woord dat in het oor spronkelijke voor heiligen gebruikt wordt, laat u dit niet toedat heeft vèel meer de betee- kenis van iets voleindigen of voltooienmaken dat er niets aan ontbreektiets tot zyn doel en bestemming, tot zyn hoogste mate van ont wikkeling brengen. Staat nu eenerzyds vast naar de Schrift dat Christus geenerlei zonde had, dat Hy rein en heilig was van het uur Zyner ontvangenis afen wordt nu anderzijds toch gezegd, dat God Hem geheiligd heeft, dan verstaat ge dat deze heiliging alleen zóó ver staan worden mag, dat Christus door zijn lijden als Middelaar is volmaakt geworden; dat Hy naar Zyne menschelijke natuur steeds meer zich den Yader gewijd heeftdat Zyne liefde, Zyne onderwerping, Zyne gehoorzaamheid steeds grooter en heerlijker is geworden, totdat Hy ten slotte die toewijding aan den Yader vol tooid en bekroond heeft met gehoorzaam te worden tot den dood, ja tot den dood des ltruises. God heeft Christus door lijden geheiligd, zegt de apostel. Over onzen gezegenden Heiland is nameloos lijden gebracht, al de schuld en straf, al de bittere en bange gevolgen der zonde. Letterlijk niets is Hem gespaard gebleven. De drinkbeker, dien Hij drinken moest, was ten boorde toe gevuld. Vernedering en verguizing, smaad en smart, angst en vreeze, ziels- en lichaamslijden, dood en zelfvernietiging zijn zyn deel geworden. Ach, hoe huiverde zyn menschelijke natuur bij den aanblik van dit lyden Hoe was Hy in de paaschzaal ontroerd in den geestHoe offerde Hij in Gethsemane sterke roepingen en tranen, als het bloedzweet Hem van het gefolterd lichaam drupte^ en Hij in bange klacht uitriepMijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toeHoe luide spreekt het ontzagelijk gevoel van de verlating Gods in zijn klaaglijken uitroep op Golgothamijn God, mijn God, waarom hebt Gij My verlaten Maar zie, uit dit alles spreekt u toe Zyne wonder lijke liefde, Zijne diepe onderwerping, Zyne volkomene gehoorzaamheid. Door het lijden dat de Yader over Hem brengt, wordt Hy als onze Middelaar geheiligd, dat is voleindigden volmaakt. En geen ij dele roemtaal, maar een getrouw woord dat verlossing boodschapte was het, toen op den kruisheuvel met stervende lip pen geroepen werd Het is volbrachtToen was Hij in der waarheid de goede Herder ge worden, die zijn leven stelt voor Zyne schapen. Toen had Hij zich bewezen de volmaakte Hoo gepriester te zijn, die met ééne offerande in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. Toen was Hij openbaar geworden als de overste Leidsman der zaligheid, die vele kinderen tot de heerlijkheid leiden zal. Christus door lijden geheiligd, dat is volmaakt geworden. Zoo betaamde het GodHem, om welken alle dingen zijn, en door welken alle dingen zyn. Yraagt ge waarom Het antwoord op die vraag is niet verre. Zoo kwam het niet alleen met Gods waardigheid ten volle overeen, maar zoo eischte het zelfs alle zyne deugden en volmaaktheden, met name zijne gerechtigheid en heiligheid. Zeker, Christus was zonder zonde we hoorden dit. Maar Hy zou naar 'sYaders eeuwigen raad de overste Leidsman der zalig heid zyn van allen, die in liefde gekend zijn voor de grondlegging der wereld. Hoe zou Hy die uitverkoren kinderen inbrengen in de heer lykheid hen, die in zichzelven zoo onschuldig, zoo onrein en onheilig, ja zoo verdoemelijk zijn En gy weet het, God heeft Christus gegeven om in hunne plaats te staan, om hun Borg en Middelaar te zyn. Hunne zonden worden Hem toegerekend, Hy zal ze moeten dragen en boe ten. Hy zal in hunne plaats moeten lyden en sterven, opdat aan de gerechtigheid Gods ge noeg geschiede; Hy zal voor hen volmaakt in gehoorzaamheid moeten bevonden worden by den Vader. Daarom brengt God dat bange lyden over zijn Gezalfde, en door dat lijden wordt de Zoon geheiligd en alzoo de overste Leidsman hunner zaligheid. Hy brengt ze nu aan zijne hand gewasschen en gereinigd, ge rechtvaardigd en geheiligd aan de poorten des hemels, opdat zy in der eeuwigheid verheer lijkt worden. Zulk eene verlossing is de eeuwige roem van Christus by zijn volk. Maar zulk eene verlossing betaamde ook God, om welken alle dingen zijn, en door welken alle dingen zyn, opdat in de zaligheid van zyn volk, bin nengeleid door den oversten Leidsman, zyn naam en groote deugden geprezen eii verheer lijkt worden. Merk hier op, myn lezer, want groote en heilige dingen worden u hier verkondigd. In dien God over den Zoon zijner liefde lyden gebracht heeft, hoeveel te meer zal Hij uwe zonde straffen, indien gy u niet bekeert? In langmoedigheid zyt gy tot nu toe gedragen en gespaardmaar het is hierom, dat gij door die langmoedigheid en verdraagzaamheid Gods u tot bekeering zoudt laten leiden. Zoek daarom den Heere, die lust heeft aan vergevingkust den Zoon, opdat^Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer zyn toorn maar een weinig zou ontbranden. Want indien dit ge schied is aan het groene hout, wat zal dan aan het dorre geschieden? Maar welgelukzalig zijn allen, die op Hem vertrouwen. O, merk het met aanbidding op, hoe uw Heiland door lijden is geheiligd ge worden, om uw Verlosser te kunnen zyn. Daarin is Gods eeuwig welbehagen u geopen baard, en predikt Christus u zijn onwaardeer bare genade. Vertrouwt u aan zyne leiding toe, daar Hij van alle kinderen Gods de overste Leidsman hunner zaligheid is. Weet het, dat Hij geheiligd, dat is volmaakt is en daarom u in alles kan te hulp komen. Met zulk een Heiland kunt ge nimmer beschaamd worden of omkomen. En daarom zij het nu en steeds in uw hartIk zal dan geduriglyk by u zyn Gy hebt mijne rechterhand gevatGy zult my leiden door uwen raaden daarna zult Gy my in heerlijkheid opnemen. Van der Veen. Ledeboeriaansche Kerken. III. Zou het den ouden weg weer opgaan, waar langs deze Kerken zoovele jaren reeds gewan deld hadden Voor die vraag kwamen zij te staan na den dood van ds. Jansen en het ant woord daarop gegeven toont duidelijk de ver andering aan, welke er gekomen is.. Tot dien tijd toe hadden zy de deur gesloten gehouden voor allen, die buiten hen predikten en oefenden, maar van dat oogenblik af zagen zij uit naar hulp. Weldra traden in deze Kerken mannen op, die geheel buiten hare gemeenschap stonden en het scheen zoo goed te bevallen, dat zy over gingen om hen te beroepen. Wat de reden was, dat deze mannen de roeping aannamen, kunnen we niet zeggen, omdat wij te weinig weten van de groepen, waaruit zij kwamen. Zoo kwa men verscheidene dezer Kerken in het bezit van een eigen predikant of oefenaar. De eenige predikant welke er by hen was, n. 1. ds. Boone, maakte zich met zyne gemeente te Philipsland los en beproefde ook op andere plaatsen om de volgelingen van wylen ds. Ledeboer achter zich te krijgen doch zyn pogingen werden niet met een gewenschten uitslag bekroond. Voor zoover ik weet, werd er slechts één Kerk onder zyn leiding gebouwd, doch daarbij bleef het. Er zijn er nog wel op verschillende plaatsen, die niet ingenomen zyn met de verandering, maar hun aantal is te klein om een krachtige beweging in het leven te roepen. Zooals het thans lijkt, zullen de overige gemeenten zich wel schikken in de nieuwe koers. Het kerkelijk besef staat over 't algemeen in die kringen zeer laag en zoolang de mannen van de nieuwe richting maar in de oude gebouwen kunnen optreden, hebben zy weinig te vreezen. De verandering komt ook nog in ander op zicht uit. Zy zyn begonnen eén weinig meer regel te brengen in de meerdere vergaderingen. Zelfs blijkt nu en dan, dat zy eens vragen, wat er in de Dordtsche Kerkenordeningen staat. Dit is waarlyk ook niet overbodig, want aan het Gereformeerd Kerkrecht, lieten zij zich weinig gelegen. Dit kwam vooral uit in de wyze, waarop zy de Kerkelijke tucht toepasten, want dan vroegen zij zelden, hoe werd die vroe ger geregeld. Vandaar dat er ook zeer uiteen loopend en willekeurig werd gehandeld. Hoewel wij niet al te veel waarde toekennen aan de verschijnselen, toch wekt het eenige hoop, dat zij nog eens zullen trachten om de oude be proefde paden weer te kennen. Doch dan moet er nog een belangrijke struikelblok uit den weg geruimd worden en dit zal niet zoo gemakkelijk geschieden n. 1. den waan, dat zy by uitnemend heid vastgehouden hebben aan wat de Gere formeerde Kerken van ouds geloofd en beleden hebben. Lang hebben zy gedaan, alsof de stroomingen, welke er door het leven van ons volk gaan, hun niets maken konden. Het moest alles blijven, zooals het altyd geweest was. Enkelen hunner beginnen echter te verstaan, dat de bakens verzet moeten worden, nu het gety verloopen is.^ Zy zoeken voor hun kinderen een behoorlijk onder wijs, en hoewel zij schoorvoetend dezen weg bewandelen, toch wekt het de verwachting, dat zij eindelijk eens uit hun jarenlange traag heid ontwaken zullen. Het zyn nog maar wei nigen, maar het is mogelijk, dat zy de padzoekers zijn, die ook de anderen tot voortgaan bewegen zullen. Deze verdienen inderdaad lof, want wie weet, welke beschouwingen in die kringen op geld doen, verstaat, welk een moed er noodig is om met den ouden sleur te breken. Het kan schijnen, dat dit oordeel hard is, doch inderdaad is het geheel billyk. Velen hunner beweren wel, dat de gedwongen vacci natie de groote hinderpaal is, doch ga nu eens onderzoeken, wat zy doen om de handen van hen te steunen, die reeds lang by de regeering aangedrongen hebben om dezen dwang uit ons vrije land te verwijderen, en dan komt het uit, dat verreweg de meesten er nooit een voet voor verzetten of er een hand voor verleggen. Wan neer zal deze reserve van het Gereformeerde leger eens mobiel worden Of zal het mysticisme het laatste Gereformeerde overblijfsel geheel verstikken Ook de zoogenaamde ambtskleeding verdwijnt. De driekante steek heeft plaats moeten maken voor den hoogen hoed. Zelfs de korte broek en de lage schoenen behooren tot het verleden. Het is een teeken des tyds. Wel zyn er nog velen onder hen, die het betreuren, wel zijn er enkelen, die er luide over pruttelen, maar zy leggen er zich toch bij neer. Wy kunnen wel zeggen, dat ook deze dingen tot het verledene behooren, zoodat wy eindelijk kwijt geraakt zyn een punt, waarover lang en breed gerede neerd is. Het kan een leering zyn om minder waarde te hechten aan de beweeglijke dingen, welke toch verdwijnen, al trachten wy menschen- kinderen ze vast te houden. En nog eenige jaren dan zal niemand kunnen begrijpen, dat er zooveel stryd over geweest is. Maar vraagt ge my, of ik nu geloof, dat de lieden in de toekomst zooveel wijzer zullen zyn dan die van vorige dagen, dan antwoord ik, dat ik dit niet zoo hartelijk gelooven kan en daarom denk ik, dat er wel altyd nietigheden zullen zijn, waaraan zy veel beteekenis zullen toekennen. Ik meende, dat ik ook in dit stukske nog mijne meening zou kunnen zeggen over de vraag, of de verandering van koers in deze Kerken de hoop wekt, dat er op den duur nog een komen zal een vereeniging tusschen hen en ons, doch ik zie, dat ik reeds lang genoeg aan 't woord ben. Bovendien werd my van zeer geachte zijde een aanmerking op myn vorig schrijven gezonden, welke ik niet onopgemerkt mag laten. Daarom stel ik deze beide zaken nog uit. Bouma.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 1