Het
ziek- en sterfbed
Floris Branders.
van
FEUILLETON
„Een eeuwenoude strijd",
Japan en Korea.
Kerk en Schoolnieuws
Ofiieiëele Berichten.
weet ik wel, dat het een oorzaak van vreugde
moet wezen, wanneer men goeddoende smaad-
heid lydtmaar practisck komt men voor vele
moeilyke dingen te staan, waarin men dikwijls
niet recht beoordeelen kan, hoever men door
moet tasten. Het gaat niet aan om een ont
kerstende maatschappij in een oogwenk weer
te kerstenen. Men kan goeddoende, door over
ijling, ook veel bederven. Ook de vermeende
vrijheid moet met wij s beleid geëerbiedigd wor
den, al heeft ze voor God geen recht van bestaan.
Ik schaar mij niet aan de zijde van hen, die
oordeelen, dat gouverneur-generaal Idenburg te
kras is opgetreden en misbruik van zijn macht
heeft gemaaktik kan het niet voldoende be
oordeelen maar wel kan men gevoelen de
moeilijkheid van zijn positie. En niet alleen de
zijnealle mannen, die God vreezen en met
gezag worden bekleed, staan voor een zware
taak. Het volk moet worden teruggebracht
onder de tucht van Gods Woordde valsche
vrijheid moet worden ingeperkt en ingekrompen
doch het moet met kloek beleid en voorzich
tige wijsheid geschieden.
Zoover zal het zeker wel nooit komen, dat
alle onderdanen uit inivendigen drang de Zon
dagsheiliging zullen begeeren. Pressie van bui
ten zal er moeten worden geoefend, wil het
volk in het gemeen eerbiedigen de inzettingen
Gods. Aller goedkeuring zullen de maatregelen
tot godsdienstige en zedelijke verheffing van het
volk zeker nooit vinden. Daarom kan er ook
niet op aller toestemming worden gewacht.
Onze christelijke overheden moeten ingrijpen,
terwijl het tijd is, niet om te tyranniseeren,
maar als dienaren Gods.
Ook in ons vaderland wordt de Zondag voor
veel gebruikt, dat met de heiliging van den
rustdag in lijnrechten strijd is. Behalve de
nachtarbeid van de bakkers, die men afschaffen
wil, en terecht, is er ook nog zooveel Zondags-
slaverny, die niet minder moordend is dan het
nachtwerk van de bakkers. Ook hier viel voor
een Christelijke Overheid nog wel het een en
ander te doenal zou er ook dan wel gekreten
worden van ontroofde vrijheid.
Zal er echter van Zondagsheiliging iets ko
men in den breeden kring van ons volk, dan
is wel de eerste eisch, dat onder de geloovigen
de heiliging van den rustdag hooggehouden
worde. Het is zoo jammer, dat ook onder de
positieve belijders soms zoo weinig teederheid
en waarachtige ernst is op het stuk van den
Sabbath.Zyn er ook niet onder ons, die het
durven bestaan op den Zondag, terwijl de ge
meente vergadert, hun geneugte te zoeken langs
's Heeren wegen, of hun tijd te slijten onder
vriendschappelijk en gezellig gekout En wor
den zij deswege vermaand, dan geven zij ten
antwoordmaar we zijn toch immers vrij
Zulke dingen moesten onder ons niet geschie
den. We behoeven nog geen voorstanders te
zijn van een wettische Sabbatsviering om het
toch te betreuren, dat er zooveel dubbelhartig
heid openbaar wordt in de onderhouding van
deze schoone en zeer kostelijke inzetting des
Heeren, die almeer een zegen wordt, naarmate
ze met ernst wordt betracht.
Tot zoover was dit stukske geschreven, toen
„De Standaard" kwam met het hoofdartikel
„De Zondag in Indië." Hierin wordt de kwestie-
Idenburg weer op meesterlijke wijze gepreci
seerd. Het geldt hier niet het vraagstuk der
Zondagsrws/, ook niet van de Zondagsheiliging,
maar van de Zondagsviering, en wel met name
van de Zondagsviering in de ambtenaarskrin
gen als ambtenaars. Deze toelichting zal wel
juist zijn. Toch is de daad van gouverneur-
generaal Idenburg niet zonder beteekenis voor
de Zondagsheiliging. Het is en blijft een ver
blijdend verschijnsel voor allen, die Gods ge
boden, ook het vierde, liefhebben. Het is een
daad van moed en mannelijke beslistheid.
Laman.
2.
En
nu kan ik niet zeggen, mijne vrienden,
toen onze ijkmeester dat verhaal hoorde, dat
hij voor Floor's bedoeling vatbaar was. O,
neen, de man was er als de kippen bij om te
zeggen u spreekt daar, Branders, over Thomas
en Cleopas, ik wensch, man, dat u ook nog
eens een onverstandige en trage van harte
mocht worden om te gelooven.
Maar, vriendu moogt mij toch niet toe-
wenschen waar anderen om bestrafd werden^
sprak Floor.
Ja, maar, man, het is toch zoo de bevinding
van al het ware volk, het is toch zoo de weg.
U spreekt daar van den weg, zeide Floor.
Onze Dominé zegt wel eenser zijn twaalf
poorten, en minstens wel even veel wegen.
Ja, dat spreek ik niet tegen, maar wy lezen
toch ookdit is de weg, en smal is de weg,
en eng is de poort
Ja, vriend, dat zal er wel zoo staan, maar
de Dominé zegt altijd men moet de Schrift in
zijn verband lezen.
ZËNDISTO.
Ds. Doekes zet zijn behandeling van dit on
derwerp voort in het Gereformeerd Tijdschrift.
Het is een apologie der Zending onder de
Mohammedanen, waarvoor wij hem niet anders
dan dankbaar kunnen zijn. Met krachtig betoog
en aanhaling van der zake oordeelkundige per
sonen, staaft hij zijn beweren, dat de Zending
onder de Mohammedanen, op Java vooral, niet
alleen wenschelijk of zelfs noodzakelijk is, doch
ook goede vruchten draagt. En beslist wordt
bestreden de gedachte, alsof onze Kerken naar
de „Buitenbezittingen" zouden moeten gaan om
deze heidensche streken te bewaren voor het
opdringende Mohammedanisme, met prijsgeving
van onze Zending op Java.
Het stuk van ds. Doekes hebben wij met veel
genoegen en volle instemming gelezen. (Tusschen
twee haakjesdit strijdschrift is ter lezing aan
te bevelen en alle steun waard.) Wy willen
ook nog herinneren aan de brochure van prof.
van Nes over „De Protestantsche Zending". Op
bladz. 39 en 40 schrijft hij o. a.„Niemand
leide daaruit af, dat men de Mohammedanen
Zending zou willen opgeven.
Vooreerst wil niemand laten varen, wat be
reikt is.
Bovendien zou het op de heidenen den indruk
maken, dat men den Islam niet aandurfde.
Trouwens, geheel onvruchtbaar is de Zending
onder de Mohammedanen zeker niet. Het als
model geroemde Modjo-Warno op Oost-Java,
het middelpunt van den arbeid van het Ge
nootschap aldaar, getuigt wel van andere din
gen, enz."
Ook ds. H. Dijkstra, onze kenner der Zending
bij uitnemendheid, valt in het laatste nummer
van De Macedoniër ds. Doekes bij als hij
schrijft „Op Java geen oogenblik, ook niet op
eenig punt verslappen. De Islam„Voila
l'ennemi" (zietdaar onze vijand.)
Indien echter ds. Doekes van de gedachte
uitgaat, dat Java en het Mohammedanisme nu
alleen onze aandacht vraagt, dan gaan wij niet
met hem accoord tenminste wij meenen deze
meening uit zijn stuk op te moeten maken
anders zal hij mij wel willen rectificeeren. Met
prof. van Nes en ook ds. Dijkstra ga ik wel
accoord als zy schrijven„Het heidendom met
zijn witte velden om te oogsten (is) op dit
oogenblik het terrein, waarop alle beschikbare
krachten geconcentreerd moeten worden. Doet
men thans niet wat men kan, dan gaat de ge
opende deur weer dicht, dan heeft men
eigenlijk de heidenen aan den Islam overge
laten Het is louter een kwestie van ver
standige Zendings-huishoudingeen rekening
houden met de volheid des tijds." (De Prot.
Zending bl. 39). En de Macedoniër bl. 348
Hierbij komt, dat de Islam zich gemakkelyk en
machtig uitbreidt. Elk jaar vallen in Afrika
en Azië heele streken den vyand in handenen
hij nestelt er zich zonder tegenstand. Dit gebeurt
ook op de eilanden van Oost-Indië. Dit moet
Ik cursiveer. W.
Och, ja, man, er zijn schriftgeleerden en van
God geleerden, uw Dominé is een knappe kop,
dat weet ik, want ik ben wel eens met hem
aan den slag geweest.
Nu dat mag ook wel, want de fabriek kost
geld genoeg.
Ja, onze dominé weet als een vaardig
schriftgeleerde, onderwezen in het Woord Gods,
uit den schat zyns harten oude en nieuwe
dingen voort te brengen. Ik dank dan ook
den Heer des oogstes voor die fabriekenonze
dominé noemt ze Hoogescholen. Ik heb ook
wel eens gehoord van Profetenscholen. Mijn
penningtjes er voor gegeven, beklaag ik dan
ook nietik geloof daar een goed werk mee
verricht te hebben.
Maar, man, hoe durft u toch van goede wer
ken te spreken
Och, vriend, ik spreek daar ook zelden over,
zij zullen mij van zelfs volgen.
Onze ijkmeester merkte wel, dat hy met
Floor niet veel op kon schietenmisschien
was hy ook wel verlegen wat nog meer te
zeggen, en zei ten slotte Nu, Floor, ik ben
nu vrij van uw bloed, ik zie gy zyt veel ziek
en zwak, ik mag niet veel met u spreken, ik
wil nu vertrekken. Hij aarzelde nog een wei
nig misschien in de verwachting, dat de zieke
zyn voorbede zou vragen. Maar Floor deed
zulks niet. Waarom, is my niet bekend. Doch
uit zyn." En bl. 350„Dus wel naar de Bui
tenbezittingen, maar" enz.
Wy als Geref. Kerken, daar wy ons reeds
op Java genesteld hebben, mogen en kunnen
niet naar de heidenen buiten Java gaan doch
wel meenen wy, dat, zoo een nieuwe Zending
zich nog vormen moet, de Buitenbezittingen
vóór Java moeten gaan.
Ten slotte herhaal ik nog eens, wat ook een
vorig maal reeds werd gezegd, dat wij ons
verheugen mogen over het feit, dat op ons
Zeeuwsche Zendingsterrein het Mohammeda
nisme nog geen heerschappy heeft verkregen.
Japan is het eilandenryk van Azië, hetwelk
tegenover China ligt en voor eenige jaren in
den oorlog met Rusland glorierijk overwon.
In de Zendingsgeschiedenis van den tegen-
woordigen tijd neemt Japan een belangrijke
plaats in. Want niet alleen in natuurlijk op
zicht is dit keizerryk vooruitgegaan, zoodat het
in uitwendige besturing en ontwikkeling de
rijken van Europa ter zijde streeft. Doch ook
het Koninkrijk Gods is daar komende.
Het getal christenen is in de laatste jaren
van 27.000 tot 70.000 geklommen. En onder
scheidenen van de hoogstgeplaatste ambtenaren,
zelfs van het keizerlijk hof, belyden den
Christus. Wat zyn echter 70.000 christenen
onder 52.000.000 (52 millioen) heidenen?
Het schynt dat er nu bange tijden voor de
Zending te wachten zyn. In Japan toch heerscht
algemeen het Shintoïsme, een soort vereering
en dienst van de geesten der voorvaders. De
regeering heeft nu evenwel officieel uitgespro
ken, dat dit Shintoïsme niet als godsdienst mag
worden beschouwd, doch moet geacht worden
een nationaal gebruik te zijn. Van alle gods
dienstige gezindheden wordt door de regeering
verwacht dat zij aan deze vereering van nu
voortaan zullen deelnemen.
Wy begrijpen, dat de ware christenen zulks
niet kunnen doen. Deze vereering staat toch op
één lijn met de vergoding van den keizer te
Rome in de eerste eeuwen onzer christelijke
jaartelling. Als de christenen te Japan zullen
weigeren aan de vereering der voorvaders mee
te doen, gelijk de christenen te Rome hebben
geweigerd den keizer te offeren, dan kunnen
er wel eens bloedige vervolgingen te Japan
voor de deur staan,
Wende de Heere dit gevaar genadiglyk af,
en zoo nietgeve Hy dan getrouwheid om te
dingen naar de martelaarskroon.
DRIETAL:
te Loopikds. H. Buitenhuis, te Vreeswijk
ds. S. Kamper, te Haastrecht;
ds. J. J. Westerbeek van Eerten,
te Kampen.
In Korea is de toestand anders. Voorkorten
tyd is dit keizerryk, dat op het vasteland ten
Zuiden van China ligt, door Japan ingepalmd
en van alle vryheid en zelfstandigheid beroofd.
Het christendom bloeit hier buitengewoon.
Er zijn reeds 200.000 christenen, en nog steeds
breidt de Zending zich daar uit. Duidelijk blykt
het hier, hoe de verdrukking van buiten heil
zaam kan inwerken op het hart. De vervolging
der geloovigen aldaar heeft tot zegen, dat nog
veel meerderen zich aan den God der chris
tenen overgeven.
Misschien is de inlijving van Korea by Japan
onder 's Heeren voorzienig bestel wel daarom
moeten geschieden, opdat zoo van Korea een
belangrijke invloed ten goede zal kunnen uit
gaan op het machtige Japan.
J. D. wlelenga.
onze bezoeker wilde en ik wil ook gaarne
aannemen, durfde ook zoo niet vertrekken.
En vroeg dus zullen wy nog samen bidden?
Floor vouwde zyn handen samen als teeken
van toestemming, ik zeg nog niet als teeken
van instemmingwellicht als gevolg van de
zwakke zijde van zyn anders zoo edel gemoed.
En naar ik later te weten ben gekomen de
man zyn gebed was meer een opkermen van
menschelijk gestelde kenteekenen als wel een
ootmoedig pleiten op de beloften des verbonds.
Dit ben ik te weten gekomen door de vrouw
van boer Antheunisdie daar juist bij tegen
woordig was geweest, van wie gezegd mag
worden, als zij naar Floor dien trouwen arbei
der kwam kijkendat zy wel een mand vol
uit kast en kelder medebracht. Van alle zijden
werd de zieke goed bedacht en verzorgd, want,
hoe akelig Jikke, Floor's vrouw, vroeger ook
was, den drop van haar man's edelmoedig
karakter had haar stekelachtig hart wel eenig-
zins handelbaar gemaakt. Nu zoo iets werkt
dan ook doorgaans veel beter dan al de schop
pen van de vrouw van Flip van Zuilen.
Toen nu de ykmeester van het dorp verslag
uit moest brengen op de vergadering, van be
vind van zaken, aangaande den zielstoestand
van Floris Branders, sprak hy ik durf waar-
lyk niet veel van den man te zeggen, het lykt
my toch zoo een vreemden manik kan nu
te Oldehove
te Oosterbierum
te
BEROEPEN
ds. N. Duursema te Pieterburen
ds. V. K. Kuijvenhoven te
Ambt-Vollenhove
Gravenmoer: cand. G. v. d. Zanden te
Putten
te Warnsds. J. Voerman te Westerlee.
te Boornbergumds. W. F. Geerds, te Schou-
werzyl.
AANGENOMEN
naar Poortugaalds. C. Diemer te Pijnacker-
Nootdorp.
St Laurens, Nov 1910. Gewichtige en blijde
herinneringsdagen zyn door onzen geachten
Leeraar, ds. G. H. Toebes met zyne Echtge-
noote en kinderen en de geheele Gemeente
doorleefd. 5 Nov. 1.1. mocht Z.Eerw. in den
kring zijner familie zijn 25-jarige Echtvereeni-
ging herdenken en 15 Nov. zijne 25-jarige
Evangeliebediening in den huiselijken kring en
16 Nov. in het midden der Gemeente vieren.
Eerstgenoemde dag was bestemd als ontvang
dag voor alle leden der Gemeente en verdere
belangstellenden, die Z.Eerw. met zijn zilveren
ambtsjubilé wensehte te feliciteeren, en het
heeft Z.Eerw. op dien dag dan ook niet aan
vele blijken van belangstelling en liefde ont
broken. Des middags van den 16 Nov. trad
Z.Eerw. op in het Kerkgebouw om zyne ge
dachtenisrede uit te spreken. Een talrijke
schare van heinde en ver vulde reeds vóór den
aanvang het Kerkgebouw. Onze geachte Leeraar
trad op om met zyne Gemeente enkele oogen-
blikken te overdenken de woorden van 1 Sa-
muël 7 12 en inzonderheid de woorden
Eben-Haëzer, Tot hiertoe heeft de Heere ons
geholpen. Met onverdeelde aandacht werd
deze rede aangehoord, waarin in het bijzonder
gewezen werd op de vele mylpalen op den
levensweg, die dit opschrift zouden moeten
dragen en dat ook deze avondure weder zulk
een mijlpaal was bereikt. Na het einde dezer
rede werd Z.Eerw. toegesproken, eerst door een
broeder Ouderling namens Kerkeraad en Ge
meente daarna door den WelEerw. heer ds.
A. Scheele, van Veere, namens de Classis en
door den Directeur der Christelyke Zangver-
eeniging „Looft den Heere", alhier, die alle
hunne hartelijke wenschen den Jubelaris aan
boden er bovenal op wyzende, dat God alleen
de eere toekomt. Hierna zong genoemde
Zang vereen iging onzen geachten Leeraar enkele
feestliederen toe, voor dit doel vervaardigd.
Na met enkele woorden de verschillende spre
kers zijn dank te hebben betuigd, eindigde
Z.Eerw. met dankzegging, waarna nog gezon
gen werd Ps. 72 11.
Namens den Kerkeraad,
P. A. Abeahamse.
Vergadering van de Classis Zierikzee op
Woensdag 14 Dec. e. k.
Punten voor de agenda in te zenden vóór
Dec. by den eersten ondergeteekende.
Ds. F. Beuinsma, Praes.
B. K. Haskee, Scriba.
Scharendyke, Nov. 1910,
Mtliskerke. De kerkeraad geeft bij dezen
kennis, dat haar beroepen leeraar ds. K. Veen
Zondag 27 Nov. des morgens D. V. zal beves
tigd worden door onzen Consulent ds. L. van
Loon en 's middags intrede hoopt te doen.
juist niet zeggen ongereformeerd, zooals rhen
dat wel eens noemten toch ook weer geen
drooge letterkenner, de man spreekt aldoor
van gelooven en vertrouwen, het komt my zoo
voor of de man het geloof zoo maar voor 't
grijpen heeft. Ik ging niet zonder medelijden
van hem vandaanhet is toch altyd zulk een
hartelijke Floor.
Nu, vrienden, dat Floor het geloof niet zoo
maar in zyn eigen hand had, zal ons later bly-
ken. Een tydlang scheen het of Floor zou
herstellen, de koorts nam af.
Op zekeren dag ging dominé niet alleen uit
broederlijke belangstelling, maar ook krachtens
zijn ambt. Hy was een trouwe herder, die zyn
schaapjes bezocht, nu niet zoo druk als alles
wel was, want hy maakte nog al gebruik van
de studeerkamer, En zyn gemeenteleden waren
meest allen van die echte mollen, die zoo druk
in de aarde wroeten, dat domoné nu niet altijd
zoo van pas kwam
(Slot volgt).