Ds. Elzenga. Na den heer Kirchner krijgt Waarom en de uitgever J. H. Kok een waartoeVoor beurt onder de weldoeners lijdend en van de lezende menschheid. E. Schrenk. Ken den Heere in al uwe we gen. Gedach ten over het huwelijk. ZËNDINO. Zendings-Stndieclub. Sonnevanck-avond. Februari 1910. De slang in het Parades. Kerk en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. u blylt leven. Vooral de portretten en de personengroepen hebben in deze illustratie zoo groote en blijvende waarde. Ge ziet er mannen en vrouwen, die in grooten en kleinen kring naam hebben gemaakt als Christen, en die door veler liefde en sympathie werden gedragen. Ge ont moet er vrienden en kennissen in, die ge in levenden lijve zelden of nooit meer ontmoet. En ge hebt bovendien kans, dat gezei ook nog eens door het nageslacht wordt ver eeuwigd. Dat laatste is echter van minder belang. Ik wenschte „De Spiegel" wel in ieder Christelijk huisgezin. Vooreerst omdat het haast niet mogelijk is „De Spiegel" week op week te zien en te lezen en geen belangstelling te hebben voor allerlei bezigheid in het Ko ninkrijk Gods. Deze illustratie heeft opvoe dende kracht. Maar er is ook nog een andere reden voor dezen wensch. Hoemeer het abon- nentental toeneemt, des te hooger eisch mag ook aan deze illustratie worden gesteld. B.v. het papier moet steviger wordende gedrukte tekst rijker. Ik zeg niet, dat de inhoud niet goed is. Integendeel we hebben allen lof, voor hetgeen wordt geleverd. Maar we ver langen naar meer. Wat de illustraties betreft, wint „De Spiegel" het verre van „Timotheüs", maar „Timotheüs" is veel ryker aan inhoud. Gaarne zagen we beide vereenigd. Menig gezin kan, vooral bij het vele, dat gelezen, zich niet de weelde veroorlooven van een dubbel stel tijdschriften. Of deze wensch van mij en velen vervuld zal worden, hangt allerminst van den uitgever af, maar geheel van de lezers; en ook van de adverteerders. Misschien zijn er lezers, die lust hebben lezers te werven. De heer Kirchnerzal er hen niet zuur voor aanzien. 1 October is de nieuwe jaargang begonnen. De prijs per jaar is f 3.Waarlijk een koopje voor zulk een schat. Een boekje van ongeveer 80 bladzijden, voor f 0.50 te koop, of wilt ge het gebonden voor f 0.80, keurig gedrukt en uitnemend van in houd, gaf hij dezer dagen in het licht. De auteur is ds. Elzenga, Geref. predikant te Kampen. Het handelt over het oude, en toch altijd nieuwe probleem des lijdens. Waarom en waartoe Over deze vragen ontsteekt de er varen auteur Schriftuurlijk licht. Met veel stichting zal dit boekske worden gelezen. Het leest zoo gemakkelijk. Ik ben overtuigd, dat het in menig „huis der smarte" met dankbaar heid zal worden genoten. Nieuw licht ont steekt de schrijver niet. En dat is in dit ge val ook maar goed. Want bij zieken komt dit volstrekt niet te pas. Het nieuwe licht is doorgaans zooveel scheller dan het oude. En zieken houden van zacht licht. Zij, ds. Elzenga, wien de smart niet verre bleef, een vriendelijke trooster voor allen, die treuren. Ten slotte nog een overzicht van den inhoud 1. Waarom al dat lijden? 2. Omdat God het wil. 3. Een vrucht der zonde. 4. Om uwer zonden wil. 5. Roepstemmen tot bekeering. 6. In den smelt kroes. 7. De beproeving uws geloofs. 8. Voor behoedmiddelen. 9. Ter voorbereiding voor uw levenstaak. 10. Ter voorbereiding voorden hemel. 11. Anderen ten nutte. 12. Ter ver heerlijking Grods. 13. Alle raadselen opgelost. Als ik eens heel rijk was, zoo rijk als een Amerikaan- sche millionair, dan kocht ik van dit boekje alle exempla ren op, die de heer Kok er van heeft doen drukken, en ik gaf aan al onze jonge present-exemplaar. Doch elk boekje kost f0,60 ingenaaid, gebonden f0,90. Dat zou dus nog al oploopen, en ik ben tot heden nog geen millionair. - Er is evenwel een eenvoudiger middel, dat niet zoo kostbaar is. Onze jonge menschen moesten zelf zoo'n boelge koopen, want er staat voor hen zooveel in, dat waard is geweten en betracht te worden. Bij het aangaan van een huwelijk en hetgeen daar aan vooraf gaat, is vaak zooveel, dat niet is naar den woorde Gods. En daarop wordt in dit sierlijk uitgegeven boekje zoo ernstig gewezen. Het is uit het Duitsch vertaald. In Duitsch- land werden er 46000 exemplaren van gedrukt. Dat zegt wel iets. Wij zouden al dankbaar zijn, als er in Nederland 4600 werden gekocht en gelezen. Eén ding is jammer. Hier en daar had de vertaler in een noot moeten wijzen op het standpunt van den schrijver, dat niet in alles het onze is. Dat vind ik in een volksboekje noodzakelijk. Als Koelman e.a. iets vertaalden van Engelsche anteurs, dan gaven ze reken schap van hun verschillend gevoelen op som mige punten. Dat was niet kwaad. Er zijn le zers, die slikken zonder kauwen. Zulken moet men wat helpen. Maar overigens is dit boekje menschen een een juweeltje. Wellicht zet ik den lezers we^ eens een klein stukje ter kennismaking voor. Dat mag toch wel? Er ligt bij mij nog meer ter tafel. Doch voor ditmaal geef ik mijn pen vacantie. De volgende week, D. V., het vervolg. Laman. De tijden zyn veranderd. De eerste begin selen, ook van de Zending, mogen nu geacht worden erin te zitten. De palen zijn geheid. Het is nu zaak 't gebouw erop te zetten. De gemeenten te overtuigen van de noodza kelijkheid van en de plicht tot Zending, wordt langzamerhand overbodig. Enkele personen en eenige weinige kerken mogen in dezen nog achteraan komen, doch deze zijn de uitzonde ringen op den regelons Gereformeerde volk acht Zending roeping. Ons volk, dat de eerste beginselen heeft aan vaard en zoo eendrachtig zich voor het Zendings werk heeft aangegord, heeft nu recht op verdere onderwijzing en leiding. Zullen wy deze kun nen geven dan moet vooral de Zendingskennis door ons vermeerderd worden. Met eenige frazen, of het roepen van „plicht" zyn wy niet klaar. Lees de brief van ds. Dykstra aan zyn vriend te Jeruzalem in 't Zendingsblad van September nog maar eens na. Algemeen is de gedachte, dat de vermeerde ring van kennis het best verkregen wordt door de dusgenaamde Zendings-Studieclubs. Het samen bespreken van de problemen, de bezwaren, de methode's enz. der Zending, na vooraf zich zelf te hebben geprepareerd, zal onder Gods zegen de beste vruchten dragen. Daarom doen wy het voorstel aan de lezers om ook Studieclubs te vormen. Indien er zyn, die sympathiseeren met het plan, om in alle gevallen met één club te beginnen, worden deze verzocht mij hiervan te berichten. Wy zyn reeds met z'n drieën. Een vier of vyftal broeders (of zusters) kunnen wy van harte welkom heeten. Vooral predikanten, onderwyzers enz. hebben wy op 'toog. Heeft een voldoend aantal personen zich op gegeven, zoo zal verdere correspondentie volgen. Sonnevanck, ge weet het, is de eenige stich ting in ons land tot Christelijke verzorging van tuberculose lijders. Als vrucht van onze Centrale Diaconale Con ference's werd deze stichting gebouwd in een schoone, gezonde omgeving, een klein uur van Harderwyk verwijderd. Het kranig zuster-comité hier ter stede, 't welk de belangen van Sonnevanck wil behartigen, aeeft in overleg met den heer Sluijter van Driebergen, den algemeenen propagandist van Sonnevanck, het plan gemaakt een Sonnevanck- avond" te organiseeren. Op Woensdagavond, 19 October, zal deze vergadering, zoo de Heere wil, gehouden worden in de Bogardzaal, om 8 uur. Een ryk, afwisselend programma is ontworpen. Ds. Wielenga heeft een openingswoord te spre ien. Er zullen lichtbeelden worden vertoond van de stichting Sonnevanck, Zwitserland, enz., waarbij de heer W. Sluijter van Driebergen zal spreken. Ook hopen ongeveer 16 heeren en dames eenige nummers muziek en zang ten 3este te geven. Een slotwoord spreekt ds. de Visser. Sonnevanck maakt aanspraak op onze belang stelling niet alleen, doch ook wordt de avond zoo gezellig mogelijk gemaakt. Zij er dan trouwe opkomst van ons christelijk publiek. Voor verdere inlichtingen zie men de adver tentie in dit nummer. Heeft een van de lezers of lezeressen ook het nummer Februari 1910 van ons „Zendingsblad"? Ik ben dit nummer kwytgeraakt. Hét zal mij een groot genoegen doen, indien iemand my het zijne kan en wil geven. J. D. Wielenga. IV. (Slot.) Het oordeel Gods treft dus de slang als dier daarin, dat zij vernederd wordt, op haren buik moet gaan en stof zal eten. Nog verder echter treft haar de vloek. Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouw, tusschen uw zaad en tusschen haar zaaddatzelve zal u den kop vermorzelen en gy zult het de ver zenen vermorzelen. Zoo gaat de Heere voort tot de slang te spreken. En dit woord geldt toch niet alleen den Satan, maar moet zeer zeker in de eerste plaats van het dier verstaan worden tot hetwelk dit woord gericht is. God spreekt dit woord niet tot Eva rechtstreeks, maar tot de slang. Wat God rechtstreeks tot Eva zegt, vermeldt ons pas het volgende vers. Daar lezen we (vs. 16.) „Tot de vrouw zeide Hij Ik zal zeer vermenigvuldigen uwe smart. En dan volgt in vs. 17 pas het oordeel over den man. Dat zetten van vijandschap, vs. 15, is dus tot de slang gericht en moet haarzelf dan ook gelden, hoewel haar niet alleen, maar ook den Duivel. Hoe moeten we dat woord dan verstaan met betrekking op de slang? Vóór de vervloeking schijnt de slang een dier geweest te zijn, dat meer dan andere dieren gemeenschap had met den mensch, en met het menschelijke leven. Als op voet van vriend schap leefde zij met den mensch. Zoo sprak ze tot Eva. Maar nu wordt die gemeenschap verbroken. De vriendschap houdt op. Vijand schap komt er voor in de plaatsvijandschap, die geen vrede zoekt of vindt, maar die in aanvallenden strijd wordt belichaamd. En die vijandschap blijft bestaan ook in het zaad der vrouw en in het zaad der slang. In heel het leven der mensehheid wordt die stryd en vij andschap voortgezet. Dé 'mensch zoekt de slang te dooden, en de slang tracht den mensch te vernietigen, 't Is dus een strijd op leven en dood. En in dien strijd zal de slang onnoemelijk veel kwaad doen aan den mensch. Zij zal hem de verzenen vermorzelen. Zij zal duizenden onder de menschen dooden. Iets wat nog doorgaat. Duizende menschenlevens worden nu nog in Azië en Afrika door slangen vernield. Maar toch zal de slang den strijd verliezen. Zij zal al meer terrein verspelen en eindelijk in haar bestaan doodelijk getroffen worden. In de groote worsteling tusschen het schadelijk ge dierte en ons menschelijk geslacht zal de over winning aan den mensch blijven. In de afzon derlijke worstelingen tusschen mensch en dier moge het dier vaak overwinnen, gelijk menig maal gebeurt, maar in het algemeen genomen is dat zoo niet. Als het gaat om den stryd tusschen het „zaad der slang" en „het zaad der vrouw," tusschen diersoort en menschelijk ge slacht, dan legt alle wild gedierte het af en zegepraalt de mensch. In bevolkte streken, waar de beschaving doordrong, is nu reeds geen verscheurend gedierte meer te vinden. Zoo ziet dan dat „vijandschap zetten" óók op de slang als dier. Maar natuurlijk dat niet alleen. Neen geenszins. Er ligt ook een veel diepere beteekenis in dit woord opgesloten. De slang toch is hier een instrument van Satan. Ze wordt gestraft, omdat ze zich geleend heeft tot een middel in Satans hand. Het zou dus al zeer oppervlakkig zyn dit vonnis alleen te laten slaan op het werktuig, de slang, en niet óók, ja bovenal op den Satan, die de bewerker van dit kwaad is. Satan was het, die door de slang heen tot den .mensch was gekomen met de verleiding, welnu, Satan is het ook, tot wien door diezelfde slang heen het oordeel Gods komt, ten aanhoore van den mensch, en ook tot troost voor den mensch. Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouw. Ik, De Heere De mensch zelf vermag het niet. Hy is doodelyk omkneld in de banden van den Duivel. Maar de Heere God zal het veranderen. Vijandschap zal Ik zetten. Nu staat de mensch op voet van vriendschap met den Ver leider, Satan. Er is een band tusschen hem en het inenschelyk hart gelegd en elk kind van God weet nog maar al te goed, hoe die band vaak nog nawerkt. Maar die vriendschap met Satan zal door God worden verbroken, en in vyandschap worden omgezet. Vijandschap tusschen u en tusschen deze vrouw. We denken dan niet meer aan het dier, de slang, maar onwillekeurig aan den Satan zelf. Hij wordt immers ook genoemd „de oude slang, die de geheele wereld verleidt." Tusschen uw zaad en tusschen haar zaad zal Ik vijandschap zetten. De dood zal niet terstond intreden in volstrekten zin. Want dan zou er niet kunnen gesproken worden van „zaad der vrouw". Wel treedt de dood ter stond in, maar niet direct in vollen zin. Er zal een menschengeslacht geboren worden, 't Is geen vijandschap alleen tusschen Satan en deze vrouw, maar ook een eeuwenlange worste ling tusschen Satan en ons menschelijk geslacht. Uw zaad en haar zaad. Het zaad der slang zyn dan de menschen, die zullen voortgaan in de lyn der slang die als Eva zullen luisteren en blyven luisteren naar de verleidende taal en zullen leven naar de anti-goddelijke werking des Satans. Die zyn het zaad der slang, de geesteskinderen des duivels. Gelijk Jezus de afvallige Joden noemt in Joh. 8. En het zaad der vrouw Maar immers, dat is Christus. Dat is de Beloofde, die in het Paradijs reeds is aangekondigd, die aan de Vaderen in het O. Testament steeds duidelyker werd voorgesteld en .eindelijk in de volheid des tyds is gekomen. Hy, die kwam om de werken des duivels te verbreken. En van dat Zaad der Vrouw zegt God, dat Hij de slang den kop zal vermorzelen. Dat is het oordeel Gods over den Satan. Den kop vermorzelen, dat is hem wonden ten doode, van alle macht en kracht berooven. En nu zal de slang de verzenen vermorzelen. Dat is wel pijnlyk, maar toch niet doodelyk. Dat is smartelijk wonden, zoodat het gaan bemoeilijkt wordt, doch zonder gevaar des levens. En nu heeft de Satan door alle eeuwen heen vervolgd en benauwd degenen, die op Gods beloften hoopten, gelyk hij nog doet. En nu heeft Satan ook den Christus Zelf gesmaad en ver volgd, verzocht en bedreigddoor het zwaard van Herodus, door den haat der Joden, door het verraad van Judas, in de angst in Gethsé- mané, in het lyden aan het kruis. En toen scheen het wel, alsof Jezus reddeloos ware overgeleverd aan de slang en haar zaad. Maar neen zoo was het toch niet. Want juist door dat Kruis heeft Christus over de vijanden getriumfeerd. Door dat kruis heeft hij de over heden en de machten uitgetogen en hen in het openbaar tentoongesteld. Door dat kruis heeft Hij juist den rSat'an den kop vermorzeld. Zoo is de slang in het Paradijs, de oude slang, die de geheele wereld verleidt, overwon nen. Christus heeft hem den kop vermorzeld en nu roept de verhoogde Heiland ons toe, ons en allen die nog te worstelen hebben tegen de slang en haar zaad„Vrees nietIk ben de Eerste en de Laatsteen Die leef en Ik ben dood geweest, en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods." Laat ons dan niet vreezen, maar op Christus zien, Die 't voor ons volbracht en de slang overmocht. En laat ons ook strij den tegen de slang en haar zaad R. Hamming. DRIETAL te Oldehove ds. O. Boersma te Ezinge ds. N. Duursema te Pieterburen ds. H. Hangelbroek te Borger. TWEETAL te Katendrechtds. J. Gispen te Barneveld ds. C. B. Schoemakers te Alphen a/d Rijn. BEROEPEN te Glanerbrugds. J. C. Dagevos te Zuid- Beyerland te Bunschoten ds. B. v. d. Werff te Harlingen te Zwijndrechtds. J. E. Vonkenberg te Ba- rendrecht te Waardhuizen ds. N. Diemer te Dronrijp te Zevenhovends. A. Hoek te Duisburg te Nieuw-Amsterdamds. R. J. Schoemaker te Heemse. BEDANKT: voor Siddeburends. G. D. Scheepsma te Boornbergum voor Onstwedde ds. K. Bakker te Klazinaveen voor Westeremden ds. E. v. d. Laan te Wijchel voor Wolfaartsdykds. H. Buitenhuis te Vreeswijk. In de Gereformeerde Kerk van Bolsward en in die van Boxum zijn prachtige pijporgels in gebruik genomen uit de fabriek van den ïeer A. S. J. Dekker te Goes. Hoezeer onze Zeeuwsche orgelfabriek (en terecht) gewaar deerd wordt, moge wel blijken uit het feit dat aldaar nog zeven nieuwe kerkorgels in aanbouw zijn (w.o. in onze provincie voor de Geref. Kerk van Kruiningen en Ierseke) en dat onder dat zevental nog een tweetal orgels zyn die ieder meer dan vijfduizend gulden kosten. Wat zullen dat heerlijke instrumenten zyn De diaconie der Geref. Kerk te Middelburg A, aangewezen om saam te roepen de in dit jaar te houden Classicale Diaconale Conferentie, bericht dat deze D. V. zal gehouden worden Woensdag 14 December e. k. en noodigt de diaconiën in de classis Middelburg uit, hare punten voor het agenda in te zenden bij den ondergeteekende vóór 15 November a. s. Namens voorn, diaconie, P. J. de Kruijter. CLASSIS THOLEN Vergadering "der classis-Tholen op Woensdag 2 November a.s. te Bergen-op-Zoom. Aanvang der vergadering des voormiddags 10 uur. Stukken voor 't agendum te zenden aan ds. A. H. v. d. Kooi voor 19 October a.s. Namens de roepende Kerk, A. H. v. d. Kooi. Anna Jacobapolder, 6 October '10. Zondag nam onze Leeraar ds. A. Dekkers afscheid van zijne Gemeente, na een ruim 7-jarigen arbeid. Vooral in die ure werd het gevoeld, dat er een hechten band bestond tusschen Leeraar en Gem. Z.Eerw. had tot tekst Jes. 54 10. Bij 't einde werd een kort waardeerend woord gesproken door een der ouderlingen, waarna de Gemeente hun scheidenden Leeraar Ps. 1214 toezong. Namens den Kerkeraad, J. van Strien, Scriba. Haamstede 5 Oct.10 Zondag 2 October nam onze geachte Leeraar, de WelEerw. Heer R. Koolstra, na een ruim 12-jarigen arbeid, af scheid van onze gemeente, naar aanleiding van 2 Cor. 9 15. Een groote schare, waaronder ook onze Edel Achtb. Heer Burgemeester en een der heeren Wethouders woonde deze indrukwekkende ure by.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1910 | | pagina 2