Kerk en Schoolnieuws.
Ofilciëele .Berichten.
Verantwoording yan Liefdegaven.
niet zoozeer een kwaad wordt gemeld, als wel,
dat tot lof der natuur wordt gezegd, dat God
aan dit dier een byzorïdere slimheid had ge
geven, waardoor het boven andere vernuftig
en scherpzinnig was, maar dat Satan de van
Godswege aan de slang toegekende gave tot
zijn listige plannen heeft aangewend".
Zoo heeft God dan de slang geschapen met
een bijzondere eigenschap van schranderheid
om op alles bedacht te zyn. Er zijn ook men-
schen, die een zekere aangeboren schranderheid
bezitten, die op alles acht geven en alles mer
ken en daartegen zijn er ook onnoozele lieden,
die nimmer kwaad vermoeden en geen twee
passen voor zich uit zien. Welnu die eerste
eigenschap had God aan de slang geschonken
en wel in zeer hooge mate. En van die eigen
schap heeft de Satan misbruik gemaakt.
Die op zich zelve goede eigenschap van
schranderheid, gevatheid, voorzichtigheid of
hoe ge dat ook noemen wilt, gaat in den dienst
der zonde over in listigheid, arglistigheid,
sluwheid. En dan krijgt het een kwaden zin.
Zoo stond de slang dus oorspronkelijk zeer
hoog aangeschreven, en in deze gave van dier
lijke schranderheid muntte zij boven al het ge
dierte uit.
Yan dit dier maakte Satan dan ook gebruik
0111 den mensch ten val te brengen. In Gen.
3 wordt ons dat nog niet meegedeeld. Daar
is alleen sprake van de slangde Satan zelf
wordt er nog niet genoemd. Die is nog in
haar verborgen. Maar langzamerhand wordt
dat duidelijker. In de voortgaande openbaring
des Heeren wordt de Verleider ontmaskerd.
Gaandeweg laat de H. Schrift het werktuig
der verleiding, de slang, Op den achtergrond
treden en doet zij ons den werkmeester der
verzoeking, den Satan, zien. In het boek Job
zien wij den Satan optreden. In Zach. 3 ander
maal in een visioen. En het duidelijkste by
Christus in de woestijn. Daar ontwaren wij
den vader der zonde, die van alle gevallen
geesten de gevaarlijkste is. Het N. Testament
doet hem dan ook kennen als den menschen-
moorder van den beginne, als den leugenaar,
die in de waarheid niet is staande gebleven,
maar de leugen spreekt uit zijn eigen. In het
Paradys echter zien we hem nog niet zelf op
treden, maar zich schuil houden achter het
instrument, dat hij gebruiktde slang. En
toch is Satan ook daar bezig en is de slang
niets anders dan zyn werktuig. De slang
spreekt maar door Satan. Satan heeft invloed
op haar. Hoe? Dat weten wy niet.
R. Hamming.
ZËNDIXG.
De beroeping.
Maandagavond j. 1. hield de Kerkeraad der
Geref. Kerk van Middelburg A, met de ver
tegenwoordigers van B en C, en de Zeeuwscke
Zendingsdeputaten een vergadering, om tot het
beroepen van een Zendeling of Missionair Dienaar
voor Indië over te gaan.
Eenparig viel de keuze op Ds. A. Merkelyn
van Schoondi/jke. Niet één was er, die hem niet
den aangewezen man achtte. En met blijdschap
werd de beroeping op hem uitgebracht.
Zoo is onze Zeeuwsche Zending wederom een
stap verder gevorderd, en naderen wij al meer
ons doel. Tot dusver maakt de Heere onzen
weg voorspoedig, en geeft Hy het genadiglyk,
dat bezwaren kunnen worden overwonnen,
moeilijkheden uit den weg kunnen geruimd.
Blijve Hij ons verder zegenen, opdat binnen
korten tijd de blijde tyding worde vernomen
Ds. Merkelyn heeft de beroeping aangenomen
Klimme daartoe ons gebed op tot onzen trou
wen God, die harten neigt en waarlijk alleen
zijn dienstknechten roept. Laten wij dan per
soonlijk, maar ook in het midden van het saam-
vergaderde volk Gods op 's Heeren dag onzen
broeder gedenken voor den troon der genade,
opdat hij een keuze moge doen, die het meest
in het belang is van de komst van Gods Konink
rijk in Indië.
Wij willen er nog een andere aansporing
bijvoegen. Niet weinigen zeiden in vroeger
dagen: als er maar eerst eens beroepen wordt
en 't blykt, dat het niet bij plannen maken blijft,
zullen wij ook meedoen met het Zendingswerk.
Broeders en zusters, gedenkt uw belofte
Ook hebben nu de Kerkeraden een schoone
gelegenheid, om, zoo 'tnog niet of niet vol
doende geschied is, hun gemeenten te laten
bearbeiden. Op vele, zoo niet de meeste plaatsen,
kan en moet nog meer gedaan. De Zendings
wagen is aan het rollen; een ieder duwe mee.
De Zendingsconferentie.
De Zeeuwsche Zendingsdeputaten verdienen
den dank onzer kerken, dat zij een zendings
dag hebben uitgeschreven.
't Getuigt reeds van vroed beleid, dat zij dit
jaar tenminste niet wilden overslaan, het jaar,
waarin tot het Zendingswerk besloten en de be
roeping een feit werd. Zoo ooit, dan kan nu
onze Zendingsdag slagen, daar de belangstel
ling in de Zending allerwege wel groot moet
zyn.
De plaats van samenkomst is eveneens ge
lukkig gekozen. Koudekerks is, naar 't woord
van Ds. Kerkhof, al jaren voor onzen Zendings
ijver het brandpunt geweest. Geeft de Heere
ons schoon weder, dan zal de vergadering in
de openlucht op de buitenplaats „Der Boede"
te meer de aantrekkelijkheid dezer Zendings
conferentie verhoogen.
Het „menu" mag inderdaad „welvoorzien"
worden genoemd. Immers naar de ingezonden
mededeeling in onze beide Kerkbladen treedt
's morgens om 10 uur by den bidstond op ds.
v. d. Yeen van Goesdeze samenkomst wordt
in de Geref. Kerk gehouden.
Op de middagvergadering, die van 1 uur tot
half vijf duren zal, spreken achtereenvolgens
ds. Sybrandy van Krabbendijke over „de heer
lijkheid van den Libanon, den huize des Hee
ren ten sieraad" ds. Merkelyn van Sehoondyke
over „de beteekenis van Christus' verscliynin-
gen voor de Zending"ds. Kerkhof van Sou
burg over „een en ander omtrent ons Zendings
terrein Bandjar-Negara" ds. Laman van Zie-
rikzee over „maakt u vrienden" ds. Pol van
Ylissingen over „middelen om den Zendings
ijver in de gemeente op te wekken", en waar
schijnlijk hoopt ook nog ds. Dijkstra van Smilde
op te treden met een causerie over de Wereld
conferentie te Edenburg.
Deze zendingsdag biedt dus „elck wat wils".
Moge nu het vertrouwen van onze deputaten
niet worden beschaamd. Yooral Walcheren
zorge voor het leveren van een goed deel van
het gehoor. De Kerk moet stampvol worden en
„Der Boede" overstroomd met hoorders.
En trekke de Heere zelf met ons op.
J. D. Wielenga.
NI* KOK KËLINOËM.
De twee bedelaars.
Twee bedelaars kwamen elkander tegen en
hadden toen het volgende gesprek.
A. Wy hebben toch een naar bedrijf, ik
word het ten minste moede.
B. Ja Ik niet. Ik vind het een voordeelig
bedrijf en doe het iederen dag met meer ge
noegen.
A. Dat 's heel vreemd. Wij hebben toch
met veel bezwaren te kampen. Vooreerst kun
nen wij niet al te dikwijls by denzelfden per
soon komen.
B. Dat is myn ondervinding niet. Hoe meer
ik kom, hoe hartelijker ik onthaald word.
A. Hoe kan je dat zeggen? Ik word met
scheldnamen begroet en verzocht naar elders
te gaan. Ik kan heel wat afloopen en aanklop
pen, voor ik iets krijg.
B. Ik krijg altijd iets en soms nog iets
beters dan hetgeen ik vroeg.
A. Je bent gelukkig en dat in een tyd dat
men overal klaagt over slechte verdiensten, en
velen mij durven toeroepen, dat ze niet kunnen
geven, omdat zij zeiven misschien nog moeten
bedelen.
B. Zoo iets hoor ik niet. Ik ga waar men
schatrijk is, en waar dus meer dan genoeg is
voor alles wat wy vragen.
A. Hoe verwonderlijkAls ik "myn nood
klaag, luistert men niet en gelooft men my niet.
Zet ik een droevig gezicht dan noemt men mij
huichelaar zie ik bly, dan zegt men dat ik geen
kommer heb. Ik weet niet, hoe ik te werk
moet gaan.
B. Als "ik bedroefd ben, dan heeft men deer
nis met mij als er een loflied in myn hart is,
zoo krijg ik nog overvloediger zegen.
A. Dat verbaast mij. Vertel ik mijne ge
schiedenis, zoo verveelt het hun, eer ik nog
half gedaan heb, en men houdt alles voor ver
zonnen.
B. Hoe geheel anders is 'trnet mij. Ik kan
mijn bezwaren niet vaak genoeg vertellen men
verzoekt mij niets te verzwijgen en my toont
men zooveel belangstelling, dat men, veel beter
dan ik zelf, bekend is met hetgeen ik te ver
tellen heb.
A. Wel, aan welk huis bedelt gij toch
B. Aan de poort des hemels. En gy
A. O, ik bedel by de wereld!
(De Bode)
De gevangene en de bevrijder.
In bijna alle gevangenissen, waar men de
landloopers niet slechter wil maken dan zij
zijn, geeft men hun zwaar werk te doen.
In de gevangenis, die ik ging zien, was een
vertrek, bestemd voor dwangarbeid. Degenen,
die daar binnengingen, waren meest alletrot-
sche menschenzij droegen hunne hoofden
hoog en wilden niet buigenzij waren vogels
met schoone veeren, die zich niet geschikt
achtten, om opgesloten te wordenmaar daar
zij nu eenmaal in de gevangenis waren, besloten
zij zich er zelve uit te werken. Zij geloofden
in het stelsel van menschelijke verdiensten en
hoopten op den bepaalden tijd hunne vrijheid
te verkrijgen. Zij hadden wat valsch geld be
spaard, waarmede zy dachten zich te kunnen
bevryden, ofschoon myn begeleider openlijk
verklaarde, dat zij zich gansch en al vergisten
en misleidden. Het was vermakelijk en toch
treurig om te zien, met welken verschillenden
arbeid deze menschen bezig warensommigen
werkten aan den tredmolenzij zeiden, dat zy
zich naar de hoogte werkten en daarom trapten
zij uit al hunne machtmaar ofschoon zy
jarenlang zwoegden en nooit een duim hooger
kwamen, leefden zy toch in het vertrouwen op
weg te zijn naar den hemel. Anderen trachtten
kleedingstukken te vervaardigen van spinrag
zy draaiden de wielen om en spinden ijverig
voort en, ofschoon hun werk op niets uitliep,
hielden zij toch vol. Zy geloofden, dat zy vry
zouden zijn, zoodra zy een volmaakt stuk goed
hadden afgeleverd. Op eene andere plaats waren
eenigen bezig huizen van zand te bouwen, en
wanneer zij tot eene zekere hoogte hadden ge
bouwd, stortten geregeld de fundamenten in
maar zij hernieuwden hunne pogingen, want
zy verkeerden in den waan vrij te worden ge
laten, zoodra er een sterk huis voltooid was.
Ik zag sommigen van hen vreemd genoeg
trouwkleederen maken van vijgebladeren,
door ze aan elkaar te naaienmaar de vyge-
bladeren verdorven iederen nacht, zoodat zy
den volgenden morgen hun hopeloos werk van
voren af moesten beginnen. Sommigen trach
ten water te scheppen uit een drogen putde
aderen op hun voorhoofd waren zoo dik als
touwen, terwyl zij al hunne krachten inspan
den, zonder iets te bereiken. Terwyl zy zoo
hard werkten als Simsom in den molen, kon
ik de zweepslagen op hun rug hooren neerko
men. Ik zag eene zweep met tien riempjes,
de Wet genaamd, de verschrikkelijke wet
elk riempje was een gebod en dit werd op
het naakte geweten van de gevangenen gelegd
toch bleven zij aan het werk, altyd door, zon
der ophouden en wilden zich niet keeren naai
de deur der genade, waardoor zij in vrijheid
konden komen. Sommigen van hen zag ik
bezwijmd neervallen en dan brachten hunne
vrienden hun water in vaten, ceremonies ge
naamd en er waren sommige menschen, die
priesters heetten en die rondliepen met bekers
zonder bodem, en die zij aan de lippen dier
ongelukkigen brachten om ze te troosten. Als
deze menschen neervielen, dacht ik, dat zy
sterven zoudenmaar zij richtten zich weder
om met kracht op en gingen weder aan het
werk. Ten slotte konden zij niet meer en be
zweken zy onder hunnen last, volkomen gebro
ken van geesttoen bemerkte ik, dat elke ge
vangene, die eindelyk zóó uitgeput was, dat hy
elke hoop op behoud, door eigen verdienste,
liet varen, werd opgenomen door een blinken
den geest, uit de gevangenis gevoerd en voor
altijd vrijgemaakt. Spurgeon.
TWEETAL
te Baarlandds. W. Goedhuis te Weesp
ds. E. Schouten te Bolnes
te IJselmonde ds. G. F. Kerkhof te Souburg
ds. D. Steenhuis te Ulrum
te Scharnegoutum
ds. M. Elzenga te Grootegast
ds. G. H. de Jonge te Dwingeloo
te Nieuwe-Pekela
ds. P. D. de Groot te Wanswerd
ds. T. J. Hagen te Ridderkerk.
BEROEPEN
te Willemstadds. A. Scheele te Yeere
te Utrecht: ds. D. IJogenbirk te Nederhorst
den Berg
te Poortugaalds. A. Brummelkamp te Vrij
hoeve Capelle;
te Hollandscheveldds. H. P. de Jonge te
Sleeuwijk
te Kooten ds. C. v. Mourik te Hollum
te IJselmondeds. D. Steenhuis te Ulrum.
BEDANKT
voor Purmerend ds. J. C. Rullman te Garijp
voor Meliskerke ds. A. H. Nieboer te Lollum
voor Onstweddeds. A. I. den Boer te Grijps-
kerk
voor Murmerwoudeds. F. Wiersma te Eng-
wierum
voor Waarder: ds. A. Roorda te OudePekela.
AANGENOMEN
naar Bredads. A. Roorda te Oude Pekela
naar Langerakds. J. Steflens te Hijlaard
naar Nieuw veen ds. II. Enserink te Randwijk.
De Geref. kerk te Zwijndreckt zal weldra
zonder predikanten zijn. Ds. D. Hoek vertrok
naar Enkhuizen en ds. A. Knoll nam een be
roep aan naar Nieuw Loosdrecht. In een ver
gadering van mans-lidmaten verklaarden 107
zich voor het beroepen van één predikant, 62
voor twee, terwijl er 2 blanco stemmen waren.
Baarland, 29 Aug. 1910. Door den Kerke
raad is het volgende tweetal opgemaakt, n.l.
de WelEerw. Heeren ds. W. Goedhuis te
Weesp en ds. E. Schouten te Bolnes.
Namens den Kerkeraad,
D. de Leeuw, Scriba.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Koudekerke,
roepende Kerk voor de e. v. vergadering der
Classe, bericht bij deze aan de kerken in de
Classe Middelburg, dat bij haar het verzoek is
ingekomen van den Kerkeraad der Geref. Kerk
te Oostkapelle om de vergadering der Classe
een maand vroeger te houden met het oog op
de overkomst van haar beroepen predikant.
De Kerkeraad schrijft daarom de e. v. verga
dering der Classe uit tegen 12 Oct. en is van
oordeel, dat deze vergadering als eene ver
vroegde kan beschouwd worden, waarop ook
andere zaken dan de examinatie enz. kunnen
behandeld worden. Punten voor het agendum
worden ingewacht door ds. Scheele te Veere
vóór 28 Sept.
De Kerkeraad voornoemd
L. v. Loon, Praeses.
G. ten Brink, Scriba.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Middelburg
A heeft de eer aan de Kerken in Zeeland be
kend te maken, in zijn vergadering van 20 Aug.
j.l., met medewerking van de Kerkeraden van
Middelburg B en C, en na advies der Zendings
deputaten, te hebben beroepen als Missionair
dienaar des Woords voor Bandjar-Negara ds.
A. Merkelijn te Schoondijke.
De Kerkeraad voornoemd
Ds. J. D. Wielenga, Praeses.
L. Sciiuman, Scriba.
Middelburg, 1 Sept. 1910.
OFFICIEEL PROGRAMMA voor den
Zendingsdag op Woensdag 7 Sep
tember te Koudekerke.
's Morgens 10 ure Bidstond in de Geref.
Kerk. Voorganger ds. v. d. Yeen van Goes.
Pauze tot één ure, te houden op de Bui
tenplaats „Der Boede", die te half twaalf ure
wordt opengesteld voor het publiek.
Er is eene cantine, waar allerlei ververschin-
gen tot zeer billijken prijs worden geleverd
(melk, koffie, limonade, broodjes met kaas of
ham, enz.) en fietsen kunnen worden opgebor
gen. Een programma met tarief van de con
sumptie wordt aan den ingang van het Feest
terrein uitgereikt a 10 cents.
's Namiddags 1 ureSaam komst op
„Der Boede".
Sprekers:
Ds. Sybrandy van Krabbendijke„De heer
lijkheid van den Libanon, den Huize des Heeren
ten sieraad".
Ds. Kerkhof van Souburg„Ons Zendings
terrein Bandjar-Negara".
Ds. Laman v. Zierikzee „Maakt u vrienden
Ds. Pol van Ylissingen„Middelen om den
Zendingsijver in de gemeente op te wekken".
Sluiting ongeveer half vijf.
N. B. De trams stoppen op verzoek vlak by
de buitenplaats „Der Boede".
Aan alle Kerkeraden wordt verzocht Zondag
in de saamkomst de gemeente tot bijwoning
op te wekken.
Deputaten tot de Zending.
Veere, 28 Augustus 1910. Heden morgen, na
den dienst des Woords, maakte onze geachte
leeraar, den WelEerw. heer ds. A. Scheele, aan
de gemeente bekend eene roeping te hebben
ontvangen van de Geref. Kerk te Willemstad.
Wij hopen, dat ZijnEerw. bij ons blijve, ten
einde den niet ongezegenden arbeid onder ons
voort te zetten.
Namens den Kerkeraad
J. Maas, Scriba.
Middelburg A. De Diaconie vraagt beleefd
ten behoeve van een lid der Kerk een éénper
soons ijzeren of houten ledikant. Misschien
heeft iemand er een ongebruikt staan en wil
door dat te geven barmhartigheid bewijzen.
Bericht zal gaarne ontvangen worden door
A, D. Littooij Az.
Zendings-Vereeniging Middelburg A. Gevonden
in de Kerkcollecte een pakje halve centen en
ontvangen van A. M. f2.37, zijnde de inhoud
van het busje.
De Penningmeester,
A. D. Littooij Az.