Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie vanDs. L. BOUMA en Ds. H V. LIMAN.
7e Jaargang.
Vrijdag 17 Juni 1910.
No 52.
UIT HET WOORD.
Met roede werking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
Drukker-OitgeYer
A. D. LITTOOIJ
Az
PRIJS DER ADYERTEMTIEN
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
MIDDELBURG.
van 15 regels 80 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
DE HEERE REGEERT.
De Heere regeert, Hij is met hoog
heid bekleed. De Heere is hekleed
met sterkte, Hij heeft zich omgord
ook is de wereld bevestigd, zij zal
niet wankelen.
Ps. 93 1.
De Heere regeert. Hoe plechtig luidt deze
verklaring, vooral indien ge bedenkt, dat zij
kwam uit den mond van een psalmist, die
eeuwen vóór Christus komst in het vleescli
leefde. Alle volken zagen op naar liet heir
des hemels, meenende, dat zon, maan en sterren
een overweldigenden invloed uitoefenden op
het lot der menschenkinderen, of zij Jetten op
de krachten welke zich openbaarden in den
stormwind en den hagel, in het vuur en in
het water, wanende, dat ons geslacht daarvan
afhankelijk was. Heel de natuur stond voor
hen, als een macht, welke vaak naar willekeur
allerlei ellende bracht over de stervelingen.
Vrees voor haar vervulde het hart en maakte
het leven dienstbaar. Slechts één klein volk
was er, dat de oude overleveringen in eere hield
en dat leefde bij het Woord, 't welk de Heere
geopenbaard had. Tot dit volk behoorde ook
de zanger, die den stouten moed had om uit
te roepende Heere regeert.
Hij zag niet allereerst naar de natuur, hij
lette niet allereerst op de sterren, maar hij
richtte zijn oog hooger dan de zichtbare he
melen en hij geloofde, dat boven die zichtbare
wereld een onzichtbare was en in die laatste
stond de troon, welke rustte op recht en ge
rechtigheid, en op die troon zetelde Jehovah,
die is, die was en die wezen zal, in wiens han
den de schepter lag. Hij was de Koning
Israels, Hij alleen. Wel was er ook bij dit
volk een zichtbare troon en een zichtbare
Koning, maar die troon en die Koning waren
slechts afbeeldingen van de eenige heerschappij
en van den waren Koning, aan Wien het gansche
volk onderdanigheid verschuldigd was.
Doch hij bedoelde met deze uitdrukking nog
iets meer. De Heere regeert niet slechts over
Kanaan, maar ook over de amliggende landen,
waar Zijn Naam onbekend was. Ja, Hij re
geert oAer alle landen en alle volken, over de
planten, de dieren en de menschen, zelfs over
alle schepselen, welke zich boven of onder de
aarde bevinden. Er is geen plek, welke buiten
de grenzen van Zijn gebied ligt, er is geen
creatuur, dat zich aan Zijn heerschappij ont
trekken kan. Hij regeert in den hemel, op de
aarde en in de afgronden. Hij is de Koning
der Koningen, de Heeren der heeren. Hij leidt
alle dingen naar den raad van Zijn wil. Wie
zou Zijn hand kunnen afslaan en tot Hem zeg
genWat doet Gij? Hij is in den hemel en
Hij doet op aarde al wat Hem behaagt.
De heerschappij, welke Hij heeft, rust dan
ook op de stevigste grondslagen.
Hij is met hoogheid bekleed, de Heere is be
kleed met sterkte, Hij heeft zich omgord. Hij staat
oneindig ver boven allen,die eenige macht hebben.
Alle de Koningen zijn bij Hem vergeleken
ijdeler dan de ijdelheid zelve. Hij alleen is
van zich zelf en al wat bestaat, heeft uit Hem
het aanzyns ontvangen. Gelijk Hij alle schep
selen door een daad van Zijn wil uit de vol
heid Zijner kracht heeft doen voortkomen, zoo
blijven zij ook alle van Hem afhankelijk, want
Hij draagt alle dingen door het woord Zijner
kracht. Zijns is de aarde en hare volheid, de
wereld en die daarin wonen, want Hij heeft ze
gegrond op de zeeën en heeft ze gevestigd op
de rivieren. Hem behoort het goud en het
zilver en het vee op duizend bergen. Menig
maal ontstond er twist onder de volken ovel
de vraag, of deze of gene Vorst wel recht had
op het bewind, maar dit is hier niet mogelijk.
Al d' aarde en alles wat zij geeft, met al wat
zich beweegt en leeft, zijn 't. wettig eigendom
des Heeren. Een engel en een mensch mogen
weigeren zich aan Zijn wil te onderwerpen en
doen wat goed is in hun eigen oogen, maar
nooit zal het gelukken de grondslagen van Zijn
recht op de regeering aan 't wankelen te
brengen.
Welk een geruststelling geeft deze waarheid
aan het geloovig hart. Deze regeering kan nooit
anders dan wijs, heilig en goed zijn. Wij zien
dit niet altoos. Ons kan het zelfs toelijken, dat
er groote verwarring heerscht. Er zijn uren in
de geschiedenis dezer regeering geweest, waarin
de godvruchtige in angstigen twijfel geraakten
en uitriepen Zou God Zijn genade hebben ver
geten, zou Hij zich over Zijn beloften niet meer
bekommeren Hoe donker zal het menigmaal
voor Jozefs oog zijn geweest, toen hij maanden
achter elkander onschuldig in Egypte's gevan
genis heeft moeten zuchten. De droomen zijner
jeugd hadden hem met een blijde verwachting
voor de toekomst vervuld, en nu was er geen
hope meer. Maar later heeft hij begrepen, dat
de snoode trouweloosheid van zijn broeders,
dat de goddelooze aantijging van Potiphars
vrouw, dat de ondankbare vergeetachtigheid van
den Schenker dienstbaar gemaakt waren om
hem te brengen op de plaats van macht en
eere, welke hij tot aan zijn dood bekleeden
mocht. Hoe heeft hij zich toen over zijn onge
loof geschaamd en over de veelvuldige wijsheid
Gods verwonderdEn dit zal altijd het einde
van Godswegen zijn. Wij zijn zoo kortzichtig
en daarom zijn we zoo spoedig versaagd, maar
wie wachten kan op de uitkomsten der godde
lijke regeering zal steeds nieuwe stof tot blijd
schap ontvangen.
Ook is de wereld bevestigd. Zij zal niet wan
kelen. Gelijk er gevaren zijn, welke elk schepsel
bedreigen, zoo zijn er ook, die voor de wereld
zelve verderfelijk kunnen zijn. Wij werden er
onlangs nog aan herinnerd. De deskundigen
hebben uitgerekend, wat er gebeuren zou, in
dien er eens een botsing ontstond tusschen de
komeet, wier komst met zooveel spanning tege
moet gezien werd, en onze aarde. Zij voorzagen,
dat het planten-, het dieren- en het menschen-
leven geheel verwoest zou worden. Aan velen
sloeg de schrik reeds om 't hart, want dit is
het wonderlijke, als de mannen der wetenschap
spreken, staan de menschen gereed om te luis
teren en zijn zij genegen de woorden te geloo-
ven, terwijl zij geen acht geven op het onfeil
baar woord des Heeren, dat toch in eeuwigheid
blijft. Het is ons gebleken, dat de mensch met
al zijn berekeningen zich menigmaal vergist,
maar in zoover dient er op gelet, dat zij ons
in 't geheugen roepen de gevaren, welke de
gansche aarde bedreigen. Hiervoor het oog te
sluiten zou roekeloos zijn, te meer, wijl wij
weten, dat eens het oogenblik komt, waarin
deze wereld met al haar heerlijkheid voorbij
gegaan zal zijn. Doch leer nu met den dichter
ook verstaan, dat deze wereld niet een speelbal
is voor de elementen en alle krachten, welke
er in de groote schepping zijn. De Heer regeert,
Hij houdt deze wereld in Zijn hand, en zoolang
Hij haar houdt zal zij niet wankelen. Gelijk Hij
beslist over uw lot, zoo bepaalt Hij ook het
oogenblik, waarin deze wereld haar vastheid
zal verliezen.
Noodeloos zich laten verontrusten is verkeerd
en om die reden is het goed, als gij u zelf
vraagt, of gij de regeering Gods eerbiedigt.
Wij zijn redelijke menschen, eenmaal naar Zijn
beeld geschapen, opdat wij ons welbewust zou
den laten regeeren door Hem. Wij echter
wierpen Zijn teugels van ons en wij wilden
ons zelf regeeren. Van Zijn wil keerden we
ons af en wilden wandelen naar de lust van
ons eigen hart. Dit is u nog eigen, en het
is van belang om daarvan overtuigd te zijn.
Des menschen wil is ook zijn hemel, zegt men
weieens, maar liet moet u duidelijk zijn en
steeds duidelijker worden, dat uw wil niet
deugt dat hij bedorven en verkeerd is. Dan
komt er schaamte over uw wederspannigheid en
de bede rijst uit uw hart omhoog vereenig mijn
hart tot de vreeze Uws Naams. Gij ziet, dat
de wil des Heeren, geopenbaard in Zijn getui
genis, goed ook voor u is en het wordt steeds
meer de vurige begeerte 0111 u daarnaar te ge
dragen. Geloof, dai Hij alleen recht heeft om
u te regeeren en dat gij de duurste verplich
ting hebt om Zijn onderdaan te zijn. Elk ver
zet tegen Zijn woord is een beleeding voor Zijn
majesteit, welke voor u schadelijk moet zijn.
Al wat in u is, behoort vaardig tot Zijn dienst
te zijn, opdat gij moogt ondervinden dat Zijn
juk zacht en Zijn last licht is.
In dit geval kunt gij goedsmoeds voortgaan,
want Hij zal alle dingen voor u ten goede
leiden. Hij zelf zal u bevestigen, zoodat gij
niet wankelt. Bij alles wat er gebeurt, zult
gij dan tot uwe vertroosting kunnen zingen
De Heer regeert, de hoogste Majesteit
Bekleed met sterkt', omgord met heerlijkheid,
Bevestigt d'aard en houdt door Zijn hand
Dat schoon gebouw onwankelbaar is stand.
Bouma.
De uitslag
De verkiezing van leden voor de Prov. Sta
ten bracht ons een uitslag op Walcheren welke
ons tot blijdschap en erkentelijkheid nopen
mag. Bij de eerste stemming werden al onze
candidaten gekozen. Wij behielden de zetels,
welke wij innamen en wonnen zelfs één. Voor
de partijen van links is het een bittere pil, dat
de heer den Bouwmeester zijn plaats moest
ruimen.
Deze verkiezing heeft ons hier laten zien,
dat de liberale partijen verzwakken. Dit leiden
we niet af uit het feit, dat zij de nederlaag
leden, want er hangt bij een verkiezing voor
de Prov. Staten veel af van de personen, voor
welke geijverd wordt. En erg gelukkig in hun
keus waren onze politieke tegenstanders dit
maal niet. Maar wij hebben hierop liet oog,
dat er bij hen geen beginsel is, dat hen staalt,
dat hen ontgloeit en dat hen samenbindt. Zij
geraken van twee kanten ook op ons eiland
in 't gedrang. De socialisten doen aan de dooi
de vrijzinnigen gestelde candidaten vragen en
is het antwoord gunstig, dan helpen zij. Dit
was het geval bij de heeren Adriaanse en Pol
derdijk en daarom vonden deze steun bij hen.
Aan den heer den Bouwmeester hadden zij
geen vragen gedaan, want zij waren er van
overtuigd, dat deze hun niet ter» wille zou zijn.
Maar natuurlijk dit deed hem dan ook hun
stemmen missen. Zoo trachten zij de vrijzin
nigen hoe langer zoo meer naar zich toe te
trekken en hun invloed te vermeerderen. Er
staat echter tegenover, dat er ook velen onder
de liberalen zijn, die toenadering tot de socia
listen niet gaarne zien en die dan ook niet veel
warmte gevoelen om zich erg druk te maken
voor mannen, die het goed met de socialisten
vinden kunnen. Er was dan ook niet, wat be
zielde en daarom was hun strijd niet opgewekt.
Zij pogen alle man links te vereenigen, niaar
het echte cement ontbreekt.
De bevolking van onze dorpen hield zich ook
ditmaal kranig. De Middelburgsche Courant
heeft al wat tegen die onkundige landbou
wers ingebracht, omdat zy niet aan haar lei
band wilden loopen. Wel moet het christendom
hier diepe wortelen hebben geschoten, want
de revolutie van het laatst der achttiende eeuw
is over ons eiland gegaan zonder op 't platte
land ingang gevonden te hebben. Van verschil
lende kant heeft men soms veel op de bewoners
der dorpen aan te merken, maar dit komt, om
dat velen geen goeden maatstaf hebben. Zij
gaan onze landbouwers vergelijken met die van
Zuid- en Noord-Beveland of uit andere streken
uit ons vaderland, maar hier gaat zulk een
vergelijking naar alle kanten mank, omdat de
toestanden veel verschillen. Wie een bevolking
wil beoordeelen, moet op alles letten en zonder
nu in bijzonderheden te willen treden wijs ik
er thans enkel op, dat ons platteland een ijve
rige, zindelijke, spaarzame en bedachtzame be
volking heeft, die zich niet met allerlei wind van
leer laat meevoeren. Zij laat zich niet dadelyk ver
blinden door wat soms goud schijnt te zijn
en dit noem ik een deugd en vandaar is het
te verklaren, dat zy over 't algemeen trouw
blijft aan de oude christelijke traditie en levens
wijze. Op haar kunnen dan ook de christelijke
partijen rekenen.
Ook de coalitie wordt hier sterker. Kerke
lijke gevoeligheden doen nog altijd kwaad, want
als die er niet waren, konden de linksche par
tijen wel afzien van elke overwinning, maar
wij gaan niet achteruit. Dat de heer S. Lou-
werse de vorige keer niet verkozen is, lag voor
het grootste deel hieraan. Doch ditmaal is deze
fout hersteld en dit heeft ons goed gedaan.
Ik weet zeer goed, dat niemand de kiezers in
zijn hand heeft en daarom is het verkeerd harde
verwijten te doen aan een bepaalde party of
aan een zekeren groep, maar ik weet ook, dat
er tegen deze dingen wel wat te doen is, als
de rechte personen er zich maar voor geven
en het verkeerde daarvan duidelijk aantoonen.
Wij hebben over 't geheel niet te klagen en het
is veel waard, dat dit zoo blijve, waaraan we
inzonderheid na deze verkiezing niet twyfelen.
De invloed van onze beginselen is in Vlis-
singen wassende en heeft in de laatste jaren
ons telkens verrast. Wij hebben daar kloeke
mannen, uitnemende organisaties en een har
telijke samenwerking. In Middelburg wordt de
toestand niet ongunstiger. Het wil mij voor
komen, dat we iets winnen. Daarom zal het te
meer zaak zijn, dat we ons meer innerlyk sterk
maken. De wind waait nu eenmaal uit een
rechtschen hoek en het is goed, dat men deze
gunstige gelegenheid niet verwaarloost.
De politiek is een ja vul zelf maar in
want de een wil het nog krasser uitdrukken
dan den ander maar veel goeds vertelt men
er van niet. Doch wat zij ook wezen moge voor
dezen of genen, voor den belyder van Jezus'
Naam mag zij niets anders zyn dan een mid
del tot uitbreiding en versterking van de in
vloed des Evangelies op ons volksleven en in
onze wetgeving. Om die reden zijn we dan ook
erkentelijk, als we zien, dat mannen gekozen
worden, die het recht van onzen hooggeloofden
Koning ook op de publieke erve erkennen
willen. Bouma.
UIT HET LEVIflN.
Geven en eisclien.
Het is een opmerkelijk verschijnsel in het leven,
dat menschen, die het minst zichzelf geven, ge
woonlijk het meest van anderen eisclien. Dit
verschynsel is al vele eeuwen oud. Minstens
negentien eeuwen. Jezus zeide van de Farizeërs
ze leggen den menschen lasten op, zwaar om
te dragen, maar zelf roeren zy deze lasten met
den vinger niet aan. Zulke menschen heeft men
nog. Ook op maatschappelijk gebied. Ge hebt
ze onder de patroons, en ge hebt ze onder het
werkvolk. Ge hebt ze onder de huisvrouwen,