MATTHEW HENRY? B. E. FERDINANDUS, Bij Boekh. Fanoy, KENT U DE HET NIEUWE TESTAMENT MIL BIII1I Onze kennis Kerk en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. BOEKBEOORDEELING. Diaconaal Correspondentieblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland, De Rotssteen wiens werk volkomen is. Coëdncatie door P. A. Versluijs, Directeur Herv. Kweekschool te Amsterdam. Uit gever J. M. BrediSe te Rotterdam. Advertentiën. 50 afleveringen van ROcent, VLA8MARKT, MIDDELBURG, verstrekt alle Inlichtingen voor vertrek naar de Vereenlgde Staten en andere landen. KASTPAPIER. KASTRANDEN. HUWEL1JKSKAARTEN. ondervinden, nu Jehova in Mozes moet teeke nen doen ten bewijze dat een godheid hem ge zonden heeft. Zijn eerste wonderteekenen zijn zijne credentialen, zijne geloofsbrieven, dat hij afgezant is van Israels God. En Farao wordt overtuigd ^dat'eene godheid tegen hem strijdt; hij laat de priesters komen opdat Egypte's goden strijden tegen Israels God. Jannes en Jambres komen en 1'zij aarzelen niet de toegeworpen handschoen op te nemen. Zij staan Mozes tegen met al de machten van verborgen natuurkrach ten en de hulpe der duisternis. Wat Mozes deed, deden zij ook, en de Egyp tische toovenaars deden ook alzoo met hunne bezweringen, want een iegelijk wierp zijne staf neder en zij werden tot draken. Ook bij de plaag des bloeds en der vorschen gelukt het den priesters Gods gerichten na te maken. Hoe konden dat de priesters Meermalen heb ik een antwoord hooren geven alsof het enkel bedrog was en handigheid. Ook heden ten dage zijn er verschijnselen, die men wel gaarne misleiding noemt. Dit nu is wel een gemakkelijke verklaring, maar be vredigt toch niet. Daar is inderdaad veel handigheid en ge zichtsbedrog, waaraan de jongens bij straat goochelaars zich vergapen, en nog heden ten dage bij de zoogenaamde Egyptische toovenaars gezien kan worden. Een dichter laat zijn held mijmerend zeggen Er zijn meer dingen tussehen aarde en hemel dan waarvan uwe sehoolsche wijsheid droomt. Daar zijn onbegrepen natuurkrachten, daar zijn naar het Woord der Schrift geestelijke boos heden in de lucht. Onbegrepen natuurkrachten. Alle eeuwen waren er die. Men vond ze niet, en gevonden begreep men ze niet. De natuur was en is nog vol raadselen. Wat zou men voor eeuwen ver schrikt ter aarde gevallen zyn als men ons met stoom of eleetriciteit zag voortijlen, of hangend aan een ballon, hemelhoog stijgen of met vaste hand koers zettend door de lucht, of klepperend als vogels zwevend hoog boven de aarde en de zee waarin men tegelijkertijd wegduikelt onder 't water met booten, die straks weer op den zeespiegel drijven. Wij deelen onze gedachten elkander mee langs draden en zonder draden, wy bewaren onze stem. Wij doen tal van dingen waarvan onze vaderen geen flauw denkbeeld hadden. O, wat is God als Schepper groot. Al die millioenen menschen hebben eeuwen gezocht, de rijkdom der natuur, en dien nog lang niet gevonden ten volle. Wie weet wat deze eeuw ons nog brengt Wat zijn er nog veel onverklaarde krachten in de natuur die onbegrepen aangewend wor den. Magnetisme, somnabulisme en zoo vele geheimzinnige verschijnselen doen vele men schen aan tooveren denken. Met behulp van al deze krachten kan veel tot stand gebracht worden wat op den menseh een verbasterenden indruk maakt. En al is alles hiermede niet verklaard, daar zyn ook geeste lijke boosheden in de lucht. Wat Satan vermag en waartoe hij menschen in staatstelt, is niet nauwkeurig af te bakenen. Wat3 hij vooral op bygeloovige menschen kan uitwerken, is niet te zeggen. Ook de wonderen van den antichrist zjjn vele, en zij zullen naar de profetie van de Openbaring meerder worden. Voor mij is de strijd daar in Egypte een strijd van God met de macht der zonde in Fa rao's hart, door de toovenaars met behulp van natuurkrachten en die van Satan ten toon ge steld. God buigt zich in Zijne onbegrijpelijke goed heid zoover tot den mensch neder dat hij ten behoeve van zijn volk intreden wil in twistge ding met Egypte. Hij werpt ze niet in een oogenblik ter neder. Hij laat toe dat Egypte's toovenaars Hem na doen. Maar Hij vermeerdert de wonderen, Hij verklaart ze. Deze gezichten sluiten zich wel aan de inheemsche landplagen aan, maar hun herkomst verraden ze in de snelle opeenvolging, en doordien zy op Mozes' woord komen en op Mozes' voorbede weer verdwijnen. Ze worden al zwaarder. Eerst komen ze na waarschuwing, dan zonder aankondiging. Heel spoedig moeten Jan nes en Jambres hun onmacht erkennen. Hun doen zinkt in het niet. God alleen is groot. Maar in stee van zich te buigen voor den Al- machtigen, verharden zy het hart. Zoo gaat hun tijd voorbij. Farao is overgegeven. Straks wordt de zee zijn graf. En aan de boorden van de Scheltzee zingt het bevrijde volk zijn verlos singslied van dien God die alleen groot is. In de dagen van 't N. T. zien wij de wonde ren van den H. Geest, en Simon Magu3 die een tijdlang de wonderen van den anti-christ verricht, moet het afleggen. Zoo blijft het een worsteling alle eeuwen door, op elk gebied met alle machten. Wie zal zeggen wat de volgende eeuwen te zien geven Doch ten laatste zal er een einde komen aan die worsteling. Alle mach ten zullen ten neder geworpen worden. De God der wonderen zal triumpheeren. En op de glazen zee voor den troon zal het bevrijde volk zingen over^eene ondergaande wereld en indragen al de heerlijkheid van de cultuur in het Jeruzalem, opdat alles wat liefelijk is en welluidt, in de eeuwige stad gehoord wordt. In dien dag zal niemand groot zjjn dan God alleen. H. Meulink. L: »Welk een zegen is het veel kennis te be zitten," zeide iemand tot een man, die reeds oud en grijs was. „Kennis is eene voortreffelijke zaak," ging hy voort, „my'ne knapen weten nu meer op 6 en 7-jarigen leeftijd, dan ik toen ik 12 jaren oud was. Zy kunnen allerlei boe ken lezen en weten over elk onderwerp mee te spreken. De wereld is tegenwoordig veel wijzer dan voorheen. Iedereen weet van alles, althans iets te zeggen. Vindt gy ook niet, mijn heer dat kennis eene voortreffelijke zaak is „Wel, mynheer," antwoordde de oude ernstig, „dat hangt geheel af van het gebruik, dat er van gemaakt wordt. Kennis kan, of een zegen, öf een vloek worden. Zy is blootelyk eene ver meerdering van vermogen en macht kan zoo wel eene goede als eene kwade zaak zyn." „Dat versta ik niet. Hoe kan vermogen eene kwade zaak zyn „Ik zal het u zeggen," sprak de oude. Zoo lang de macht van een paard onder bedwang is, is het beest bruikbaar tot het dragen van lasten, het trekken van voertuigen, en het ver voeren van zyn berijdermaar wanneer zyn macht onbeteugeld is, breekt het zyn gebit, trapt het tegen den wagen en werpt zyn be rijder in het zand." „Dat is waar." „Wanneer het water in eene rivier behoorlijk ingedijkt is, kan het rondliggende akkers vrucht baar maken maar wanneer het de dijken door breekt, sleept het alles weg, brengt dood en verderf, en verwoest de vruchtbaarheid van den grond." „Dat is waar." „Wanneer een schip goed gestuurd wordt, zal het, hoe meer zeilen men bijzet, des te spoe diger de haven bereikenmaar indien men verkeerd stuurt, zal het tegenovergestelde plaats vinden." „Dat is ook waar." „Welnu, als gij dat alles waar vindt, dan hoop ik, dat gij zult erkennen, dat kennis, om een goede zaak te zyn, behoorlijk moet aan gewend worden. De genade Gods in het hart zal kennis in het hoofd tot eene zegening makenmaar an ders zou zy voor ons wel eens niets anders dan een vloek kunnen zyn." Lezer, zal uwe kennis u een zegen dan wel een vloek zyn (De Bode.) D(onner.) TWEETAL te Oosterbeek ds. F. W. Sluyter te Maassluis ds. R. Smeding te IJselmonde. BEROEPEN te Tilburg: ds. J. de Vries te Nieuwveen; te Coevorden ds. J. Koppe te Bunschoten te Eindhoven ds. J. J. Westerbeek van Eerten te Kampen te Achlura: ds. G. J. D. Aalders te Wolfaartsdyk. AANGENOMEN naar TzumCand. H. Popma te Appingedam. De Kerkeraad der Geref. Kerk te Veere maakt langs dezen weg aan de zusterkerken bekend, dat het D V. 8 Mei a. s. 40 jaar zal geleden zyn, dat hier onder leiding van de D.D. A. Littooy en M. Keulemans eene zelfstandige Kerk werd gesticht. Aan den avond van dien dag ten 6 ure zal dat feit in dank aan God worden herdacht. Kerkeraden, die wenschen tegenwoor dig te zyn, gelieven dat bytyds te melden. Namens den Kerkeraad voornoemd, A. Scheele, Praeses. J. Maas, Scriba. De vergadering der Classis Axel zal D. V. gehouden worden op Donderdag 26 Mei te Sehoondyke. Stukken voor het agendum in te zenden vóór 11 Mei by den eerstondergeteekende. Namens de roepende kerk van Aïxel B Ds. Chr. Bruins, Praeses. H. van Luuk, Scriba. Axel, 28 April 1910. Wolphaartsdyjk. Zondag 24 April werd de gemeente bekend gemaakt, dat onze Eerw. Leeraar Ds, G. J. D. Aalders een beroep had ontvangen van de Geref. kerk te Achlum. Dat de Koning der kerk Zijnen dienstknecht voorlichte met Zynen Geest, opdat hy in deze een Hem welgevallige keuze moge doen. Namens den Kerkeraad A. Nagelkerke, Scriba. Yerseke26 April 1910. Het bericht als zou Ds. Akkerhuis, beroepen predikant te Yerseke, 5 Juni o. s. intrede doen, en als bevestiger optreden Ds. Visser te Rotterdam, is geheel voorbarig. Het eerste is slechts nog maar ver moedelijk, van het tweede is by den Kerkeraad niets bekend. Namens den Kerkeraad alhier: A. M. Steketee, Scriba. Van Goor. Het Geloof der Vaderen. Afl. 15 Firma Jan Haan. Groningen. Deze aankondiging strekt by vernieuwing tot aanbeveling. Goede Zondags-lectuur. C. M. Dekker. Schetsen nit de Strafgevan genis. D. A. Daamen. Den Haag. Wat heb ik, en wat hebben velen met my, dit boekje met genot gelezen. O neen, de schry- ver verhaalt geen ijselyke dingen. Hy is zeer sober. Maar uit deze schetsen spreekt liefde tot het ellendige, erbarming met het verlorene, ontferming over het gevallene. Daarbij vertelt de schrijver zeer onderhoudend. Het zyn schet sen naar het leven. Geen opgesmukte bekee- ringsgeschiedenissen. We bevelen dit boekje gaarne aan. Het strekt de nagedachtenis van den inmiddels gestorven auteur tot eere. Zy het voor velen ten zegen. Mogen we in onze gebeden ook den gevangenen gedenken ook den arbeid onder de gevangenen. En beware de Heere ons en onze kinderen voor afglijden op wegen van zonde, die in de gevangenis ein digen, indien ook maar in de gevangenis. De uitgever zorgde voor een goed uiterlijk en een lagen prys. Voor 90 ct. ontvangt men een boek van ruim 200 bladzijden, met portret van den schrijver en een voorstelling van een godsdienst oefening in de gevangenis. Laman. onder redactie van ds. J. C. de Moor te 's Gravenhage en Mr. R. van Maare te Arnhem. Uitgever J. H. Kok, Kampen. Het is reeds de achtste jaargang. De inhoud van het laatste nummer is weer belangrijk. Het eerste stuk is: Armenwet. Dan artikel 20, 21 der armenwet en dubbele bedeeling van M. Bouwman. VervolgensArmenraad R. v. M De Nederl. Herv. Kerk en het vraagstuk der armenverzorging v. B. 0. en andere artikelen. Allereerst voor onze diakenen is dit Blad van belang, maar ook voor allen, die van deze zaak het gewicht beseffen. Wie op de hoogte wil blijven met de moeilijkheden, welke aan armenzorg verbonden zyn en met de middelen, aangewend om ze weg te nemen, leze dit Blad. Vooral thans is veler aandacht er op gevestigd, nu de Regeering een wetsvoorstel in betrek king tot deze materie ingediend heeft. Wy kun nen vertrouwen dat de nieuwe uitgever zorgen zal voor een flinke uitgave. Afscheids-predicatie gehouden te Rot terdam in de N. Westerkerk op den 5en April 1910 door P. A. E. Sillevis Smitt, v. d. m. Uitgave van J. C. Groenewegen, Rotterdam. Deze afscheidspredikatie is waardig. Zy is wars van allen ydelen vorm en eveneens van alle valsche nederigheid. Zy is degelijk, want zy ontsluit ons den rijkdom van dezen schoonen text. Zij is stichtelijk in den goeden zin, want zy doet ons de heerlijkheid Gods zien. Velen zullen haar,met..aandoening lezen en trouw bewaren. Zy verdient het ook. Een boekje van ruim vijftig bladzijden. Hoe wel het klein is, staat er veel in. Het begint met een kort overzicht te geven, hoe het in vorige eeuwen en in verschillende landen was. Vervolgens toont het aan, hoe het gekomen is, dat vele scholen voor de beide geslachten open gegaan 'zyn. Eindelijk wyst het op de voor- deelen, welke aan de gemengde scholen ver- bondendzyn. Die voordeelen zyn vele en belangrijke. De bezwaren echter welke er tegen ingebracht zyn, verzwijgt hij niet. Hy noemt ze en poogt ze weg te ruimen. Aan het slot zegt hy„Hoe ik zelf over coëducatie denk zal u duidelijk wezen. Toch ontveins ik me niet de ernstige bezwaren daar aan verbondentoch verbeeld ik my niet, elke bedenking voldoende te hebben weerlegd. De coëducatie in engeren zin genomen is nog betrekkelijk jong. De nieuwe wereld be schikt wel is waar over meer gegevens dan de oude. Toch moeten ook daar nieuwe ervaring en voortgezette studie de geslachten nieuwe stof aan het paedagogisch denken geven. Gaan we dan voort naar hare stem te luisteren met de noodige zelfverloochening, de bewijsgronden te overwegen met voldoende nuchterheid, opdat we er in slagen van de groote onbekende tel kens meer waarden op te sporen. Dan zal kennis voor ons nog iets anders blijken te zyn dan troostelooze herleiding lot het onkenbaredan zal ze ons onschatbare diensten bewijzen by de praktijk van ons onderwijs, dan zal ze ons in staat stellen tot grooter zegen te zyn voor de beide geslachten, voor zoover, die aan onze leiding worden toevertrouwd. Wie van dit vraagstuk iets weten wil, leze dit werkje en hy zal den arbeid er aan be steed waardeeren. Bouma. Gewone Vergadering van den Ring „Mid delburg" D. V. op Vrijdag 13 Mei a. s. in het Militair Tehuis te Middelburg. Agendum 1. Opening. 2. Notulen. 3. Behandeling van „Het Gebed", door Ar- nemuiden. 4. Behandeling van De Statistiek van 't Jaar boekje" door Vlissingen. 5. Rondvraag. 6. Sluiting. De Secretaris, S. S. Bouma. De Jongelings-Vereeniging op Geref. grond slag „Herman Faukeel" te Middelburg, ver gadert iederen Zondagavond te 81/* uur in de Consistoriekamer der Gasthuiskerk aldaar. Geref. jongelingen boven de 15 jaar zyn allen hartelijk welkom. Heden verblijdde ons de Heere met de voor spoedige geboorte van een welgeschapen Zoon. Ds. J. D. WIELENGA. G. WIELENGA-Visser. Middelburg, 22 April '10. De ondergeteekende betuigt namens de fa milie haren hartelyken dank voor de deelneming ondervonden tijdens de ziekte en het overlijden van haren geliefden broeder, behuwdbroeder en Oom JACOB DE VISSER. Uit aller naam, Wed. A. DE VISSER- db Visser. Vrouwepolder, April 1910. VAN Verzuim anders niet langer er kennis mede te maken, maar vraag bij uw Boekhandelaar of bij den Uitgever J. H. IiOK te Kampen, de le aflev. ter inzage, en zonder twijfel zal de be geerte in uw hart ontwaken, om ook eigenaar te worden van dit niet genoeg te loven werk. Gij kunt uw geld nooit beter besteden dan door DIT boekwerk te koopen. is compleet in en dan ontvangt ge bovendien de drie fraaie Stempelbanden nog gratis. Voor slecht» ÏO cent per week legt gy U een schat op voor uw gansche leven. nZyj is in volledigheid, in duidelijkheid in vertolking der Schrift als het Woord Gods en in hare toepassing op het leven, door geen der latere, populaire Bijbelver klaringen overtroffen geworden (Dr. H. Bavinck.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1910 | | pagina 3