Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie vanOs. L. BGUMA en Os. H. W. LAMAR.
Te Jaargang.
Vrijdag 29 April 1910.
No 45.
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
Drnkker-Uitgever
A. D. LITTOOIJ Az
PRIJS DER AD VERTENTIEN
L. S.
KERK, BELIJDENIS, ZENDINB.
Sonnevanck.
Kerkgaan van Militairen.
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
MIDDELBURG.
van 15 regels 80 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Op de vergadering van de Pers-vereeniging
„Zeeuwsch Kerkblad" werd geklaagd, dat de
Kerkberichten niet altijd juist waren en ge
vraagd of er geen middel was om daarin ver
betering te brengen. Over de oorzaken van de
klacht kunnen we gevoegelijk het zwijgen be
waren, want waartoe zou spreken dienen, maar
wel doen wij een beroep op al de Kerkeraden
om ons bij het streven naar een meer juiste
opgave te steunen. Wij wenschen het aan de
Kerkeraden gemakkelijk te maken om ons daarin
ter wille te zijn. Onze drukker-uitgever heeft
aan alle Kerkeraden kennis gegeven en tevens
briefkaarten verzonden, waarop zy met enkele
woorden melden kunnen, hoe de diensten bij
hen zijn geregeld. Het is een kleine moeite,
wanneer er afwijking van den regel voorkomt,
dit even te berichten. Wij koesteren de ver
wachting, dat alle Kerkeraden ons ter wille
zullen zijn.
Voorts werd er besloten, dat als c^e Kerke
raden geen berieht zenden, er achter den naam
zou ingevuld worden geen opgave ontvangen,
omdat sommige leden van zulke Kerken dit
liefst wilden.
Over 't algemeen hebben de meeste Kerke
raden tot dusver ons trouw op de hoogte ge
houden, waarvoor wij hun vriendelijk dank
betuigen. Db Redactie.
DE VERSCHIJNING VAN JEZUS AAN
PAULUS.
En ten laatste van allen is hij ook
van mij, als van een ontijdig geborene,
gezien. 1 Cor. XV 8.
I.
Voorts Broeders ik maak u bekend het Evan
gelie, dat ik u verkondigd heb, 't welk gij ook
aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat,
door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gy
het behoudt op zoodanige wijze, als ik het u
verkondigd hebtenzij dan dat gij te vergeefs
geloofd hebt.
Dit is het treffende begin van het lange
hoofdstuk,1 waarin de Apostel handelt over de
zekerheid, den aard en de vruchten der opstan
ding. Er waren in Corinthe mannen, die de
gemeente afvoeren wilden van den weg, waarop
zij door genade hare voeten gezet had en het
was derhalve noodig, dat zij vermaand werd
om niet prijs te geven, wat zij eenmaal deel
achtig geworden was. Opmerkelijk mag het
heeten, welk een waarde de Apostel hechtte
aan enkele gebeurtenissen, want er volgt, dat
hij hun ten eerste overgegeven had, wat hij
zelf ontvangen had en als gij nu weten wilt,
wat dit is, dan zegt hy, dat Christus gestorven
is voorde zonden naar de Schriften en dat Hy
is begraven en dat Hy is opgewekt ten derde
dage naar de Schriften. Drie feiten zyn het,
waarop hy de aandacht vestigt en waarop hy
al den nadruk laat vallen. Menigeen mag dit
wel ter harte nemen, want hoe vaak heeft het
den schijn, dat het sterven, de begrafenis en
de opstanding van den Christus weinig betee-
kenen. Het is zoo lang reeds geleden en wij
hebben het bovendien reeds als kinderen ge
hoord. Er is een tyd geweest, dat vele belijders
zich uitsluitend bezig hielden met de wonden
van den dierbaren Heiland en er zich mede
trachten te vereenigen en nu moge er in dit
streven een ziekelijk bijmengsel geweest zyn,
toch verdient het de voorkeur boven de koele
onverschilligheid waarmede velen tengenover
deze alles zeggende en alles beslissende ge
beurtenissen staan. Een plant met Hem zyn
in de gelijkmaking van zyn dood, opdat we
ook een plant met Hein mogen zyn in de ge
lijkmaking van Z\jn opstanding, ziedaar het doel,
waarnaar elk belijder heeft te jagen.
Daarna begint de heilige Paulus aan tetoouen,
hoe zeker de opstanding is. Hy beroept zich
op hen, aan wie Jezus zich zelf veertig dagen
lang met vele gewisse kenteekenen vertoond
heeft. Deze allen kunnen getuigen, dat de
Christus waarlijk den dood en het graf heeft
overwonnen en dat Hy getriumpheerd heeft
over den Koning der verschrikking. Ook hy
zelf heeft den Christus gezien, voegt hy er aan
toe, zoodat hy ook getuigen mag, dat Jezus
dood geweest is, maar nu leeft tot in der
eeuwigheid. De opmerking is gemaakt, dat het
woord zien verschillend verklaard kan worden,
en dit is volkomen waar en om die reden is
het noodig, dat wy nagaan in welken zin het
bier genomen moet worden. Onder den ouden
dag is de Christus meermalen verschenen en
van hen, aan wie het te beurt viel, wordt ge
zegd, dat zy Hem gezien hebben.
Ook in het N. Testament lezen we, dat er
van zien op verschillende wijze sprake is Denk
maar aan wat Paulus zelf gebeurde. In den
stillen nacht, dien hy te Troas sleet, zag by
een Macedonischen man, die hem toeriep Kom
over en help ons. Wy verstaan echter dadelijk,
dat dit in een gezicht was, en wy zullen ons
wachten voor de meening, alsof daar nu wer
kelijk een man uit dat land zich vertoond heeft,
en dat de Apostel hem met zyn lichamelijke
oogen heeft aanschouwd. Zelfs wordt er ge
zegd Wy allen met ongedekt aangezicht de
heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aan
schouwende, worden haar hetzelfde beeld in
gedaante veranderd van heerlijkheid tot heer
lijkheid als van des Heeren Geest, en het is
duidelijk dat we daarbij moeten denken aan
de oogen, niet des lichaams, maar des geloofs.
Gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd
heeft, alzoo moet de Zoon des menschen ver
hoogd worden, opdat een iegelyk, die op Hem
ziet, niet verderve maar het eeuwige leven
hebbe. Wy behoeven geen voorbeelden meer
by te brengen om uit te laten komen, dat de
Schrift het woord „zien" in verschillende be-
teekenissen kent en gebruikt.
Hoe is het nu te verstaan, dat de Apostel
betuigtten laatste is Hy ook van my, als van
een ontijdig geborene, gezien. Hy spreekt hier
over hen, die Jezus na Zyn opstanding met
de oogen des lichaams gezien hebben. Dit is
zoo duidelijk, dat er geen twijfel over ontstaan
kan. Daarna is hy gezien van Jacobus, daarna
van al de Apostelen. En nu volgt er geheel in
denzelfdeu tranten ten laatste van allen is
Hy ook van my gezien. Hy moet het derhalve
in denzelfden zin gebruikt en bedoeld hebben
als van te voren. Anders zou hy opzettelijk
aanleiding tot misverstand gegeven hebben en
dit mogen wij niet veronderstellen. Het is bo
vendien hetzelfde woord, dat hy by herhaling
gebezigd heeft, en daarom moeten wy aanne
men, dat hy hier te kennen geeftEvenals
Petrus, Jacobus en de overige Apostelen, zoo
heb ik ook na hen Jezus gezien, dus met de
lichamelijke oogen.
Zoodra wy daarvan overtuigd zyn, ryst er
echter een vraag by ons op van dezen inhoud
Jezus was in den hemel en de Apostel op de
aarde en nu weten wy, dat de afstand van die
beide grooter is dan die van het Oosten naar
het Westen en hoe heeft hy Hem aan kunnen
zien. Wij gelooven niet, dat zy een juist ant
woord gegeven hebben, die het opgekomen be
zwaar trachten weg te nemen door te zeggen,
dat Jezus uit den hemel nedergekomen is tot
de aarde. Een dergelijke opvatting tornt naar
ons toelijkt aan de kracht van Petrus' woord,
dat de hemel Hem moet opnemen tot den tijd
toe, waarin alle dingen hersteld zullen worden.
Wy behoeven zoover niet te gaan om de ver
klaring. Zy ligt dichter by. My is gegeven
alle macht in den hemel en op de aarde, zoo
heeft Hy zelf gesproken en nadat Hy heenge
gaan is tot den Vader, is Hy met eere en heer
lijkheid gekroond. Zou het Hem dan te won
derlijk zyn, om te maken dat Saulus Hem zag
Gewisselyk niet. Hy kon de lucht verdunnen,
het oog van Saulus versterken, en bovenal Zyn
heerlijkheid doen uitstralen tot in de verst
gelegen oorden dezer aarde. Is Hij niet aan de
zon gelyk, die zich maar behoeft te vertoonen
en opeens kan elk oog haar zien. Van een be
zwaar, van een onoverkomelijk bezwaar is hier
sehyn noch schaduw te vinden.
Wanneer heeft Saulus den Christus op deze
wy'ze gezien Gij hebt zelf reeds het antwoord
gegeven. Onze kinderen kunnen het wel zeggen.
Alle onzekerheid is hier ten eenenmale uitge
sloten. Zoo heeft Paulus slechts eenmaal gezien
en wel op den weg naar Damascus. De ge
schiedenis is bekend. Saul, blazende dreiging
en moord tegen de volgelingen van den Na-
zarener, voorzien van brieven, die hem volmacht
gaven om te handelen zooals hy het verkoos,
was voornemens om in de hoofdstad van Syrië
de kleine kudde van Jezus' schapen te over
vallen en te verwoesten. Aan het hoofd van
mannen, die zyn gezindheid deelden en zyn
ijver bewonderden was hy reeds het doel van
zyn tocht naby en hy verheugde er zich in,
dat hy ook nu weer toonen kon, hoe er ge
handeld moest worden met hen, die een schande
voor Israël waren. Doch opeens verscheen hem
een licht, dat het schijnsel der zon deen tanen
en hy hoorde een stem Saul, Saul, wat ver
volgt gy My Nu kunnen zyn voeten hem niet
meer dragen en de held ligt reeds ter aarde.
Uit zyn beklemden borst scheurt zich nog de
vraag losWie zyt gy Heere en het verplet
terend antwoord isIk ben Jezus, dien gy
vervolgt. Het zal u hard wezen de verzenen
tegen de prikkelen te slaan. De vyand is ver
slagen en geheel overwonnen. DemanmetzyD
ongekende wilskracht, die zyn eigen weg had
bewandeld, mesnende Gode een dienst te doen,
verloochent zich zelf en vraagt: Wat wilt gy
Heere, dat ik doen zal. Tot dusver was hij in
de macht van zyn vijandschap tegen de ge
meente van den Christus, voortaan zal hy al
zyn gaven en krachten wijden aan de verheer
lijking van den eenigen Naam, die onder den
hemel gegeven is, door welken wy zalig wor
den kunnen. Welk een groote, welk een zalige
verandering! De vyand is een vriend, de wolf
een lam geworden. Wie bewondert hier de
macht van Christus niet, die spreekt en het is
er, en die den felsten tegenstander in zyn
woeden stuit; wie roemt niet de wijsheid,
welke ons hier tegenblinkt, waardoor Hy dezen
Tarser voor altijd aan zich en Zijne zaak ver
bindt; wie verheft hier niet de onnaspeurlijke
genade, welke zich verheerlijkt in de bekeering
van dezen, die zich de grootste der zondaren
noemt.
Hoe klein worden alle vyanden in ons oog
by het licht dezer gebeurtenis, hoe ijdel alle
aanslagen, welke bedacht worden tegen de uit
breiding van Christus rijk. Geen onrust ver-
vuile u, als gy ziet op de vele machten, er op
uit om de doorwerking van het Koninkrijk der
hemelen te verhinderengeen vrees overvalle u,
als gy denkt aan de menigte, welke zich op
maakt om u uit de hand van dezen Christus
te rukken. Ken slechts ééne zorg, dat gij u
aan dezen Leidsman houdt, dat gy uwen eigen
wil verzaakt en in oprechtheid vraagt, wat Hy
wil, dat gy doen zult.
Een volgend maal vinden wy naar we hopen
gelegenheid om het gewicht dezer verschijning
duidelijker in 't licht te stellen.
Bouma.
De naam is reeds bekend. Vooral in onze
kriDgen weet byua ieder, dat het Sanatorium
voor Tuberculoselijders te Harderwijk dezen
naam draagt. In ons vaderland zijn er zoovelen
helaas, wi?r leven door deze krankte bedreigd
wordt en daarom mogen wy het als een wel
daad achten, dat er veel gedaan wordt om haar
te bestrijden. Ook de belijders van Jezus' Naam
hebben zich opgemaakt om te doen wat zy
kunnen, en zoo verrees by Harderwijk in een
gezonde streek een toevluchtsoord, waarheen
deze kranken zich wenden kunnen om herstel
ling te zoeken. Die arbeid werd aanvankelijk
gezegend. Daarvan maakt het vijfde jaarverslag
melding. Onderscheidene gingen genezen huis
waarts. By anderen was de toestand veel ver
beterd. Niet allen echter vonden wat zy zoch
ten. Het is toch een vyand, welks zich niet
gemakkelijk op de vlucht laat dryven.
Financieel ging de stichting vooruit. Aan
contributiën werd ruim 700 gulden meer ont
vangen. De inkomsten van het suppletiefonds
klommen van 235 tot 1075.65 gulden. Ook werd
er veel linnengoed gezonden.
De vereeniging, welke dezen arbeid ter hand
nam, kan gemoedigd voortgaan in 't vertrou
wen, dat steeds meerderen bereid zullen zyn
haar te steunen en bovenal, dat de eenige
heelmeester Israels ook dezen arbeid der liefde
in Zyn Naam bewezen, niet vergeten zal.
In de Amsterdamsche Kerkbode van 24 April
1.1. lazen wy het volgende
„Het komt den Minister van Oorlog wen-
schelyk voor, tegemoet te komen aan het ver
langen van vele ouders met betrekking tot het
kerkgaan op Zon- en feestdagen van hun min
derjarige zoons, die in militairen dienst zyn.
Dientengevolge heeft de minister bepaald,
dat indien door hen, die de ouderlijke macht of
voogdy uitoefenen, by het indienst-treden van
hun minderjarige zoons of pupillen, het ver
langen wordt te kennen gegeven, dat deze
geregeld de godsdienstoefeningen hunner ge
zindte op de hiervoren bedoelde dagen bywo-
nen, die minderjarigen, voor zoover de belan
gen van den dienst zulks toelaten, onder ge
leide van den oudste in anciënniteit of rang
daarheen zullen te brengen zyn.
Dit bericht deed ons goed.
Moge het door Christen-ouders ter harte
genomen worden".
Ook ons deed dit bericht goed. Het is een
bewys, dat onze regeering het aan de ouders
gemakkelijk wil maken, dat hun zoons tijdens
hun dienst de kerk bezoeken. Dit waardeeren
wjj. Het is weer een schrede op den goeden
weg. Op die wyze verminderen de bezwaren
welke christen-ouders tegen het kazerneleven
hebben.
Zal deze goede bepaling nu echter voor de
praktijk vruchten dragen, dan moeten de ouders
ook het hunne doen. Het is een geringe moeite.
Doch er heerscht ook nog in onze kringen te
veel laksheid. Uit eigen ondervinding weten
we, dat er ouders zyn, die het hunne doen om
hun zoons naar de kerk en de catechisatie te
krygen, maar er zyn er ook helaas, die niet
het kleinste middel gebruiken. En gelyk het