Algemeene Vergadering
Scholen üeBreojraclden Gravenstraat.
KERKBOEKEN en BIJBELS
Aangifte van Leerlingen
R M.SMITS, Dam-Kortedelft G28,
Toor Zwakken van Kracht
JE. SCHEPS, Arts.
Homoeopatiscb Geneesheer.
Maar een vrouw.
Halfweg.
Geeft liet om niet.
Kerk en Schoolnieuws.
Verantwoording van Liefdegaven.
Adverteiitlën.
YEREENIGING VOOR GER. ONDERWIJS
TE MIDDELBURG.
WOENSDAG 30 MAART,
's avonds 8 uur in het Militair Tehuis.
Het Evangelie moet aan den tijd aanpassen en
evenzoo de prediking. Verklaring van het
Woord is minder noodzakelijk. Ontleen aan de
Schrift, ontleen aan een tekst een gedachte, en
werk die gedachte uit en ge zult met vrucht
prediken. Wie in Duitschland eens of meer
malen een prediking bijwoonde, heeft bemerkt,
dat de prediker zijn tekst doorgaans alleen
voorleest en hem dan laat liggen. Hij spreekt
slechts over enkele gedachten, aan zijn tekst
ontleend.
Zoo is het tegenwoordig bij vele predikers
in de Herv. kerk. De Schrift verklaren doen
zij niet. Ze kiezen een mooi klinkenden tekst,
een motto en steken dan van wal. Nu zijn er
altoos menschen, die dit mooi vinden. Zulk
een mottopreek getuigt van vinding en als de
prediker dan een man van het woord is, dan
zegt menzoo hoort men het toch maar zelden.
We zouden hier teksten kunnen noemen, bij
verschillende gelegenheden als motto gebruikt,
die de verwondering onzer lezers in hooge mate
zouden opwekken, maar wij willen niet per
soonlijk worden. Daar hebben wy een afkeer
van. Onze bestrijding geldt zaken en geen
personen.
De geschiedenis heeft geleerd, dat zulk een
motto-prediking de gemeente niet vooruitbrengt
in de kennis, ze van het Woord vervreemdt en
het menschenwoord doet stellen boven Gods
Woord. Alle motto-prediking vindt haar diepste
oorzaak in gebrek aan eerbied voor Gods Woord,
omdat dat Woord in zijn majesteit niet genoeg
tot de ziel spreekt. Men maakt van dat Woord
iets. Men legt er z'n eigen gedachten in.
Nu mogen zulke preeken een tijdlang aan
trekken, op den duur plukt de motto-prediking
wrange vruchten. Onder die motto-predikers
hebt ge de mannen, die elke drie of vier jaar
naar een andere standplaats verlangen. Maar
dat is het ergste nog niet. Neen, maar het
ergste is dit, dat het motto-prediken ten slotte
uitloopt op de heerschappij van het menschen
woord.
Daarom moeten wy op onze hoede zijn
In de Geref. kerken blijve er bediening des
Woords
Alleen dat Woord maakt waarlijk vrij.
Dat Woord troost.
Dat Woord alleen biedt lafenis en kracht
in leven en sterven beide.
En zij, die waarlijk geleerd willen worden
ten eeuwigen leven, zijn bang voor motto-pree-
ken en vragen het Woord, geef ons dat altijd
en onvervalscht.
(Rotterd. Kerkbode.) Ds. Landwehb.
Na de laatste zitting van het natuurkundig
congres, dit jaar te Petersburg gehouden, werd
Prof. MetchnikofF, de geleerde van grooten naam,
omringd door velen der aanwezige vrouwelijke
doctoren, die hem drongen zijn meening te
zeggen over de geestelijke begaafdheid van de
vrouw, vergeleken met die van den man. Eerst
gaf h\j ontwijkende antwoorden, trachtte 't te
vermijden over dit netelig vraagstuk een be
slissend-oordeel uit te spreken. Maar toen de
dames hem niet met rust lieten, verklaarde hij
zich bereid.
Beginnend met de fundamenteele redeneering
der feministen, constateerde hij, dat dezen de
inferioriteit (minderheid) der vrouw alleen daar-
toch in dan staat men verbaasd, hoe die
menschen over den eed denken, en hoe licht
vaardig zij een totaal onschuldige doen veroor-
deelen. In een volgende schets zal ik daarvan
een bijna ongelooflijk staaltje geven.
Deze boerenjongens waren echter niet zóó
geslepen, dat zij den rechter konden misleiden.
Wel nam een hunner, bij de behandeling der
zaak, een ietwat brutale houding aan, maar
die was in eene omgeving als van een rechter
lijk college al spoedig tot de orde geroepen.
Beklaagden wilden er zich uit, en de getuigen
zouden trachten den veldwachter er in te praten.
Wat in onze dagen telkens voorkomt, was
in die dagen iets zeldzaams, n.l. de beschuldi
ging van mishandeling door politie. En zeker
zijn er, en was er misschien ook in die dagen,
hier of daar wel een agent of veldwachter, die
hardhandiger optrad dan noodig was, maar dit
gold voor dezen politieman allerminst.
Dadelijk doorzag de rechter de bedoeling der
getuigen, en daarom wees hij hun met al den
ernst, waarmede de Voorzitter in zulke gevallen
gewoon was op te treden, op het gewicht en
den ernst van den eed en de gevolgen, indien
zfl schuldig werden bevonden aan meineed.
Maar zelfs eene herhaalde ernstige waarschu
wing scheen niet te baten, de een na den ander
hield zich aan de gemaakte afspraak en bleef
bij de afgelegde verklaring, tot opeens de Offi
cier van zijn zetel rees om aan de Rechtbank
te verzoeken, de behandeling dezer strafzaak
te schorsen en deze vier getuigen in hechtenis
aan toeschrijven, dat men haar heeft buiten
gesloten van zijne gelegenheden tot ontwikke
ling zijn beweren, dat, als na grondige oplei
ding velerlei arbeid voor de vrouw wordt open
gesteld, ook haar vermogen, om die naar eisch
te vervullen, zich toonen zal.
8Maar", zeide Metehnikoff, „op het gebied der
muziek b. v. is de vrouw nooit teruggehouden
door den man, eerder aangemoedigd, om haar
talenten te ontwikkelen. Heeft echter ooit eene
vrouw zich de gelijke getoond der groote man
nelijke componisten
Er ontstond eene pauze en verlegen zwegen
de vrouwelijke geleerden.
„Ook in de beeldhouw- en schilderkunst is
aan de vrouw steeds de vrije hand gelaten, ging
Metehnikoff voort, maar wie uwer wijst mij de
gelijke aan van Miehel-Angelo, van Raphael
en Rembrandt
En toen er ook nu geen antwoord volgde,
betoogde Metehnikoff, dat er althans één terrein
was, van oudsher het uitsluitend gebied, waarop
de vrouw al hare krachten had kunnen ont
wikkelen, dat der kookkunst, waartoe zij, tot
verontwaardiging der feministen, maar al te
veel beperkt was. „Daarin althans had zij moeten
uitmunten. En wat is het resultaat Als ik een
heel fijn diner begeer, dan wend ik mij tot
een kok."
„Ik wil u mijn conclusies niet opdringen, niet
spreken over anatomie, u niet in overweging
geven, de hypothese van een verschil in con
structie der vrouwelijke hersenen, vergeleken
met die van den man ik wenseh u alleen mee
te deelen, wat ik heb waargenomen."
Verpletterend was de uitwerking van Meteh
nikoff's woorden. De vrouwelijke doctoren keken
hulpeloos rond en keerden zich tot eenige man
nelijke collega's, die bij het onderhoud tegen
woordig waren geweest. „Waarom zwijgt gy
allen Waarom antwoordt gy hem niet. Be
strijdt hem. Wy kunnen hem niet het laatste
woord laten."
Maar Metehnikoff keerde zich om. „Dit laat
ste karakteriseert u volkomen. Dit is beslissend.
Zelfs om uwe eigen zaak te bepleiten, roept
gy de hulp in van den man."
Hij had de lachers op zijn hand, zjjn tegen
standers ontwapend, zoo niet overtuigd.
Vragen van den dag.
Er is eene plaats in ons land, die dezen
naam draagt. Toch wordt deze niet door ons
bedoeld. Wat wy dan met het boven ge
plaatste woord wilden zeggen
Ik las eens, dat iemand de vraag gedaan
werdhebt gij de plaats gevonden van den
geliefden discipelaan Jezus boezem Kent
gij ook die rustplaats?
En het antwoord luidde: „Ik ben halfweg".
En waar is halfweg vroeg de eerste weder.
Waar zou de verloren zoon geweest zijn, in
dien hij halfweg was blijven staan Nog ver
van huis, en nooit zou van hem kunnen ge
zegd zijn geworden „Myn zoon was verloren
en is gevonden".
Met recht. Halfweg is niet beter dan het
verre land. Halfweg naar den hemel is ver
van de zaligheid. „Want wie met My niet is,
sprak Jezus, die is tegen My".
Bewoners van „halfweg" ziet toe voor uwe
zielen.
te nemen, als verdacht van meineed.
Groote ontroering in de zaal. Men had het
zien aankomen, en begreep, dat deze jonge man
nen nu reddeloos verloren waren.
De zitting werd geschorstde rechtbank ging
in Raadkamer, om na eenigen tijd terug te
keeren met de mededeeling, dat overeenkomstig
het requisitor van het Openbaar Ministerie, het
onderzoek in deze zaak werd verdaagd en de
vier getuigen oogenblikkelyk in hechtenis
werden genomen.
Dadelijk na de uitspraak werden de vier
verdachten de zaal uitgebracht en per celwagen
overgebracht naar het Huis van Bewaring.
Korten tijd daarna werd hunne zaak door de
rechtbank behandeld, en werden zy veroordeeld
ieder tot twee jaren gevangenisstraf.
Natuurlijk kwamen zy in hooger beroep, maar
het eenige wat zij daardoor verkregen, was aftrek
van een gedeelte der preventieve hechtenis.
Ik heb heel wat gelegenheid gehad en ge
bruikt met deze jonge menschen te spreken.
In 't bijzonder met drie hunner had ik inder
daad medelijden. Zy hadden zich op den ver
keerden weg laten brengen door den man, die
eigenlijk de oorzaak was van alles. En al blijft
het eene waarheid, dat ieder hunner aanspra
kelijk bleef voor zijne eigene daden, toch waren
zy de dupe van opruiïng en verkeerde voor
stelling van zaken. En steeds is 't my duister
gebleven, hoe het mogelijk was, dat deze drie
jonge mannen, alleen door aanhitsing van num
mer vier als 't ware blindelings in hun verderf
Hinkt niet langer op twee gedachten. Kiest
u heden, wien gy dienen zult.
D.
Daar zijn woorden in de H. Schrift, die ons,
arbeiders in het Koninkrijk Gods, altyd wel
voor de aandacht moehten staan.
Om met opgewektheid en blijmoedigheid in
den wijngaard des Heeren te arbeiden, is er
bovenal één woord dat wy moeten verstaan
„Gy hebt het om niet ontvangen, geeft het
om niet".
Al onze gaven en krachten noodig tot den
dienst in het koninkrijk der hemelen, zyn ons
van den Heere uit genade geschonken. Waar
lijk, onze bekwaamheid is niet uit ons. Wy
hebben het om niet ontvangen.
De Heere nu wil, dat wy het ook om niet
zullen geven.
Om nietNiet om eer of aanzien of ach
ting te begeeren voor ons werk of onzen per
soon. Dan maken wy uit het werk des Heeren
ons eigen werk.
Om nietl Alleen gedreven door de liefde
van Christus, zonder iets voor ons zeiven te
zoeken. Geene liefde of dankbaarheid ver
wachtende. Ja, bereid zoo noodig, ter wille
van dien arbeid miskenning, vijandschap, ver
keerde beoordeeling, liefdelooze behandeling
kalm en opgewekt te verdragen.
Ach, wie geeft het altyd om niet Vol eigen
liefde en hoogmoed verstaan wy het zoo wei
nig om niet tegeven.
Hoe kan het gedrag van onze naasten ons
in dien arbeid ontmoedigen en ons menigmaal
bitter van geest doen zyn.
En toch, het is zoo noodig, tot bevordering
van Gods eer en den vrede van ons hart het
altijd weer om niet te geven.
De Heere zal onze belangen niet vergeten,
maar op zyn tijd die behartigen. Wy hebben
slechts voort te gaan, in gehoorzaamheid aan
zyn woord te arbeiden, gevende om niet.
Zij het onze dagelyksche bede „Heere, doe
my U welbehagelyk bezig zyn in de dingen
van uw Koninkrijk. Verlos my van myzelven,
verlos my van menschen. Leer my door uwe
genade, om niet te geven 1"
D.
TWEETAL
te Schoonhoven B: ds. A. v. Dyk te Ouder
water
ds. W. Veder te Breukelen.
te Waarder: ds. D. B. Hagenbeek te Ouder
kerk aan den IJsel
ds. J. D. v. d. Velden te Kra-
lingen.
te Ierseke ds. P. H. de Jonge te Sleeuwyk
ds. G. W. Akkerhuis te Duisburg-
Ruhrort (Duitschland).
te Oosterendds. J. G. R. van Mourik te De
Wilp
ds. M. M. Horjus te Soest,
te Huizends. A. S. Schaafsma te Ten Boer
ds. J. Schoonhoven te Scherpenzeel.
BEROEPEN
te Markencand. H. Popma te Appingedam.
liepen.
Op myne vraag, waarom zy niet liever ge
luisterd hadden naar de vermaningen en waar
schuwingen van den President der rechtbank,
en of zy dan toch geene vrees hadden by het
zoo willens en wetens tegen hun afgelegden
eed te getuigen, was hun aller antwoord Ik
was zoo bang, ik durfde niet anders meer zeggen
dan ik gezegd had en ik geloof inderdaad,
dat zy zich zoo in een net van leugens hadden
verward, dat zy den moed misten, er zich weer
uit te redden.
Zy waren eenvoudige en bijna totaal onge
leerde boerenjongens, die eigenlijk niet veel
begrip hadden van den omvang van hun zwaar
misdrijf.
De straf viel hun bitter zwaar. In 't bijzonder
wanneer er een brief kwam van die arme ouders,
die zooveel leden om hunne kinderen, en dat
in byna elk schrijven deden blijken, dan had
den zy het zeer moeilijk. Menigen brief heb
ik gelezen en hun nog eens voorgelezen.
Nummer vier was echter een zonderling per
soon. Die was zoo wat lijdende aan hoogmoeds
waanzin.
Op zekeren dag, toen ik hem een bezoek
bracht, sprak hy tot mijne groote verbazing
eene geheel andere spraak. Het was nu niet
meer zyn eigenaardig boerendialect, neen, hy
wou nu liever maar „ollandsch" spreken. Maar
dat „ollandsch" klonk zoo allergekst en zoo
onwelluidend, dat ik niet kon nalaten hem te
raden liever zijne moedertaal maar te blijven
BEDANKT:
voor Nieuw Loosdrechtds. W. B. Renkema
te Renkum
voor Epeds. G. H. van Kasteel te Oppenhuizen.
Vlissingen. Extra gift coll. Kerk, uit dank
baarheid f 5.—.
Namens den Kerkeraad,
M. Heüseveldt, Scriba.
De Jongelings-Vereeniging op Geref. grond
slag „Herman Faukeel" te Middelburg, ver
gadert iederen Zondagavond te 8V4 uur in de
Consistoriekamer der Gasthuiskerk aldaar.
Geref. jongelingen boven de 15 jaar zyn
allen hartelijk welkom.
Voorstellen vóór 20 Maart in te zenden aan
ondergeteekende.
P. J. DE KRUIJTER, Secr.
voor beide scholen zal plaats hebben op DINS
DAG 5 APRIL, 's avonds 7 uur, ter bekende
plaats in de School Gravenstraat.
P. J. DE KRUIJTER.
Secretaris.
in alle banden, prijzen en formaten.
Goedkoop Bijbelmagazfln van Boekh.
:-: MIDDELBURG.
DAGELIJKS, BEHALVE DINSDAGS, TE
SPREKEN VAN 1 TOT 3 UUR.
FLORIJN's EIWITSTAAL is het beste
middel tegen algeheele zwakte, Bloedarmoede,
Bleekzueht enz. enz
Per Literflesch f 1,50fr. per post f 1,65.
1/2 f 0,80f 0,95.
F. DIELEMAN, v.h. W. Hubregtse.
Korte Noordstraat, Middelburg.
P.S. 500 Staalpillen f 0,60.
1000 f 1,- met 10 Bon.
spreken. Hy sprak nu, wat men noemt boeken
taald. w. z. hy trachtte zich uit te drukken,
precies zooals men schrijft. En waar hy zyn
dialect niet kon verbergen, klonk zyne spraak
natuurlijk nog onaangenamer.
Toe jongen, zei ik hem eens, spreek nu toch
eens fatsoenlijk, en maak je nu niet verder be
spottelijk door deze manier van doen, want
men lacht je eenvoudig uit-.
Maar nu kreeg ik een lang verhaal van zyne
plannen. Als hy, de 22-jarige boerenarbeider,
die ter nauwernood lezen en schrijven kon, en
daarom in de cel nog lager onderwijs kreeg,
ontslagen was, ging hy niet meer werken met
de schop of achter den ploeg, maar hy wilde
„meneer worden op een kantoor." Hy was nu
al druk aan 't „studeeren" en te Rotterdam of
te Antwerpen was nog altyd gebrek aan „me-
neeren voor klerk." Dan verdiende hy een boel
geld en behoefde hy niet meer zoo hard te
werken, en dan kon hy net zoo goed meneer
zyn als een ander.
Toen hun tijd van ontslag was aangebroken,
gingen de drie anderen dadelijk naar hun dorp.
Met vreugde werden die verloren zonen door
de ouders ontvangen, en geleerd door de ont
zaglijk dure les, trachtten zy zoo mogelijk, goed
te maken, wat zy verkeerd hadden gedaan
Deze schetsen, uitgegeven bij de firma
Daamen, zyn zoo lezenswaard, dat we niet na
laten kunnen er een van op te nemen. We
komen op deze uitgave nog nader terug. Rbd.