Het Christelijk Huwelijk. Voor Zwakken van Kracht Prijs f 2,40. slechts één gulden franco thuis. H. VERHOOG, Kerk en Schoolnieuws. Ofticiëele Berichten. Verantwoording ran Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. Advertentiën. JOHANNES GIDEONSE, Lees de hoofdinhoud. HALFWEG. BEROEPEN te Roodeschoolds. J. Thijs te Zuidbroek te Hantumds. J. Bolman te Oostwold te Eoevordends. J. Brinkman te Beilen te Breda: ds. J. B. Netelenbos te Oostkapelle; te HeinkenszandCand. F. W. H. Bramer te Amsterdam. AANGENOMEN naar Oosterend Cand. J. A. Berghuis te Bierum BEDANET ▼oor De Leek, voor Achlum en voor Zevenhoven: Cand. J. A. Berghuis te Bierum voor Franeker: ds. A. Metering te Katwijk aan den Rijn voor Iersekeds. T. Sap te Gouda. Ds. J. F. van Hulsteijn, die Zondag a. s. intrede hoopt te doen te Terneuzen, nam Zon dagavond 11. na een bijna 2-jarige arbeid van de gemeente te Waarder afscheid, tot tekst hebbende Hebr. 2 1, 2 en 3a. Tot hoofd der Chr. School voor lager Onderwijs te Middelburg (vacature dhr. J. Hage) is benoemd de heer A. Blydorp, hoofd der Chr. School te Groote Lindt. Aan den heer A. S. J. Dekker, fabrikant van pijporgels te Goes, is een groot pijporgel besteld voor de Ned. Herv. Gemeente te Zeven bergen, hetwelk rein pneumatisch wordt ver vaardigd, terwijl daarop de nieuwste vindingen worden toegepast. Dit orgel zal twee klavieren bevatten en vrij pedaal. Bovendien crescendo- kast, drukknoppen, verschillend© koppelingen en combinatiën, terwijl de rijke kast met zijne topstukken ongeveer 8 Meter hoog wordt. Hoezeer het fabrikaat van den heer A. S. J. Dekker wordt gezocht, moge wel daaruit blij ken dat aan deze fabriek thans behalve re stauratiewerk en vergrootingen niet minder dan zeven nieuwe pijporgels in bestelling zijn, eene hoeveelheid werk die in Nederland wel tot de zeldzaamheden gerekend mag wordeo. Heinkenszand. Beroepen tot Herder en Lee- raar dezer gemeente de WelEerw. heer F. W. H. Bramer, Candidaat, wonende te Eampen. Namens den Eerkeraad, L. van Vbssbm, Scriba. Vacaturebeurten Gaping e. 10 April ds. A. Scheele. 24 ds. L. Bouma. 8 Mei ds. H. Meulink. 22 B ds. J. Eoopmans. 5 Juni ds. D. Pol. 19 ds. D. Wielenga. H. Meulink. Vlissingen, 24 Febr. 1910. Aan de leden der Geref. Kerk te Vlissingen. Het bestuur der Stuiversvereeniging maakt dankzeggend melding, dat door de verschillende verzamelaars en verzamelaarsters is ontvangen f220,05. Onze Stuiversvereeniging bestaat nu ruim 10 jaren en mocht in dien tijd tot een fiinken steun zijn voor de stoffelijke behoeften onzer kerk. Voortdurend moeten wij trachten nieuwe leden te winnen, daar door overlijden, vertrek, enz. het getal der oude leden steeds vermindert. De vriendelijke uitnoodiging om lid onzer Vereeniging te worden, had in het begin dezes jaars het verblijdend resultaat, dat 32 nieuwe leden zich verbonden tot wederopzeggens toe, om bij te dragen. Deze mededeeling geschiedt om tot meerdere deelneming op te wekken. Het kerkelijk leven brengt vele stoffelijke behoeften mede. Dat allen dan ook zooveel mogelijk samen werken. Vele kleinen maken één groote. Op verlangen worden gewenschteinlichtingen omtrent deze Vereeniging verstrekt door P. G. Laernoes Jr., Walstraat 81. Het bestuur der Stuiversvereeniging, P. G. Laebnoes Jb., Secr. Verslag der vergadering van de Classis Tholen, gehouden op 9 Februari 1910 te Bergen op Zoom. Na gebruikelijke opening der vergadering door ds. de Bruijn, wordt zy op wettelijke wijze geconstitueerd. In het moderamen nemen zitting: ds. Dekkers, praeses, ds. de Bruijn, scriba en ds. Sybrandy, assessor. Al de aan wezige broeders worden welkom geheeten, in zonderheid ds. Bouma, die de vergadering bij woont als provinciaal adviseur. Wat bij den Correspondent was ingekomen, wordt behandeld. De commissie inzake de Eerk te Hilland rapporteert hare handelingen aldaar gaat het te Rilland verder gelijk het tot heden ging, dan kan pastoriebouw mettertijd verwe zenlijkt worden. De acta der buitengewone Provinciale Synode worden gerapporteerd. Den Eerken wordt meegedeeld dat er in September een tweede collecte voor de buitenlandsche Zending zal worden gehouden. Geïnd worden financiën voor de hulpbehoevende Eerken, art. 13 D. E. O. en Theol. School. Eene herziening van het huishoudelijk reglement der Classe wordt met waardeering voor de daartoe aangewezen com missie aangenomen. Na regeling der vacature beurten en rondvraag naar art. 41 D. E. O. wordt de vergadering door ds. Bouma met dankzegging gesloten. Namens de Classis, J. Stbeandy. Erabbendijke, 22 Febr. 1910. Vlissingen. Extra gift collecte Armen, „uit dankbaarheid" f 5. Namens den Eerkeraad, M. Hbuseveldt, Scriba. Z E N D I N G. In dank ontvangen Uit Seharrendijke door dhr. Hasker f 2.00 en f 0.25; Jong. Vereen. Oostdijk f 1.00Jonged. Vereen. Oostdijk f 1.00; Geref. Zondagsschool Wolfertsdijk f 2.00Geref. kerk Baarland f 45.00; Geref. kerk Wissekerke f 4.61. De f 70.uit Colijnsplaat zijn reeds verant woord in Zeeuwsch Eerkblad van 31 Dec. 1909 en evenzoo in de Zuider Eerkbode van dien datum. laman. {Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie In vertrouwen een plaatsje gegund te worden ter beantwoording eener bescheiden vraag, bij voorbaat mijn dank. Eer ik toelichting geef over mijn schrijven onder het motto „Illusie en werkelijkheid", vooraf enkele opmerkingen, noodig dunkt mij om goed begrepen en niet verketterd of gebrand merkt te worden als iemand die zichzelf bedriegt, of een die meent de juiste kijk op de zaken in kwestie te hebben. Eerst verzoek ik dan den lezer alle vooroordeel of vooringenomenheid op zijde te zettenten tweede verklaar ik mij volgaarne te plaatsen onder de Schrift en de Gereformeerde belijdeniswijkt mijn betoog daarvan af, dan geve de lezer er gerust een schrap door, ik zal het ook doen wanneer zulks mij later blijken mocht. Ja, ik wil zelfs nog wel ietwat stijf Orthodox zijn, en onderschrijf de stelling dat het mensch- dom in Adam zoo diep is gevallen, dat niemand uit zichzelven naar God zal vragen met een ware bedoeling, ook zelfs nog niet als God van zijne zijde zich aanbiedt, tenzij dat door een kracht dadige en onwederstandelijke kracht in de wedergeboorte de wil wordt omgezet, maar (en dat zal misschien voor sommige lezers te ge makkelijk zijn, te evangelisch), eenmaal de wil omgezet zijnde, zoo is de zaak voor goed be slist, die dan mag, kan en durft zeggen ik wil zalig worden, is ook verplicht te zeggen ik zal zalig worden, doch vooreerst hierover genoeg. Ten derde beloof ik den lezer zoo kort en duidelijk mij mogelijk is, weer te geven wat ik in hoofdzaak in mijn vorig schrijven wilde zeggen, er mij op toeleggende mij te onthouden van alle allegorische beeldspraak. Ter zake dan. Ik wilde iets zeggen over belijdenis doen, over het kerkelijke leven en over den grond der hoop des christens. Wat het eerste aangaat, het wil mij voor komen dat het gewenseht, ja plicht en eisch is, dat niemand openbare belijdenis mocht willen of mogen doén, als die voor God en menschen durven verklaren niet beter te weten als te meenen wat zy belijden en beloven, dus niet omdat het gewoonte is of omdat het fatsoenlijk staat, of omdat uitwendige omstandigheden er toe dringen. Zegt men nu wat zouden daar de ge volgen van zijn, en nu om de waarheid te zeggen, daarop ziende, doet het my voor mijn eigene op vatting huiveren, noehtans meen ik daarover heen te moeten zien. Het getal belijdende leden zou zeker kleiner worden, het Ideaal van Volks kerk ging verloren, maar dat is niet erg, dat kan toch nooit, want de kerk is een vergade ring van ware geloovigen, van levende steenen, van in beginsel gezaligden, maar hierover ge noeg, in de hoop dat de lezer dit gezegde zal aanvullen met hetgeen ik in mijn vorig schrij ven gezegd heb en alzoo nu in dezen be grepen zal worden. Voorts heb ik geschreven dat er in dat land mijner Illusie maar één kerk was en dat die niet gemaakt was maar geworden. Als ik nu zeg wat ik hiermede wilde bedoelen, dan verwacht ik tegenspraak, ja, van lieve broeders zelfs. Maar enfiu, het moet er uit, ik kan het toch in zekeren zin genomen niet helpen, hier over anders te denken als velen, men hoeft mij daarom niet zuur aan te zien bovendien ik geef mijn opvatting ook niet voor de eenige ware, ik wil ze ook niet hardnekkig doordrij ven, neen, ik ga zelf al zoetjes met den stroom mee, evenwel als ik doordenk over de werke lijke toestand inzake kerken en kerkjes en ver eeniging en voorwaarden en contraeten, dan begint het mij te schemeren en word ik dui zelig en kan er bepaald niet meer wijs uit worden. Mij wil het altoos voorkomen die le vende steenen zijn een in de tondamenteele stukken dus vanzelf leden van het eene lichaam, dat is de vergadering der ware geloovigen, ge naamd Eerk. Ter plaatse dan waar zulk een kerk is, is uit den aard der zaak ieder verplicht bij te blijven of zich bij te voegen en zamen te leven. Wie nu meent een kerk te moeten verlaten, (door sommigen genoemd) een genootschap of vereeniging, omdat het wel de naam draagt van kerk maar de kenmerken mist, zoo ligt het dunkt mij voor de hand, is .het een van- zelfsheid om zich of als enkeling of als massa te voegen tot die geloovigen daar ter plaatse georganiseerd als kerk, zonder stellen van voor waarden of contracten of bedingen. Maar een maal tot de gemeenschap dier bestaande kerk behoorende, mag en moet men meepraten over allerlei meer of min gewichtige, ondergeschikte bijzaken, en onder de stem der meerderheid zich schikken. Met korte woorden dan gezegd de oudste kerk die de drie kenmerken als grond wet nog bezit, is dan ook die kerk waar ieder bij moet blijven of zich bijvoegenniettegenstaande al haar misstanden. En nu wil ik maar doen gevoelen, dat deze beschouwing illusie is en geen werkelijkheid, en dit doet mij zuchten in het land der werkelijkheid. En mijmeren of droomen van een land mijner illusie in de vrees en de hoop te moeten en mogen ontwa ken in de volmaakt zuivere eenige en triom- feerende kerk daarboven. Evenwel doe ik de bescheidene vraag, schoon het gebeurde niet ongedaan kan gemaakt worden, kan evenwel de stroom niet gekeerd en het gebeurde zoo veel mogelijk hersteld worden. Laten wy dan den strijd aanbinden tegen den geest die Jero- beam en Micha bezielde en de forten of stel lingen Eerkstaat en belijdend lid versterken. Nu iets ter verduidelijking van het derde punt, waarop ik in mijn vorig schrijven wilde wijzen. Het was en is ook nu mijn doel een volk te teekenen oprechte, eenvoudige, vrome christenen, wier wandel en belijdenis evenals de reuk van het gewas dier bergen, (waar ik in allegorische stijl op zinspeelde), deed ver wachten dat elke andersdenkende op een eer biedigen afstand zou houden, dit nu was een fout en gebrek van dat vrome, oprechte volkje. Zjj waren ongeleerde, onkundige menschen, on ervaren in de Schrift, de wapenen uit het Pau linisch wapenhuis droegen zij wel, want elk kind van God wordt daar als het ware mede geboren. Maar zij konden ze niet genoegzaam tegen den vijand hanteeren, (en och, goedgun stige lezer, laat mij toch voor deze enkele maal nog eens toe mij zeiven en wie het vat met een allegorisch beeld te vermaken), ik wilde dan zeggen die eenvoudige zieltjes waren net als David gekleed en aangegord met Sauls klee ren en wapenen. Maar zet nu zoo een man eens in het midden vanleen stuk linzen. Een ge woon filistijntje zou misschien eerbiedig op een afstand bljjven of vluchten, maar de mannen den kinderen Rafa geboren, zouden hem verachten en vloeken bjj hunnen God. Ik wilde dan zeg gen God wil een verstandig, Schriftmatig on derlegd christendom, die weten wat er staat geschreven, maar zooals ik zeg, zij waren on kundig in het Woord, en daarom werden zjj geslagen door Constanten, Jerobeam en Thomas. Vooral de nederlaag onder Generaal Thomas geleden, door al zijn zwaartillende, ongeloovige, onbijbelsche te wettische, ziekelijke gestaltelyke preeken en redeneeringen (schoon goed bedoeld) was hun geloof verzwakt, hun Hoop geschokt, hun blijdschap vergald, hun moed verflauwd. Het werden nu echte sukkelaars, die zich nu moesten behelpen met gestalten, andere bevin dingen en op hetgeen zij vroeger in hun betere tijden zelve hadden genoten en ondervonden. Maar zoo mocht het niet blijven God wil een geloovig werkende christen, die leeft uit of op het Verbond, die de beloften aangrijpt, die zich geeft zooals hij is, zonder zich eerst geschikt te willen maken ik pleit voor een evangelische weg, ik wil dat er meer heen ge stuurd worde op de Verbondsleer. Maar daarom verdenk en verketter ik niet die zielen welke geleid worden langs een wettische weg met veel naarheid en zwaarheid, als langs den rand der hel. Maar ik wil toch doen gevoelen dat dezulken de minste reden hebben zieh daarop te verheffen, maar veel eer te schamen in de meeste gevallen althans. Het is dan ook niet zoo zeer Gods weg met hen gehouden, maar meer hun eigen weg met eerbied gesproken. Door hun hardheid, halsstarrigheid en onkunde heb ben zij den Heere genoodzaakt zulk een harde en lange weg met hen te houden. Het doet mij dan ook altijd zeer als zieleleiders de in waarheid naar God zoekende zielen, zoo mar telen, vermoorden gelukkig kunnen zy niet. Och, mochten z\j bedenken dat zjj tegen God strijden en zichzelven den vrede benemen en een donkerheid over zich halen. Nu ik wilde zeggen, wij mogen, ja moeten tot God komen zooals wij in Adam gevallen zijn, zoo onvernederd, zoo eigenlievend, net zooals wij zijn. Het geeft niet hoe, als wij maar willen wezen zooals God ons hebben wildan z\jn w\j er nog wel niet, maar wij zullen er toch komen. Ik stel dus mogelijk te zijn een verzekering in het begin van den weg, en niet uitsluitend (zooals velen) op het einde als men, zooals dat genoemd wordt, alle stukken is doorgeleid. En daarom had ik zoo een medelijden met dien door mij geteekende Styfhals en Dubbeloog. Eilieve, wat moesten die menschen toch be ginnen als zjj niet zonder billijken van Gods recht en zonder in de eerste plaats het oog te hebben op de eere Gods ik vraag, wat moesten zij toch beginnen. Wie kan zulke misvormde en stinkende, hoogmoedige harten vernederen en zuiveren als God alleen en by al zijn uitver korenen doet Hij dat ook, meestentijds mis schien ongevraagd, maar dan toch zeker wel gevraagd. En nu moet mijn gevoelen in dit hooge besliste korte woord er uit. Die zich bewust is te willen zalig worden, mag en is verplicht te gelooven dat hij zal zalig worden. En nu verzoek ik den lezer niet met vooroordeel te vallen over dat woord willen en alzoo rnjj te noodzaken daarvan nadere ver klaring te geven geloof mij vrij, het is in Gereformeerden zin bedoeld. Ik onderschrijf dan ook den tekst, het is God die in u werkt, beide het willen en het werken naar zijn welbehagen. En naar aanleiding van deze woorden, wil ik als laatste verduidelijking van mijn schrijven opmerken, wat ik bedoelde met die morgen- middag- en avondgezangen van treurende men schen over hun vuile kleeren. Ik bedoel hier mee dat men onze staat voor de eeuwigheid niet moet wegwerpen, al is onze gestalte slecht, al i9 de zonde nog zoo krachtig in ons, al moeten wij ons schamen voor God en menschen, over maar «beware aanmerkingen op ons leven, want het staat vast in wier harten God het willen gewerkt heeft, werkt Hij ook het werken door de kracht des Heiligen Geestes, verworven door de lijdelijke en dadelijke bemiddeling van Jezus Christus in wien God is, zichvelven met de Wereld verzoenende; hunne zonden hun niet toerekenende, maar dit neemt niet weg, ja het nieuwe leven brengt dit als van zelf mee, dat elk kind van God naar een volkomene heiligmaking staat en alle zonde uit zijn hart wil bannen, maar al wil hy dat, daarom kan hij het niet terstond, er is toch nergens een belofte als hij er welmeenend om bidt, het terstond te zullen kunnen. En nu eindig ik in de hoop en in de vrees van nu begrepen te worden. En anders raakt de moed er uit, En neem misschien het kort besluit, Voor goed mijn pén ter neer te leggen, En veel te denken, niets^te zeggen. Voorts blijk ik in mijn meening, Te zijn haast wel een eenling, De waarheid bovenal. Al brengt het my ten val, Wat zou dat dan nog geven, 'k Hoef daarom niet te beven, Wanneer blijkt ongeschonden, Fondamenteele gronden. Biggekerke. JOB WISSE. Heden, 24 Februari, behaagde het den Heere van onze zyde weg te nemen on zen veel geliefden Echtgenoot, vader, be huwd- en grootvader in den ouderdom van ruim 56 jaar. Sterke de Heere ons in deze zoo zware beproeving. Wed. J. GIDEONSE en kinderen. Middelburg, 24 Februari 1910. FLORIJN's EIWITSTA AL is het beste middel tegen algeheele zwakte, Bloedarmoede, Bleekzucht enz. enz Per Literflesch f 1,50 fr. per post f 1,65. 1/2 f 0,80f 0,95. F. DIELEMAN, v.h. W. Hubregtse. Korte Noordstraat, Middelburg. P.S. 500 Staalpillen f 0,60. 1000 f 1,— met 10 Bon. Door Prof. WEITBRECHT. Een der beste werken, een boek voor het huisgezin. Een flink boek, 300 bladzijden. Een woord vooraf. Heilig land. Ver loofd. Eenheid en eensgezindheid. Van allerlei schadelijks. Gods Woord voor het huisgezin. Voeding en nooddruft. Tooi en sieraad Gesloten en open deur. De kinderen, (een erfdeel des Heeren enz.) De dienstbare. Kruis in huis. Hoe langer hoe liever. Scheiden. Als ik er nu by zeg, dat alle hoofdstukken in onderdeelen verdeeld zy'n, b.v. Gods ordinantie. Gehuwde trouw. Liefdes lentetijd. Verloving en geloof enz. enz. dan begrijpt ieder, dat hier kostelyke lectuur verhandeld wordt. Tijdelijk nu leveren wy dit mooie werk voor Wie het gebonden wil, zeilde f 1,50. Denk er aan, deze aanbieding is tijdelijk, later wordt de prys weer verhoogd. Zend postwissel s. v. p. aan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1910 | | pagina 3