Ds. L. v. d. Valk.
Mozes ongeroepen Verlosser.
H. MfeULINK.
Geen Collecten, maar Contribntiën.
En zij zelf zullen het zeker wel ten goede wil
len opnemen."
Wij zetten boven dit stukje „een niet over
bodige herinnering" en wij vertrouwen, dat
enkele lezers althans dit met ons eens zullen
zijn. Eer men het weet, beweegt men zich soms
en zonder het te bedoelen op een verkeerde lijn.
Onze kerkeraden mogen zich wel helder be
wust zijn waartoe zij geroepen zijn en welke
hun verantwoordelijkheid is, opdat zij zieh
kwijten van hun soms moeilijke en altijd ge
wichtige taak en onze leden behooren eveneens
te weten, waaraan zij zich houden moeten, op
dat door een goede samenwerking onder 's Hee-
ren zegen Sion welvare. Botjma.
UIT H£T LEV£N.
We meenen onderscheidene onzer lezers geen
ondienst te doen met de overname uit de „Gel-
dersche Kerkbode" van de toespraak gehouden
door den oudsten zoon van ds. v. d. Valk ter
gelegenheid van de begrafenis zijns vaders. Ds.
v. d. Valk is voor velen in Zeeland geen onbe
kende. Het beeld, dat zijn zoon, den reetor van
het Rotterdamsche gymnasium, ontwierp, is
treffend.
Grootmoederbroers en zusters ver
wanten en vrienden van mijn vader!
Het is waar, bij elk sterfbed varen onze ge
dachten naar de poorten des doods, en bij het
heengaan van eiken rechtvaardige, toeven wij bij
de geopende deuren der eeuwige stad.
Het is waar, élk sterven herinnert aan dood en
eeuwigheid, élk sterven wijst op de straffen der
hel en den troon der hemelsche heerlijkheid.
Maar wat elk ander sterven, zelfs van geheel
onbekenden, ons moge te zeggen hebben, het
afsterven van een zoon, van een vader, van een
vriend spreekt ook nog andere dingen tot ons.
Wfj voelen het persoonlijk verlies. De vrienden
voelen dat z\j een vriend, de kinderen dat zij
hun zorgzamen vader, den band der familie
verloren hebben.
En nu zitten wjj hier, en willen nog eenmaal
samen voelen, wat de overledene voor ons is
geweestwij willen hem nog eenmaal voor ons
zien in zijn volle beteekenis wij willen nog eens
ons herinneren en het uitspreken, wat hij voor
ons heeft beteekend.
Ik heb niet geaarzeld, aan het verzoek mijner
broeders en zusters te voldoen, om mijn vaders
persoonlijkheid hier in herinnering te roepen. Ik
weet hoe hij zelf dit goedkeuren zou hoe hij
zijn oudsten zoon, dien hij bij elk huiselijk feest
tot den woordvoerder wenschte, ook na zjjn dood
op zijn begrafenis zou gewenscht hebben, dat
die over hem sprak. En ik weet ook dat niemand
den zoon euvel zou duiden, zoo hij het: Eert
uwen vader en uwe moedertoe blijft passen, ook
nadat ze van ons heengegaan zijn. Het eenige,
waarvoor ik tegenover zijn vrienden vrees is het
voorgevoel, dat zij niet zullen oordeelen dat ik
mijn vader overschat, wèl dat ik hem onderschat
heb. Want het is zeldzaam 100 bemind hii was.
Niet in dien algemeenen zin, waarin men zegt
ja, die predikant was algemeen bemind, maar
in dien engeren zin, dat hij zich overal door
zijn oprechtheid, door zijn toewijding, door zijn
bezieling, oprechte warme, opofferende vrienden
verworven heeft. Dat onwaardeerbaar voorrecht
is zijn deel geweestvrienden, oprechte vrien
den te hebben dat heeft hem in allen tegen
spoed, die veel geweest is en die hij met zijn
licht tref baar gemoed dubbel voelde, staande
gehouden, gesteund, gesterkt, weer opgewekt;
en in zijn blijdschap, die hij óók altijd dubbel
sterk voelde en bl\j uitte, aan zijne vrienden
z'n vreugde en z'n glorie geweest.
Wjj kinderen hebben die vrienden wel eens
benijd. Hjj hield veel van ons, heeft alles voor
ons gedaan en geofferd stil genoot hij, en zijn
stem trilde van zachte aandoening, als hij ons bij
feestelijke gelegenheden allen om zich heen zag
en wij weten, wij kinderen, hoe 'n heimwee hij
had naar den een, zijn liefsten zoon, die gestor
ven, naar den ander, die verre was. Ik behoef
mijn broers en zusters slechts te herinneren aan
zijn 40-jarig feest. Maar volledig en volkomen
was zijn vreugde eerst wanneer hij óók zijn
vrienden in die vreugde deelen zag. Ik herinner
mü nog heel goed, hoe zjjn vrienden uit Rot
terdam, die hem den een na den ander ont
vallen zjjn want ook dit is een ramp van den
ouderdom hem in Delft plachten op te zoeken
en zijn feestdagen tot vreugdedagen maakten.
Zijn vrienden uit Delft, velen zitten hier, en
zü zouden beter kunnen zeggen, wat zij voor
hem gevoelen dan ik dat vermag. Hun snikken
hebben het getuigd, wat zij in hem verloren.
Nog een dag vóór zijn sterven bezocht hem een
trouwe vriend van ons uit Delft, en sprak mijn
vader opgewekt over de toekomst. Mijn kinderen
meenen het goed met mjj, zei hijze willen,
dat ik emeritaat neemmaar liever bij mijn
tweede preek sterven, dan nog 10 jaar van
werklooze rust.
Vlaardingen was zijn geboorteplaats, in Rot
terdam heeft hij zieh gevormd, in Delft heeft
hij zjjn volle kracht ontwikkeld. De Delvenaars
hebben hem gezien in zijn heerlijk enthousiasme,
in zijn geloofsvertrouwen, dat een kleine schaar
tot éénheid bracht, straks verdubbeld door de
Kohlbruggianen, nog eens verdubbeld door zoo
veel anderen, die een Gereformeerde preek
wenschten te hooren, straks de leer omhelzen
en opgenomen worden-in de zieh steeds uit
breidende kerk. 't Is niet alleen het kerkgebouw
in de Vlamingstraat, dat hij heeft gesticht Hjj
heeft de Gereformeerde Kerk opgebouwd en de
Gereformeerde leer hst eerst ingang doen vinden
in breeden kring; daarna de zege behaald voor
de Christelijke beginselen in de politiek. God
heeft hem daartoe genade gegeven God eischt
dat wij ook hem daarvoor de eere geven.
Onze geëerbiedigde Koningin is ons hierin
voorgegaan, die hem voor zijn werk onder de
vissehers heeft geridderd In Scheveningen ging
zijn oud zeemanshart open. Kapitein Valk
zijn twee woorden die in Vlaardingen lang bij
elkander hoorden en zjjn liefste plek bleef
Scheveningen. Daar heeft hij het eerst het idee
geopperd, dat onze zeelieden aan Shetlands kust
niet aan hun lot mochten overgelaten hij zelf
is het eerst daarheen gereisd, een volgend jaar
met mjjne moederen het meest smartte hem
het afnemen zijner krachten, omdat hjj niet
meer naar zijn zeelui in Shetland kon. De Sehe-
veningers hier weten hoeveel zeelieden bij het
hooren van zijn dood ontroerd stonden alsof ze
een vader verloren.
Hier in Oosterbeek zou zijn graf gedolven
worden. Hier zag men de stralen dezer zon
ondergaan. Maar heur licht scheen tot het
einde onbewolkt, en een koesterende warmte
bleef er van uitgaan tot het laatst. Zijn pre
diking bleef helder, en op den preekstoel werd
zijn kracht telkens hernieu d. Hier in Oos
terbeek mocht hij een oud vriend ontmoeten,
een vriend zjjner jeugd, die in Delft en in
Scheveningen reeds onze huisvriend was, die
veel leed met hem heeft gedeeld en die nog
dezer dagen getuigde van zijn oprechtheid en
innig geloof. Hier in Oosterbeek heeft hij
naast de oude nieuwe vrienden verworven, die
hem liefhadden en vereerden. Zij weten zelf
op hoe hoogen prijs hij hun vriendschap stelde,
hoezeer hij behoefte had aan vriendschap. Hij
was niet voor de eenzaamheid geschapen. Ge
ven en nemen heeft hij toegepast in de edelste
beteekenis die aan deze woorden kunnen ge
hecht worden. Ik denk aan onzen goeden
vriend, den voorganger dezer gemeente, die
met ontroerde stem na zijn dood met ons over
hem sprak. Ik denk aan den goeden ouden
collega mijns vaders, een vriend van vóór zjjn
huwelijk, die nog voor enkele weken met hem
stond aan de groeve mijner moeder en hem
troostte in zijn diepe droefheid van wien men
mij vertelde dat hem op straat met de meeste
omzichtigheid het overlijden mjjns vaders werd
meegedeeld en die toch in tranen is uitgebar
sten. Ik denk aan de hoogbejaarde dame, de
weduwe van onze fijnen letterkundige, die in
onze Gereformeerde kerk kwam zitten onder
zijn prediking, en tranen weende bij zijn sterf
bed. Ik denk aan twee andere edelvrouwen,
die zjjn levensavond verlicht hebben door haar
oprechte toegenegenheid en hartelijke aanhan
kelijkheid. Een van deze zeide mijuw vader
heeft altijd aantrekkelijkheid voor vrouwen
gehad. Haar bescheidenheid verbood haar er
bij te voegenvoor de vrouw in haar edelste
openbaring. Zulk een vrouw beseft intenser en
instinctiever dan een man, wanneer de adel
dom des geestes tegenover haar staat. Zulk een
vrouw proeft als het onbedorven kind de op
rechtheid van hartvoelt de sympathie, die er
tusschen hen bestaat met het heilige; ziet bij
hem het bloed van het paaschlam op den bo-,
vendorpel, het teeken op de hand en de voor-
hoofd-bindselen tusschen de oogen, waardoor
zij weten dat hij bun tochtgenoot is bij den
uittocht uit dit land der dienstbaarheid naar
het Kanaan der ruste.
De vrouw zag in hem ook een geestverwant.
Hjj had iets vrouwelijks in zjjn karakter. Zijn
deugden waren de eigenschappen die een voor
treffelijke vrouw plegen te sierenzachtheid,
goedheid, vredelievendheid, lijdzaamheid, ge
duldige toewijding, vaste verzekerheid, onver
stoorbaar optimisme. Hij was in den verheven
zin wat mijn moeder als eisch steldeeen „ge-
stadig jager." En hfi heeft geen trouwer vriendin
gehad dan haar, zijn levensgezellin gedurende
46 jaren. Wat hij miste, vulde zij aan. Zij heeft
er voor gezorgd, dat zijn zachtheid geen week
heid, zijn goedheid geen laksheid, zijn vrede
lievendheid geen toegeefelijkheid, zijn lijdzaam
heid geen zwakheid, zijn toewijding geen op
offering, zijn optimisme geen roekeloosheid
werd. Waar hij opging in het geestelijke, heeft
zij zijn bestaan als mensch verzekerd. Waar
hij werkte voor kerk en maatschappij, heeft zij
zijn huis gebouwd. Zij achtte het niet gering
zijn Martha te zijn. Gelijk voor Elia de kruik
der weduwe van Sarfat, droogde voor hem de
kruik harer blijmoedige opgeruimdheid nooit
uit. Zooals zij zijn voortvarendheid met haar
nuchteren kijk op de dingen temperde, zoo
wist ze de donkere dagen licht te maken. De
uitkomst heeft het duidelijk gemaakt, hoe nauw
hun huwelijksband was. Zij wist, dat hij haar
spoedig volgen zou. Dit is een harer vele voor
spellingen, die uitgekomen zijn.
Immers na een vijftal weken is de Nestor
der Gereformeerde kerken haar gevolgd. Hij
verdient dien naam om zfin hooge jaren, maar
ook om zijn welsprekendheid. Een aangeborene.
Zijn onderricht, destijds bij „de Kerken onder
het Kruis", was geen sehoolsche. Zijn vorming
heeft hij alleen te danken aan de persoonlijke
leiding van eenige predikanten. Hij heeft na
genoeg geheel zichzelf gevormd. Dat gelukkig
lot had hij met zijn pas ontslapen vriend Gis
pen gemeen, bjj wiens groeve hij stond. Prees
hij in Gispen diens onuitputtelijke humor, Gispen
placht mijn vader te roemen om zijn fijn talent
Door zijn studie op de exegese van den tekst
door de electrische vonken van zjjn geest, waar
door hfi duistere punten wist te belichten door
het enthousiasme van zjjn voordracht, ging er
bezieling uit op de hoorders, die gevoelden, dat
hjj uit het oude bijbelboek telkens nieuwe
schatten wist te voorschijn te brengen.
Preeken uitgeschreven heeft hij niet, uitge
geven nooit. Voor de wetenschap is hij zonder
beteekenis. Een Paulus zou hij niet worden.
Ook in de praktijk is hij geen Petrus-figuur
geweest, al had hfi diens enthousiasme. De liefde
van Johannes had hjj-, doch niet diens door alle
eeuwen schijnend licht. Hij behoort niet tot de
apostelen, wier daden en werken leven voor
alle geslachten hij is door Christus geroepen,
gelijk die weinig genoemde apostelen, om on
beroemd Hem te dienen. Te dienen voor den
tjjd, voor de naaste omgeving. Zijn terrein lag
niet in het breede, beslaat geen groot opper
vlak van de wereld, strekt zieh niet uit in de
geschiedenis. Zjjn lijn gaat niet horizontaal,
maar vertikaal. God heeft hem hier in dit kleine
land geplaatst, niet om lijnen uit te stippelen
naar de verte, maar een lijn te trekken naar
boven, om een Jaeobsladder op te richten, waar
langs velen van die hem hoorden, zouden op
klimmen van de aarde naar den hemelwaarop
hjj velen heeft zien voorgaan, die hem de
laatste hand reikten tot afscheid, hem naast
God dankend voor zjjn wegwjjzingeen ladder,
waarop hjj nu zelf geklommen is, omziende naar
die achter zijn en die hem later volgen zullen.
Op veertig-jarigen leeftijd gaat hij uit om
contact te krjjgen met zijn volk, om hun ellende
te zien. Zijne liefde tot Jehovah drijft hem
naar Jehovah's volk.
Meer ziet hij, dan hij verdragen kan. Een
Egyptenaar slaat een Israëlietonbarmhartig
geeselt de zweep den rug van den ellendige en
't is zijn bloed, één van zjjn volk, van het volk
dat hij liefheeft.
O, hij voelt roeping om als 's volks verlosser
op te treden, om al zijn macht en invloed te
geven voor het verdrukte volk, het volk van
zijn God. O, mocht hij Israël verlossen 1 Al
vast zal hij beginnen met dezen Israëliet te
bevrijden en zijne hand velt den Egyptenaar.
't Is geen wild opbruisende toorn, die hem
doodslager doet worden.
Neen, hij wil bevrijden en zich aan Israël
voorstellen als helper.
Eerst ziet hij herwaarts en gindswaarts en
toen hjj zag dat daar niemand was, zoo
versloeg hjj den Egyptenaar en verborg hem
in het zand.
Egypte behoeft het nog niet te weten; wat
zal hjj nu trouwens tegen Füarao vermogen
Dat Israël het wete, dat Mozes aan hun zijde
staat en met hem meewerke tot het groote
heerlijke doel het volk van Jehova een vrij
volk. Zoo keert hjj terug overwegende wat
hem in de toekomst te doen staat. Allicht
verloor hjj zich in de idealen van een schoone
toekomst, plannen beramend hoe dat ideaal
verwezenlijkt zal worden.
Toch, wat tegenslag gaat het gansch
anders als h\j verwachtte. Als hij den volgenden
dag andermaal uitgaat, dan zijn daar al weer
twee vechtenden nu Israëliet met Israëliet.
Nu minder hardhandig zoekt hjj ze te schei
den, dengene die onrecht had bestraffend.
Maar het antwoord is hem een bittere teleur
stelling; hij merkt tcch dat Israël zijn optre
den niet begreep en dat het verslaan van den
Egyptenaar algemeen bekend geworden is.
Stefanus toch zegt in zijne redeEn hij
meende dat zijne broeders zouden verstaan dat
God door zijne hand hun verlossing geven
zoude, maar zjj hebben het misverstaan. Alles
is dus tegen hemEgypte en Israël, ja ook
Israël, blind voor zijn verlosser. O, Israël
was altijd blind voor zjjn verlossers. Toen de
Messias kwam werd hjj door Israël uitgeworpen.
Ook nu is Israël blind voor zjjn verlosser,
en Jehova opent hun de oogen niet. Neen
Mozes, uw optreden is mislukt, gjj moet Egypte
verlaten. Maar waart gjj wel door God ge
roepen Is het ook uw eigen dwaasheid waar
door de poging mislukt?
Ons antwoord moet zjjnde roeping ont
brak.
Bfi Mozes was wel het willen, was wel aan
drift, daar was wel jeugdig vuur, maar hij kon
niet wachten tot God hem riep, hjj kon niet
wachten en begon maar op eigen initiatief.
Zoo zou het een Mozes-beweging zijn ge
worden, eene beweging, die Mozes tot uitgangs
punt had.
En zoo mag het groote werk der verlossing
des volks niet plaats hebben.
De geboorte van een volk is Gods werk en
al wat uit God geboren is, overwint Egypte.
Niet Mozes door God, maar God door Mozes.
Daarom mislukt nu de beweging. Mozes
moet haar opgeven en voor goed opgeven, als
onmogelijk opgeven, naar Midian vluchten om
dan later door het wonder in zjjn geloof ge
sterkt en door het besef van door God geroe
pen het werk weder op te nemen, maar nu
het als werk Gods.
Mozes het instrument Gods moet nog ge
vormd worden daar verre van Egypte in Midian.
Wat verstaat Mozes nog weinig van die zware
taak. Met ijver en goeden wil ving hij aan,
ja, maar een onverstandigen ijver, goeden wil, ja,
maar die door overijling alles bedierf. Met
even een Egyptenaar dood te slaan verlost gij
Israël niet. O Mozes Gij zijt nog een jon
geling met goeden wil maar nog niet bruik
baar. Eerst als gij Gods tijd hebt afgewacht,
als gij door God geroepen zijt, als gij de groote
taak begint, leunend met uw gansche hart
op God Almachtig, dan als gjj u klein ge
voelt, zijt gij groot, Israëls groote verlosser.
Na Mozes zjjn er velen geweest die niet
wachten konden. Zoodra zjj wilden, moest het
ook gebeuren. Hun willen was ook hun roe
ping. Hoevelen b. v. wilden wel predikant
worden, 't was soms eerlijk bedoeld, maar zij
konden niet wachten, den wettigen weg scheen
afgesloten, en het moest toch, hun willen was
toch 't roepen Gods, zoo meenden zij, althans
zoo gaven zij voor.
Z\j vergaten dat alleen de roeping, de zoo
genaamde uitwendige roeping der gemeente
recht gaf tot optreden in den Naam Gods.
Wat al kerkelijke scheuringen zijn er ontstaan,
tegen-kerkjes opgericht, woelingen gestookt,
omdat men een weg forceerde, waar God er
niet een baande. Zieh tot wat groots verkoren
wanend, zich zelf opwerpend waar God niet riep.
God wil Mozes wel gebruiken en daarom
mislukt de poging van Mozes om God te ge
bruiken tot reddiüg van Israël. Maar eerst
moet Israëls nood op het hoogste wezen en
Egypte's schuld vol.
ZDNDINO.
De Classe Middelburg nam 9 Febr. j.l. een
zeer belangrijke beslissing.
De laatste, buitengewone, particuliere Synode
had den Zendingsdeputaten opgedragen in hun
respectievelijke classes aan te vragen„ieder
jaar in de maand September in de Kerken
collecte te houden voor de Zending;" er is
toch aan contributie ruim f 5000 toegezegd,
wat te weinig is de Septembercollecte zou dan
moeten dienen om de begrooting van f 6200
sluitend te maken.
Iet eenparige stemmen werd dit verzoek af
gewezen.
Niet, dat de Classe tegen een collecte is,
voor éénmaal met het oog op buitengewone
omstandigheden.
Wij hadden eerst den indruk gekregen, dat
dit alzoo bedoeld was, en juichten daarom het
besluit van die Classe toe, welke met algemeene
stemmen besloten had wel een collecte te
houden.
Doch nu de collecte wordt aanbevolen om
de begrooting te kunnen sluiten hebben wjj
met onze Classe bezwaar, overwegend bezwaar.
Allereerst hierom. De collecten moeten be
waard blijven voor onvoorziene, buitengewone
omstandigheden. Hebben wij echter met Pink
steren, en ook nog in September coüecten en
deze laatste ook als regel, dan zullen extra-
Zendingscollecten ternauwernood meer uitge
schreven kunnen wordenen zoo ja, dan zou
den de gevolgen in de opbrengst van deze
of de andere collecten zeker te merken zijn.
Bovendien, het is verkeerd huishouden een
extra-collecte op te nemen, om een voorgestelde