Verzetting van (len Bid- en Dankdag voor het gewas. Kerk en Schoolnieuws. Ofticiëele Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. Na vijf-en-zeventig jaren. De Afscheiding te Ulrum, door dr. H. Bouwman. Uit gave van Ph. Zalsman, Kampen. De Kerkgebouwen van Protestantsch Ne derland in woord en beeld door Ds. R. J. v. d. Meulen. Hollandsche Uitgeverij. Amsterdam. Theosopkie en Christendom door Dr. J. C. de Moor. Tweede herziene druk. Uit gave van J. H. Kok te Kampen. Philippns' Recensie-Bode. Calvyn mocht daarvoor niet gekozen worden, omdat men hem voor de kerk noodig had." De Raad herhaalde deze uitzondering van Cal vyn, toen hem werd medegedeeld, dat niemand der predikanten den moed had om naar het hospitaal te gaan, ofschoon hun ambt het mede bracht God te dienen zoowel in voor- als tegen spoed, tot in den dood. De predikanten beleden voor den Raad, dat het hun plicht was, doch „God had hun de genade niet geschonken om kracht en standvastigheid te hebben naar ge noemd hospitaal te gaan." De Genestou bood zich aan, wanneer hy „volgens Gods Woord zou gekozen worden en het lot op hem viel." De Raad nam hem aan. Maar als Calvyn was aangewezen, wat zou hfj gedaan hebben Hü zou zijn plicht gedaan hebben. Eenige jaren geleden had hij te Bazel den neef van Farel, die door de pest was aan getast, verpleegd, totdat hij gestorven was, en daarna verzorgde hij nog een zij oer metgezellen, die eveneens leed aan de vreeselijke ziekte. En wat schreef hij aan Yiret in 1542 bij het begin van de pest, voordat de Raad had verklaard niet te willen, dat hij naar het hospitaal trok Dit„toen Pierre (Blanchet) zich aanbood, heb ben wij hem allen gaarne laten gaan. Als hem iets overkomt, vrees ik, dat ik na hem het gevaar zal moeten loopen. Want, gelijk gij zegt, wij behooren aan ieder van de leden der kudde toe en wij kunnen ons niet onttrekken aan hen, die meer dan anderen onzen dienst noodig hebben. Maar toch is mijn gevoelen niet, dat ik, door een deel der kerk te verzorgen, het lichaam der kerk zelve zou prijs geven. Maar zoolang wij in dezen dienst zijn, zie ik niet in dat wij, dat wij eenig voorwendsel kun nen hebben, indien wij door vrees voor gevaar hen van hulp berooven, die deze het meest noodig hebben." Roomsche schrijvers wijzen slechts op één woord van Calvijn en maken het los van het verband, waarin het voorkomt, en dat isaik vreesOp die manier kan men den Reformator wel tot een vreesachtig en lafhartig mensch maken. Met de intrede van de laatste maand des jaare is ongeveer alle arbeid op veld en akker afgeloopen, en zóo zijn dan ook dit jaar de ge wone dankdagen voor het gewas gehouden, een gewoonte, waarvan nooit afgeweken mag worden. Te bejammereu is het, dat voor de jaarlijksche bede- en dankdagen steeds minder behoefte wordt gevoeld, als wy ten minste die behoefte mogen afmeten naar de opkomst ten huize des Heeren op die dagen. Het ïeven is in vele op zichten zoo druk, dat er zelfs geen dag af kan om het aangezicht des Heeren te zoeken in smeekgebeden of om Zijn Naam met danker kentenis te ontmoeten. Ja, als er feest is of 't een of ander vermaak aangeboden wordt dan is er gelegenheid, maar voor dank- en bededagen is in dezen tijd voor velen geen gelegenheid meer. Allerbedroevendst is het feit, dat de viering van de bede- en dankdagen ook onder ons, Gereformeerden, steeds minder in eere wordt gehouden. Zijn ze er niet, die van den morgen tot den avond onverpoosd doorwerken? Weer anderen verdeelen den dag, 't eene deel is voor den ar beid, en de tweede helft is den Heere gewijd. Ja, er zijn er, die die dagen van afzondering beschouwen als geschikte uitgaansdagen. Vergis ik mij, of is het waar, dat er zelfs wel eens stemmen opgegaan zyn, om die jaar lijksche bede- en dankdagen maar af te schaffen Dan hebben dus onze vaderen bij de instelling van die dagen het niet goed geweten Gaarne stem ik toe, dat die dagen van af zondering voor het aangezicht des Heeren, niet van de Heere zijn verordineerd en door Hem ingesteld. Daar is ons geen Goddelijk bevel in de Schrift gegeven tot onderhouding van die dagen, t' is waar, maar het is toch een kerkelijk gebruik, door onze vaderen ingesteld, dat, indien het van harte geschiedt, den Heere aangenaam is. Het staat niet op zich zelf, dat de bede- en dankdagen door velen niet meer gehouden wor den. Voor velen is het reeds te veel Zondags tweemaal ter kerke te gaan, hoe zou er dan nog een dag in de week afkunnen? De gering schatting en de verwaarloozing van die dagen door velen, is een bewijs van ingezonkenheid een verkleefd zijn aan het stof, een vertrouwen op het werk zijner handen, een niet-verstaan van onze diepe afhankelijkheid van den Heere. Juist in dezen tijd van stofvergoding en aanbidding moest de gemeente des Heeren nog luider dan in andere tijden protesteeren tegen den geest der eeuw, door de bede- en dank dagen in hooge eere te houden. Dan moest alle werk rusten, de winkels gesloten wezen en de bedehuizen vol zijn van eene schare, die in 't gevoel van diepe afhankelijkheid de smeekge beden voor het aangezicht des Heeren uitstort en Zijn Naam met dankzegging erkent Een zaak heeft dit jaar mijn bijzondere aan dacht getrokken, betreffende de viering van den dankdag, n. 1. deze heel de maand No vember, ja zelfs den 1ste December is door verschillende kerken dankdag gehouden. De eene hield den lsten Woensdag, anderen weerden 2den of 3den Woensdag dankdag, en gelyk ik zeide, waren er zelfs een tweetal ker ken, die volgens opgave in Zeeuwsch-Kerkblad Woensdag 1 December den dag van dankzeg ging hielden. Zoo is in de viering van den dankdag een ontzettende verbrokkeling gekomen, die dunkt mij niet bestendigd mag worden. Wat mij aangaat ligt in het gemeenschappelijke, eendrachtige gebed en dankzegging de groote beteekenis en de bezielende kracht van de bid- en dankdag. Is het geen bezielende gedachte, als men zich stelt voor het heilig aangezicht des Heeren hetzij in smeekgebed of dankzeggingte leven in de wetenschap, dat op hetzelfde oogenblik Gods volk op vele plaatsen met dezelfde nooden en behoeften tot den Heere nadert? Die ge dachte bezielt, dringt tot vuriger gebed het wordt een gemeenschappelijk aanloopen van den troon Gods als een waterstroom. En zoo is het ook met den dankdag. Ten zeerste betreur ik die verbrokkeling in dezen, waarom ik met allen ernst zou willen vragen: „Is er met een beetje goeden wilgeen weg te vinden, waardoor de bede- en dankdagen gemeenschappelijk gehouden kunnen worden door allen by wie deze inzetting der ouden nog in eere is Ik zou zoo zeggen, wat onze vaderen in dezen konden, kunnen wy toch ook wel. Gemeenschappelijk hielden onze vaderen biddag den 2den Woensdag van Maart, en dank dag de lsten Woensdag van November. Volgaarne stem ik toe, dat deze data voor onzen tijd niet meer geschikt zyn om de wij ziging, die de veldarbeid ondergaan heeft. By gunstig weder is men tegenwoordig reeds bezig met het werk op den akker voor den 2den Woens dag in Maart; en den lsten Woensdag in No vember is men in vele deelen van onze provin cie zeer druk aan den arbeid, veel drukker nog dan in den oogst, omdat in November de bieten- oogst valt. Daarom zou ik willen vragen„Zou er met een beetje goeden wil geen mogelijkheid be- stasn om den biddag te houden den eersten Woensdag in Maart, en dankdag te vieren op den laatsten Woensdag in November?" Wie brengt deze zaak op de classis? en welke classis biedt ze als een gerecht den Sy- nodalen disch aan Dat ook in deze materie goede orde kome tot welzijn der kerken en Gode tot eer. G. db Jager. Bruinisse, 2 December 1909. TWEETAL te Oosterend (Fr): Cand. F. C. Meyster te Katwijk aan Zee Cand. R. van Reenen te Reitsum. BEROEPEN te LangerakCand. J. S. Schaafsma te Groo- tegast te ZegwaartCand. F. C. Meyster te Katwijk aan Zee te Hendrik Ido Ambachtds. W. Veder te Breukelen. AANGENOMEN naar Terneuzen: ds. J. F. van Hulsteyn te Waarder naar CubaardCand. W. F. C. v. Helsdingen te Leiden naar Wezep: ds. H.. H. Schoemakers^ te Hol- landscheveld. BEDANKT voor PoortugalCand. W. F. C. van Helsdin- te Leiden voor Heinkenszand Cand. dr. J. C. Geelkerken. Uit Krabbendyke meldt men ons, dat de Kerkcollecte met Dankdag 1.1. aldaar heeft opgebracht f813.en de collecte by de spreekbeurt voorde Geref. Jongelings-Vereeni- ging f 15,67. Ter Neuzen6 Dec. 1909. Tot onze blijdschap werd gisteren aan de gemeente bekend gemaakt, dat de WelEerwaarde heer ds. J. F. Hulsteyn te Waarder (Z.H.) vrijmoedigheid van den Heere had ontvangen de roeping van onze gemeente aan te nemen. Bekrone de Heere dit besluit met zynen zegen. Namens den Kerkeraad, J. J. de Jager, Scriba. Ondergeteekende, door de laatstgehouden vergadering der Classis aangewezen tot saam roeping van de Commissie voor de nog niet ont komen Kerkenroept voornoemde Commissie saam tot een vergadering, te houden op Maan dag 13 December des middags om 3 uur in de Consistorie van de Hofpleinkerk te Middelburg L. van Loon. De Christelijke Jongedochters-Vereeniging „Doet wel aan allen, enz." hoopt hare jaarlijk sche uitdeeling te houden op a. s. Woensdag 15 December in de consistoriekamer der Gast- huiskerk. Zy, die voor het ontvangen van klee- dingstukken in aanmerking wenschen te komen, worden vriendelijk verzocht hiervan voor dien tyd kennis te geven. De uitdeeling heeft plaats tusschen 8 en 9 uur des avonds. Ook noodigt zy hare begunstigsters vriendelijk uit tot een bezoek en wel tusschen 6 en 7 uur. De Secretaresse, M. E. Vreke. Middelburg, 9 December 1909. Heinkenszand. De WelEerw. Zeer Gel. Heer Dr. J. G. Geelkerken, Cand. te Hilversum, heeft voor de roeping naar deze gemeente bedankt. Namens den Kerkeraad, L. van Vbssem, Scriba. KORTE NOTULEN van de vergadering der Geref. Kerken in de Classis Zierikzee, gehouden op Woensdag 1 Dee. 1909. 1. De vergadering wordt namens de roepende kerk van Haamstede met gebed geopend, door ds. R. Koolstra. Gezongen werd het 3e en 5e vers van den Morgenzang en gelezen Psalm 85. 2. De credentiebrieven worden nagezien en in orde bevonden. Alle kerken zyn wettig ver tegenwoordigd. De dienaren des Woords van Schaiendyke en Zonnemaire zyn beiden ver hinderd. Eene kerk zond een secundus. 3. Het moderamen wordt geconstitueerd als volgtds. B. Meyer, praeses, ds. H. W. Laman, scriba, ds. F. Staal Pz., assessor. 4. De scriba der vorige vergadering ds. C. Staal leest de notulen voor, welke worden goed gekeurd en geteekend. 5. Ingekomen een schrijven van de Classis Bolswardeen particulier schrijven uit Wons en een schrijven van br. Sonneveldt van Brou wershaven. Alle voor kennisgeving aangenomen. 6. Ds. Baay rapporteert over kerkvisitatie, gehouden in een zestal kerken der classis. In verband met dit rapport wordt de vraag van Geersdyk inzake kerkbouw behandeld. Tydens de bespreking neemt Geersdyk het verzoek om steun terug. De rapporteur ontvangt den dank van de vergadering. 7. Komt nog ter tafel een schrijven van ds, van Sehaik van Zonnemaire dat voor kennis geving wordt aangenomen. 8. Pauze. Storting van Collecten. 9. Volgens art. 10 der huishoudelijke rege ling hebben de volgende benoemingen plaats Correspondent-Penningm. br. D. Mulder te Zierikzee. Voor approbatieDe Kerkeraden van Brou wershaven en Zonnemaire. Voor KerkvisitatieD.D. P. J. Baay en F. Staal, sec. ds. G. de Jager. Voor Hulpbehoevende Kerkends. F. Staal Pz. Voor Examina: D.D. H. W. Laman en G. de Jager en ouderl. D. Mulder. Voor de Zending: ds. H. W. Laman, sec. G. de Jager. Voor Emeriti Pred., Wed. en Weezen: ds. R. Koolstra, see. ds. C. Staal. Voor Hulpbeh. Krankz. enz.A. Timmermans te Zierikzee. Voor regeling vac.-beurtends. G. de Jager. 10. Art. 41. Aan een drietal Kerken wordt advies gegeven in tuehtzaken. 11. Regeling vacaturebeurten als volgt Qeersdijk: 19 Dec. ds. de Jager. 9 Jan. ds. Koolstra. 30 Jan. ds. F. Staal Pz. 20 Feb. ds. Laman. Wissekerke 12 Dec. ds. C Staal. 9 Jan. ds. van Sehaik. 30 Jan. ds. Meyer. 13 Feb. ds. Baay. Nieuwerkerk: 19 Pee. ds. Laman. 30 Jan. ds. C. Staal. 12. De regeling der collecten wordt eenigs- zins gewijzigd. 13. Als roepende kerk wordt aangewezen Kamperland. In Febr. zal de classis saamge roepen worden. 14. De praeses sluit de vergadering met dankzegging. Namens de Classis F. Staal Pz. Ylissingen. Met vriendelyken dank bericht ik by deze ontvangen te hebben voor de „Evan gelisatie onder Militairen in Indië"twee pak ken met boeken; fl van N. N.fl van de D. te O.f 2.50 van de Gereformeerde Kerk Vlissingen B. Dr. A. Kuijper Jr. BQEKBEOÜKDEELING. Uit dit werk leeren wy den vader der Af scheiding, ds. H. de Cock en zijn tyd kennen. De professor geeft een beschrijving van dezen merkwaardigen man, welke geschikt is om eer bied te hebben voor zyn godsvrucht en vast heid van overtuiging. Weldadig doet het aan een man te zien optreden, die den moed heeft om te zeggen, waar het op staat en die zonder eenige kansberekening den weg gaat, door God in Zyn Woord hem gewezen. Welk een waarde de verdraagzaamheid heeft, in dien tyd zoo luide geprezen, blijkt ons ook en wy zien de vijandschap tegen de beproefde waarheid ontwaken op. een wy'ze, die ons her innert aan het oude woordarglistig is het hart meer dan eenig ding. Hoe treurig, dat leidslieden des volks tot zulke lage handelingen in staat zyn. Met groot genoegen hebben wy die geschie denis gelezen en wy brengen bovendien hulde aan den schrijver voor de kalme en onpartijdige beoordeeling van de daad der Afscheiding. Duidelijk stelt hy in 't licht, dat de mannen van '34 niet bedoeld hebben een kerkje van enkel geloovigen in Labodistischen zin te vor men, maar zy wilden vereenigen alle Gerefor meerden op de eens gelegde grondslagen. Hy doet ons zien het beginsel, den aard en het doel dier beweging zoo, dat wy met erkente lijkheid aan den Koning der Kerk vervuld worden. Wy zouden daarom gaarne willen, dat velen dit boek met aandacht lezen en dat vooral onze jeugdigen nagaan, wat ons hier wordt aangeboden. De leden van jongelings-vereeni- gingen, die gaarne de geschiedenis der kerk willen weten, mogen niet verzuimen dit werk te overwegen, want het zal hun inzicht in ons eigen kerkelijk leven verhelderen en verrijken. De uitgever zorgde voor stevig papier, een flinke letter en een goed uiterlijk. De eerste aflevering is verschenen. Zy ziet er kostelijk uit en wekt de verwachting op, dat het een schoon werk zal worden. De platen zyn duidelijk en de mededeelingen belangrijk. In een voorwoord wijst de schrijver er op, dat de titel ook had kunnen luiden Wat de Protes- tantsche Kerkgebouwen ons verhalen van de Kerk geschiedenis en van het godsdienstig leven van ons Protestantsche volksdeel. Thans volstaan we met deze aankondiging. Wanneer ons de volgende afleveringen toege zonden worden, hopen we een meer breedvoe riger beschouwing er over te geven. Wie van Theosophie het noodige weten wil, kan hier terecht. De schrijver is een goede gids en dat zyn diensten op prijs gesteld wor den, blijkt, wjjl velen een tweede druk ver langden. Meermalen hebben we onze ingenomenheid met deze Bode uitgesproken en ook het No- vember-nummer heeft onzen goeden dunk ver sterkt. Het geeft over verschillende pas uitge komen boeken een degelijke en grondige be schouwing. W. H. Gispen. Particuliere genade en gemeene gratie. Uitgave van Ph. Zalsman, Kampen. Het is een weemoedige gedachte, dat de schrijver van het boek, waarvan de titel hier boven staat, heengegaan is, maar velen zullen toch blijde zyn, dat zy nog in de gelegenheid gesteld worden om dit schoone werkje te lezen. Wy zeggen niet te veel. Over de particuliere genade en de gemeene gratie is in de laatste jaren veel geschreven en gesproken, sedert dr. Kuyper de aandacht van ons volk daarop ge vestigd heeft, en het is een gelukkig denkbeeld van ds. Gispen geweest om daarover ook zyn gedachten te geven. Hy doet het ook hier op een wyze, zooals wy van hem gewend waren. Duidelijk en klaar, degelijk en waardig zegt hy wat hy er over denkt. Zonder al te groote inspanning kan ieder genieten, wat dit werk ons aanbiedt. Bouha.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 3