Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie van: Ds. L. BOUMA en Ds. H. W. LAMAN. 7e Jaargang. Vrijdag 19 November 1909. No 22. UIT HET WOORD. kerkTHlijdenis, zendinb. Met roedewerking van onderscheidene Predikanten. ABONNEMENTSPRIJS Drakker-Ditgever A. D. LITTOOIJ Az PRIJS DER iDVERTENTIEN In Ulemoriam, UIT HET LEVUN. Voor een schotel linzenmoes. per half jaar franco per post 70 cent. Enkele nummers3 cent. MIDDELBURG. van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. HET LOFLIED DER SERAPHIJNEN. En de een riep tot den ander en zeide: Heilig, heilig, heilig is de Heere der heir- scharen. De gansche aarde is van Zijn heerlijkheid vol. Jbs. VI 3. II. De Seraphynen zingen den lof van den Heere der heirscharen. Zy roemen in Hem, in Hem alleen. Geen woord over hun eigen ijver en liefde, over hun eigen tronw en toewijding. Voor hun eigen reinheid en liefde hebben zij wel een oog, maar wie de bron kent, vergeet gemakkelijk de beek. Het mag ons niet ont gaan, dat zij de heiligheid des Heeren verheffen. Zij zouden ook Zijne macht of wijsheid, Zijn trouw of goedheid hebben kunnen prijzen. Hoe, zou er een reden zijn, waarom zij juist de hei ligheid alleen vermelden Het is niet gemak kelijk om te zeggen, wat wij door heiligheid te verstaan hebben. Velen hebben het beproefd en daar zijn uitnemende antwoorden gegeven. Zij is de smettelooze zuiverheid van de natuur van de deugden en van de daden Gods, waarin alles zoodanig is, gelijk het aan het voortref felijkste en volmaakste wezen betaamt. Hij is in zichzelf geheel volkomen en houdt alle on reinheid op een grooten afstand van zich. Al wat in strijd is met Zijn wezen, kan Hem niet naderen, kan in Zijne nabijheid niet bestaan. Hij is een verteerend vuur, dat krachtig ingaat tegen al wat Hem zou kunnen onteeren. Wy kunnen ook zeggen de heiligheid is de bran dende liefde, waarmede God Zichzelf, Zyn vol komenheden zoo volstandig bemint, dat Hy nimmer iets wil of doet, wat niet in overeen stemming is met Zyne natuur en waardoor Hij voor Zyn redelijke schepselen tot het meest volkomen voorbeeld is. De heiligheid is niet de een of de andere deugd in God, maar zy sluit alle volkomenheden in. Hy is een licht, en er is gansch geen duisternis in Hem. Gevaar voor verontreiniging bestaat er voor Hem niet, want bij Hem is er geen verandering, geen schaduw, geen omkeering. Om die reden mogen wij zingen Gods enkel licht Voor Wiens gezicht Niets zuiver wordt bevonden. Hy is dan ook de Bron van alle licht, van alle zuiverheid en alle heiligheid. Zoo dikwijls Zyn heiligheid geprezen wordt, worden ook al de overige volkomenheden geloofd, waarvan zy het sieraad en de kroon is. Hoe schoon staat dit reeds in het onde lied van Mozes O Heere, wie is als gy onder de goden Wie is als gij verheerlijkt in heiligheid, vreeselyk iu lof zangen, doende wonder! Driemaal wordt in den lofzang het woord .heilig" genoemd. Het geeft te kennen, dat Hy heilig is in den allesovertreffenden zin van het woord. Zooals Hy het is, is het geen Seraph. Heilig is Hy, ja driemaal. Op geheel volkomen wy'ze. Hy is het in Zichzelf. In Hem ligt de Sprinkader van alle heiligheid. Er is geen ver mindering, geen verflauwing. Hoewel de zon eeuwen achter elkander haar licht en haar warmte heeft uitgestraald, hoewel zy het mis schien nog tot in verre toekomst zal doen, be staat toch de mogelijkheid, dat zy eens ophou den zal haar schijnsel te geven. Lezen wy niet, dat zy eens veranderd zal worden in duisternis Doch Hy onze God blyftj wat Hy is, een vuur dat Zijn tegenstanders zal verslinden, een licht, dat uitblinken zal in al de schepselen Zyner hand. Heilig is Hy in den hemel, op de aarde, in den afgrond. Heilig is Hy in gerechtigheid, in genade en in heerlijkheid. Heilig is Hy iQ de wetten, welke Hy aan Israël gaf, heilig in de overgave van Zyn eeuiggeboren Zoon tot in den bitteren dood des kruises, heilig in de ontzachlyke oordeelen, welke Hy over het oude volk des verbonds uitstortte. Heilig is Hy, als Hy de volkeren laat wandelen naar het goeddunken van hun hart, heilig, als Ily de verloren zonen en dochteren, die met schaamte tot Hem terugkeeren een eereplaats geeft in Zyne woning, heilig als Hy de goddeloozen verwerpt van voor het aangezicht Zyner sterkte, hen verdoet met den adem Zyns monds. Op merkelijk is het, dat van de vier dieren, welke zes vleugalen haddeü, in het laatste boek des Bijbels gezegd wordt, dat zy geen rust hebben dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was en Die is en Die komen zal. Na den lof der heiligheid volgde de verhef fing der heerlijkheid. De gansche aarde is van Zyn heerlijkheid vol. De heerlijkheid Gods is de glans, die van zyn deugden uitstraalt en verspreid ligt over alle werken Zyner handen. Zy is wat naar buiten treedt en zich aan 't oog van alle redelijke schepselen vertoont, op dat deze haar zonden zien, erkennen en prijzen. De Seraphynen in den hemel aanschouwen haar, gelijk ons hier blijkt, zy verwonderen er zich over, en in hun binnenste ontgloeit een vuur om haar te verheffen. Het is hun lust en zaligheid om deze heerlijkheid gade te slaan, zich daarover te verblijden en zy beperken zich niet tot den hemel, maar zy laten hun oog weiden op het verre en wijde veld, waarop zich deze heerlykheid openbaart. Gelijk wij alle dingen aanschouwen in het licht der zon, zoo zien zy de gansche schepping hemel en aarde beide in het licht der heerlijkheid. Schoon klinkt hun lied, welluidend hun lof zang De aarde is van Zyn heerlykheid vol. Wy verstaan deze taal omdat wy daaraan ge wend zyn van onze jeugd af. Zong niet de dichter Het ruime hemelrond Vertelt met blijden mond Gods eer en heerlijkheid. De heldre lucht en 't zwerk, Verkondigen Zyn werk, En pryzen Zyn beleid. Dus kan ons dag by dag, Tot roem van Gods gezag, Zyn wonderen verhalen Dus moet ons nacht bij nacht, Zyn onbegrensde macht En wijsheid af te malen. Hoe goddelijk en schoon, Luidt deze hemeltroon. Daar is geen spraak of oord, Daar is geen volk bekend, Dat zelfs tot 's wereld end, Der heemlen stem niet hoort. Welnu die heerlijkheid van Gods macht, wijsheid en goedheid, welke ons tegenschittert uit de doorluchtige werken der schepping, roemen en loven de heilige Engelen en zy spreken uit, dat de aarde van haar vol is, want van dag tot dag openbaart zy zich ook in de wondere voorzienigheid, welke de ge- loovigen met den Apostel doen zeggen Hoe ondoorgrondelijk zijn Zyn oordeelen, hoe ondoorzoekelyk zyn Zyn wegen. Daar is in de leiding der volken een diepte des rijk- doms beide des kennisse en der wijsheid, welke ons met heilig ontzach vervult voor Hem, die alle dingen werkt naar den raad van Zyn wil. In de dagen van Jesaja was inzonderheid het land Kanaan een tooneel van 's Heeren glorie, want het woord goldzekerlijk, Zyn heil is naby dengenenen, die Hem vreezen, opdat in ons land eere wone. God was bekend in Juda, Zyn naam was groot in Israël. Was niet de historie van dat volk ryk in daden, die de heerlijkheid van Abrahams Gods verkondigen van geslacht tot geslacht en mogen wy niet aannemen, dat het verleden openlag voor deze hoogbegaafde geesten Zullen zy niet met opmerkzame oogen gezien hebben de teekenen van de goddelijke grootheid in dien tijd en hebben zy niet verstaan dat de beweging in de volkeren den weg baande voor Hem, die door de vlakke velden rijdt? Zonder twijfel is wat zy zongen ook een profetie van wat eenmaal zyn zou. Wy zien menigmaal de wanorde en de verwarring en wij bedroeven er ons over, maar de zalige troongeesten beschouwen alles uit een hooger standpunt, zy staan boven de beweeglijke dingen en zij roemen Hem, van Wiens heerlykheid de aarde vol is Hoe goed is het en hoe weldadig kan het werken, dat de lofzang der Engelen doorge drongen is tot onze aarde, die zoo arm is aan ware blijdschap en heerlijke liederen, want als gy eens aan 't luisteren zyt, dan dringen deze hemelsebe tonen ook tot u door en zy roepen iets in u wakker, waaraan gij behoefte hebt. Er is een wereld en in die wereld zyn er rede lijke schepselen, die zieh niet laten beangstigen door de donkerheden en door het zuchtend schepsel. Zy wanhopen zelfs niet aan deze aarde met haar vloek en met haar ellende. Met een verheugd hart verlustigen zy zich in de heerlijkheid, waarvan deze aarde de aarde waarop wy wonen vol is. Neen, het is niet ongeoorloofd een open oog te hebben voor de nooden, die hier zijn maar verkeerd is het het oog te sluiten voor de heerlykheidGods waar van de aarde vol is. In dit geval zult gij geen verlangen kennen naar het oogenblik, waarin nog in hoogeren en voor de geloovigen zaliger zin de aarde vol zal zyn van de heerlykheid Gods. Uwe bede zyEn de gansche aarde worde met Zyn heerlykheid vervuld. Bouma. In Ter Neuzen overleed na een langdurig en smartelijk lijden de WelEerw. heer ds. O. Los in den ouderdom van ruim 67 jaar. De naam was ook in Zeeland bekend. Zyn vader toch heeft jarenlang in deze provincie als predikant gearbeid en zelf heeft hij gestaan te Oolyns- plaat en later in Oud-Vosmeer. Vandaar dat velen in ons gewest hem gekend en gehoord hebben. Hy was een deftige verschijning, en een ernstige prediker. Vroeg was hy bedienaar des Woords en heeft gedurende veertig jaren, waarin hy werken mocht, onderscheiden ge meenten gediend. Met kennelijken zegen heeft hy hier en daar gewerkt en allerwege genoot hy achting, want zyn wandel liet zien, dat hy zelf voor het woord, dat hy bracht, zich boog. In 't jaar 1904 werd hem eervol emeritaat ver leend en nu is hy heengegaan naar het huis des Vaders, waarin vele woningen zijn. De Heere sterke en trooste Zyn bedroefde gade, Zyne kinderen en zyn gansche familie en Hy geve, dat velen Hem in den korten tijd des levens mogen dienen. Nog een doodstijding ontvingen we. Te Til burg ontsliep zacht en kalm tia een langdurige krankheid in zyn Heere en Heiland de Wel Eerw. heer ds. H. J. Binnema, in zyn leven predikant in genoemde fabrieksstad. In onze provincie zyn er weinige Gereformeerden, die hem nooit gezien hebben. Al vroeg had hy lust om den Heere te vreezen en te arbeiden voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Een veertig jaar geleden kende ik hem reeds en wist ik, dat hy onderwijzer op de Zondagschool was en een ijverig lid van de Chr. Jongelings- vereeniging. Later toen ik in Ter Neuzen was, vertelden zy daar van hem, hoe hij naar ge huchten in den omtrek ging om er te oefenen en ook wydde hy zich aan Zondagschoolarbeid. Hy was toen in België, arbeidende in naam van de Zendingskerk, om het Evangelie aan de Roomschen te brengen. Het W6S niet vreemd, dat de inwendige Zending in Braband aan hem dacht, toen zy een man zocht, die te Tilburg wonende, naar alle kanten zou uitgaan om de blijde boodschap des heils te brengen aan af gedwaalde protestanten en bygeloovige Room schen, want in Ostende was gebleken, dat hy een zeldzame gave had om met desgelyke men- schen in aanraking te komen en met hen te spreken over hun eeuwige belangen. Het doel van Brabant gelukte en Binnema kwam naar ons land. Vurig van geest als hy was en nooit vervaard heeft hy gewoekerd met de talenten hem geschonken en de Brabandsche broeders kunnen u verhalen dat God op zyn arbeid zegen gegeven heeft. Niet oud is hy geworden hy was ruim 60 jaren. Maar hy heeft gedaan, wat zyn hand vond om te doen. De Heere, die hem gegeven heeft en weggenomen, trooste Zyne bedroefde weduwe en doe alle kinderen gedachtig zyn aan het woord en het voorbeeld van hun vader. .Zoo gaan zij henen, die wy gekend hebben en met wie wy omgang gehad hebben. De doodsklok luidt telkens. Reeds weer wordt er een graf gedolven. Straks is het onze beurt. Wie weet, hoe spoedig? Zyt gy gereed? Kunt gy weggaan en zonder schrik uwen Richter ontmoeten Wie in My gelooft ziedaar het woord van den Heiland zal leven. Tot Hem gevloden, by Hem geschuild, op Hem gebouwd van Hem uwe verwachting. Bouma. Weinig menschen zullen er zyn, die het niet als een groote dwaasheid in Ezau afkeuren, dat hy voor een schotel linzenmoes afstand deed van het recht zyner eerstgeboorte. Het was dan ook een dwaasheid en later heeft Ezau zyn lichtzinnig gedrag met bittere tranen be weend maar toen was het te laat. Die schotel linzenmoes was zoo spoedig leeggeslorpt, maar het prijsgegeven voorrecht van de eerstgeboorte was niet meer terug te bekomen. Ezau ontving zoo bitter weinig, gerekend tegenover hetgroote, dat hy zoo maar in een oogenblik weggaf, als ware het niets. Wat is nu toch een schotel linzenmoes Zoo'n schotel vertegenwoordigt een waarde van enkele centen. De eerstgeboorte daartegenover maakte Ezau tot den erfgenaam van zyns vaders huis een dubbel deel van het vaderlijk goed was voor hem bestemdop hem zou ook overgaan het ouderlijk gezag in den kring der familie; en wat niet het minste zegt, ook de aartsvaderlijke zegen, de zegen van den God Abrahams, Izaks en Jakobs, was naar men- sehelyke berekening hem toegedacht. En al deze voorrechten gaf Ezau in een ommezien prys voor een schotel linzenmoes. Wat een dwaas 1 Het leek wel of hy nog niet eens het verstand van een kind had. Als men kinderen hun gang liet gaan, dan zouden ze soms ook dingen van waarde verruilen voor een kleinigheid. Van de negers wordt verteld,' dat ze voor een stukje spiegelglas, voor een hand met koralen, voor een knipmes, vaak de duurste en kostbaarste producten van huu land verkoopen, die door slimme handelaars op deze wyze haast voor niets worden buitgemaakt, maar voor veel geld worden verkocht. Als zoo'n onwetend kind, als zoo'n domme neger deed ook Ezau. Maar Ezau staat niet alleen. Hij heeft met gezellen, even dwaas en onverstandig als hy. Er is reeds menige schotel linzenmoes geledigd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 1