Weekblad voor de Gereformeerde
Onder Eedactie van: Ds. L. BOUMA en
Kerken in Zeeland
Ds. H. W. LAHAN.
7e Jaargang.
Vrijdag 12 November 1909.
No 21.
abonnementsprijs
UIT HET WOORD.
kerkTHlijdenis, zending"
Met ra ede werking van onderscheidene Predikanten.
D rukker-Uitgever
A. D. LITTOOIJ Az
MIDDELBURG.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Ineensmelting Vlissingen.
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent.
HET LOFLIED DER SERAPHIJNEN.
En de een riep tot den ander en zeide:
Heilig, heilig, heilig is de Heere der heir-
scharen. De gansche aarde is van Zijn
heerlijkheid vol.
Jbs. VI 3.
I.
Welk een r\jk leven is er in den hemel, en
wü mogen het een weldaad achten, dat soms
de gordijnen, die ons het inzien beletten een
weinig ter z\jde geschoven worden, tengevolge
waarvan wü er althans iets van te weten ko
men. Hoe schoon en verheven is het, wat Jesaja
ons mededeelt van de heilige Seraphünen, die
voor den troon des Heeren zich bewegen en
niet ophouden de heerljjke en luistervolle deug
den huns Gods bewonderen. Bü het licht, dat
h\j er over ontsteekt, zien we hen als 't ware,
die vurige gestalten met hun zes vleugelen en
wü zijn begeerig iets meer van hen te weten.
Nu tot op zekere hoogte wordt dit verlangen
bevredigd, ofschoon we er dadelijk bijvoegen
dat er tal van vragen opr\jzen, welke we niet
beantwoorden kunnen. De een riep tot den
ander en zeideheilig, heilig, heilig is de Heere
der heirscharen. Engelen zün redelijke wezens,
die uit kracht van hun aanleg zich zelf ken
nen, maar ook God, hun machtigen Schepper.
Zij zien Hem, zooals Hij is. Zij behoeven geen
onderricht van anderen bun oog is er voor
open en hun hart opmerkzaam. Wat zij zien,
kunnen zij mededeelen aan anderen, zjj kunnen
hun gedachten uitdrukken, zij kunnen duidelijk
zeggen, wat zij denken. Dit blijkt hier onwe-
dersprekelijk, want de een riep tot den ander
en alzoo is er gemeenschap onder hen moge
lijk. Zij verstaan elkander volkomen en ook
daardoor hebben zij zulk een zalig leven. Onder
de menschen ontbreekt dit meer en meer. Er
wordt bitter overgeklaagd, vooral ook in on-
geloovige kringen. Het ontbreekt helaas te veel
aan een beschouwing, welke allerdeel is en
daarom gaat ieder zijn weg en weet niet, hoe
dit gemis weg te nemen is. Bij de Engelen is
dit evenwel anders. Zij hebben een leven dat
door geen zonde werd verwoest en uiteenge
rafeld, zij hebben een band, die allen verbindt,
hun kennis is niet alomvattend, doch wel vol
maakt en daarom waardeeren zij elkander en
steunen zij elkander. Maar wij zouden wel
willen weten, op welke wjjze dit alles geschiedde,
opdat we er ons een duidelijke voorstelling van
zouden kunnen maken, maar dit is ons in deze
bedeeling ontzegd, en wij zullen ons moeten
vergenoegen met wat ons geopenbaard werd
en in stilheid wachten tot het oogenblik, waarin
zij ons opnemen en geleiden naar de vele wo
ningen, welke in 'thuis des Vaders zijn.
De een riep tot den ander. Bij het aanschou
wen van Hem, die op een hoogen en verheven
troon zat, ontbrandde in hun binnenste een
ijver, en daarom riepen zij met groote kracht.
Ons gezang is dikwerf zoo mul en zoo zonder
gloed, er zijn er zelfs, die nooit zingen, die
wel spreken, als het gaat over de aarde en
haar zaken, maar die zwijgen, als er sprake
komt van de grootheid en de majesteit des
Heeren, die een groot woord hebben op een
bruiloft, maar die verlegen zijn op een begra
fenis. Is dit niet droevig? Moest het niet an
ders zijn Hoe treffend is het, als een gemeente
hier op aarde uit volle borst zingt en allen
wedijveren om des Heeren lof nog grooter te
maken. De eene Engel begon en de ander zette
voort, de een hief het lied aan en de ander
beantwoordde hem. Zij zongen bij .beurten,
evenals Israël eens aan de oevers van de Roode
Zee, nadat Pharao en zijn ruiterscharen een
graf gevonden hadden in de diepe wateren.
Toen zongen Mozes en de kinderen Israels dit
lied en dan volgt de inhoud, terwijl er verder
staat, dat Mirjam hen antwoorddeZingt den
Heere want Hij is hoogelijk verhevenHij heeft
het paard met zijn ruiter in de zee gestort. Op
deze wijze hebben de Engelen ook gehandeld.
Daarbij zullen wij het moeten laten, want we
zien geen kans om nadere inlichting te geven
over de vraag, of Engelen ook als wij de lucht
in beweging knnnen brengen, zoodat er geluid
ontstaat, en hoe dit toegaat. Het feit staat vast,
indien gij maar denkt aan het lied in den
sehoonen Kerstnacht, maar of het hier ook zoo
gebeurd is, wie zal het zeggen.
Wat zij zongen Daarover behoeven we niet
in 't onzekere te verkeeren. De profeet heeft
het duidelijk gehoord en verstaan. Engelen
hebben voor elke gedachte een passend kleed.
Zij behoeven niet naar een geschikten vorm
te zoeken, zooals wij menigmaal. Met de ge
dachte, welke in hun binnenste opwelt, komt
ook het juiste woord op hun lippen. Hoe arm
zijn wij bij hen vergeleken. Wat is het getal
van hen onder ons gering, die de taal ter hun
ner beschikking hebben en die precies weten
te zeggen, wat zij bedoelen. Onze ziel is vol
van donkerheden en ons ontbreekt de macht
om onze gedachten juist van elkander te on
derscheiden en het verband, waarin zij tot el
kander staan, te doorzien en vandaar dat ons
spreken zoo dikwerf onbeholpen en verward is.
Vol moest ons hart zijn, als een fontein van
zuiver water, maar nu is dikwerf het land dor
en onvruchtbaar. Wel is het vervuld van al
lerlei dat niet deugt, maar hoe weinig is er
in, waarover gij U niet behoeft te schamen.
Engelen hebben niet te verbergen, wat er in
hen leeft, vrijuit mogen zij zingen, wat hun
ziel ontroert, en zij doen dan ook de hemelen
weergalmen, want in hun zang verheffen zij
den Heere der heirscharen. Zij kennen blijkbaar
den meest verheven Naam, dien God zich zelf
ooit heeft gegeven, en wij kunnen gerust aan
nemen, dat zjj ook de beteekenis daarvan vol
komen verstaan. Die naam is voor hen een
uitgestrekt veld waarop zij weiden, en zjj wer
den niet moede om in te denken al wat er door
te kennen gegeven wordt. Andere namen duiden
de een of andere volkomenheid in het goddelijk
wezen aan, doen de een of andere deugd uit
komen, maar in dezen naam treedt de persoon
lijkheid Gods zelve op den voorgrondIk zal
zijn, die Ik zijn zal. Welk een majesteit straalt
ons tegen, welk een onvergelijkelijke heerlijk
heid schittert ons tegen in dezen gedenknaam.
Hij kan van zich zelf spreken, zooals geen
mensch of Engel het vermag. Hij heeft Zü'n
wezen en bestaan niet van iemand buiten zich
ontvangende bronnen, waardoor Hü bljjft,
wat Hij is, liggen niet buiten Hem, Hij is de
Eeuwige, uitwien al wat ooit een zijn verkreeg,
zijn oorsprong heeft. Omdat Hij Jehovah is zal
het verbond Zijns vredes en Zijne goedertieren
heid nooit wankelen of wijkenzullen de kin
deren Jacobs nooit verteerd worden. Nog altijd
zijn er beloften van ontzaglijke beteekenis, be
loften die ons doen duizelen en ons zouden
doen vragen kunnen zij wel ooit in vervulling
gaan, maar een Engel kent dien twijfel niet,
wijl Hij in den doorluchtigen Koning der kerk
en den Rechter des hemels en der aarde Jehovah
ziet, en het is goed, wanneer gij ook meer ge-
loovig aanvaardt de onbedriegelijke waarborgen,
welke alleen in dien eenen Naam opgesloten
liggen.
Hü is de Heere der heirscharen. Dit laatste
woord doet ons denken aan legers of aan kud
den, en nu kunnen we onderscheiden tusschen
aardsche en hemelsche heirscharen. Welke le
gers hebben sommige heerschers onder de vol
keren niet op de been gebracht en in beweging
gesteld legers, welke landen verwoesten, steden
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 5 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
en dorpen aan de vlammen prü's gaven en de
tegenstanders in boeien klonken en ze spanden
achter hun zegekar. Maar wü gebruiken het
woord ook, als wü willen aanduiden millioenen
van sprinkhanen of andere insecten, die zich
soms werpen op landen en alles verslinden
wat op de velden of aan de boomen groeit.
Onze profeet vergelükt de starren des hemels
bü een welgeordend leger, die op de wenk der
Almacht verschü'nen en verdwü'nen. Heft uwe
oogen omhoog roept hü in verrukking uit en
ziet wie deze dingen geschapen heeft, die in
getale hun heer voortbrengt, die ze alle bü
name roept vanwege de grootheid Zü'ner macht
en omdat Hü sterk van vermogen is, wordt er
niet een gemist. Bovendien zün daar nog de
duizendmaal duizenden van heilige Engelen,
die voor den troon staan van welke ieder een
sterke held is, welke legerscharen vormen zün.
Wü gelooven niet, dat het noodig is om een
van deze legers uit te sluiten. Alle staan zü
onder de bevelen van onzen Koning, die hen
zendt waartoe het Hem behaagt. Hü is in den
vollen en rüksten zin de Heere der heirscha
ren. Niet één van alle schepselen kan zich van
Zün gezag losmaken. Alle zün zü aan Hem
onderworpen. Nooit heeft eenig Bevelhebber
zulk een zeggenschap over een klein leger ge
oefend als Hü over alle creaturen. Zelfs het
heirleger der gevallen Engelen gehoorzaamt
op Zün wenken.
Is het wonder, dat de Engelen die Hem aan
schouwen zooals Hü is, en die zü'n weergalooze
heersckappü erkennen, in heilige aanbidding
hun gelaat omvleugelen en Zü'n lof uitroepen
Dit verstaat ge, en ge stemt het toe, maar is
het dan ook niet betamelü'k, dat wü hun voor
beeld volgen en dat wü ook spreken en zingen
ter verheerlüking van Zü'n grooten Naam.
Wordt U recht bewust, dat Hü over U alles
te zeggen heeft, dat Hü U geheel in Zü'n hand
houdt, opdat ge Hem ontrooft, wat Hem toe
behoort. Elk oogenblik dat ge van Zü'n dienst
onttrekt, elke ademtocht welke gü' aan u zelf
wüdt of aan eenig schepsel, is trouweloosheid
jegens Hem, die alleen zitten mag op een hoogen
en verheven troon. Bedenk steeds eiken avond
dat Hü eens komt om U ter verantwoording te
roepen. Speel niet met Uw leven, met Uw
kracht, met Uwe gave, met uwen tü'd, met
iets wat gü hebt, want het werd U alles ge
schonken, opdat gü er mede woekeren zoudt.
En Uw tü'd is zoo kort. De gelegenheid is zoo
spoedig voorbü. Geen verontschuldigingen zul
len U baten. Bouma.
Een verrassing op de laatste Classikale ver
gadering van Middelburg. De kerkeraden van
Vlissingen deelden mede, dat zü besloten had
den tot ineensmeltiog, legden de stukken over
aan de classis en vroegen de approbatie. Hoe
wel de gansche classis met bodschap deze
tüding ontving, was toch de zaak te gewichtig
om zoo maar op eens te zeggen, dat de ver
langde goedkeuring geschonken werd. Er werd
een commissie benoemd, aan welke opgedragen
werd om die zaak nader te onderzoeken en
daarna de classis te adviseeren. In de namid
dagzitting deed de commissie verslag en kon
berichten dat de beide kerkeraden met voor
zichtigheid en beleid deze ernstige zaak hadden
behandeld, want tweemaal waren al de belü-
dende mansleden openlük opgeroepen om, wan
neer er bezwaren mochten zü'n deze ter kennis
van de kerkeraden te brengen en alle leden
waren gedrukte circulares toegezonden, waarin
de voorwaarden der ineensmelting waren om
schreven. Slechts enkele broeders hadden be
zwaren geopperd, maar die na vriendschappe-
lüke samenspreking of waren weggenomen of
tot zeer kleine herleid. Bovendien was
haar gebleken, dat de kerkeraden gehandeld
hadden» naar het gegeven advies der Generale
Synode, zoodat er ook in dit opzicht geen be
denking kon rü'zen. De commissie adviseerde
derhalve de approbatie te verleenen en dege-
heele classis ging met dit advies mede. Zoo
heeft deze zaak haar beslag gekregen en we
hopen, dat 's Heeren gunst kennelük op dit
besluit moge rusten.
Voorstellen kunnen we ons, dat de Gerefor
meerde broeders en zusters in Vlissingen over
deze zaak denken en spreken. Sommigen zul
len zich verblüden, omdat zü reeds lang uit
gezien hebben naar het uur waarop de beide
kerken een mochten zü'n. Anderen zullen er
zü'n die overtuigd van de noodzakelükheid en
zich buigend voor den wil des Heeren mee
werken om alles weg te nemen, wat schadelük
zou kunnen werken, ofschoon zü opzien tegen
de moeielükheden, welke aan zulk een stap
verbonden zü'n. Zü waren zoo gehecht aan
hun eigen gemeente, zü waren er mee saam-
gegroeid, zü' voelden er zich zoo thuis en zü
kunnen nog niet zien, dat het er veel beter
op worden zal. Maar zü erkennen, dat heter
toch toe komen moet en zü gelooven, dat deze
weg aangewezen is in de schrift, in onze be-
lüdenis, in onze kerkenordening, en in onze
historie en daarom durven zü' verwachten, dat
zü op dien weg ondanks de bezwaren, daaraan
verbonden veilig wandelen kunnen.
Misschien zün er eenigen, die er zich maar
niet in vinden kunnen. Vraagt gü hen, waar
om niet, dan zullen zü verschillend antwoor
den. Zü hebben nu eenmaal een afkeer van
de Afscheiding of van de Doleantie en zü heb
ben nooit ernstig onderzocht wat de roeping
is van een goed gereformeerde. Zü herinneren
zich uit het verleden allerlei dingen, die ver
keerd waren en kunnen niet begrü'pen dat
twee kerken met zoo verschillende geschiede
nis, met zoo onderscheiden opvatting tot een
kunnen worden. Zü zien niet op de belüdenis,
welke beide kerken van harte beamen, niet
op de Kerkenordening, waarnaar beide leven,
niet op de oude historie, toen alle gerefor
meerden in* ons rük gezegend Vaderland in
één kerk samenkwamen, niet op de willekeu
rige daad, die in 1816 de oude geref. Kerken
tot een Hervormd Kerkgenootschap omsmeedde,
niet op de zonden van onze vaderen, en van ons
en zü rekenen niet met de beteekenis, welk
een saamleven van alle gereformeerden kan
hebben in de toekomst, maar enkel met hun
eigen voorliefde en vooroordeelen en het ge
volg daarvan is, dat zü dit niet schikken kun
nen in den tüd, waarin Gods voorzienigheid
hen heeft geplaatst. Zü hechten zich aan din
gen. die voorbü'gaan en zoeken de rust, waar
in zü' nooit gevonden zal worden.
Dit laatste nu is niet een zonde van enke
len, allen zün er zoo licht toe geneigd. Wü
willen blü'ven, waar wü zün, waar wü het goed
hebben. Jezus echter leidt zü'n volk door de
woestün naar Kanaan. En nu is er geloof
noodig om een woestü'n in te gaan, want wü
kennen er den weg niet, er groeit geen tarwe
en geen gerst, er zün geen bronnen met ver
kwikkend water, maar wanneer wü gelooven,
staat het voor ons vast, dat het ons aan geen
leiding, aan geen brood en aan geen water
zal ontbreken, want wü zien dan dat wü in
Jezus den Leidsman hebben, dat Hü het brood
is uit den hemel nedergedaald, en dat Hü de
levende steenrots is, waaruit we de ware ver
kwikking ontvangen.
Daarom roepen wü allen, maar thans inzon
derheid alle Gereformeerden in Vlissingen op
om gehoor te geven aan de ernstige waar
schuwing van den ApostelLaat ons dan ons