Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie vanDs. L. BOUMA en Ds. H. W. LAMAN.
7e Jaargang.
Vrijdag 8 October 1909.
No. 16.
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
A. D. LITTOOIJ Az.
De School van Horstman.
Vrederust.
Theologische School.
ABONNEMENTSPRIJS
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
Drukker-Oitgever
MIDDELBURG.
PRIJS DER ADTERTENTIEN
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
EEN MERKWAARDIGE TIJDSBEPALING.
In het jaar, toen de Koning "Uzzia
stierf, zoo zag ik den Heere zittende
op eenen hoogen en verhevenen
troon, en zijne zoomen vervul
lende den tempel.
Jes. VI 1.
I.
De bladzijde van den profeet Jesaja welke
hij ons geeft in hat zesde hoofdstuk, is zeer
belangrijk en het is derhalve duidelijk, waar
om velen haar met aandacht gelezen en over
wogen hebben. Wanneer gij haar nauwkeurig
nagaat, is het u, alsof gij u verwijdert uit de
woelige drukte van het menschenleven, een
drukte,welke u verstrooit en vermoeit,en alsof ge
voeten gezet hebt over de drempel van een
indrukwekkend heiligdom, waar een plechtige
stilte heerscht. Gij komt er tot u zelf en wel
dra begint ge uwe oogen op te heffen en gij
aanschouwt een tafereel, dat u met eerbied
vervult. Hoe schoon is de teekening, welke
de profeet u geeft van de heerlijkheid Godsin
den luister van zijn koninklijke macht en ma
jesteit. Niet minder grijpt u aan, wanneer
hij u verhaalt, op welke wijze hij geheiligd en
gezonden werd. Met diep ontzag luistert gü
naar de boodschap van het naderend gericht,
welke hij ontvangt. Met één woord, alles lokt
u uit om het geheel nauwkeurig te bezichtigen
en het zou mij niet verwonderen, dat gij gaarne
vertoeft aan deze plaats.
Over den profeet zelf zullen wij weinig zeg
gen. Zijn naam wijst op het heil des Heeren.
Met recht mag hij zoo heeten, want hij is een
man geweest, die van het heil des Heeren ge
sproken heeft als bijna niemand anders. Wie
het heil des Heeren wil kennen, leze zijn boek
en hij aanschouwt het in zijn lengte en breedte,
in zijn hoogte en diepte. Van zijn afkomst is
niet veel bekend. Mogen we de oudejoodsche
overlevering gelooven, dan zou hij van vorste-
lijken bloede geweest zijn en de Kerkvader
Hieronymus beweert, dat hij de schoonvader
van den Koning Manassa is geweest. Hoe dit
ook zij, wjj kunnen zeggen, dat hij in 't mid
den van de mannen Gods van Koninklijke ge
stalte is geweest en gelijk een Salomo uitge
munt heeft onder de Koningen, zoo heeft hij
uitgeblonken onder de profeten, dat hij in de
hoofdstad Jeruzalem heeft gewoond en gear
beid. Daar heeft hij zijn dagen gesleten, om
ringd door zijn vrouw en kinderen.
Nauwkeurig kennen wij den tijd, waarin hij
dit gezicht ontvangen heeft. Het was in het
jaar, waarin de Koning Uzzia stierf. Van be
lang achtte hij het, dat wij deze tijdsbepaling
zouden kennen. Ook bij andere profeten vin
den wij het. Zoo geeft Ezeehiël -de maand en
den dag aan, waarop hij het visioen deelachtig
werd. „In het dertigste jaar, in de vierde
maand, op den vijfde derzelfde maand, als ik
in 't midden der weggevoerden bij de rivier
Chebar was, geschiedde het, dat de hemelen
werden geopend en ik gezichten Gods zag".
Eveneens bij Haggaï. In het tweede jaar van
den Koning Darius in de zesde maand op den
eersten dag der maand, geschiedde het woord
des Heeren door den dienst van Haggaï den
profeet tot Jerubabel". Zelfs vinden wij bij den
profeet Daniël de opgave van het uur, waarin
de openbaring des Heeren hem gegeven werd.
«Als ik nog sprak het gebed, zoo kwam de
man Gabriël, dien ik in 't begin in een ge
zicht gezien heb, snellijk gevlogen mij aan
rakende omtrent den tijd des avondoffers".
Ook is dit soms het geval in het N. Testa
ment. Wij lezen toch „Deze zag in een ge
zicht klaarlijk omtrent de negende ure des
daags een Engel Gods tot hem inkomen". Dit
is opmerkelijk en verdient onze aandacht. Een
dergelijke nauwkeurige tijdsbepaling toch zal
er niet zonder bedoeling bijgezet zijn, en wij
mogen wel onderzoeken, of het ook mogelijk
is het verband te ontdekken, dat er bestaat
tussehen den tjjd, waarin het gezicht gegeven
werd en de openbaring zelve.
In 't algemeen knnnen wij uitgaan van de
gedachte dat er zulk een samenhang is. Wij
gelooven aan de Voorzienigheid Gods, die alle
dingen leidt naar den raad van Zijn wil. Zon
der Hem valt er zelfs geen muscbje van het
dak, noch een haar van ons hoofd. Zijne hand,
die in alle groote gebeurtenissen is, is ook in
de kleinste en de geringste. Voor ons oog
moge het soms schijnen, alsof de gebeurtenissen
in het leven van een gezin, van een geslacht,
van een volk elkander opvolgen zonder dat zij
iets met elkander te maken hebben, dit is toch
inderdaad niet 't geval. Zij staan niet onaf
hankelijk en los van elkander. Er bestaat sa
menhang. Dit kan niet anders, want de ge
schiedenis is de uitwerking van 's Heeren raad,
die in alles wijs is en daarom moet in de his
torie uitkomen de veelvuldige wijsheid onzes
Gods. Wij zien dit wel niet altijd, doch soms
komt het ook voor ons aan het licht en dan
roemen wij Hem, in wiens hand onze tijden en
bij Wien alle onze paden zijn.
Zoo is het niet moeielijk om te verstaan,
waarom Daniël zoo nauwkeurig den tjjd aan
gegeven heeft, waarin hij de openbaring aan
gaande den Messias, die uitgeroeid zou worden
in het midden der week ontving, want het
was juist dezelfde ure in den namiddag, waarop
Jezus Jater aan het kruis van Golgotha den
geest gaf in de handen des Vaders. Gelijk de
priester in de dagen van Daniël het avond
offer ontstak op 't altaar, zoo bracht de pries
ter op den sterfdag des Heilands het avond
offer in den tempel. Op dit tijdstip scheurde
het voorhangsel van het binnenste heiligdom
van boven tot beneden in tweeën en wjj die
in de gelegenheid zijn Daniëls woord te ver
gelijken met de doodsure van den Christus,
roepen in heilige verbazing uit, hoe strikt is
de voorzegging vervuld, en wij loven Hem,
die alle dingen doet samenwerken en tot juiste
verwezenlijking van Zijn Woord.
Het was dan in het jaar, waarin de Koning
Uzzia stierf en deze bepaling is zeer duidelijk.
Zy laat geen twijfel toe. Wel hebben we ge
lezen, dat sommigen der oude verklaarders uit
de joden van meening zijn gèweest, dat Jesaja
dit gezicht ontvangen heeft in het jaar, waarin
de Koning Uzzia wegens zijn melaatschheid
de teugels van het bewind heeft moeten over
geven aan zijn zoon Jotham, wijl de dag, waar
op de Koning getroffen werd met deze onge
neeslijke krankte, beschouwd kan worden als
de laatste van zijn regeering. Sedert dien tijd
toch mocht hij niet meer in den tempel ko
men, noch in de menschelyke samenleving,
maar moest hij zich in zijn vorstelijk paleis
opsluiten en was hij als 't ware dood voor zijn
volk. Doch wij gelooven ook, dat ver de
meesten dit gevoelen terecht hebben verworpen.
Een dergelijke verklaring is al te gezocht en
te onnatuurlijk. Daarom houden wjj het met
de uitlegging, welke voor de hand ligt en het
best overeenkomt met de eenvoudige beteeke-
nis der woorden. Het was alzoo in het jaar,
waarin de Koning Uzzia stierf, waarin hij den
weg van alle vleesch ging Of de profeet deze
heerlijkheid Gods gezien heeft vóór of eenigen
tijd na de stervensure van den Koning staat
er niet bij, maar dit is ook niet het punt,
waarop het aankomt. Het gewicht van het
tijdstip ligt in het jaar, waarin de roeping van
Jesaja valt.
Alvorens hierop nader in te gaan, vergunne
men ons dit artikel met een algemeene op
merking te sluiten. Wij kunnen hier leeren,
dat God voor alle dingen een bestemden tijd
heeft. Wat kan dit een vasten steun geven
aan ons leven. Wij ontvangen hier een ste
viger staf, waarop wjj leunen kunnen. Wij
tellen onze dagen en dat is goed, maar wjj
weten in 't geheel niet, hoevele ons toegelegd
zijn. Wij zijn van gisteren en wij weten niets.
De een sterft jong en nog in den bloei der
jaren, de ander overleeft zich zelf als 't ware.
Die onzekerheid heeft iets beangstigends en
maakt voor ons alles zoo wankelend. Dit kan
ook belemmerend zijn voor onzen arbeid. Doch
zie hier nu een bron van versterking en be
moediging ontsloten. God heeft den duur van
ons leven bepaald. Hjj heeft de lengte vast
gesteld. Die grens zult gjj niet overgaan,
maar gij zult haar ook bereiken. Gij zjjt der
halve geheel in Zjjn hand. Geloof dit, geloof
het met uw gansche hart, geloof dit vaster,
opdat gjj u verlaat op Hem en u bergt onder
de schaduw Zijner vleugelen. Yan alle vijan
den, die het op uw- leven toeleggen, zal geen
enkele u naderen zonder Zjjn wil, geen enkele
kan u schade berokkenen. Op die wijze wordt
gjj verlost van de pijnigende onzekerheid en
aanvaardt gij de taak u opgelegd en verricht
ge [uwen arbeid met moed en opgewektheid,
temeer omdat gij vertrouwen kunt, dat Hjj zoo
wel in 't kiezen van het uur uwer geboorte
als in 't oogenblik van uw sterven met wijs
heid handelt. Zjjn doen is altijd aanbiddelijke
heerlijkheid. Bouma.
UIT BIET IÉEVEST.
Hoe het elders in onze provincie is, weet ik
niet, maar in mjjn omgeving zjjn er weer van
die zeer gewillige offeraars, die, zonder dat er
veel woorden noodig waren, hun tien gulden
voor de school van Horstman te Temanggoeng
hebben toegezegd.
Of er van die schoolzaak nog iets komen zal,
weet ik natuurlijk niet. Dat hangt af van het
aantal deelnemers. Maar al kwam er nu eens
niets van dan vind ik het toch heerlijk, dat
het al weer duidelijk is geworden, hoe er in
ons kerkelijk leven een keurbende bestaat,
welke zich met ziel en lichaam, met geld en goed
aan den Heere Jezus Christus heeft overgege
ven. Zoo behoort het ook. De eenige troost in
leven en sterven is daarin gelegen, dat ik geheel
het eigendom van Christus ben, met alles, wat
ik heb. Sommige menschen willen wel een
huweljjk sluiten met Christus, maar dan liefst
op zekere huwelijksvoorwaarden geen gemeen
schap van geld en goed. Zoo'n huwelijk wil
Jezus echter niet. Hjj wil ziel en lichaamHjj
wil ons en het onze. Hij wil niet de beurs zon
der het hart; maar Hjj wil ook niet het hart
zonder de beurs.
In ons kerkelijk leven nu zjjn er menschen,
die hun hart en hun beurs aan Christus heb
ben gegeven. En zoolang er zulke menschen
zjjn, kunnen wjj er zeker van wezen, dat er
ook iets tot stand zal worden gebracht. In die
kern ligt de kracht van het Koninkrijk Gods,
door de genade, die in hen is.
Natuurlijk kan niet ieder lid zich voor een
som van 10 gulden jaarlijks verbinden. Ons
oog is op de meer gegoeden, op hen, die het
kunnen, als het lieve geld maar geen koning
is in hun hart. Ons oog is niet op hen, die
boos worden, wanneer ge hun deur binnenkomt
en om geld vraagtmaar ons oog is op hen,
die boos worden, wanneer ge hun deur voor
bijgaat, wanneer er geld noodig is voor het
Koninkrijk Gods.
Dezer dagen las ik van een drietal vrouwtjes,
die bij de Unie-Collecte waren overgeslagen.
Dat was hun niet naar den zin. 's Zondags
deden ze hun gave samen in één papiertje, en
zoo werd het gevonden in het kerkzakje als
een navolgenswaardig protest tegen hunne
uitsluiting.
Waren er maar veel van zulke protestanten,
dan was de school van Horstman er bovenop.
Wie kan er, boven hetgeen hjj reeds geeft aan
het koninkrijk Gods, nog jaarlijks tien gulden
missen voor de school van Temanggoeng Wie
protesteert er bij ons, omdat hij geen circulaire
ontving? Liman.
Het vijfde jaarverslag over 1908—1909 ligt
voor ons. Is het nog noodig er iets uit over
te nemen Alle lezers van Zeeuwsch Kerkblad
zullen toch zeker wel lid zijn van de vereeni-
giog tot verzorging onzer Krankzinnigen. En
wie lid is, krijgt het verslag van zelf.
Er zijn 75 patiënten, 20 verplegers en ver
pleegsters. We bevelen de lezing van dit ver
slag bijzonder aan en zij de stichting zelf het
voorwerp van aller biddende en dankende be
langstelling Laman.
De Handelingen der 69ste vergadering van
de Curatoren der Theol. School zijn rondgezon
den. Vooraf gaan de notulen van een buiten
gewone vergadering in Jan. 1909, die vooral
merkwaardig zal blijven om het besluit der Cu
ratoren en Hoogleeraren, dat verplaatsing van
de School naar de plaats, waar de V. U. is,
wenschelijk noch doenlijk is, bij het licht, dat
zij thans over dit punt hebben.
Verder vermeldt het verslag, dat de colleges
geregeld gehouden en getrouw bijgewoond
werden, 't Getal studenten bedroeg 26.
De penningmeester vermeldt een achteruit
gang in de financiën van f4705.735. Dit zal
nog wel 5 a 6 jaar zoo voortgaan telkens een
f 5000 achteruit, totdat de School van alle ver-
plichtigen tegenover de Nationale Vereeniging
zal zijn ontslagen. Dan komt er weer verande
ring en langzaam herstel.
De Collegegelden waren f 250 meerde exa
mengelden f45 meer; de contributies f465.45
meerde giften f 756.755 meer.
De „Bazuin" ging niet achteruit. De Collecten
waren f 922.695 minderde rente f 193.845 min
der. De Uitgaven waren minder.
Tweemaal collecteerden in Zeeland de geheele
Classes Zierikzee en Goes.
Geen enkele collecte zond Axel B. Vier
kerken in Zeeland collecteerden slechts éénmaal.
Sommige kerken hebben de morgen- en de
avondcollecte voor twee collecten laten door
gaan 11!
De contributies in de classis Goes stegen
met f 12.75. Zaamslag kwam van f 17.50 op
f37.00.
De classis Middelburg levert op aan contri
buties f 276.50le collecte f 195.712e collecte
f 198.65.
De classis Zierikzee levert op aan contribu
ties nihilaan giften f 2.50 le collecte f 93.79
2e collecte f95.95. De contributies zjjn in deze
classis niet veelmaar ik ken toch mensehen
in deze classis, die contribueerenik ken zelfs
iemand, die misschien haast 10 jaar lang con
tribueert. Hoe zit dit
De classis Tholen contributies nihilgiften
nihille collecte f 64.932e collecte f 54.635,
dan nog een extra post van f 72.21.
De classis Goescontributies f 159.00le
collecte 135.282e collecte f 146.495.
De classis Axelcontributies f 177.50le