Kerk en Schoolnieuws. Ofticiëele JBericliten. Pastoriefonds Rilland Bath. AdTertentiën. den arbeid onzer diaconieën meer en meer in te richten naar de ordinantiën des Heeren. De tweede wensch is, dat Gy, gemeente, niet alleen in Uw kerkelijk leven tot meerderen bloei moogt komen, maar dat inzonderheid het gees telijk leven van ieder Uwer leden persoonlijk groeie en bloeie en vrucht drage, en vooral Uwe zonen en dochteren opwassen in de ge nade en kennisse van onzen Heere Jezus Chris tus, opdat Uwe kinderen straks niet afbreken, wat door U, hunne vadereE, is gebouwd. Want ach, het zal U, als taal der oprechtheid geen wanklank wezen dat bij hooge waardeering van het onderwijs op catechisatie en christelijke school voor wier bezit in Uw midden gij niet dankbaar genoeg kunt zijn de klacht niet zonder aanleiding blijkt, dat, waar op het terrein der gemeene gratie, vooral in onze da gen zooveel goeds op te merken valt, het gees telijk leven van Gods volk in het algemeen, niet staat op dat peil, waarop het overeenkomstig de vele bemoeienissen, die de Heere in Zijne ontferming met ons houdt, behoort te staan. Het is helaas maar al te waar, wat de oudste van Middelburgs leeraren onlangs klaagde, en door ieder die het Sion Gods waarlijk liefheeft, met hartelijke instemming zal zyn gelezen „dat algemeen opvalt, de geestelijke machteloosheid, de algemeene bloedarmoede des geloofs, dat de levenstoon in bijna alle christelijke kringen wereldgeiijkvormig, de levensernst gering, en de ijdelheid is groot, dat de liefde verkoudde, de ongerechtigheid groeit boven 't hoofd, de godzaligheid schier verdween, 't Leven verwe- reldrykte." En waar nu ook Gij, gemeente, de nadeelige invloeden dier algemeene verachtering niet zult ontkomen zijn, is het de bede der Classis, dat Gij met Uwe zusterkerken in de gemeenschap der heiligen levende, mede zult arbeiden aan het wederoprichten der trage handen en slappe knieën. Vermenigvuldige de Heere daartoe ook in Uw midden den Geest der genade en der gebeden, die ons leert roepen „Ontwaak noor denwind, en kom gij Zuidenwind, doorwaai mijnen hof, dat zijne specerijen uitvloeien. O, dat mijn liefste tot zijnen hof kwame, en ate zijne edele vruchten." En nu de derde wensch. Ons classicaal leven staat tegenwoordig in het teeken der Zending. Onze kerken maken zich op om in vereeniging met die van andere classes een Dienaar des Woords uit te zenden onder de Mohammedanen. Ook Uwe milde toe zegging geeft mede hope, dat de vervulling van een reeds jaren gekoesterden wensch, ein delijk eens komen zal. Maar nu mag bij waar deering van wat door U in dit opzicht wordt gepresteerd, zeker ook deze wensch uitgespro ken, dat, waar de Heere in Zijn Woord ons verzekert, dat de zegenende ziel zal vetgemaakt worden, en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden, Gij in de bevordering van de uitbreiding van Gods Koninkrijk in eigen omgeving, ook zóó krachtig moogt be vonden worden, dat de hereeniging met de ge- loovigen, die tijdelijk van ons gescheiden zijn, niet tot de „vrome wenschen" blijve behooren, en dat ook de broeders en zuster van Bigge- kerke en Zoutelande in de plaats hunner in woning zelf kunnen opgaan. Moge onze oude broeder Houterman die, de Heere hier ter plaatse, gelijk we hoorden, daar toe mede wilde gebruiken, ook te Biggekerke de geloovigen helpen vergaderen. In die hoopvolle verwachting, die God geve 't spoediger in vervulling kome, dan wij dur ven denken, besluit de Classis haar heilgroet, en bidt U toe, dat deze onvergetelijke ure nog rijken zegen moge nalaten, een zegen voor de eeuwigheid. Blij ve daartoe de grondtoon van heden, heel ons leven„Niet ons, o Heere, niet ons, maar Uwen Naam geef eere, om Uwer waarheid wil". Dat zij zoo. OËLOOF. I. Het woord „geloof" komt in verschillenden zin voor in de H. Schrift. In ruimen zin ver staan wij er onder een kennen van en ver trouwen op wat de mond Gods heeft betuigd, 't Is een aannemen van iets op een betrouw baar getuigenis. In dezen zin kan men zelfs bij Adam voor den val spreken van geloof. God had ook toen tot hem gesproken en het aan vaarden van dat getuigenis Gods was bij Adam geloof. Nu, na den val, verstaan wij onder geloof het kennen en vertrouwen van God in Christus. De zonde heeft de gemeenschap met God ver broken, en alleen in en door Christus wordt die gemeenschap hersteld. Zoo is 't dan nu om der zonde wil en door de zonde gewordenge loof in Christus, of het kennen van en vertrou wen op God in het aangezicht van onzen Heere Jezus Christus. Dit noemen we vaak het zaligmakend geloof, of het oprechte geloof, wat de Catechismus om schrijft als een zeker weten of kennen, waar door ik het al voor waarachtig houd, dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, èn een hartelijk vertrouwen, hetwelk de H. Geest door het evangelie in mijn hart werkt, dat niet al leen anderen, maar ook mij vergeving der zon den, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken zij, uit loutere genade, alleen om de verdiensten van Christus wil. Behalve dit zaligmakend geloof kennen we ook een historisch geloof, wat is een bloote toestemming van een gekende waarheid, een bloot verstandelijk voor waar houden van wat Gods Woord ons zegt. Zoo gelooven ook de duivelen en zij sidderen. Ook leert ons de Schrift een tijdgeloof. Dat is meer dan slechts een verstandelijk voor waar houden, dat is ook een met vreugde ontvangen van de beloften Gods, omdat men door de schoonheid dier beloften bekoord wordt, en het gewicht en de profijtelijkheid ervan erkent, 't Is een uiterlijk genoegen in de waarheid Gods en in den dienst Godsdoch slechts voor een tijd. Als 't er op aankomt, als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, worden ze geërgerd en vallen af. Nog in een anderen zin verstaan we het ge loof, wanneer we denken aan het wondergeloof. Daaronder verstaan we niet het erkennen van de wonderen, die in de H. Schrift vermeld worden, maar het vertrouwen, dat er of aan ons óf door ons eenig wonder zal geschieden. Het is mogelijk, dat zulk een vertrouwen ons bezielt, terwijl toch de genade afwezig is. Dat het woord geloof in deze beteekenissen voorkomt, is wel algemeen bekend. Misschien is het minder bekend, dat dit woord bovendien nog een andere beteekenis heeft. Enkele malen vinden we 't in zulk een verband vermeld, dat geen der genoemde beteekenissen er geheel aan voldoet, maar blijkbaar in nog anderen zin het bedoeld is. Zoo in Matth- 23 23. Daar zegt Jezus Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeën, gij geveinsden 1 want gü vertient de munt en de dille en den komijn en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel en de barmhar tigheid en het geloof. Deze dingen moest men doen en het andere niet nalaten. Hier wijst Jezus hen er op, dat zy zeer stipt zijn in het vervullen van nietigheden, terwijl ze verwaar- loozen de eigenlijke eisehen van hun God. Israël moest tienden geven van hun koren, most en olieen daarin waren de Schriftgeleerden en Farizeën van Jezus'dagen zoo stipt, dat ze zelfs van de nietigste voortbrengselen des lands de tienden gaven, zooals van de munt en dille en komfin, wat onbeduidende kruiden waren. Maar het zwaarste der wet lieten zij na. De eigenlijke eisehen Gods verwaarloosden zij. In het uit wendige gingen ze op, maar de geestelijke zin werd niet betracht. En dan spreekt Jezus van oordeel, barmhartigheid en geloof. Het oordeel is de juiste onderscheiding tusschen goed en kwaad, tusschen hetgeen de Heere gebiedt en verbiedt. Maar daarop letten zij niet. De barm hartigheid is de gezindheid des harten, die zich jegens den naaste openbaart in het betoonen van hulp en bijstand. Zoo toont zich de vreeze Gods in de practijk des levens. Maar bij de Joden werd dat niet gevonden. En het geloof ja, hoe moeten we dat hier verstaan Hoe komt hier het geloof toch voor En dan nog wel in laatste plaats genoemd Stond het nog voorop, wij zouden misschien kunnen denken aan het zaligmakend geloof, dat het beginsel is, waaruit onze goede werken voortvloeien. Maar hier spreekt Jezus pas het laatst van geloof en stelt dat bljjkbaar met de eerstgenoemde eigenschappen op één lijn. Hier moet dan het geloof in anderen zin verstaan worden. Het beteekent hier zooveel als trouw. Getrouwheid, getrouw zijn jegens ande ren, wordt hier bedoeld. De Kantteekenaren zeggen er vandat is getrouwigheid in alle handelingen met de menschen. Ook dat liet veel te wenschen over by de Joden van die dagen. De goede trouw in spreken en handelen, in woord en in daad werd zoo zeer verzuimd. Eigenbelang was maar al te zeer de drijfveer, die hen bewoog en als getrouwheid aan hun woord tot schade moest zijn van hun belang, dan brak men liever het gegeven woord en werd daaraan ontrouw. Dat nu is rechtstreeks in strijd met Gods gebod. God eischt trouw, God eischt waarheid van ons in onze woorden, beloften en eeden, ook al zou het ons tot schade wezen. In dezen zin nu komt ook het woord geloof voor. En niet alleen in Matth. 23 23 zien wij dat. Er zyn meer Schriftuurplaatsen voor aan te halen. In Rom. 3 3 vinden we dezelfde beteekenis van het woord geloof. Daar zegt Paulus van de JodenZal hun ongeloovigheid het geloof van God te niet doen En hy ant woordt Dat zij verre. Het geloof van God wil hier zeggen: de trouw van God. De ongeloo vigheid der Joden of de ontrouw der Joden zal de trouw van God niet te niet doen. En zoo spreekt Paulus ook van geloof in Gal. 5 22. De vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertieren heid, goedheid, geloof. Zoo zegt hij daar. Ook dit is een vrucht des Geestes. Nu is zeker ook het zaligmakend geloof een werk des H. Geestes. 't Is Gods gave, bijzonder een gewrocht des H. Geestes. Niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn dan door den Heiligen Geest. Maar hier in Gal. 5 22 denkt de apostel zeker niet aan het zaligmakend geloof, maar aan geloof in den zin van trouw. Dat is een uitvloeisel van het geloof, n. 1. van het geloof in God door Christus, en zoo is de trouw een vrucht des Geestes, een vrucht van dien Geest, Die ook het geloof (het ware zaligmakend geloof) in onze harten werkt. R. Hamming. TWEETAL te Terneuzen ds. O. Boersma te Ezinge, ds. B. Roorda te Idskenhuizen. BEROEPEN te Roodeschoolds. H. P. M. de Walle te Schar- negoutum te Nieuwe Pekelads. R, Hamming te Zaam- slag A. BEDANKT: voor Franeker ds. R. Smeding te IJselmonde voor Westmaas: ds. H. Meulink te Meliskerke. - Ds. J. H. Donner te Breda, heeft zijne benoeming tot geestelijk leider op „Vrederust" te Bergen op Zoom aangenomen. Z.Eerw. blijft metterwoon te Breda. Ds. W. H. Gispen is te Amsterdam over leden van zijn deel in Gods beloften ten stel ligste verzekerd; oud 75 jaren. Hij was een predikant op artikel 8, een der weinige van die, op welke toepasselijk is „man van singuliere gaven". Hij werd geboren in 3833, zijn ouders waren uit den werkmansstand. Zijn vader was afgescheiden, zijn moeder Hervormd, toen hij zelf in 1856 te De Lier bij de gemeente onder het Kruis in een schoongemaakt koestal letje werd bevestigd. In 1859, naar Vlissingen getogen, ging hij met den kerkeraad en de gansche gemeente tot de Chr. afgescheiden geref. kerk over; vertrok in 1862 naar Giessendam, in 1864 naar Kampen in 1873 naar Zwolle en in 1881 naar Amsterdam, waar hij zelfs tot zyn laatste preek volle Kerken trok. In 1892 be noemde de Koningin hem tot ridder in deOranje- Nassau-orde in 1897 benoemde hem het Hope College te Holland, Michigan N.-Am., tot doctor honoris causa in de theologie. In De Bazuin schreef hij zijn keurige „Brieven aan een vriend te Jeruzalem" en andere stukken, jaren lang. Vele theologische geschriften zagen van hem het licht Hij was geliefd bij allen, die hem kenden en met reden. In vriendelijken dank ontvangen v,<n de Geref. Kerk Oostburg f 14.55 n Driewegen - 5.86 B n Kapelle-Biezelinge - 8.00 Kruiningen - 8.471/j Nieuwdorp -27.98 Nogmaals de Kerken, die nog niet collec teerden, onze zaak op het hart bindend, met vriendelijk verzoek zulks te doen, opdat ons werk met gunstigen uitslag worde bekroond, blijven wij met de meeste hoogachting en Broedergroete. Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk Rilland-Bath. A. Boone, Praeses. G. Vette, Scriba. MeliskerkeSeptember 1909. Onze geachte leeraar heeft tot blijdschap van kerkeraad en gemeente bedankt voor de roeping van West maas. Namens den Kerkeraad, K. Houterman, Scriba. Ter Neuzen27 September 1909. De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk stelde in zijne verga dering van 27 September 1909 het navolgende tweetal (alphabetisch) ds. O. Boersma te Ezinge (Gr.) ds. B. Roorda te Idskenhuizen (Fr.) Namens den Kerkeraad, J. J. de Jager, Scriba. Met dank aan den Heere heeft de Kerke raad derGereformeerde Kerkte Middelburg A te vermelden, dat aan zijne Kerk is gelega teerd door wijlen den Heer M. C. van Westen, overleden te Vrouwepolder, de som van Vier honderd gulden, vrij van successierechten. De Kerkeraad voornoemd, Ds. J. D. Wielenga, Praeses. L. Schuman, Scriba. KORT VERSLAG van de Vergadering der Classis Zierikzee, 22 Sept. 1909. 1. Ds. Baaij opent namens de roepende kerk met gebedlaat zingen Ps. 138 1 en leest Ps. 138. 2. Het Moderamen van deze vergadering bestaat uit ds. P. E. v. Schaik, pres.ds. C» Staal, scriba; ds. H. W. Laman, assessor. 3. Uit de lastbrieven blijkt, dat alle kerken wettig vertegenwoordigd zijn. 4. De notulen der vorige classis worden ge lezen en goedgekeurd. 5. De praeses wenscht de dienaren Laman, de Jager en Koolstra geluk met hun besluit om in de cl. te blijven, en roept ds. Meyer een welkom toe. 6. De kennisgeving van de cl. Bolsward aangaande de losmaking van ds. B. te W. leidt tot ernstige bespreking. Wordt besloten bij de cl. B. nadere informaties in te winnen en zoo noodig de zaak der losmaking nogmaals te brengen op de meerdere vergaderingen. 7. Ds. F. Staal rapporteert omtrent de Prov Syn. j. 1. 8. Ds. F. Staal rapporteert op uitnemende wijze van de kerkvisitatie in een zestal kerken op Schouwen. 9 Een aanvrage van Geersdyk om collecte voor kerkbouw wordt verwezen naar de vol gende vergadering. 10. Naar de Buitengew. Prov. Syn. worden afgevaardigd dezelfde broeders, die in Juni ter Synode zijn geweest. 11. Rondvraag art. 41 D. K. O.' Een der broeders vraagt advies in een huwe lijkskwestie. De cl. geeft geen advies, wijl de zaak niet in den rechten weg ter tafel komt. Een andere broeder vraagt, wie objecten zijn van kerkelijke tucht; n.l. of ook zij dit niet zijn, die geregeld het Avondmaal verzuimen Deze vraag leidt tot gedachtenwisseling, maar niet tot een besliste uitspraak, hoewel allen oordeelen, dat principieel Avondmaalsverzuim schuldig stelt. 12. De vacature-diensten worden geregeld Geersdijk. Wissekerke. Ds. P. E. v. Schaik 10 Oct. Ds. Koolstra 3 Oct. Ds. F. Bruinsma 24 Oct. Ds. Meijer 17 Oct. Ds. C. Staal 7 Nov. Ds. F. Staal 31 Oct. Ds. P. J. Baafi 21 Nov. Ds. Laman 14 Nov. Nieuwerkerk. Ds. de Jager 24 Oct. Ds. Meyer 14 Nov. 13. Ds. B. licht toe zijn bezwaar tegen art. 36 (nieuw). Na breedvoerige discussie wordt hem de onderteekening met gravamen toege staan. Op een volgende vergadering zal hy zijn beschouwing nog eens nader uiteenzetten. 14. Er wordt gevraagd naar de bevoegdheid van een broeder, die in een der gemeenten van de classis geoefend heeft. In deze zaak komt de classis tot een besluit, dat dezen broeder in diens byz. positie ten goede komt, en tevens de kerken niet in moeilijkheden kan brengen. Brouwershaven zal deze zaak afwikkelen. 15. Een der kerken brengt het agendum ter sprake. 16. Roepende kerk voor de volgende verga dering van 1 Dec. is Haamstede. 17. De Zending leidt tot mededeelingen en gedachtewisselingen. De opgaven van P. C. en inzamelingen wyzen hier en daar op vooruit gang. Enkele kerken zaaien spaarzamelyk. De zaak Temangoeng wordt den broeders op het hart gebonden. 18. De rooster van collecten zal eenigszins gewijzigd nogmaals worden rondgezonden. 19. De korte notulen worden door den as sessor voorgelezen. 20. De praeses sluit met dankgebed. Namens de Classis bovengenoemd, H. W. Laman, Assessor. Eerste Openbare Vergadering van den Ring „Serooskerke", op Woensdag6 October, 'savonds 7 uur in de Geref. Kerk te Serooskerke. Agenda1. Uit het verleden der Jongelings- vere^niging, door vr. C. Louwerse van Gryps- kerke, den Voorzitter. 2. Onze jonge leden, door den ondergeteekende. 3. Huishoudelijke zaken. Het zou zeer aangenaam zyn, indien deze bijeenkomst druk bezocht werd. Toegang vrij. Namens het Bestuur, C. Louwerse Az., Voorzitter. Joh. Christiaansb, wd. Secr. De Geref. Jongel. Vereeniging „Herman Faukeel" te Middelburg, vergadert iederen Zondagavond om 8ty* uur in de Consistorie kamer der Gasthuiskerk aldaar. Geref. jongelingen boven de 16 jaar zullen allen hartelijk welkom zyn. o ndbbtrouïïd: J. LOUWERSE Cz., laatst Wedr van M. Willbmsb, en P* BASTIAANSE, Wed. van W. Maas. «n'P^rke, 30 Sept. 1909. Serooskerke, Volstrekt eenige kennisgeving

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 3