Kerk en Schoolnieuws.
DRIETAL
Verantwoording van Liefdegaven.
INGEZONDEN STUKKEN.
woordig waren bij den kerkeraad, en het ging
om haar eigen huis.
Februari 1563 stierf door den dolk hertog
de Guise, schoonzoon van Renée. Openlijk ga
ven de Hugenoten hunne vreugde te kennen
over den dood huns beuls, en velen namen der
hertogin kwalijk hare genegenheid voor den
man harer dochter. De harde Reformator ver
klaarde aan de zachte vorstin„wat mij aan-
„gaat, hoe heb ik steeds gebeden, dat God hem
„(de Guise), genade zou bewijzen, al is het, dat
„ik ook menigwerf gewenscht heb, dat God de
„hand op hem zou leggen, om de kerk van hem
„te verlossen, indien Hij hem niet wilde bekeeren.
„Het heeft alleen aan m\j gelegen, dat vóór den
„oorlog mannen van de daad zich niet hebben
„beijverd hem van den aardbodem te verdelgen,
„want alleen door mijne aanmaning zijn zij
„weerhouden.
„Wanneer men hem verdoemt, gaat men te
„ver, indien men niet een zeker en onfeilbaar
„teeken van zijne verwerping heeft. In dezen
„moet men zich van vermoedens en vermetel-
„heid onthouden. Want er is slechts één Rech-
„ter, voor Wiens rechterstoel wij allen reken
schap zullen te geven hebben."
Eenige dagen later (1564) schreef Calvijn
een nieuwen briefhet zou de laatste zijn. Hij
was zelfs genoodzaakt zich te bedienen van de
hand zijns broeders wegens zwakte en smar
ten. Hij kan dus slechts eenige regels laten
schrijven om te getuigen van zijne zorg voor
de kerken. Hij verzekerde der vorstin, dat,
inplaats dat haar titel van schoonmoeder van
den hertog de Guise haar schaadde, deze haar
juist bij de goedgezinden des te meer bemind
en geëerd maakte, doordat men zag, dat dit
haar niet afhield van rechte en zuivere belij
denis te doen van het christelijk geloof. „Wat
„mij betreft, ik betuig u, dat dit mij heeft aan-
gezet om uwe deugden des te meer te be-
wonderen."
Weduwe.
Een der vreeselijkste dingen die eene vrouw
overkomen kunnen, is wel dat God haar den
man, die al de liefde van haar hart bezit, door
den dood ontrukt.
.Weduwe beteekent beroofde, verlatene.
En immers eene vrouw, die door een geluk
kig huwelijk met haren man verbonden was,
verloor bij zijn heengaan zooveel.
Eerst, in de drukte van het sterfhuis, voelt
zij het gemis nog zoo niet. Zij kan er nog
niet recht inkomen. Het is of dat vreeseljjke,
dat haar overkwam voor haar nog geen wer
kelijkheid is geworden. Zij kan het nog ter
nauwernood gelooven, dat het dierbaarste, wat
zij op aarde bezat, haar nu werkelijk is ont
nomen en voor altijd weg is.
Maar als het stil wordt rondom haar en zij
eenzaam in haar woning achterblijft, o dan is
het toch zoo leeg in haar hart en haar huis,
dan overvalt haar het gevoel van verlatenheid,
dan schrijnt toch zoo ontzettend de wonde van
haar hart en pijnt in haar binnenste de smart
van het verlies en schreit het heimwee naar
den zielsgeliefden man, die in zijn sterven
alles, o alles mede nam!
Alles
Zoo mag zij klagen met het oog op hetgeen
dit leven haar biedt, maar toch niet, wannear
zij het schreiend oog in aanbiddend geloof mag
opheffen tot haar. Vader in de hemelen.
Hij is meer dan alles wat haar werd ontno
men.
Als haar hart recht was voor God, ging ook
eer zij weduwe werd, de liefde tot haar God
boven de liefde tot haar man, naar het woord
van haar Heiland„wie man of vrouw lief
heeft boven Mij, is mijns, niet waardig."
Wel is het niet zeldzaam, en wordt in een
gelukkig huwelijk de vrouw steeds bedreigd
door het gevaar, dat zij in haar intense liefde
tot haar man, haar God op den achtergrond
dringt. Danl vervalt zij tot een afgoderij, die
haar zonde voor God moet worden, en die haar
dan ook, zoodra de Heere haar dien afgod ont
neemt, vele worstelingen des gebeds kan kos
ten om tot de ontsluiting der goddelijke ver
troostingen in haar weduwlijken staat te ko
men.
Maar voor een weduwe, die leeft uit het ge
loof, ook in haar smart en rouw, is er toch
zoo kostelijke troost.
Wel is het verlies groot, fel is de smart, en
als zij inkomt in de leegte en het gemis, dan
schreit het al in haar binnenste.
Maar het wordt dan een schreien naar God.
En tot Hem is haar toevlucht niet te ver
geef sch.
Hij troost het hart, dat schreiend tot Hem
vlucht.
Hij is het, die weêuw en wees in kommer
staande houdt.
En niet te vergeefs roept Hij ons door den
mond van Jeremia toe: „laat uwe weduwen
op Mij vertrouwen Want „Hij is een Vader
der weezen en een Rechter der weduwen."
De Heere kent haar smart. Hij peilt haar
wonden. En voor die wonden heeft Hij alleen
balsem. Menschen zijn moeilijke vertroosters.
Maar als het verslagen hart zich recht voor
Hem uitstorten mag, vindt het een troost, die
de wereld niet kent, en een kracht ter onder
steuning, die voor den natuurlijken mensch
een raadsel is, en worden soms Psalmen ge
geven in den nacht.
(Friesch Kerkblad.) Bouwman.
HPBOEKELIN GEBf.
SPANJE.
Pater Lorenzo, de prior van één der kloos
ters in Barcelona, heeft een belangwekkende
mededeeling gedaan over de wijze waarop de
revolutionnairen in die stad tegen de kloosters
zijn te velde getrokken. De pater vertelt het
volgende
„De brand van een klooster tegenover ons
had ons den ganschen nacht zeer angstig ge
maakt. Toen nu 's morgens de slagen op onze
poort steeds luider weerklonken, verzamelde ik
de 19 broeders uit het huis om mij heen en
opende de deur, terwijl wij onze zieke en blinde
pleegkinderen op onze armen namen. Terstond
stroomde een woeste menigte, op vernieling
belust, naar binnen. Maar ik hief het jongetje
dat ik droeg in de hoogte, en riep met tranen
in de oogen„Vrienden, broeders, helpt ons
tenminste deze tweehonderd onschuldige wezen
tjes in veiligheid brengen. Doet daarna wat
ge wilt." Die woorden schenen het gemoed der
aanvallers te ontroeren want zonder eerst met
elkander te onderhandelen, namen zij de kin
deren, en zeidenWees maar niet bang, wij
doen jelui niets. Huil maar niet." En daarop
zeiden ze tot ons dat we niets te vreezen had
den. Ze liepen toen door alle zalen, zonder
eenig kwaad te doen en gingen vervolgens naar
het klooster naast ons, om dat aan te steken.
Wij konden ze daarvan niet afbrengen, inaar
zij rieden ons aan, van het dak van ons klooster
af, den muur te begieten, die naar het klooster
naast ons gelegen was toegekeerd, teneinde ons
gebouw voor brandgevaar te vrijwaren. Zoo
deden wij en we werden zelfs door hen gewaar
schuwd toen het oogenblik daar was om met
de begieting te beginnen, en ook wanneer wij
weer moesten ophouden om het werk der ver
nietiging niet te belemmeren. Wij zijn echter
op geenerlei wijze weer lastig gevallenintegen
deel, de volgende dagen zonden de revolution
nairen ons door middel van hun kinderen kip
pen, konijnen, aardappelen en brood, opdat wjj
geen gebrek aan voedsel zouden lijden. Wij
lieten op verzoek der revolutionnairen de deu
ren van ons huis openstaan en honderden
menschen kwamen kijken, maar niemand deed
ons kwaad.
Dit verhaal van pater Lorenzo bevestigt de
mededeeling, dat de revolutionnairen alleen die
kloosters hebben aangevallen, waar zij onge
rechtigheden vermoedden, of waar groote rijk
dommen werden opgestapeld.
te Delftds. N. IJ. v. Goor te Groningen
ds. R. K. M. Hummelen te Hoogkerk
ds. S. Oudkerk te Kralingen.
TWEETAL
te Steenwijk A ds. N. G. Kerssies te Den Ham
ds. D. Steenhuis te Ulrum.
te Beetgum ds. J. C. Aalders te 's Gravenmoer
ds. J. Bolman te Oostwold.
te Wezep: ds. R. Hamming te Zaamslag;
ds. J. H. Jonker te Nunspeet.
BEROEPEN
te Gees cand. G. A. Langhout te Surhuizum
te Vijfhuizencand. A. Thiele te Vrijhoeve-
Capelle
te Steenwijk Ads. D. Steenhuis te Urum
AANGENOMEN
naar Axel Bds. Chr. Bruins te Hendrik Ido
Ambacht
naar Westergeest: cand S. W. Bos te Zwolle.
BEDANKT
voor Siddeburen en voor Hardingsveldcand.
S. W. Bosch te Zwolle.
Hoezeer het aantal kerkorgels in de Pro-
testantsche kerken toeneemt en dus het aantal
kerkgebouwen in ons land zonder orgel afneemt,
kan wel blijken o. a. daaruit, dat alleen uit de
kerkorgelfabriek van den heer A. S. J. Dekker
te Goes in den loop van dit jaar 14 kerkorgels
z\jn afgeleverd of in bestelling kwamen. Deze
14 pijporgels vervangen slechts 2 reeds bestaande
orgels, zoodat deze fabriek alleen in ongeveer
één jaar 12 kerkgebouwen voor het eerst van
een orgel voorziet. En dat deze toename van
orgels zich verdeelt over alle kerkgenootschap
pen blijkt wel hieruit, dat aan deze bekende
fabriek onder meer in bewerking is een pijp
orgel voor de Ned. Herv. Gem. te Ooltgensplaat,
voor de Doopsgezinde kerk te Terschelling,
voor de Ev. Luthersche gemeente te Naarden-
Bussum en voor de Geref. kerk te Bolsward.
AGENDUM van de 2e Classikale Diaco
nale Conferentie te houden in de Gerefor
meerde Kerk te Goes op Woensdag 22
September a.s. des voormiddags ten 10 ure.
I. Opening der Vergadering.
II. Lezen der Notulen.
III. Bespreking Moderamen.
IV. Referaat van ds. R. J. van der Veen.
V. Bespreking der ingekomen vragen
1. Heeft eene Diaconie het recht en de be
voegdheid een oude van dagen, tegen zijn wil,
doch in zijn (haar) belang, te nopen tot het
verpleegd worden hetzij bij particulieren, hetzij
in een gesticht voor ouden van dagen
Goes.
2. Hoe moeten Diakenen handelen met de
eigendommen van hen die voor rekening van
de Diaconie hetzij in een gezin of in een ge
sticht worden verpleegd?
Goes.
3. Hoe te handelen met weezen 15 a 16
jaar oud, die hun kost verdienen Hoelang die
te ondersteunen, ook met het oog op onttrek
king van de Godsdienstoefeningen en Cate
chisatie Ierseke.
4. Is het niet in strijd met het ambt der
diakenen, volgens het Formulier, dat een Ker
keraad besluitom in de behoeften der armen
te voorzien, alleen toe te laten een bus in de
Kerk te hangen (niet gewoon collecteeren)?
K a p e 11 e-B i e z e 1 i n g e.
5. Ligt het niet op den weg onzer Diaco-
niën het werk der stichtingen van Barmhar
tigheid te steunen ook door het correspondent
schap te aanvaarden met aanwijzing van enkele
Broeders als adres van informaties?
Goes.
6. Hoe te handelen met iemand die van de
Kerk is afgesneden, onderstand behoeft en ge
regeld de Godsdienstoefeningen bijwoont?
Heinkenszand.
7. Hebben Diakenen recht op de nalaten
schap van hen die ondersteund werden, bij
wijze van rekening indienen in verband met
de laatste herziening van de armenwet
Goes.
8. Is het wenschelijk dat Diakenen tot doel
treffender uitoefening van het werk der Barm
hartigheid, worden bijgestaan door eene Ver-
eeniging Diaconale Zusterhulp die in verband
met Diakenen arbeidt Goes.
9. Hoe te handelen met minderjarige kin
deren die door erflating eenig kapitaal bezitten
dat door hun voogd wordt beheerd en voor wie
onderstand wordt gevraagd
Kap e 11 e-Biezelinge.
10. Welke bestemming moet worden ge
geven aan gelden door eene Diaconie ingeza
meld welke geen arme broeders en zusters kan
ondersteunen om dat er in eigen Kerk geen
zijn Goes.
VI. Omvraag.
VII. Sluiting om 5 uur.
VARIA.
Indien de tijd zulks toelaat wordt ter be
spreking de aandacht gevestigd op de volgende
onderwerpen door Goes aan de orde gesteld:
1. Is het naar den aard der Chr. Barmhar
tigheid wanneer ondersteuning en liefdegaven
in geld of natura, door hulpbehoevende Broe
ders en Zusters in het openbaar worden uit
gedeeld of behooren deze door de ambtsdra
gers aan de huizen bezorgd te worden
2. Wat is onderstand volgens de Wet, in
verband met de kiesbevoegdheid
3. Gezins- of gestichtsverpleging voor Wee
zen en Kranken.
4. Ondersteuning van (broeders, zusters) wier
(vrouwen, mannen) niet tot de Kerk behooren.
5. Wordt er rekening gehouden met het
Synode-besluit inzake Kinderverzorging?
6. Diaconale gelden en Eeredienst.
7. Het Diaconaat en de Kerkelijke pers.
8. Wordt door Broeders Diakenen wel de
noodige aandacht gewijd aan de geestelijke
zijde van het Diaconaat?
ZENDING.
In dank ontvangen
Maart Geref. Kerk Baarland f 40.00
April Zend. Busje Pietje Lavooij
Kruiningen f 4.50
Mei Geref. Kerk Middelburg C f 100.00
Wissekerke f 4.53
Zaamslag B f 80.00
Juni Zond. School Colijnsplaat f 1.20
Juli Kerk Arnemuiden f 5.00
Aug. Meisjes Vereen. Tholen f 6.11
restant Zend. Kal. Tholen f 1.85
Geref. Kerk Baarland f 40.00
Lam an.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Noodkas van „Ëffatha"» Vereeniging tot be
vordering van Christelijke opvoeding en
onderwijs van Doofstomme en Blinde kin
deren en jongelieden.
Geachte Redaktiel
Mag ondergeteekende nog eens van uwe
gastvrijheid gebruik maken, om daardoor de
aandacht nog eens te vestigen op de Noodkas
bovengenoemd, en welke volgens Art. 1 van
haar Reglement ten doel heeft „de opneming
van Oil- en minvermogende kinderen in het
instituut „Effatha" en die overigens niet vol
doende hulp kunnen verkrijgen, in de stichting
der vereeniging te bevorderen."
Dat de inkomsten dier kas geheel nit liefde
gaven en bijdragen van enkele contribuanten
bestaat, schijnt bij velen onbekend te zijn, even
als het bestaan dier kas zelve.
't Afgeloopen boekjaar hadden we 14 ver
pleegden, waarvoor we „zeshonderd zestig gulden
noodig hadden, en de bijdragen beliepen van
20 tot 75 gulden per jaarhoe gaarne hadden
we onze schuld afgedaan, maar helaas, we wilden
wel, maar konden niet, met enkele honderden
guldens schuld bleven we zitten, en nu we
weer aanvraag voor nieuwe patiënten hebben,
en geen geld, maar wel schuld, moet ons de
vraag van 'thart: Mogen we die ongelukkige
en behoeftige doofstomme kinderen weigeren?
Voor we dat echter doen, wilde ik eerst onze
behoeften door dit schrijven bekend maken, op
hope dat velen die dit lezen door de liefde van
Christus gedrongen worden om door hunne
belangstelling te doen blijken en zoo mede be
vorderlijk zijn, dat onze arme en behoeftige
doofstomme kinderen bekend gemaakt worden
m e t en gebracht aan de voeten van dien barm-
hartigen Hoogepriester, die ook voor de doof
stommen zijn leven wilde laten.
Als dankbaarheid ons hart mag vervullen dat
God ons de stem en 't gehoor gegeven heeft,
dan kan het zeker niet anders, of wij zullen
het ons een voorrecht achten, niet alleen hier
aan te kunnen, maar te mogen geven.
Welnu, gebiede de Heere Zijnen zegen over
dit schrijven, opdat het Bestuur der Noodkas
weldra verblijd moge worden, en we niet één
aanvrage behoeven af te wijzen.
Gaarne zal ondergeteekende giften ontvangen
en opgave van leden die jaarlijks willen eon-
tribueeren.
Met vriendelijken dank en aanbeveling M.
de Redakteur.
Uw dw., G. VETTEN,
Voorstraat 197. Penningmeester-Noodkas.
Dordrecht, Aug. 1909.
Christelijke Hoogere Burgerschool.
Van de Chr. Hoogere Burgerschool te Rot
terdam slaagden alle 10 leerlingen, n.l.B.
Crezée te Moerdijk, J. A. H. van Griethuijsen
te Delft, C. B. van Haeringen te Katendrecht,
J. A. Hendriks te Delft, J. Hordijk te Charlois,
Aa. Ma. Ee. Kramer te Rotterdam, F» Looyen
te Gorinchem, A. B. Vaandrager te Charlois,
D. Verhagen te Spijkenisse en D. C. IJlst te
Rotterdam.
Het is ongetwijfeld een reden tot blijdschap
en dankbaarheid, dat alle leerlingen van de
Chr. H. B. S., tien in getal, het eind-examen
met goed gevolg hebben afgelegd. Wij herin
neren ons nog als den dag van gisteren, hoe
in het jaar 1901, toen wij met negen jongens
onze school begonnen, velen de schouders op
haalden. Dat wa9 nu toch duidelijk een onbe
gonnen werk. Een Christelijk Gymnasium, dat
ging nog, maar een Chr. H. B. S. dat was
onmogelijk. Hoe zou men ooit aan de leerlin
gen kunnen geven, wat het openbaar onderwijs
gaf? Hoe zou men het uitgebreide onderricht
in de natuur- en scheikunde kunnen geven?
Waar was het laboratorium? Waar waren de
instrumenten Neen, het stond voor velen vast,
die H. B. S. was een mislukking.
Acht jaar zijn we nu op weg met onze H.
B. S. We hebben onze zaak biddend den Heere
bevolen. Wel waren de geldelijke offers, die
gebracht moesten worden, groot; wel kwam
het water dikwerf tot aan de lippen, maar het
overstroomde ons niet. Onze school bloeit. Het
getal leerlingen is meer dan vertienvoudigd en
al het beweren, dat onze leerlingen niet klaar
zouden kunnen komen, is beschaamd. Onze leer
lingen kunnen in elk opzicht de proef met de
leerlingen van de openbare H. B. S. doorstaan.
Het resultaat van dit jaaralle tien geslaagd
spreekt voor zichzelve. Dankbaar zijn we voor
dezen uitslag. We zien er de gunst onzes Gods
in. Moge de Chr. H. B. S. die zoo noodig is,
(op dit oogenblik nog de eenige in het gansche
land) bloeien! Zegene de Heere de leeraren
en den Directeur, die allen met zooveel toe
wijding hun arbeid verrichten en die ongetwij
feld door den gunstigen uitslag van het eind
examen bemoedigd zullen zijn, om op den in
geslagen weg voort te gaan.