Kerk- en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. zelfde tijdstip, dat le Fèvre gereed had de beste vertaling des Bijbels, die toen mogelijk was, waarop hij dus pas het schitterendste, scherpste en onweerstaanbaar wapen der Reformatie had gepolijst, kwam Calvijn hem opzoeken. De goede oude man ontving den jongeling vrien delijk; voorspellende, dat hij een instrument zou zijn om het Koninkrijk der hemelen in Frankrijk te vestigen. Welk een historisch moment 1 De eerste periode der Reformatie liep ten einde, de tweede, waarop Calvijn zijn stempel zou drukken, begon. Het was, alsof een geestelijke scepter overgedragen werd 1 Het is niet waarschijnlijk, dat Calvijn te Nérac Koningin Margaretha ontmoette. Zij be vond zich ongetwijfeld in Normandië. De Koningin meegesleept door het mysticisme van Roussel, ontving aan haar Hof twee bekende quietisten Pocques en Quintèn. Calvijn schreef een heftig tractaat tegen hare Majesteit. Zij werd misnoegd. Hp antwoordde met den be- wonderenswaardigen brief van April 1544. Aldus schreef hij daarin zijne beroemd gewor den woorden„verstaande, dat zjj (die van de „secte) er altijd op uit zijn de gezonde leer te „verdraaien, de arme zielen in het verderf te „trekken, over de wereld een oordeel Gods te „brengen, oordeel, Mevrouw! of het mij geoor loofd was mijne gedachten te verbergen. Een „hond blaft, indien hij ziet, dat men zijn mees- „ter aanvalt; ik zou zeer laf zijn, indien ik, „aldus de waarheid Gods aangevallen ziende, „den stomme zou spelen, zonder mijn mond „te openen ik ben er van overtuigd, dat Gij „niet wilt, dat ik te uwen gerieve de verdedi ging van het Evangelie, die God mij hèeft „toevertrouwd, zou opgeven". Toen de Koningin „zich uitliet, dat zij geen dienaar als hij wilde „hebben, antwoordde hij evenwaardig als fier „indien mijne liefde niet verzwakt, zal ik zoo- „lang als ik leef, altijd volharden in dit voor nemen, wanneer het God behaagten ofschoon „Gij mfine diensten versmaadt, toch verhindert „dit niet, dat ik van harte, met goeden wil, „uw nederige dienaar ben'. Zij stoorde zich niet aan hem. Hare laatste jaren waren vol leed. De dood van haren broeder, het huwe^ ljjk harer dochter en de ruwheid van haren man braken haar het hart. Met den uitgang des jaars 1549 stierf zp, nadat zp deze ver zuchting geslaakt had: Voorheen zocht ik angstig het kruis te mpden, Nu zoek ik het, 'k verlang er vurig naar; Voorheen ontvluchtte ik alle lp den, Door smart werd ik een willig martelaar Het kruis trekt mijne ziel naar boven, Het is de weg, waardoor men God eens ziet, Het kruis doet mp den Heere loven, En maakt mp los van wat de wereld biedt. Verbeuzelde uren. De waarde van dent ij d. Wat men in snipper uurtjes doen kan. Hoe kostbaar de oogenblikken zijn. De volgende gedachten werden verzameld uit één hoofdstuk van het boek„Worstelen en overwinnen" van O. S. Marden uit het Engelsch vertaald door G. J. van Harte. „Bemint gij het leven? Verbeuzel dan den tpd niet, want hp is het materiaal, waarvan het leven gemaakt is. De uren sterven en worden ons toegerekend. Ik heb detf tijd verbeuzeld en nu verbeuzelt de tpd mij. De eeuwigheid zelve kan het ver lies van één minuut niet vergoeden. gebluscht is uw vragen, gij zpt alleen heengegaan, gij zpt alleen gestorven gij verblijft (nu) in de gloeiende zon, in den druipenden dauw mijn snotteren is onafgebroken, mijn tranen drogen niet op; mijn nageslacht is er niet meer; ik ben een paard alleen, ik ben een mensch alleen, ik ben een verweesde kip, ik ben een huilende, verdwaalde hond, ik ben een karbouw, die geen water vindt, ik ben een op zich zelf staand huis een ruw oneffen slaapstede. In alle opzichten heeft men dus eerbied en geen vrees voor den krokodil. Men noemt den krokodil ook gewoonlijk „Apoe" d.w.z. groot moeder en spreekt hem dus toe als een familie lid. Wanneer men een rivier overtrekt, waar zich veel krokodillen ophouden, spreekt men hen toe, terwijl men er doorloopt; men biedt zpn verontschuldiging aan, dat men genood zaakt is hun rust te verstoren, door in het water te plassen. Als offerande werpt men bp voor keur, dan eenige uien-schillen in 't water, om Elk uur in het leven van den mensch heeft zpn eigen bijzonder werk, dat daarvoor slechts mogelijk is, en voor geen ander binnen den kring van jaren, die ons is toegestaan en een maal weg, keert het niet terug. Iemand, die jong van jaren is, kan oud van uren zpn, als hp geen tijd heeft laten verloren gaan. Verlorentusschen zonsopgang en zonsonder gang twee gouden uren, ieder met zestig dia manten minuten bezet. Er wordt geen beloo ning uitgeloofd, want ze zpn voor altijd weg. Op den vloer van de kamer, waar goud ge- geslagen wordt, in de Munt te Philadelphia, ligt een houten raam, dat opgenomen wordt bij het vegen van de vloer en op die wijze voorkomt men het verlies van de fijne goud deeltjes, die jaarlijks duizenden dollars verte genwoordigen. Zoo heeft ieder voorspoedig mensch een soort van netwerk, om daarin op te vangen „de schilletjes en stukjes van het leven, die nietige overblijfselen van dagen en uren", welke de meeste menschen bp' den af val van het leven wegvegen. Hp die alle toe vallige minuten, halve uren, onverwachte vrije dagen, tpdstusschenruimten en oogenblikken, gedurende welke hij wachten moet op personen, die het met den tpd zoo nauw niet nemen, opzamelt en tot zpn voordeel aanwendt, be haalt een succes dat anderen, die dat geheim niet kennen, verbaasd doet staan. Wat al wonderen zpn er verricht in „een uur per dag!" Eén uur per dag aan ijdel ge not ontrukt en nuttig besteed, zou iedereen met een gewonen aanleg in staat stellen zich meester te maken van een geheele wetenschap. Eén uur per dag zou van een onwetend mensch in tien jaren een goed ontwikkeld man maken. Eén uur per dag zou iemand genoeg kunnen doen verdienen om de kosten te betalen van twee dag- en twee weekbladen, twee van de voornaamste tijdschriften en een dozijn goede boeken. Eén uur per dag kan een onbekende beroemdheid geven, kan een onnuttig mensch tot een weldoener maken van zpn geslacht. Bedenk dan hoeveel twee, vier, ja zes uren per dag niet kunnen doen, welke door elkander worden weggeworpen door jonge mannen en vrouwen in hun rusteloos verlangen naar pret en ontspanning „Mpn morgenbezoeken", zeide Milton, „wor den gebracht daar, waar het behoort: tehuis, niet in bed, om al slapende de overdaad te verteren van een smulpartij, maar wakker en bezig; in den winter dikwerf eer het klokgelui de menschen oproept tot arbeid of gebed; in den zomer, vaak met den vogel, die het eerst wakker is, of niet veel later, om goede boeken te lezen, of te laten lezen, tot de aandacht ver moeid en het geheugen overladen is, en dan met nuttigen en edelen arbeid, die de gezond heid en kracht van het lichaam bewaart". „Wanneer men zich in 't bed begint om te draaien, dan is het tijd, er uit te draaien", zei Wellington. De wpze Cats zeide, dat hij drie zaken in zpn leven betreurde; het derde was, dat hp één dag had doorgebracht, zonder iets te doen. Het ergste van verloren uren ligt niet zoo hun mogelpken toorn over de rust-verstoring weg te nemen. Maar een weinig sirih en pinang is ook reeds voldoende. Zoodoende is iemand beveiligd en geen krokodil zal hem bpten of dooden. Toch worden er jaarlijks verscheidene menschen door deze monsters gegrepen en ver slonden. „'t Was hun eigen schuld, zp zullen wel 't een of andere kwaad bedreven hebben", is de oplossing van dit vraagstuk. Zoo is 't mp overgekomen, toen ik een twee tal jaren geleden, bij den radja van Napoe „logeerde", dat ik 's avonds ging baden in de Kadaha-rivier. Reeds een vijftal dagen had ik 't gedaan, natuurlijk met de noodige toeschou wers, die gaarne eens wilden weten of ik onder mijn jas en broek ook zoo „wit" was. Toen ik weer eens uit 't water kwam, zeide een oude man„nu, mijnheer heeft ook geen schuld en zonde". Op mpn vraag, wat hp er mede be doelde, was zijn antwoord„hier dicht bp (en hp wees mp de plaats, op een afstand, van plm. 100 meter) is 't hol van een krokodil met jongen". Men kan begrijpen, dat ik op deze plaats niet meer ben gaan baden. Een goede consciëntie is best, maar ik blpf toch liever een weinig uit de buurt van een krokodil. Hetzelfde bijgeloof vindt men bij de Savoe- neesche kolonisten op 't eiland. Ook zp noemen den krokodil „apoe" en beschouwen hem als hun bloedverwant. Een gewone verwensching zeer in den tpd zelf, dan wel in de kracht, die verloren is gegaan. Ledigheid doet de zenuwen roesten en doet de spieren kraken. Arbeid volgt een systeem, luiheid niet. In weverijen bederft een enkele gebroken draad een heel stukhet meisje, dat de fout gemaakt heeft, wordt opgespoord en het daar door ontstane verlies van haar loon afgehouden. Maar wie zal de gebroken draden betalen in het groote levensweb Wp kunnen een ledige spoel niet heen en weer doen gaan draden van elke soort volgen ieder onzer bewegingen, terwpl wp het web van ons leven spinnen. Het kan een wollen draad zpn van verbeuzelde uren of verloren gelegenheden, die het weefsel bederft en de energie van den werkman voor altijd doodt, of ook een gouden draad, die den glans en de schoonheid van het weefsel ver hoogt. De spoel doen stilhouden kunnen wp niet; evenmin den ongelukkigen draad, die door de stof loopt, verwijderen; hp blijft er voor altijd in, als een getuigenis onzer domheid. Stel uwe goede daden niet uit, tot gp er tijd voor hebt. In vrije uren werd zelden veel goeds verricht. Juist die menschen, die met bezig heden zijn overladen, bouwden hospitalen, kerken en weeshuizen, en staan bekend als de grootste weldoeners der mensehheid. Niemand is bezorgd voor een jongmensch zoolang hp met nuttigen arbeid is. Maar waar gaat hp heen als hp 's avonds zpn kosthuis verlaat Wat doet hp na het avondeten Waar brengt hij de Zon- en feestdagen door De wpze waarop hp zpn vrije oogenblikken ge bruikt, doet ons zpn karakter kennen. De groote meerderheid van die jongelui, welke den verkeerden weg opgaan, verwoesten hun leven na het avondeten. Tpd is geld. Wp moeten er niet gierig of vrekkig mee zpn, maar evenmin een uur weg werpen als een dollar. Verspilling van tpd beteekentverspilling van energie, van levens kracht, verlies van karakter en het zoeken naar verstrooiing. Tijdverspilling beteekent: slecht gezelschap, slechte gewoonten, verspilling van gelegenheden die nooit zullen terugkomen. Zie toe, hoe gij den tpd doorbrengt, want uw ger heele toekomst ligt er in besloten1" Ofschoon wp ons hier en daar anders zou den uitdrukken, namen wp deze gedachten on veranderd over, wijl zp o.i. goede leering be vatten. Laat de duivel u bezig vinden in uw levenstaak naar Gods Woord te volbrengenen hp zal van u gaan, en als de Heere u bezig vindt, alzoo doende, zal Hp u „goede dienst knecht" noemen. {De Wachter). Kok. Bede naar Ps. 12 3a. Naar U dorst mpn ziele, o God van mpn leven, Bp U zoek ik hulp, zoek ik heil, zoek ik kracht, Wil al mpne zonden genadig vergeven, Om den naam van Hem, die 't al heeft volbracht, Wilt Gp o Heiland mpn voorspraak steeds wezen. Aan den troon uws Yaders, mpn Rechter [en Heer; Met U doet noch dood, noch helle mp vreezen, Ozie ontfermend en in gunst op mp neêr. is: „de krokodil moge u opeten", waarmee men zeggen wilde voorouders, de goden, mogen je straffen. Op een reisje naar Melolo, rustte ik halver wege uit in 'thuis van een Savoenees te Kadoemboe. Dichtbij was men aan 't hout hakken want te Kadoemboe vindt men dui- zende loutarpalmen. De menschen waren aan 't hakken op een half uur afstands van 't strand, maar aan den oever van de Kadoemboe rivier. Ik uitte 't vermoeden dat men de palen wel de rivier zou laten afzakken naar zee toe. Maar de Savoenees beweerde dat men bang was voor de krokodillen. „Dat begrijp ik niet, gij zpt immers van de familie en zp zullen u dus geen kwaad doen." „Ja, wanneer wij geen schuld hebben, zullen zp ons ook niet grp'pen," was zpn antwoord. „Nu dan zou ik 't maar eens probeeren." „Och mijnheer, wp hebben altijd wel 'teen of ander gedaan, wat niet goed is." „Dus je hart is toch niet gerust, merk ik wel." „Mijnheer, we zijn maar menschen En zoo kwam 't gesprek op de krokodillen. De Savoenees beweert, dat zpn stamvader deze beesten op Soemba heeft geimporteerd. De zaak zit zoo in elkaar. „Er kwam eens een Savoenees op Soemba en bracht een bezoek bp den radja van Ka doemboe. Deze riep nu zpn hulp in om zpn Kom Heilige Geest, woon en werk in mpn harte* Bestraal mpn verduisterd [gemoed met uw licht, Dan blijft onder strijd, onder kruis, onder smarte, Mpn zielsoog op U als mijn Trooster gericht. ODrieëenig God, wil dit smeeken verhooren, Stpge omhoog tot Uw troon (uit gena) deze beê Buiten U weet 'k me hulploos, reddelos verloren, Schenk me Uw hulp, Uw heil, Uw vreugd [Uw vreê. {De Wachter.) Ella. Leeuwerik en Nachtegaal. De leeuwrik stpgt op in de blauwende lucht En zingt er een morgenuur lang Maar spoedig weêr daalt zijn kortstondige [vlucht, En 's avonds verstomt zijn gezang. Doch, als al de stemmen van 't woud zpn [vergaan, En niemand een lied meer verwacht, Dan hoort gij in 't eenzaam den nachtegaal [slaan, Die zingt heel den duisteren nacht. 't Zegt weinig, of 't hart in zpn zonnige jeugd Den God der weldadigheid looft, Als de ernst van het leven na vluchtige [vreugd Den vuurgloed der geestdrift verdooft. Gezegend de ziel, die verstomt noch bezwijkt, Ook dan als de rouw haar omringt, Maar midden in 'tlpden den vogel gelijkt, Die in 't donker het heerlijkste zingt. {De Wachter.) (Ten Katb 111 i ui i 11 1 i. i' mi in i 'ii j', 'iii mi n i mm BEROEPEN: te Axel B: ds. Chr. Bruins te Hendrik Ido Ambacht te Franekerds. G. Elshove te Bodegraven. AANGENOMEN: naar Hazerswoude cand. H. S. Bouma te Mid delburg. BEDANKT voor Iersekeds. J. Brinkman te Beilen voor Hoekds. R. Koolstra te Haamstede voor Langerakds. M. M. Horjus te Soest. Ds. J. H. Lammertsma, die het beroep aannam naar Axel A, nam Zondag afscheid van zijne gemeente te Tholen, tot tekst heb bend 1 Cor. 16 22-24. De classes Zwolle heeft candidaat P. de Putter, ber. pred. te Ambt Vollenhoven, pe remptoir geëxamineerd en met algemeene stemmen toegalaten tot de Heilige Bediening. Haamstede14 Augustus 1909. Met dank aan den Heere mogen wp melden, dat onze geaohte Leeraar, de Weleerw. Heer ds. R. Koolstra voor de roeping naar de Geref. Kerk te Hoek heeft bedankt. Namens den Kerkeraad, J. C. Vis, Scriba. Haamstede9 Aug. 1909, De Geref. Jonge- lings Vereeniging alhier is grootelpks verblijd geworden, doordat haar Voorzitter, de Wel. Eerw. Heer ds. R. Koolstra, voor de roeping van Hoek heeft bedankt. Ruste 's Heeren zegen op dit besluit. Geref. Jong.-Ver. „Vreest God." weggeloopen vrouw op te sporen. De Savoenees beloofde hem zpn hulp, maar wilde eerst even terug naar zpn eiland. Hp ging dus terug naar Savoedaar was zpn vrouw juist bevallen van een jongen krokodil. Hp deed 't beestje in een mandje. Vervolgens ving hp eenige muskieten, en deed ze in een holle bamboe. Eveneens nam hij een slang en verborg die ook in een bam boe. Met deze drie beesten ging hp nu terug naar Soemba. De krokodil werd losgelaten in de riviermondingde slang werd in 't bosch gezet en de muskieten liet hij los in 't veld. Toen meldde hp zich bij den radja van Ka doemboe en stelde zich beschikbaar om diens vrouw te zoeken. Hij ging haar nu opsporen. Toen zp in 't bosch wilde vluchten, viel de slang op haar aan en zp moest wijken naar't veld. Maar de muskieten beten haar zoo erg, dat zp zich niet langer verschuilen kon in 't hooge gras. Toen sprong zp in 't water, maar daar wachtte de krokodil haar op. Zp moest zich nu wel laten vangen en de Savoenees bracht haar terug bij den radja. Uit belooning kregen nu de Savoeneezen 't recht zich op Soemba te vestigen op alle plaatsen waar lontar-palmen staan. En nog heden ten dagen vindt men overal Savoeneesche nederzettingen, waar die palmsoort groeit." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 3