Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Ds. H. W. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ. 6e Jaargang. Vrijdag 18 Juni 1909. No 52. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. A. D. LITTOOIJ Az. Ka de overwinning. 1BOOEMENTSPRUS per half jaar franco per post 70 cent. Enkele nummers3 cent. Drukker-Uitgever MIDDELBURG. PRIJS DER AD YERTENTIEN van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. HET VERWIJT DER EIGENGERECH TIGHEID. Wat zullen wij dan zeggen Zul len wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre. Wij die de zonde gestorven zijn, boe zullen wij nog in dezelve leven Of weet gij niet, dat zoovelen wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in zijn dood gedoopt zijn Rom. VI 1—3. I. Gelijk de Apostel begonnen was in het vorig hoofdstuk te wijzen op de heerlijke vruchten der rechtvaardiging, zoo gaat hij thans voort en het eerste waarop hij de aandacht vestigt, is de verhouding, waarin de gerechtvaardigde tot de zonde staat en het zal ons, naar wij hopen, blijken, dat ons hier een helder licht ontstoken wordt over dit belangrijk en voor de practijk des levens zoo gewichtig punt. Tegen de Paulinische prediking van de recht vaardiging door het geloof zonder de werken der wet was, zooals overal, ook in Rome tegen spraak ontstaan. De oude vijandin van deze waarheid, de werkheiligheid, zou beproeven, wat zij ook thans vermocht. In de oude heidensche wereld had zij een volkomen heerschappij. Daar luisterden allen naar haar woord, daar bogen allen voor haar schepter, daar eerbiedigden allen haar gezag, en het had haar nooit moeite gekost om haar troon staande te houden. Op de erve van Israël was het anders. Daar kon zij niet doen wat zij wilde, daar werd haar heerschappij betwist, daar had zij haar wet niet kunnen opleggen. Wel had zij gepoogd om ook daar het terrein geheel in haar macht te krijgen, maar steeds traden daar mannen Gods op, die haar geduchte slagen toebrachten, en soms had zij den moed opge geven en gedacht, dat het onmogelijk zou zijn om er den grond te veroveren. Maar nadat de mond der profeten zweeg, had zij den moed herkregen, haar vaandel ontrold en van jaar tot jaar won zij veld. Het scheen dan ook, dat zjj van de eene overwinning tot de andere zou komen en dat eindelijk niemand haar meer iets in den weg zou leggen. Het kwam helaas zelfs zoover, dat de mannen, die op den stoel van Mozes zaten en die aangewezen waren om het „Welgelukzalig is hij, wiens overtredingen ver zoend, wiens zonde bedekt is, welgelukzalig is de mensch, wien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent en in wiens geest geen bedrog is' hoog te houden, niet anders aan het volk voorhielden dan wat zij begeerde. En ook hier ging het naar de oude spreuk zoo de leidslieden, zoo het volk, want van lieverlede verdrong de werkheiligheid de geopenbaarde waarheid van de rechtvaardiging alleen door het geloof. Er waren nog enkelen,, die zich in die voorstelling niet vinden konden, maar zjj telden niet mee, zij konden den wassenden stroom niet keeren en in de Synagoge en in den tempel, in huizen en scholen overal triumpheerde zij. Aldus was zij aan het einde van haar ver overingen gekomen, zij heerschte van zee tot aan de zee, en van de rivieren tot aan de einde der aarde. De gansche wereld lag aan haar voeten gebogen en er was niemand meer, die er over dacht om het tegen haar op te nemen. Bijgevolg kon zij inslapen op haar lauweren en vrees behoefde zij niet te koesteren. Doch wat gebeurt? Er ontstaat beweging onder Israël, wijl een man in de omstreken van de Jordaan zijn stem verheft tegen de algemeene denkwijze van zjjn volk. Nog bij zijn leven ver schijnt Jezus van Nazareth, die evenals Johannes het volk terug roept tot Mozes en de profeten en met krachtige wapenen de werkheiligheid bestrijdt. Gedueht waren de slagen, welke haar toegebracht werden, en nadat Jezus heengegaan is, ontrollen Zijn Apostelen dezelfde banier en planten haar op alle hoogten der aarde. Die prediking, krachtig geuit, vindt weerklank in duizende harten van Joden en Heidenen, die op hun beurt even duidelijk uitspreken, wat in hen leeft. Daardoor ziet de eigengerechtigheid zich van alle kanten in de engte gedrongen en het is derhalve niet vreemd, dat zij op kraeh- tigen tegenstand bedacht is. Zjj begrijpt ten volle, dat er nu een strijd ontstaan is, zooals er nooit te voren tegen haar is ontbrand en dat zij al hare krachten heeft in te spannen, wil zij nog een plek over houden, waar zij haar oud en taai leven kan voortzetten. Men kan er zich over bedroeven, dat zjj daarbij &G6n middel heeft ontzien, maar wie haar kent, verwondert er zich niet over, want voor haar bestaat er niets, dat heilig is. Daaruit is het te verklaren, dat zjj zulk een verwjjt tot den Apostel durft te richten en hem met een grijnslach vraagtzullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde Hoe is het mogeljjk, dat gjj zoo iets durft te zeggen. De Apostel had er toch niet de geringste aanleiding toe gegeven. Wel had hjj beweerd, dat in de rechtvaardiging, zooals hjj haar voorstelde, de genade in al haar glans uitstraalde, dat zij daarin de gelegenheid vond om zich in al haar heerlijkheid te toonen, maar daaruit volgde geenszins, dat de mensch nu maar in de zonde moest blijven volharden om aan de genade de gelegenheid te openen, dat zjj steeds overvloe diger werd. Natuurlijk, als dit in zjjn bedoeling had gelegen, dan zou het goddeloos zjjn geweest en ieder, die het wel meende, zou zich met afschuw van zulk een leer hebben moeten af- keeren. Wij verstaan den toeleg, en wjj begrijpen zeer goed, dat de vijandin de voorstelling van het Evangelie in het hart wilde treffen om •haar onschadelijk te maken, maar wij verstaan ook, hoe boos het hart moet zijn, dat zulk een vergiftigde pijl durft te gebruiken. Het zou toch door en door goddeloos zjjn, wanneer de Apostel de menschen voorgehouden had, dat zjj maar op hun zondigen weg moesten blij ven wandelen en dat zjj maar bjj hun god- onteerende levenswijze moesten volharden, en hun daarbij aanmoedigde met de verklaring, dat op die wijze de genade alleen tot haar recht en hare heerlijkheid kon komen. Met hevige en heilige verontwaardiging wjjst de Apostel dan ook dit verwjjt terug door uit te roependat zjj verre. Duidelijk spreekt hjj daarmede uit, dat niemand recht heeft om dit te zeggen. Nooit heeft hjj door zjjn pre diking aan iemand eenigen grond daartoe ge geven. Hjj ontkent beslist, dat men dit uit zjjn prediking kan afleiden. Er is van heel die beschuldiging niets waar. Zjj is ten eenenmale onjuist en ongegrond. In die korte en krachtige ontkenning voelt gjj zjjn toorn branden, wetende echter, hoe licht de mensch zich door den schjjn laat misleiden, toont hjj verder aan, hoe ongerijmd het is, hem zoo iets ten laste te leggen. Gjj merkt dadelijk, dat hier een man aan aan 't woord is met een diep gewortelde over tuiging en dit is het, waarnaar gjj ook staan moet. Ook in onze dagen is er nog zooveel oppervlakkigheid welke tot onvastheid leidt. Wacht er u voor en zoek onder de leiding des Geestes en bjj het licht der waarheid te komen tot een helder inzicht van den weg der verlossing, opdat gjj voor u zelf die zeker heid des geloofs moogt hebben, welke u tegen de macht van den twjjfel sterkt en u tot kloek belijden bekwaamt. Bouma. YARIA, Als we naar ons geloof en naar onze belij denis letten op hetgeen ons de Heere verle- dene week Vrijdag gegeven heeft, dan moeten we niet slechts acht geven op staatkundig maar ook op het gebied van het sociale (maatschap pelijke) en kerkeljjke leven. Op het leven toch in al zjjne geledingen oefent de Overheid en in een constitutioneel land ook de volksvertegenwoordiging, door de grondwettelijke rechten, die zjj verkregen, ge- ljjk de geschiedenis ons geleerd heeft, grooten invloed uit. De geschiedenis in vele landen en ook in ons land heeft ons geleerd en doen zien hoe veel het Christelijk Nederland aan zijn Vor stenhuis, ook in de geslachten, verschuldigd is en te danken heeft op allerlei gebied, zoo wel op godsdienstig als staatkundig en maat schappelijk. Maar ook heeft sinds de revolutie in Fran krijk ons doen zien en pijnlijk doen ervaren, dat de volksvertegenwoordiging en ook het volk den geest der revolutie kan indrinken, de christelijke grondslagen uit ons staatkun dig leven en door staatkundige wetten op school- en opleidingsgebied voor predikanten en professoren en voor allen die, op welk ter rein ook, anderen opleiden moeten, kunnen wegnemen, en alzoo ons land en volk kunnen liberaliseeren en moderniseeren. Zóó zelfs, dat we gevaar loopen en het er op toegelegd is en wordt, dat dó voorrechten, die God ons vóór eeuwen en eeuwenlang gegeven heeft, en waardoor we groot, rjjk, beschaafd en zeer ge zegend zjjn geworden in velerlei opzicht, ons ontnomen worden en ons volk zjjn God en Christus naar de Schriften verliest, en dat de Geest, van God in Christus, die ons die. voorrechten en meer dan genoemd zjjn, gaf, van ons wjjkt, het leven in al zjjne gele dingen dor, krachteloos en doodig wordt en in de plaats daarvan de geest uit den afgrond, zooals de Schrift hem noemt, intrek neemt en heerschappij gaat voeren, en alzoo de anti-thesis de overhand verkrijgt en dus de thesis, het Evangelie, dat de Heere door Eman- dus, Eligius en Bonefacius liet verkondigen en waardoor wjj sinds beljjders van Christus en een Christenvolk geworden zjjn, waardoor we zoo rjjk gezegend geworden zjjn als we waren, verdringt. x Dus omdat de Staatkunde invloed uitoefent op het leven in al zjjne geledingen en krin gen, daarom moet niet alleen de Staatscourant en de vele Staatscouranten op politiek of staat kundig gebied ons bekend maken met en op de hoogte houden van de gewichtige gebeur tenissen, die er plaats hebben, maar dat mogen en moeten ook doen de couranten, die zich in den regel meer bewegen en bezig houden op het terrein van het sociale leven, zooals bjjv. Patrimonium doet. En ook en evenzeer, die zich anders in het bijzonder onledig heuden op het kerkelijk en godsdienstig terrein als mede mogen en moeten dat ook doen de cou ranten, die zich bewegen op het gebied van het leven in velerlei andere schakeeringen. Omdat wjj van die overtuiging waren en zjjn en de dingen zoo bezien, daarom hebben wjj ook weken aaneen in ons kerkelijk orgaan over de gewichtige verkiezingen, die moesten plaats hebben, gesproken en geschreven en naar ons vermogen de kiezers opgewekt om alles te doen wat in hun vermogen was, ten einde voor God en Christus en voor de Chris telijke grondslagen op staatkundig gebied partjj te kiezen. De arbeid daarvoor en in het alge meen in dien geest verricht, is, Gode zjj dank, niet vruchteloos geweest de gebeden voor een gewenschten uitslag zjjn niet onverhoord ge bleven. Boven bidden en denken en niet naar onze verdienste heeft de Heere verhoord en aan ons land en volk welgedaan. Na de Spruite, die de Heere in en aan ons Koninklijke Huis, op het gebed van velen, ge geven heeft, gaf Hjj ons de vreugde van zulk een uitslag der verkiezingen, als w® aanvan kelijk verkregen hebben. Waarljjk, Hjj doet ons niet naar onze zonden. Zjjne barmhartig heden roemen tegen de oordeelen, die wjj ver diend hebben. Hjj heeft groote dingen bjj ons gedaan, dies zjjn wij verbljjd. Ik begrjjp het niet en keur het niet goed, dat de ethische beljjders van den Christus Gods, bjjname de Dienaren Zjjns Woords, zich zoo onzjjdig en neutraal kunnen houden, waar op staat kundig gebied Christus, de belangen, waar voor Hjj leed, stierf, overwon en uit de dooden opstond, zoo achteruitgezet zjjn en worden in Kerk en School. Het liberalisme en modernis me heeft Hem immers trachten te bannen en alzoo Zjjn Rjjk trachten af te breken en mits dien de jeugd en alzoo 't volk zonder God en Christus en de kennis van Hem, het geloof in Hem, en het vertrouwen op Hem in het alge meen naar de eeuwigheid doen gaan. Bjj de Middelburgsche kiezers leeft blijkbaar de Hervormde Kerk nog in het hart van velen. Zooals de „Middelburgsche Courant" na den uitslag der verkiezingen schreef, geloof ook ik, dat velen, omdat de candidaat een Hervormd- kerkeljjk man was hem gestemd hebben. Die liefde voor het godsdienstige-kerkeljjke leven heeft mjj verbljjd, omdat de geheele strjjd ging over de erkenning van God op het ter rein van het staatkundige leven, en alzoo ook van uit dat leven op het godsdienstig kerke lijke. Nog dieper en algemeener wenschte ik zelfs, dat dit werd ingezien, en aan den dag gelegd. Ware dit het geval geweest, dan zou ik niet slechts dankbaar maar geheel voldaan zjjn geweest, want dan zou voor Oostburg ook mr. P. Dieleman en voor Zierikzee dhr. Yeghtel zjjn verkozen, want hoe positiever de kerkeljjke leden en predikanten zjjn, hoe meer zjj voor Christus en Zjjne beginselen op- en uitkomen en voor de Christelijke volksvertegenwoordiging hunne stemmen uitbrengen. Immers, voor zoo ver ik Zeelandken, staat het bjj mjj vast, dat, zooals „De Standaard" gezegd heeft, niet alleen de Belgisch gezinde Roomsch-Katholieken beter bewerkt moeten worden en alzoo hunne stemmen uitbrengen op de Christeljjk-gezinden, maar dit moeten ook de ethische Protestanten, zooals bjjv. in Breskens, Groede en waar ze maar wonen in dat district, want sinds jaren stemmen blijkbaar de meesten van deze met de niet-christeljjke kiezers mee. Dit blijkt genoeg zaam uit de ejjfers, die uitgebracht zjjn, dhr. Vorsterman van Oyen toch heeft zich jaren aaneen en zoo kras mogeljjk als een allesbe halve christelijk man geopenbaard. Velen met mjj hebben daarom gezegd: hoe is het mogeljjk dat die (zoogenaamd rechtzin nige) kerkeljjke menschen, die altjjd ethische predikanten hebben, niet meer en beter voor de belijdenis en de duur verworven rechten van Christus, die ook op staatkundig gebied van den Vader alle macht ontving, uitkomen. Als zjj met ons daarroor op- en uitkwamen, dan had geheel Zeeland kunnen gewonnen zjjn. Ik hoop dus, dat die overwinning bjj een volgende verkiezing zal verkregen worden. Dan toch zjjn zjj positiever, d. i. rjjker en gelukkiger en land en volk in vaster en beter banen ge komen, ja dan heeft de eere Gods over het on geloof weer meer getriomfeerd. Littoojj,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 1