Verblijd en dankbaar.
„Vrederust".
Kerk- en Schoolnieuws.
Officiëele Berichten.
voor de binnenkamer. Tot die kamer willen
ze het beperken en bepalen alsof het met het
publieke leven in geen enkel opzicht te maken
heeft en alsof Jezus door den Vader niet tot
Heer6 en Koning gemaakt is op elk terrein,
dus op elk levensgebied.
De staat, natuurlek de staat zonder God,
moet volgens hetgeen zij gelooven en willen
hoe langer hoe meer schier voor alles zorgen.
Mitsdien behoort ook tot de oplossing van de
sociale quaestie, en moet volgens derevolutie-
gezinden, gewis de staatspensioneering volgen,
Thans willen de meesten ook der liberalen, die
voor staatspensioen zich hebben uitgesproken, uit
politieke berekening en om de socialisten in het
gevlei te komen, dat de ouderdomsverzekering
den werkman zal gegeven worden, thans op
zeven tig jarigen leeftijd» De minister uit de
coalitie, die van 1901—1905, namens de Konin
gin regeerde, bepaalde de verzekering in de
wet, die hij indiende, ook op zeventigjarigen
leeftijd, maar ook bij invaliditeit, dus aan de
menschen die onbekwaam geworden waren
voor hun arbeid voor zij dien leeftijd bereikt
hadden, zou evenzeer pensioen gegeven wor
den. Doch daarvoor hebben de liberalisten
geen oog en blijkbaar geen hart. En deze toch,
die voor dien tijd onbekwaam geworden zijn,
zijn talrijk en hebben er even groote behoefte
aan. Dus deze oplossing was een ruimere en
betere. Naar rato van hetgeen zij krijgen zou
den, moest jaarlijks daarvoor, zoolang zü ver
dienen konden, een klein bedrag worden
afgestaan. Dit zou echter een zeer gering,
maar verplichtend bedrag zijn, wilde men later
als invalide of op genoemden leeftijd het pen
sioen erlangen.
In het begin zou zeker de uitkeering van
den Staat groot zijn, wijl er niets, zelfs niet
het kleinste bedrag voor afgestaan was, was
eigenlijk pensioen dan wel verschuldigd door
den Staat? Men zou kunnen zien of het ver
plichte kleine bedrag, dat nu daarvoor afgestaan
werd, na jaren te zijn afgestaan, succesievelijk
geringer worden kon. Maar van de invoering
der verzekering af zonder zelf iets te hebben
ingelegd eene goede uitkeering te geven aan
invaliden en ouden van dagen blijkt zelfs^voor
het rijke Engeland te zwaar te zijn en zou
zeker voor Nederland de krachten'te boven gaan.
Daarom van meetaf aan, zooals de socialisten
en liberalisten dit willen, d. i. enkel staatszorg,
blijkt niet wel uitvoerbaar te zijn en slechts
beloften bij gelegenheid der verkiezing voor de
Tweede Kamer te hebben behelsd.
Zooals de minister van de coalitie het voorge
steld heeft en tot 's lands wet gemaakt wenschte
te zien, had in verband met de financieele wet
ten, die het ministerie, dat voor 1905 aan het
bewind was, indiende, de uitvoering, naar de
ministers meenden, kunnen plaats hebben. Daar
komt bij, dat de Eerste Kamer, die jaren anti
liberaal is en blijft, zooals de liberalen het
willen, het niet wil en er alzoo in geen geval
op te rekenen valt. Laat er dus niet opgerekend
worden. Maar laten wij liever zooals de werk
lieden te Dordrecht in eene vergadering bij
motie gemeenschappelijk uitspraken en aanna
men, toestemmen en laten we naar hun ver
zoek daarom handelen.
Deze motie luidt
De Christelijke Bestuurdersbond te Dordrecht,
vergaderend 7 Mei 1909, gezien de propaganda,
die in den laatsten tijd het geheele land door
wordt gemaakt voor Staatspensionneering (pen-
.sionneering door en geheel op kosten van den
staat), uitgaande van het beginsel, dat in eene
goed geordende samenleving gelijk ieder
ander behoort te kunnen leven van zijn eigen
inkomsten de arbeiders in hun loon zooveel
behooren te vinden, dat zij daarvan met hun
gezin hun geheele leven door kunnen leven,
overwegende dat staatspensionneering met dit
beginsel geen rekening houdt, maar eiken ar
beider beschouwt als een armlastige, die op
zjjn ouden dag geheel of bijna geheel heeft te
leven van hetgeen anderen voor hem bij elkan
der brachten,
overwegende voorts, dat de zorg voor inva
liden dringender voorziening behoeft dan die
voor ouden van dagen en de eerste door de
voorstanders der staatspensionneering blijkbaar
over het hoofd wordt gezien, althans op den
achtergrond gedrongen, verwerpt het stelsel
der staatspensionneering,
verklaart voor te staan wettelijk verplichte
invaliditeits en ouderdomsverzekering,
besluit
op bevordering van de spoedige tot stand-
komingen van het laatste bjj de Regeering aan
te dringen, en
door ruime publicatie dezer motie alle vak-
en werkliedenverenigingen inzonderheid
de christelijke uit te noodigen zich in ge
lijken geest uit te spreken." Littooij.
UIT HET IsEVBN.
De blijde tijding, door duizenden in den lande
met gespannen verwachting tegemoet gezien,
is eindelijk vernomen. Wij hebben de goede
boodschap gehoord, dat door Gods gunste onze
geliefde Vorstin van een welgeschapen dochtertje
is verlost. De Heere heeft groote dingen aan
ons gedaan, dies zijn wij verblijd 1 De Heere
heeft genadiglijk de gebeden verhoord, die uit
het midden Zijns volks zijn opgeklommen om
het behoud van het leven der Koninklijke
Moeder en van haar nog ongeboren vorstelijk
kind.
Het was een aangename gedachte, dat ons
Nederlandsche volk zijn vreugde niet enkel
vertolkte door het feestelijk luiden van de
klokken, door het ontplooien van de vader-
landsche driekleur, door muziek en gezang,
maar dat het ook het reukwerk der gebeden
ontstak om den naam des Heeren te danken.
In dit blad kon slechts met enkele woorden
melding worden gemaakt van het heuchelijk
feit. Het is echter nog niet te laat om er op
terug te komen. Twee dingen wenschen wij uit
te spreken. Ten eerste, dat wij verblijd zijn.
Ten tweede, dat wij dankbaar zijn.
Ja, wij zijn verblijd, bij de geboorte van dit
zeerbegeerde kind. Wij zijn verblijd, omdat wij
denken aan het verleden. Er was een groote
vrees in veler hart, dat binnen weinige jaren
de banden tusschen Nederland en Oranje voor
altijd zouden worden losgemaakt. Onze geliefde
Vorstin was immers de laatste, de eenig over
gebleven spruit van dien ouden stamboom der
Oranje-Nassau's, die meer dan drie honderd
jaren geleden uit den vreemde in dezen vader-
landschen bodem werd overgeplant Indien zij
kinderloos stierf, dan zouden kroon en scepter
in vreemde handen worden overgegeven dan
zou Nederland niet meer door een Oranje wor
den geregeerd. Deze gedachte was weemoedig.
De band tusschen het volk van Nederland en
de vorsten uit het huis van Oranje is zoo oud
en zoo sterk. Ze hebben samen zooveel kwade
en goede dagen doorleefd, en de kwade waren
wel het overvloedigst. Oranje heeft zoo ont
zaggelijk veel voor Nederland gedaan en ten
offer gebrachten de Naam van de Oranjes is
wederkeerig door Nederland beroemd en groot
geworden. De liefde tusschen Vorstenhuis en
Vaderland is een liefde, die door lijden is ge
heiligd. Het is geen liefde van een dag, maar
het is een liefde van eeuwen het is geen liefde
van het oogenblik, maar het is een liefde, welke
te dieper wortelen schoot, naarmate ze zwaarder
stormen had te verduren. En daarom, ziende
op het verleden, zijn we verblijd. Het bloed
der Oranjevorsten vliet ook door de aderen van
de jonggeboren prinses. De oude stamboom
heeft een nieuwe spruit ontvangen, en onze
hope herleeft, dat de band tusschen Nederland
en Oranje zal blijven bestaan.
Wjj zijn verblijd, ook met het oog op het
heden. Onze Koningin heeft de eerste moeder
vreugde gesmaakt. Wij hebben een Koningin,
van wie veilig mag worden gezegd, dat heel
Nederland haar liefheeft. Zij is de eerste vrouwe
lijke Oranje, in wier handen rusten de teugels
van het bewindmaar die teugels konden aan
geen beter handen toevertrouwd zijn. Zij is een
vrouw, die aller harten weet te winnen. Waar
zij verschijnt, daar overwint zedaar wekt ze
genegenheiddaar ontvlamt de geestdrift.
Zij vereenigt in haar persoon de majesteit van
een Vorstin uit een oud en edel geslacht, en
tevens al de beminnelijkheid van eene innemende
vrouw, die zich ondanks haar hooge positie
mensch gevoelt, zoo goed als de minste harer
onderdanen. In alles stelt ze belang. Voor alles
heeft ze een vriendelijk woord of een milde
gave. En hoewel de grootschheid des levens, de
begeerlijkheid der oogen, de heerlijkheid van
het aardsche haar van alle zijden omringt, is
ze nochtans een vrouw, die niet vergeet te
zoeken en te bedenken de dingen, die boven
zijn, waar Christus is, zittende als Koning der
Koningen, aan de rechterhand Gods. Zij heeft
zich nimmer geschaamd den naam van Christus
te noemen en Hem eere te geven, ook als zij
zelf er voor achter moest staan. Ook daarom is
er oorzaak van blijdschap. Wjj zjjn blijde met
de blijde moeder en met heel het Koninklijk
huis. En onze blijdschap is de blijdschap van
het gansche volk, want ons gansche volk, hoe
ook verdeeld, is één in ongeveinsde liefde tot
Oranje.
Wij zijn ook verblijd met het oog op de toe
komst. Tot zelfs in het buitenland heeft men
met belangstelling en spanning gewacht op de
blijde gebeurtenis aan ons Koninklijk hof. In
dien onze vorstin eens kinderloos ware gebleven,
dan zou de keuze van een troonopvolger wel
eens oorzaak hebben kunnen worden van strijd
Door late ontvangst moest dit artikel de
vorige week blijven liggen. Rin.
en beroering onder de Europeesche volken. We
leven in een tijd van oorlogsgeruchten, van
gewapenden vrede. De groote mogendheden
zien naijverig op elkander toe, en de kleinste
oneenigheid kan de vonk zijn, die het kruit
doet ontbranden. Ons land is wel een klein
land, maar het heeft een roemrijk verleden, en
door zijn koloniën is het een begeerlijke buit.
Het kon zoo lieht een twistappel worden. Ook
daarom zijn we verblijd, dat God zelf een troon
opvolgster heeft gegeven, met het Oranjebloed
in de aderen, draagster van den Naam der
Oranje's, bij de kinderen onzes volks zoo geliefd,
in het buitenland geëerd en geprezen.
Wij zijn verblijd.
Maar we zijn ook dankbaar. Wij richten onze
oogen niet alleen naar het Koninklijke hof, naar
de binnenkamer van het vorstelijk paleis, naar
die blijde moeder, naar dat kindeke van zoo
veel gebeds, maar wij richten onze oogen ook
opwaarts om op God te letten, die ons blijd
schap heeft gegeven.
Laat ons toch altijd dankbaar erkennen, dat
God aan ons volk welgedaan heeft door ons
Oranjevorsten te schenken en te doen behou
den tot op dezen dag. Wij hebben oorzaak God
te danken, dat Hij in benauwde en benarde
dagen Willem van Oranje verkoor om Neder
land te verlossen. Eer vergete onze rechterhand
zichzelven, dan dat wij zouden vergeten, wat
God door Oranje voor ons heeft gedaan. Het
waren nooit de beste dagen voor ons volk, wan
neer de liefde voor Oranje verkoelde. De dagen
van Jan de Witt en van de patriotten zijn niet
de schoonste in onze vaderlandsche historie.
God weet alleen, welk lot ons land en volk te
wachten staat, als er eens geen Oranjes meer
over ons regeeren. Als de Oranjes uit onze
geschiedenis verdwijnen, dan breekt er een
ander tijdperk voor ons vaderland aan, maar
het is de groote vraag, of het een beter tijdperk
zal wezen dan het vorige. Laat ons daarom
God danken, omdat Hij Oranje gaf, omdat Hij
Oranje in stand hield, omdat Hij Oranje doet
herleven door de geboorte van deze prinses.
Laat ons ook dankbaar erkennen, dat de
Heere ons volk en ons vorstelijk huis onverdiend
heeft welgedaan. Indien de blijde verwachting
op teleurstelling ware uitgeloopen, zouden we
dan niet de hand op de mond hebben moeten
leggen zouden we dan niet hebben moeten
getuigenHeere, wij verstaan het, dat gij den
band tusschen Nederland en Oranje verbreekt,
want wij en onze vaderen hebben zoo dikwijls
het drievoudig snoer tusschen God, Nederland
en Oranje al te trouweloos verbroken. Maar de
Heere bleef getrouw, en deed het drievoudig
verbond door Zijn lankmoedigheid nog niette
nietHij bleef nog Neerlands God, en liet ons
nog Oranje! Hem daarvoor de dank en de
eere
En laat ons eindelijk ook niet vergeten te
danken, opdat wij vrijmoedigheid houden om te
blijven bidden voor ons Koninklijk huis. Ook
Koningskinderen dragen den adem in hunnen
neus. Ook Koningskinderen zijn als het gras,
dat verandert. Ook vorstelijke moeders be
zitten hunne kinderen als niet bezittende. De
toekomst van de jonggeboren prinses is alleen
Gode bekend. Wij weten niet, of zij groot
zal worden en over ons zal regeeren. Maar
wü mogen wel blijven bidden, dat God dit
kindeke spare, dat Hij het zegene, dat Hij het
groot doe worden onder de vleugelen harer
moeder en de tucht van haar vader. Wij mo
gen wel blijven bidden, dat dit kindeke moge
toenemen in verstand en wijsheid, opdat het
eens regeere over ons volk, als een waardig
nazaat van dien grooten Willem van Oranje,
den Yader des Vaderlands, wiens laatste bede,
toen hij stierf onder moordenaarshand, geweest
is een bede voor zijn volko God, ontferm U
over my en over dit arme volk! Wij mogen
bidden, dat het zij het evenbeeld van dien
anderen Willem, die zelfs de kroon van En
geland droeg, en wiens zielsbegeerte het was
een zuil te zijn voor den Staat en een voed
sterheer der kerkeen beschermer van de
staatkundige en godsdienstige vrijheid.
Die bede verhoore de Heere onze God, ge
lijk Hij reeds zoo menig gebed heeft verhoord,
dat in Nederlands bedehuizen en binnenkamers
werd opgezonden voor het heil van Vorst en
Vaderland.
Lahan.
Woensdag voor acht dagen is de stichting
geopend. Onder groote belangstelling en onder
begunstiging van schoon weder. Het glanspunt
van den dag waren vooreerst de keurige ope
ningsrede van den voorzitter ds. J. H. Donner
van Breda, en vervolgens de pakkende toespraak
van prof. Lindeboom van Kampen, die sprak
in zijn kwaliteit van voorzitter van Veldwijk.
Daar velen zich met een staanplaats moesten
tevreden stellen, is aan anderen, die een zetel
hadden, zoowel het uitzicht als het gehoor zeer
belemmerd, zoodat de toespraken van onder
scheiden autoriteiten moeilijk te verstaan zijn
geweest. Doch deze teleurstelling is weer ver
geten bij al het goede, dat genoten is.
Terrein en gebouwen zijn de moeite der be
zichtiging overwaard. Wat mooie paviljoens;
en toch niet weelderig ingericht, zoodat van
geldverkwisting niet kan worden gesproken.
Het ziet er alles aantrekkelijk en degelijk uit
ruim, luchtig, licht. Zelfs de cellen voor een
zame opsluiting achter ijzeren deuren en vin
gerdik vensterglas zijn vrooljjke hooge kamertjes
met vrij uitzicht op de schoone natuur.
De directeur-geneesheer heeft een sympathieke
stem. Ook hij hield een toespraak, inzonderheid
tot zijn personeel. Ruste 's Heeren zegen op
hun gezamenlijken arbeid. Dankbaar en vol
daan keerden velen huiswaartsals bedevaarts-
gangers medebrengend van het uitgestrekte
terrein een hoeveelheid zand, dat een plaatsje
zocht in oogen, ooren, neus en mond, en overal.
Zegene de Heere deze stichting met allen,
die er aan en in arbeiden, en vinde menig
geesteskranke er genezing, rust en bovenal vrede
door den H. Geest. Een woord van warmen dank
aan de broeders, die het initiatief tot oprichting
van deze stichting hebben genomen, is zeker
meer dan dubbel door hen verdiend. Het werk,
door hen verricht, is groot, groot en heerlijk.
Lama».
TWEETAL
te Hoekds. de Jong van Dalfsen
Cand. Korfker van Amsterdam.
BEROEPEN:
te Franeker en te Heerenveends. H. W.
Laman te Zierikzee;
te Achlum ds. F. Wiersma te Eng wie rum;
te Schildwolde ds. A. I. de Boer te Grijpskerk.
AANGENOMEN
naar 's Gravenhage: ds. M. Schuurman te
Kampen
naar Njjverdalds. E. A. Groenewegen te
Westmaas
BEDANKT
voor Axel Bds. E. J. Schouten te Bolnes
voor Kiel windeweerds. J. Westerhuis te
Zuidwolde.
De classis Zierikzee heeft in hare ver
gadering van 12 Mei j.l. peremptoir geëxami
neerd en tot de bediening des Woords en der
Sacramenten toegelaten de heer B. Meijer,
beroepen predikant te Brouwershaven, en die
te Alkmaar de heer K. v. d. Beek, beroepen
predikant te Dirkshorn.
Na praeparatoir examen is Cand. T. L.
Kroes door de classis Zwolle met algemeene
stemmen beroepbaar gesteld.
Zierikzee. Onze algemeen geliefde leeraar ds.
Laman ontving op één dag het beroep naar
Heeren veen en naar Franeker. Wij misgunnen
hem die dubbele eere niet, maar we wenschen
toch hartelijk en bidden ernstig, dat Z.Eerw.
voor dien sterken drang niet bezwijke en zijn
gezegenden arbeid onder ons blijve voortzetten.
Namens den Kerkeraad,
D. Muldeb, Scriba.
Vacaturebeurten in de Classis Zierikzee medio
Mei— medio Sept. 1909.
Geersdijk.
ds. F. Bruinsma 6 Juni.
ds. H. W. Laman 4 Juli.
ds. F. Staal 1 Augustus,
ds. B. Meijer 29 Augustus,
ds. R. Koolstra 19 Sept.
Wis8ekerke.
ds. G. de Jager 13 Juni.
ds. C. Staal 11 Juli
ds. P. E. van Schaik 15 Aug.
ds. F. Bruinsma 12 Sept.
Nieu werkerk.
ds. P. J. Baaij 27 Juni.
ds. Laman 29 Aug.
Op last der Classis,
G. de Jaoib.
Bruinisse, 13 Mei 1909.
VERSLAG van de vergadering der
Classe Middelburg gehouden 4 Mei
1909.
Onder begunstiging van vriendelijk lente
weder, hoewel een nog al scherpe wind ge
voelen deed, dat het nog geen zomer was,
hadden de broeders afgevaardigden der ver
schillende Geref, Kerken op Walcheren zich
opgemaakt naar de Hofpleinkerk. Al scheen
het menu bjj eersten aanblik mager te zijn,
het viel toch mee toen men aan het eten ging
waarlijk, niet geheel zonder gegronde oorzaak
eindigde de vergadering pas om half zes.
Doch wij moeten beginnen bij het begin.
Ds. Wolf opende de vergadering met het laten
zingen van Ps. 121 1, het lezen van 1 Petr.
1 en smeekgebed, terwijl nog zoo nu en dan
een enkele te-laat-komer zachtkens binnensloop.
Door het lezen van 1 Petr. 1 leefden wjj nog
maals in in het zoo kort geleden herdachte
feit der opstanding van onzen Koning en put
ten daaruit kracht, levenskracht, voor het ver
richten van de vele belangrijke werkzaamhedenj