„Ik zal 't iedereen ontraden.*
SPROKKELINGEN.
Een kerkelijke fabel.
De kerk Gods in 'tafgaan.
Het gebed eener moeder.
De drie vliegen.
Eerbeid by de Godsdienstoefening.
Kerk- en Schoolnieuws.
BEROEPEN
te Drogeham B: ds. H. Schoemakers te Hol*
Verbouwing.
Officiëele Berichten,
Zendingsdag.
Komt het zoover, dan zullen onze mannen in
pers en kamer op hun qui-vive moeten zfjn,
om te traehten een rechtvaardige wet te ver
krijgen. Ik geloof met Broeder Post, dat een
landswet op de Bewaarschool in 't algemeen
geen begeerlijke zaak is, die zeker wel iets goeds,
maar mogelijk meer kwaads zou bewerken. Maar
wanneer ze komen moet en komt, dan rake ze
niet aan de Christelijke vrijheid. Laat ze toezien
op ruime, frissche localiteit, op een doelmatige
speelplaats met ruime lucht, op een behoorlijk
aantal gediplomeerde onderwijzeressenlaat ze
rechtvaardig subsidieëren en verbieden, dat ge
meenteraden uit de algemeene kas scholen met
bepaalde kleur of ook kleurlooze scholen gehee
betalen en anderen slechts een tegemoetkoming
geven. Ook op Bewaarschoolterrein is de eenige
zuivere oplossing der schoolquaestie, dat de
Overheid ophoude, schoolmeester te zijn. Ze
mag geen onchristelijke scholen stichten. Ook
geen staatsexamen, maar vrije examensHoe
lang heeft de Christelijke Lagere School de na-
deelen der staatsexamens al gevoeldhoe lang
hebben onze mannen om vrije examens geroe
pen Een staatsexamen moet in kleurloos intel
lectualisme vervallen. Het examenPierson
heeft steeds den nadruk op de practijk gelegd,
en dat beginsel wordt nog gehandhaafd; daar
naast wordt ook gevraagd eenige algemeene
kennis en theoretische opvoedkunde. Dat een
opleiding, die de practijk hoofdzaak laat, ge
waardeerd wordt, bleek nog eenige jaren geleden,
toen men in Indië op een z. g. neutrale school een
onderwijzeres met actePierson verkoos boven
eene met diploma-Leidsche kweekschool, omda'i
de eerste in de practijk veel beter thuis was.
Ik gebruikte zoo even het woord subsidie.
Dit leidt mij tot de zeer belangrijke vraagWie
betaalt de Bewaarschool Dat gaat uit parti
culiere beurzen, en uit de algemeene kas
van enkele gemeenten, de laatste, volgens hei;
gewone onrecht in Nederland, voor kleurlooze
seholen, waarheen een Christen zijn kinderen
niet mag noch kan zenden. Amsterdam heeft
onlangs besloten tot den bouw van een aanzien
lijk aantal bewaarscholen, die zeker wat alge
meene inrichting betreft, modelscholen zullen
zijn, en waaraan onderwijzeressen met flinke
salarissen voor niet te groote klassen verbonden
worden. Het onderwijs zal natuurlijk het gods
dienstig element missen, zoodat alweder le de
Overheid partij kiest, en 2e de partij van hen,
die het wel zonder God meenen te kunnen
•tellen.
Een andere, minder belangrijke maar toch
nietonbelangrflke vraag hangt daarmede samen
wie betaalt de examens? Ik noemde reeds de
stedelijke besturen, die examens afnemen, kleur
looze, gelijk weer van zelf spreektik weet
niet, in hoeverre de candidaten door een zeker
examengeld in de onkosten tegemoet komen. De
CommissiePierson vroeg den candidaten geen
examengeld, terwijl de kosten, naar ik meen,
door de Opleidingshuizen te Zetten of door ds.
Pierson zelf bestreden werden. De bovenge
noemde vereeniging vraagt wel examengeld, en
suppleert het ontbrekende uit eigen kas. Ze
arbeidt bovendien aan de stichting van een
examenfonds, welks rente die kosten allengs
moeten bestrijden, zoo mogelijk in dien zin, dat
geen examengeld meer behoeft gevraagd te
worden.
Eenige gemeenteraden geven tegenwoordig
subsidie aan bijzondere, dus ook aan Christe
lijke bewaarscholen, op alleszins billijke voor
waarden, die localiteiten, speelplaats, aantal
kinderen per onderwijzeres en diploma's betref
fen. Ik zeide reeds, dat die gemeentebesturen
de acten van onze zijde erkennen* Maar die
subsidie is slechts een vermindering van het
onrecht. Het ziet er, wat uitwendige omstan
digheden aangaat, bij het Christelijk Bewaar
school-onderwijs nog verre van rooskleurig uit,
al is, bij vroeger vergeleken, ontzaglijk veel
verbeterd. De schoolgebouwen en speelplaatsen
laten hier en daar heel wat te wenschen over.
Het aantal leerlingen per onderwijzeres is soms
veel te groot. Zoo verzocht onlangs het hoofd
eener gemeentelijke bewaarschool (als loffelijke
uitzondering, toch in den echten zin een Chris
telijke), die door een niet-gediplomeerde en ook
in de practijk niet zeer ervaren helpster wordt
bijgestaan, om nog een helpster, nu het getal
der leerlingen 80 bereikt had. Dat vond het
gemeentebestuur luxe 1 Zoo weinig begrijpt men
nog van dat onderwijs zelf. Nog steeds de mee
ning, dat men de kinderen „maar wat aan de
praat houdt*. Ik heb zelfs te Amsterdam eene
Christelijke Bewaarschool gekend, die in plaats
van geld te kosten, geld moest opbrengen, maar
dan ten bate van anderen Christelijken arbeid
Daaraan werden onderwijzeressen en kinderen
opgeofferd. Men denkt daarbij onwillekeurig
aan zeker iemand, die leer stal en dan schoe
nen voor niets maakte 1 En de salarissen over
het geheel, gewaardeerde uitzonderingen niet
mede gerekend, te laag, vooral voor die onder
wijzeressen, die, volledige bevoegdhei dhebbende,
toch geen plaats als hoofd kunnen krijgen. In
Amsterdam bijv. betaalt de stad aan de open
bare bewaarscholen de hoofden met f 1000 a
f 1800de hoofden der bijzondere ontvangen
f800f650, soms met vrije woning. De onder
wijzeressen aan de openbare f500 a f700, de
helpsters (zonder diploma) f 100 a f 200.
Wat ligt derhalve op den weg der Christe
nen in den lande? Er is en wordt reeds zeer
veel gedaan, maar er is nog heel wat te doen.
Vooreerst verbetering der bestaande scholen,
verbetering van localiteiten, leer- en speelmid-
delen, meer personeel, waar dit onvoldoende
is. Amsterdam rekent voor 40 kinderen of ge
deelte daarvan een onderwijzeres en bovendien
een helpster voor elke 80 of gedeelte daarvan
Den Haag een hoofd voor 40, en voor iedere
48 boven de 40 of gedeelte daarvan een onder
wijzeres Rotterdam voor elke 20 een onder
wijzeres of helpster, waarvan telkens de kleinste
helft boven de 18 jaar en i/s gediplomeerd.
Waar het onderricht beneden peil is, trachte
men door voorlichting en goeden raad verbe
tering te brengen. Vervolgens oprichting van
nieuwe, waar die noodig zijn. Of moeten we
immer achteraan komen, en het Nut en stede
lijke regeeringen laten voorgaan. Onlangs wees
nog de Standaard er op, dat die godsdienstlooze
bewaarscholen propaganda maken voor de open
bare lagere school.
Dat alles ligt zeker niet in de eerste plaats
op den weg der Christelijke Onderwijzers, maar
evenmin geheel buiten hun weg. Of we iets en
wat we doen kunnen, hangt voor een groot deel
van omstandigheden af. Een ieder doe wat zijn
hand vindt om te doen, met al zijn macht. Zeker
kunnen wjj menigmaal aansporen tot gebruik
maken der Christelijke Bewaarschool, en mede
helpen tot een goede regeling van den tijd
van overgang naar de Lagere School, misschien
wel aan de oprichting eener nieuwe. Warme
belangstelling der Christelijke onderwijzers in
de Christelijke Bewaarschool zal beiden ten
goede komen, der jeugd ten zegen zijn en me
dewerken tot de komst van Gods Koninkrijk.
Op zekeren keer aldus de fabelontmoette
een Cent een Gulden, en greep tusschen beide
't volgende gesprek plaats
De Cent: Zeg, vriend Gulden, weetje wel,
dat ik veel vromer ben dan jjj
De Gulden: Jij vromer? 't Mocht wat. Nee
man, dat heb je mis. I k ben véél vromer dan
jij, want ik draag op den rand de bedeGod
zij met ons.
De Cent: 'tKan wél wezen, maar ik ben
toch vromer dan jij. Want ik ga eiken Zon
dag tweemaal ter kerk, maar jou zie ik
er zelden of nooit.
Of de Cent waarheid sprak P
{Kerkb, v. Apeldoorn).] L.
Hilarius zegtDe kerk van Christus kan
gevoegelijk bij een schip vergeleken worden,
want gelijk een schip vooraan smal, in 't mid
den breed en achteraan weer smaller is, zoo
ook de kerk, die in haar begin zeer klein, en
in haar midden bloeiend was, maar wier aan
hang in 't einde zóó klein en wier geloof zóó
zwak zal zijn, dat de Zoon des mensehen, als
Hfl komen zal om de kinderen der menschen
te oordeelen, ternauwernood geloof op aarde
vinden zal. {Geref. Kerk.)
Een populair schrijver verteltEens deed ik
de deur van de kamer mijner moeder zonder
kloppen open, en zag haar nevens haar stoel
neergeknield, terwijl ze mijn naam in 't gebed
uitsprak. Ik ging terstond heen met een ge
voel van achting en eerbied in mijn hart. Van
huis ging ik weldra naar de school, van de
school naar het collegetoen kwam ik midden
in de bezigheden van mijn ambt, maar nimmer
vergat ik dien blik op mijn moeder in 't gebed,
noch dat ééne woord, mijn naam, dien ze uit
sprak. Wel wist ik, dat ze voor mij eiken
dag bad, maar die ééne blik heeft mij steeds
gesterkt in eiken strijd des levens en bij elk
verdriet. Toen de doodsure voor haar aanbrak
en hare lippen sloot, gevoelde ik, dat het ergste
verlies voor mij hierin bestond, dat ik geen
moeder meer had, die voor mij bad.
Christiaan Herald.
Wat?
Een ongelijk huwelijk. Een huwelijk, waarin
man en vrouw niet zijn van hetzelfde geloof
of van dezelfde kerk.
In der tjjd was het haar ontraden. Maar
toen dacht ze: „och, dat valt wel wat mee.
)aar zullen mijn man en ik elkander nooit
lastig overvallen.* En ze volgde den raad, die
haar uit liefde gegeven werd, niet op.
Er kwamen elk jaar twee en vijftig Zonda
gen. De man ging naar zijn kerk, de vrouw
naar haar kerk.
Zij kregen kinderen, en daarmee kwam de
kwestiewaar zullen die gedoopt worden Dat
geharrewar vergalde soms de blijdste dagen.
De kinderen werden grooter, en moesten naar
school. De vrouw voelde haar roeping bij den
H. Doop aanvaard, en begeerde Christelijk on
derwijs voor haar kinderen. De man voelde daar
niet voor, en zei: „Dat kunnen wij niet beta
len. 't Is ook genoeg als ze goed lezen en schrij
ven en rekenen leeren.* En de kinderen gin
gen naar de school zonder den Bijbel.
De Catechisatie-tijd brak aan. Toen was het
weer: naar mijn kerk of naar uw kerk?l De
vrouw kreeg haar zin, doch niet zonder veel
smeeking en tranen.
De man kreeg zijn vrienden in huis, die
soms smalend van haar kerk en geloof spraken,
en haar vrienden bleven uit die oorzaak ge
woonlijk weg.
Gelukkig dat haar man er niet tegen was
om dagelijks uit Gods Woord te lezen. Een
vriendin van haar was met een man getrouwd,
die dat volstrekt niet hebben wilde. En die
deed 'tdan maar voor zich alleen.
Gelukkig ook dat haar man haar altijd goed
behandelde.
Doch anders 'tviel niet mee. Ze zou het
iedereen ontraden. E.
Onder dezen titel schreef Mark Twain, de
bekende geestige Amerikaansche schrijver die
geen vriend is der trusts, in een der bladen
de volgende geschiedenis.
„Een moedervlieg had twee dochters, die zij
innig liefhad. Op zekeren dag maakte ze te
samen een uitstapje en kwamen in een winkel
van een suikerbakker. „Mama, zei de eene, mag
ik een beetje van die mooie roode bonbon snoe
pen?* De moedervlieg stond dit toe en haar
dochter ging van vreugde stralend op de mooie
rooden bonbon zitten. Op eens sloeg ze met de
vleugels en viel om.
De roode bonbon was vergiftigd; want zy
was van de Amerikaansche bonbontrust.
De moedervlieg had nu nog alleen de eene
dochter en had haar zooveel te meer lief. Eens
had zij grooten trek in worst. De moeder bracht
haar naar een winkel in fijne vleeschwaren,
doch nauwelijks had de kleine er van gesnoept,
of de jonge vlieg stierf onder stuiptrekkingen.
De worst was vergiftig, want ze was van de
Amerikaansche worsttrust.
Toen leed de arme vlieg een nameloos wee.
Aan haar leven was haar niets meer gelegen;
ze wilde een spoedig einde en at in zelfmoord
woede van een vliegenpapier. Maar de ge-
wenschte dood kwam niet.
Het vliegenpapier was onschadelijkwant
het was van de Amerikaansche vliegenpapier-
trust.*
Niet onaardig gevonden.
(N. H. K.)
In de bladen werd onlangs medegedeeld,
dat de gewoonte, om onder het gemeenschap
pelijk bidden ter plaatse des gebeds de oogen
te sluiten, door velen in Amerika niet meer
wordt gevolgd. Men bidt er met de oogen
geopend, en ook laat men het vouwen der han
den na.
Dat zulks aan den goeden gang van de
godsdienstoefening bevorderlijk is, zal zeker
niet met grond kunnen worden gezegd.
Wij geven gaarne toe, dat het iets vorme
lijks is, als er met gevouwen handen en met
gesloten oogen tot God wordt gebeden.
En als dit enkel vorm is, heeft het geen
waarde voor God. Hjj eischt een dienst in
geest en in waarheid. Men vergete echter
niet, dat er naast den ledigen, dooden vorm
ook een levende vorm is, die op het allerin
nigst met het wezen der zaak is verbonden.
In zeker opzicht kan zelfs gezegd worden,
dat de vorm het wezen der dingen is. En
daarom is het uiterst gevaarlijk den vorm ge
heel en al te verwaarloozen.
Men neme b v. het bidden op geregelde tij
den, in den dagelijkschen huisgodsdienst. Dat
is ook maar een vorm.
Zou het echter goed kunnen zijn de goede
gewoonte, om bij het gebruiken der spijze te
ridden en te danken, af te schaffen? Leert
de ervaring ons niet, dat God door dat ge
regeld bidden zijn volk wil brengen tot ware
gemeenschapsoefening met Hem?
Anders gezegddat God zich ook hier van
den tijdstroom wil bedienen, om zijn volk te
voeren tot den stroom der genade Daarbij,
om bij het vouwen der banden en bjj het slui
ten der oogen onder het bidden te blijven,
eerbied past en betaamt ons, als wij spreken
iot den Allerhoogste.
Hoe onstichtelijk moet het niet worden gé-
noemd, als men onder het bidden zijn blik
nu her- en dan derwaarts laat vallen ter plaatse
des gebeds. Hoeveel afleiding geeft dat ookl
Terwijl juist het sluiten der oogen daartoe
zoo bevorderlijk is, dat wij door niets en door
niemand worden afgetrokken, dat wij komen
tot het alleen-zijn met God.
Wij kunnen het dan ook niet goedkeuren,
dat de Amerikanen in ons land reeds hunne
navolgers hebben en dat er ook in onze Ker
ken worden gevonden, die boven de genoemde
goede gewoonte naar het schijnt verheven
zijn.
Van het een komt men dikwijls tot het
ander, 't Gebeurt in Amerika ook al, dat men
na het bidden applaudiseert.
Waar gaan wij heen
(N. HoU. Kerkb.)
TWEETAL
te Terneuzends. J. Koppe te Bunschoten
ds. S. J. Vogelaar te Groningen,
te Vijfhuizen (Haarlemmermeer)
ds. P. H. Boersma te Wirdum,
ds. J. Brinkman te Beilen.
landscheveld
te Iersekeds. K. Bakker te Nieuw Dordrecht
te Roodeschoolds. G. Ch. Aalders te Tzum-
marum.
BEDANKT
voor De Biltds. J. E. Vonkenberg te Baren»
drecht
voor Westergeest: ds. A. de Boer te Grijpskerk;
voor Terneuzen: ds. H. Metering te Katwijk
a. d. Rijn
voor Dussends. A. Dekkers te Anna Jaooba
Polder.
Toen in de Geref. Kerk te Oost- en West-
Souburg sinds eenigen tijd gebrek aan zitplaat
sen werd gevoeld, besloot de Kerkeraad met
toestemming der gemeente over te gaan tot
het bouwen eener galerij voor ruim 70 zitplaat
sen. Sinds 1 April is deze galerij gebruik
genomen, en kan geconstateerd worden dat het
werk tot genoegen van kerkeraad en gemeente
beide geleverd is door den heer L. Willeboordse,
timmerman aldaar, onder opzicht van den heer
P. S. Dijkstra, architect te Vlissingen, wien de
lof niet mag worden onthouden van met nauw
gezetheid en ijver zich van zijn taak te hebben
gekweten.
De Geref. Kerk te Fflnaart en die te
Sliedrecht zagen Zondag de beroepen dienaren,
de cand. H. A. Munnik Jr., van Amsterdam
en ds. R. v. d. Kamp van Axel in haar midden
bevestigen.
Te Fflnaart was ds. J. C. Sikkel van Amster
dam bevestigerte Sliedrecht ds. H. G. de
Jonge van Dordrecht. Ds. Sikkel had tot tekst
voor zfln bevestigingsrede Jac. 1 21b.
In de middaguren deden de nieuwe leeraren
hun intrede. Ds. Munnik met een predikatie
over 1 Cor. 212 en 13ds. v. d. Kamp naar
aanleiding van Efeze 1 10.
Door de classis Walcheren werden Dins
dag als primi afgevaardigden; gekozends. L.
Bouma, ds. G. F. Kerkhof en de ouderlingen
K. Houterman en J. Louwerseen als secundi
dr. A. Kuyper Jr., ds. D. Pol en de ouderlingen
A. Geschiere en A. Punt.
Op Woensdag 12 Mei zal D. V. de Zeeuw-
sche Zendingsdag gehouden worden in de Ge
ref. Kerk (A) te Vlissingen.
Agendum:
Morgenvergadering. Aanvang 9uur.
1. Bidstond. Voorganger ds. G. Doekes te
Nieuwdorp.
2. Referaat van ds. J. D. Wielen ga te Mid
delburg.
Onderwerp De Heilige Geest en de Zending.
Namiddagvergadering. Aanvang H/a uur.
1. Referaat van ds. H. Dflkstra te Smilde.
OnderwerpHet Onderwas voor Pritya's op
Java.
2. Referaat van ds. C. W. E. Ploos van
Amstel te Zwolle.
OnderwerpIs Zendingswerk een onvrueht-
>aar werk?
Na elk referaat zal er gelegenheid zjjn voor
gedachtenwisseling.
Deputaten tot de Zending:
J. A. di Bbuin, Voorzitter.
G. F. Kbbkhof.
H. W. Laman, Penningm.
A. Mbbkelij».
G. Posos, Scriba.