Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redaetie vanOs. L. BOOMA, Ds. B. S. LAHAll en Ds. A. LITTOOIJ.
6e Jaargang.
Vrijdag 7 Mei 1909.
No. 46
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheiden© Predikanten.
IBONHEMEITSPBUS
Drukker-Uitgefer
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
PRIJS DER ADVERTENTIE!!
VARIA,
De komende strijd.
Littooij.
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Zendings-Conferentie.
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
THOMAS.
En na acht dagen waren zijn dis
cipelen wederom binnen en Thomas
met hen, en Jezus kwam als de
deuren gesloten waren en stond in
het midden en zeideVrede zij
ulieden.
Daarna zeide Hij tot Thomas
Breng uwen vinger hier, en zie mijn
handen, en breng uwe hand en
steek ze in mjjn zijde; en z\jt niet
ongeloovig, maar geloovig.
Joh. XX 26, 27.
III.
Het verblijdt ons, dat wij thans Thomas weer
aantreffen in den kring der apostelen, want
het is een bewijs, dat hij het toch op den duur
niet buiten zijn medediscipelen houden kan.
Met de wereld had hij gebroken, bij de vij
anden van den Heiland behoort hij niet, bij
dezen kan hij het niet .vinden, en gij behoeft
derhalve niet te denken, dat hij terug komen
zal op zijn eens genomen besluit. Als hem
gaat het ook anderen. Er zijn oogenblikken,
waarin zij hun medebelijders verlaten, er is
iets dat hen hindert, maar dit wil nog niet
zeggen, dat zij nu ook het Koninkrijk Gods
den rug toekeeren. Zij sluiten zich van de
gemeenschap der heiligen af en missen daar
door veel. Zij doen verkeerd, dit is zeker waar,
doch zij blijven in hun hart de zaak van hun
Koning getrouw. Zulke lieden zullen er niet
aan denken om de wereld en de begeerlijkheden
te zoeken, zij zijn niet als de oude Israëlieten,
die in de woestijn hunkerden naar de vleesch-
putten van Egyptte, hun oogen hebben een
maal gezien en zij zullen niet meer terugzien.
Zij hebben zich misschien voorgenomen om
voortaan alleen en eenzaam het leven door te
gaan, maar eer zij het vermoeden komt het
heimwee naar hun vroegeren omgang weer
boven, want zij ervaren het, dat het op hun
eigenzinnig gekozen weg niet meevalt. Zij
zeggen dit wel niet, maar zij weten het toch,
want langzamerhand drong het licht tot hen
door en zij beginnen te erkennen, dat zij ver
keerd hebben gedaan.
Hoe Thomas er toe gekomen is om weer
met de andere apostslen te vergaderen, is ons
niet bekend, het doet er voor ons eigenlijk
ook niet toe, voldoende is het, waar wij weten,
dat hij weer met hen is. Wij mogen wel den
ken, dat er blijdschap over zijn terugkeer ge
weest is in den kring dier mannen die nog
altijd veel van Thomas hielden en wien het
ter harte ging dat hij zoo droevig en somber
bleef. Zijn tegenwoordigheid was wel niet
geschikt om de opgewektheid te bevorderen,
want zij kenden zijn teergevoeligheid en zü
wilden alles doen om hem niet te ontstemmen.
Het samenleven was derhalve nog niet, wat
het vroeger geweest was, maar zjj voedden de
hoop, dat de belemmeringen nu wel verdwij
nen zouden. Hij had nu weer den rechten
weg onder de voeten en al het overige zou
wel volgen. Nu dit was ook zoo. Elke schrede
in die richting bracht ongetwijfeld nader aan
het doel.
Spoediger dan zij denken konden ging hun
verwachting in vervulling. Immers in die
zelfde vergadering verschijnt de Heiland. Geheel
onverwacht trad hij het vertrek binnen, stond
in het midden van hen en zeideVrede zij
ulieden.
Welk een heerlijke verrassingDit was meer
dan zij hadden durven hopen. Daar zagen zij
Hem weer, die de bron van hun leven en het
anker van hun hope was. Hoe groot was hun
treurigheid geweest, toen Hij aan het kruis
gestorven en in Jozefs hof begraven was, en
welk een blijdschap was hun deel, nu zij over
van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
tuigd waren, dat Hij den dood en het graf
verwonnen had.
Reeds hadden zij Hem gezien op den eersten
dag Zijner opstanding en zij hadden zich ver
heugd met een onuitsprekelijke en heerlijke
vreugde en zij konden daarover wel dagen en
nachten spreken. Opnieuw trilde hun hart van
de zaligste aandoening, waar Hij zich thans
weer vertoonde in de heerlijkheid van het nieuwe
leven en zij hadden Hem willen te voet vallen.
Zij twijfelden er dan ook geenszins aan, of Hij
het wel was. Van alle onzekerheid, welke hen
het leven zoo bang gemaakt had, waren zjj
geheël bevrijd en zij gaven zich dan ook zonder
eenige aarzeling aan de vreugde over.
Neen, wjj zullen het nooit volkomen ver
staan, welk een zaligheid zulk een uur hen
bracht, omdat wij nooit gekend hebben die
bange zorg en die verregaande droefheid, welke
hen verteerd hadden. Maar wel vermoeden wij
zooveel, dat het ons begeerig maakt om een
deel dier blijdschap te mogen genieten en het
doet ons uitzien naar die ure waarin eens
alle discipelen en discipelinnen bij elkander
zullen zijn, terwijl aller oog gericht zal zijn
op Hem, die tot hen gekomen is en hen nim
mermeer zal verlaten. O welk een ure zal dit
zijn, en welk een vreugde zal dan aller ziel
vervullen.
Vrede zij ulieden, zoo luidt het eerste woord
van Zijn lippen. Het is een oud gebruik ook
al vroeg by Israël bekend om elkander bij de
ontmoeting met een wensch te begroeten en
onze Heiland heeft deze oude en goede ge
woonte geëerd door haar zelf te bezigen. Het
woord „vrede" heeft dan ook een zeer ruime
en uitgebreide beteekenis en geeft allerlei heil
te kennen. Het bevat alles wat wenschelyk
is. Wij mogen het ook in dienzelfden zin ne
men. Maar wij mogen er nog iets aan toe
voegen. Van de lippen des Heilands komende
is het nog meer dan een wensch. Hy spreekt
en het is er, Hij gebiedt en het staat er. Hy
bidt ons niet alleen den vrede toe, maar Hy
geeft hem ook. Zyn woord bracht den vrede
in het hart en in al de kameren hunner ziel.
Elk vermogen was er mee vervuld en hun ge-
heele leven genoot van de zalige rust. Aller
oog was op Hem gericht, aller hart hing aan
Hem en tot in hun binnenste drong de klank
van Zyn stem. Het was een onvergetelijk oogen-
blik, waarin elke zorg vlood en elke vrees zich
verwijderde. Aan zulke uren hadden zy het
mede te danken, dat zij later zoo moedig elk
gevaar durfden trotseeren en tot eiken strijd
vaardig waren.
Daaraan heeft elk mensch behoefte. Ons
leven is nu eenmaal vergezeld van allerlei zor
gen, die ons in beslag nemen. Wy hebben
nu eenmaal de roeping om onze taak te be
hartigen en alles te doen, wat onze hand vindt
om te doen. Het gevolg daarvan is, dat wy
er ons hoofd en hart mede vervullen. Maar,
by al deze dingen kunnen wij niet leven en
daarom is het noodig, dat er oogenblikken
komen, waarin wy niet alleen onzen arbeid
laten rusten, maar waarin ons uit het woelige
leven terug trekken, zooals de apostelen deden,
en ons verdiepen in de dingen van Gods Ko
ninkrijk. Wat meer is. Wy moeten zelfs nog
verder. Ons hart moet zich verheffen tot Hem,
die het leven en de onverderfelijkheid aan het
licht gebracht heeft en wy moeten verlangen
met Hem in gemeenschap te treden. Eerst als
Hy zich aan ons openbaart, komen al de ver
mogens onzer ziel uit hun omzwervingen terug
en vereenigen zij zich om by Hem te zyn.
Op deze wyze komen zy tot de rust en wy
vergeten in Zyn nabijheid den kommer dezer
aarde, de vermoeiënissen van ons leven en
onze ziel drinkt met volle teugen de wateren
des levens, welke Hy alleen geven kan. An
ders geraakt het menschelyke leven er onder
en vandaar is het te verklaren, dat zoovelen
zonder moed, lust en opgewektheid hun weg
gaan, hun arbeid verrichten en hun strijd
voeren. Vroeger toen zy nog verwachtingen
koesterden liepen zy snel en zagen zy licht,
maar de harde werkelijkheid was voor hen de
nachtvorst, welke den bloesem hunner hoope
doodde en nu is het aantrekkelijke voorbij. 0
Wilt gy deze dorheid ontgaan, zoek dan met
uw gansche hart de verkwikkende en sterkende
gemeenschap met den Heiland, die een vrede
geeft, welke de onrust van het leven u niet
rooven kan. Botjma.
Zooals wy verledene week aan het slot van
ons artikel gezegd hebben, zyn de candidaten die
wy by de a. s. verkiezing voor de Tweede
Kamer o. i. behooren te stemmen en waarvoor
we, ijveren moeten voor het district Oostburg
Mr, P. Dieleman voor Hontenissede heer P.
Fruytiervoor Goes Mr. A. F. de Savornin
Lohmanvoor Zierikzee: de heer H. Veghtel,
voor Middelburgde heer J. H. Blum.
We moeten dat doen, zooals we gezegd
hebben, om 's Heeren wil, om de zaak van
Zyn koninkrijk te bevorderen en om den wille
van ons volk, ryk en arm, n. 1. om hun aller
wezenlijk belang te bevorderen; alsmede dus
doende ons huidig Ministerie de gelegenheid te
bezorgen om voort te arbeiden en niet genood
zaakt te worden om af te treden en zyn werk,
dat het alleen met vereenigde krachten in den
geest der coalitie verrichten kan en mag, te
moeten staken.
Wy kunnen, en het zou heerlijk zyn, in al
de distrieten van Zeeland, bijaldien we geza
menlijk en eendrachtig optreden, de vrijzin
nigen, die op staatkundig gebied geen rekening
houden met God en Zyn geopenbaarden wil,
weren en hen, die dit wel doen in al de di
stricten gekozen zien.
Immers, weleer traden ook voor Oostburg en
voor Zierikzee mannen van onze beginselen in de
Tweede Kamer op, zoowel als voor Hontenisse,
Goes en Middelburg. Het is dus al gebleken, dat
die mogelijkheid bestaat, dat wy by trouw opko
men en eendrachtige samenwerking dien wensch
die vreugde en dat heil verkrijgen kunnen en
alzoo de overwinning op het radicalisme d. i. op
het leven der revolutie, dat zegtnoch God, noch
meester, kunnen behalen. Daarom te bidden
en daarvoor te doen al wat ons mogelyk is,
zyn we gewis allen aan God, aan onszei ven en
aan onze nazaten, ja aan land en volk, aan ons
geliefd Vorstenhuis diep verschuldigd.
Mochten we dat allen recht inzien en diep
beseffen
Te wachten, om naar ons vermogen ook by
gelegenheid der verkiezingen werkzaam te zyn,
tot de candidaten, die wy kiezen moeten, in
leer en leven zyn, die ze wezen moeten en wy
wenschen en zelven zyn, is onze tegenstanders,
is hen, die naar hun eigen vrijen zin, die niet
uit God is, werkzaam zyn, in de hand werken,
en hen, die met den wil van God rekening
wenschen te houden, te helpen weren. Dus zoo
lang te wachten, kunnen en mogen we niet. Vol
maakte toestanden, gelyk we behooren te wen
schen, zullen we hier op aarde niet verkrijgen.
Verre van volmaakt zyn wy zelven.
We hebben in deze slechts een beginsel
van de gehoorzaamheid en van het leven, dat
we behooren te hebben en te begeeren. Als we op
elk gebied staan naar het leven in die richtingen
als de meerderheid van ons geheele volk dat
mede wenscht te doen en in dien geest wenscht
werkzaam te zijn, dan is dat, al is het niet de
zaligmakende dan toch de algemeene genade
Gods, die daarin te zien en te erkennen is.
Ja, dan moeten wy, die dit wel inzien, God
loven en prijzen. En zooals de verledene week
by de geboorte van de prinses gebleken is,
dat de Heere niet doet naar Neerland's afval
en zonde, doch ons geliefd en gezegend Vor
stenhuis nog niet uitsterven doet, maar het
nog bouwen wil en doen voortbestaan, naar
we vurig hopen als weleer ten rijken zegen,
dan moeten wy daarin de onverdiende, inte
gendeel diepverbeurde goedheid Gods aan
schouwen, en lust, tijd en moed hebben om
naar 's Heeren Woord te doen wat in ons ver
mogen is om ons Christelyk-gezind ministerie
te behouden en de gelegenheid te laten om
het in Christelyken geest wetten te doen ge
ven, waarnaar we leven en geregeerd moeten
worden.
Het gaat bij de verkiezingen zooals we al
meer gezegd hebben om de beginselen, om
het leven op het terrein der wetgeving en
door middel van de wetgeving op staatkundig,
school- en kerkelijk gebied, ja op elk gebied
in te richten óf naar de revolutie, zooals thans
weer in Frankrijk geschiedt, öf naar het Woord,
naar de voorschriften onzes Gods. Zooals Groen
van Prinsterer gezegd heeft, gaat de strijd,
dien we strijden, om de vraag: het Evangelie
of de Revolutie. Zoo nu is het nog en was
het sinds zyn tyd steeds meer en meer. Immers
in Frankryk zien we de revolutie-beginselen
in wet gebracht, het ministerie optreden, het
volk regeeren en hoe langer hoe meer het volk
naar die beginselen leven.
We hopen niet, dat gelyk in de vorige eeuw,
in 1889, 'ons volk in zyn meerderheid, thans
ook blijken zal den geest van Frankrijk te
hebben ingedronken, dat leven leven wil en
by de verkiezingen zich in dien geest zich zal
openbaren maar wel hopen we, dat by de a. s.
verkiezingen het tegendeel blijken zal, n. 1. dat
naar Groen's leer, belijden en streven het onze
wezen zal en geheel Zeeland zal toonen in
tegenovergestelden geest als in Frankrijk te
willen leven, zyn heil te verwachten, en wenscht
geregeerd te worden.
Dat de candidaten der coalitie, die dat met
ons wenschen en daarvoor willen werkzaam zyn
in al de districten van Zeeland gekozen worden,
is onze en ik hoop ook uwe wensch en bede.
Omdat het 't belang geldt van het konink
rijk Gods, is het roeping en wensch ik, dat
alle dienaren van Christus, ook die in de Her
vormde, Gereformeerde en afzonderlijke Kerken
zyn, daartoe zullen medewerken.
Dat het program, dat onze candidaten aan
vaard hebben en waarnaar zy hopen werkzaam
te zyn, een gansch ander, een geheel tegenover
gesteld is, dan dat van de candidaten der tegen
partij, van de vrijzinnigen, liberalisten en soci
aal-democraten, staat vast. Daarop moeten wy
allen zien en er rekening mee houden.
Zoo God wil en wij leven, hopen we dat
de volgende week nader aan te toonen.
In de Geref. Kerk van Ylissingen A wordt
Woensdag 12 Mei a.s. een Conferentie gehou
den. Allen, die belangstellen in de Zending op
Java, Soemba en elders en die daartoe in de
gelegenheid zyn, worden er verwacht en zy
kunnen er op rekenen, dat het een leerzame,
aangename en genotvolle vergadering zal zyn.
Ds. Doekes van Nieuwdorp spreekt het ope
ningswoord, dan volgen ds. Ploos van Amstel
van Zwolle, ds. Dijkstra van Smilde en ds.
Wielenga van Middelburg, mannen, die een