De Christelflke Bewaarschool Kerk- en Schoolnieuws. Ofiieiëele Berichten. Particnliere Synode van Zeeland. boSeookdeelino. Wjfl Calvinisten Openingswoord ter Deputaten-vergadering van 22 April 1909, door Dr. A. Kuypbr. bezit van een uitgebreide nalatenschap gekomen, kwam hfl reeds op jeugdigen leeftijd naar Ne derland, om onder het oog en aan het hof van keizer Karei V verder te worden opgevoed. In z\jn doorluchtige familie treedt een lange reeks van gansch uitnemende helden op, Willem van Oranje vooraan, Prins Maurits, Frederik Hendrik en de stadhouder Willem III, om alleen de sterren van eerste grootte te noemen. Al deze vorstelijke personen, telgen uit een prinselijk huis, gesierd met de luister van een doorluchtigen naam, begaafd met de glorie van een edel karakter en eminente persoonlijkheid, werden door één groote gedachte bezield, heb ben achtereenvolgens aan éénzelfde grootsche levenstaak zich toegewijd. Deze schitterende sterrengroep van vorsten heeft geflonkerd boven de lage moerassige landen van het kleine plekje gronds, dat God aan ons volk heeft be schikt. Zij hebben allen „met leven, lijf en goed" het vaderland gediend in nooit aflatende trouw. Met zulk een doorluchtige vorstenrfl is het kleine Nederland gezegend. Zij hebben zich voor ons volk overgegeven met al wat z|j waren en hadden. Van het vjjftal Oranjeprinsen allen zonen van Willem den Ouden hebben vier hun leven ten offer gebracht voor de zaak der verdrukte Nederlanden. Als Willem van Oranje door het schot van den verrader is getroffen, ligt in zijn sterven de bede voor het arme volk saamgestrengeld met de verzuchting voor zijn eigen ziel. Zoo heeft hü ons land en volk liefgehad tot in den dood. Als Prins Maurits op zijn sterfbed ligt, slaakt hij de verzuchting, dat hij voor land en volk niet genoeg heeft verricht. En al den smaad en hoon, door de regenten hem aange daan, ten eenen male vergetend, trad Prins Willem III in de ure van het hachelijkst ge vaar voor land en volk in de bres. Dat huis van Oranje is een geschenk van onberekenbare waarde, aan Nederland genadig door den Heere verleend. Nadrukkelijk wordt daarin openbaar, op welke wflze en in welken weg een volk een vorstenhuis, een regeerende dynastie bekomt. De meeste regeerende ge slachten toch zfln niet uit het volk zelf opge komen. Ze werden gewoonlijk van buiten af onder Gods voorzienig bestuur door een samen loop van omstandigheden tot dat volk geleid. Dit geldt in gansch uitnemenden zin van den gulden band, die Oranje en Nederland nu reeds meer dan drie eeuwen saamheeht. Zulk een dynastie is een der grootste zegeningen, die een natie kan ontvangen. God heeft ons, gelijk aan Israël, toen het in Egypte door de vuist van Pharao onderdrukt werd, een Mozes beschikt. In Willem van Oranje heeft ons volk in den hachelijksten nood een redder ont vangen, om ons van de tyrannie van Filips te bevrijden. „Lijdt u, mijn onderzaten, Die oprecht zijt van aard God zal u niet verlaten, Al zijt gij nu bezwaard Die vroom begeert te leven, Bidt God nacht ende dag, Dat Hij mij kracht wil geven, Dat ik u helpen mag*. Door de prinsen van Oranje is herhaaldelijk het zinkend vaderland voor den ondergang be hoed, en tot nooit gekende macht en glorie verheven, die tot op dezen dag gansch Europa verbaast. Wat de Psalmdichter zingt: „En onze Koning is van Israels God gegeven", dat mag ook Nederland getuigen van zfln vorstenhuis. De „princen van Orangiën" vor men het natuurlijk bolwerk, zijn de van God geroepen en bekwaamde verdedigers van onze nationale en geestelijke vrijheden. De glorie van Willem den Eersten is, dat hij onze vrij heid gered, onze nationale zelfstandigheid mo gelijk gemaakt en gehandhaaft heeft. Daar door heeft hij en zijn gansche geslacht, 't welk zjjn roemrijke traditie altoos heeft voortgezet, aanspraak op de souvereiniteitniet alleen op den troon, maar ook op den dank en de liefde van alle rechtgeaarde Nederlanders. Het stamhuis van Oranje heeft de Heere willen gebruiken, om ons dierbaar vaderland tot een gezegend vrijheidsoord te maken. De hartstocht naar vrijheid gloeide reeds in de Batavieren en Friezen. De ligging en de ge steldheid van ons land heeft die vrijheidszucht steeds meer aangewakkerd. Maar de Oranjes hebben die heilige vlam op den kandelaar het heerlijkst doen gloren, toen zij ons verlosten van de banden des bijgeloofs en van de boeien der tyrannie. Steeds zfln de prinsen van Oranje beschermers geweest van alle verdrukten en vervolgden. Dat doorluchtige vorstenhuis is door God geroepen tot een taak, waarmede de roeping van geen ander Europeesch stamhuis kan worden vergeleken de heilige taak om te waken en te strflden voor de handhaving van het evangelie, van de vrflheid en van het'recht. En op luisterlflke wflze heeft het die grootsche bestemming vervuld. Daarom heeft Oranje recht en aanspraak op de dankbare erkentenis van het gansche Nederlandsche volk. De groote beteekenis dier kleine natie, staande onder de leiding van het roemrflkst vorstenhuis, 't welk zich laat denken, is geweest, dat zfl verhin derde, het ontstaan van een groot, de vrflheid belemmerend en bestrijdend wereldrijk. En daardoor heeft het de vrflheid niet alleen voor zich zelf, maar voor gansch Europa bevochten. Van die doorluchtige prinsen en helden nu is het kindeke, naar welks geboorte ons land en volk met gespannen verwachting uitziet, een wettige nazaat. Niet op zich zelf mag het worden beschouwd, maar in rechtstreeksch ver band met den heerlflken Oranjeboom. Als gfl een knopje van een rozenstruik afplukt, hebt gfl slechts een Vrfl onbeduidend kiempje in de hand. Maar zoo gfl het beschouwt te midden van heerlflk geurende en in rflke kleurenpracht zich ontplooiende rozen, dan eerst leert gfl dat knopje in zfln eigenlflke beteekenis verstaan, en wekt het in u blflde hoop voor de toekomst. Zoo is het nu ook met het Koningskind, dat het Christenvolk in Nederland, als een betoo ning van 's Heeren gunst over ons land, bid dend verbeidt. J. P. Tazelaar. door H. Milo, Hoofd der Chr. School te Eist. (Vervolg.) De Bewaarschool gaat ons, onderwijzers der Lagere School, ook direct aan, nog meer dan de Middelbare. Er is een tfld geweest, dat ze in onderlingen naflver leefden, en elkander leer lingen zochten af te snoepen. Meest van beide zflden om finantiëele reden. De grens tusschen beide was noch door wet noch door gewoonte afgebakend de Bewaarschool gaf ook onderwfls in lezen en schrflven en trad dus op het terrein van het lager onderwfls, Die jalousie bestaat niet meer, maar toch is alle naflver nog niet geweken. Nog onlangs hoorde ik een bewaar schoolonder wflzeres klagen„Als je plezier van de kinderen gaat krflgen, dan gaan ze van school af, veel te vroeg, dikwflls al met 5 jaar." Af gezien van dit wel wat zelfzuchtig klagen, is de vraag voor Bewaar- en de Lagere school van groot belang: Waar ligt de grens tusschen beide Het gebruik heeft op die vraag geant woord, maar niet definitief. De eerste mag geen onderwfls in lezen en schrflven geven, en wat van het rekenen geleerd wordt, blflve tot mon deling onderricht beperkt. In hoofdzaak oefent ze de vermogens, leert de kinderen aanschou wen (vooral zien en hooren) en geeft dus eigen- lflk aanschouwingsonderwfls, leert versjes, spel letjes, spreken en wat teekenen en geeft het allereerst Bflbelsch onderwfls, voorts oefent ze de zelfwerkzaamheid in den zin voor orde en regel maat door Fröbels speel- en leermiddelen, i. e. w. legt den grondslag voor het lager onderwfls, maakt de jeugd geschikt om het „met vrucht" te kunnen genieten. Het verschil tusschen twee kinderen van gelflken aanleg, waarvan het eene een goede bewaarschool heeft bezocht, en het andere zoo „groen van huis" komt (ik spreek den goeden gezinnen niet te na) is in 't oog vallend. Tot zoover loopt de grensregeling nog al ge- makkelflk. Maar een moeilflker quaestie is die van den leeftfld. Deskundigen meenen, dat het eigenlflk leeren voor een kind pas zal aanvan gen, als het 7 jaar oud isdan eerst kunnen de hersenen dien arbeid goed verdragen. Een uitstekende regeling zou het dus zfln, wanneer het kind van bflv. 3 (met variatie) tot 7 jaren de Bewaarschool, en vervolgens de Lagere School bezocht. Al meermalen, onlangs ook door Dr. Gunning in het Christelflk Schoolblad, is er op gewezen, dat de jeugd te vroeg naar de Lagere School gestuurd wordt. Onderlinge naflver tus schen openbare en bflzondere school moet daar- bfl in het spel zfln, maar belangrflker motief voor dien misstand is de onverstandige, soms door zorg voor het onderhoud geïnspireerde wensch der ouders, hun kroost maar gauw op „de groote school" en vroeg onder de leerplicht wet vandaan te hebben. Voor een wettelflke regeling ware wel iets te zeggen, maar beter zou het zeker zfln, indien in dien zin de alge- meene opinie gewflzigd werd. Volstrekte ge- lflkheid van leeftfld is nooit te verkrflgen, want hetzfl men eens per jaar, per 9 maanden, of per halfjaar nieuwe leerlingen aanneemt, aitfld zullen er zfln, die pas den vereischten leeftfld bereikt hebben, en andere, die bflna 12, 9 of 6 maanden ouder zfln. Maar om althans dien onderlingen naflver van openbaar en bflzonder onderwfls te vermflden, kon wellicht een onder linge regeling getroffen worden (plaatselflk na- tuurlflk), dat men geen kinderen onder een Overgenomen uit het Paedagogisch Tfld- schrift voor het Christelflk Onderwfls. bepaalden, bflv. den zesjarigen, leeftfld zou aan nemen. Dan waren (bfl jaarlflksehe plaatsing) de jongste ervan 6, de oudste nog niet 7 jaar. Bfl zulk een regeling van den leeftfld van overgang, waardoor de behoefte aan bewaar- school-onderwfls levendiger zou gevoeld worden, zouden ook de vruchten van het Lager onder wfls beter zfln dan nu. Ik houd het er voor, dat gemis aan goed, lang genoeg voortgezet bewaar- school-onderwfls niet de oorzaak, maar een der oorzaken van het poover resultaat van ons La ger onderwfls is. Nog iets verdient de aandacht. Aan verschei dene of sommige scholen, openbare en bflzon dere, zfln „voorbereidende klassen" verbonden. Daaraan is dit voordeel verbonden, dat men den tfld van toelating tot de Lagere School meer in zfln macht heeft. Toch acht ik deze inrichting verkeerd. Het bewaarschool-onderwfls is geheel verschillend van het Lagere en niet maar een lagere trap, gelflk eveneens Gymna siaal en Hooger Onderwfls te zeer verschillen en daarom ook niet aaneengekoppeld worden. Maar vooral: een onderwflzeres met acte als zoodanig is ten eenenmale onbekwaam voor zulk voorbereidend onderwfls, eigenlflk bewaarschool- onderwfls, tenzfl ze zich er opzettelflk voor be kwaamd heeft. Het is dwaasheid, daarvoor iemand te nemen, die geen acte-Bewaarsehool heeft. Ik hoorde eens spreken van een Chris- telflke School, waaraan „een Fröbel-klasse ver bonden was"de uitdrukking reeds doet ver moeden, dat men daar met Bewaarschool-on derwfls nog weinig op de hoogte was, als kwam dat eerste onderricht er niet op aan. Een paar maal sprak ik van een goede Be waarschool, en dat onderstelt, dat minderwaar dige niet tot de allergrootste uitzonderingen behooren. Een getal noemen kan ik niet, want een lfln tusschen goede en slechte te trekken gaat eenvoudig niet. Maar er zfln er. Ik bedoel hier met minderwaardig niet, dat alle godsdien stig element ontbreekt; neen, ook waar dat element niet gemist wordt, is soms veel nog niet zoo als'het zfln moet. Hoe komt dat? om dat er jaren, tientallen van jaren heel geen wettelflke controle over de Bewaarschool heeft bestaan, en ook geen acten van bekwaamheid vereischt zfln. Nu nog mag iedereen in een Bewaarschool onderwflzen, even als iedereen (behalve de onderwflzeres der Lagere school) onderwfls in de nuttige handwerken mag geven. Wel zfln er diploma's ingesteld. In een reg lement der Provinciale Staten van Holland (5 Maart 1867) was bepaald, dat „voor een examen ter verkrflging van een acte van algemeene toelating als houderesse van een kleinkinder schooltje een som van f 2.10 vooraf zal moeten worden betaald." Het Nut heeft getracht, een examen in het leven te roepen, maar het is bfl een eerste proefneming gebleven. 'tWas in 1883/84, dat van 19 candidaten slechts één het diploma kreeg. Daarnaast staan andere parti culiere examens, bflv. die van de Leidsche kweek school, ook stedelflke (Groningen, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag). Maar ook van Christe lijke zflde heeft men niet stil gezeten. Ik weet niet, wie het initiatief heeft genomen, maar ds. H. Pierson van Zetten en de Heeren G. P. Post van den Haag en J. Snoep van Zetten vormden sinds 1885 een driemanschap, dat met medewerking van eenige Dames-Bewaarschool- onderwflzeressen jaarlflks een examen afnam A (lichtere) en B (zwaardere vorm). In 1906 zfln die examens overgenomen door de een paar jaar tevoren opgerichte Yereeniging van Chris telijke Bewaarschool-onderwflzeressen in Neder land, en met eenige wflziging van het program ma voortgezet. Die diploma's worden in ons land erkend, ook door stedelflke besturen bfl de toekenning van subsidie aan Chr. Bewaar scholen. (Slot volgt). TWEETAL te Iersekeds. K. Bakker te Nieuw Dordrecht ds. A. Scheele te Veere. te Schildwoldeds. A. J. den Boer te Grflpskerk ds. J. H. Broek Roelofs te Zeg waard te Roodeschoolds. G. Ch. Aalders te Tzum- marum ds. Tj. Algera te Murmerwoude. BEROEPEN te Axel A: ds. J. H. Lammertsma teTholen; te Opperdoesds. G. de Jager te Bruinisse te Bergentheimds. G. Goris te De Krim te Nflverdalds. E. A. Groenewegen te West maas te De Leekds H. Brinkman t^ Beilen. BEDANKT: voor Hoekds. A. Schippers te Maasland voor Oldekerk ds. F. H. Boersma te Wirdum voor Purmerendds. G. Ch. Aalders te Tzum- marum De classis Goes benoemde tot afgevaar digden naar de particuliere synode van Zeeland de predikanten R. J. v. d. Veen en G. Doekes, primi, K. Ouasoren en J. Koelewfln, secundi. En de ouderlingen C. Oranje Lz. en L. van Vessem, primi, en D. Schipper en A. Geelhoed, secundi. Zondag in de namiddaggodsdienstoefe ning nam ds. v. d. Kamp, afscheid van zfln gemeente te Axel B met de woorden uit 2 Johannes vers 8 en 9. De heer H. Harinck sprak hem namens den kerkeraad en de ge meente een woord van dank toe voor zfln werk hier en wenschte hem Gods besten zegen toe op zfln werk te Sliedrecht. De heer Eisma, van Hoek, sprak hem ook enkele woorden toe in denzelfden geest namens de gemeente te Hoek. De classis Haarlem heeft hare goedkeu ring verleend aan het concept-besluit rakende de ineensmelting der Geref. Kerken A en B te Zaandam. De heer W. L. Korfker, van Zaandam, is door de classis Haarlem, na afgelegd examen, beroepbaar verklaard in de Geref. Kerken. CLASSE THOLEN. De vacature-beurten in de vacature kerken zfln als volgt geregeld Poortvliet2 Mei ds. de Brufln. 30 Mei ds. Sybrandy. Rilland9 Mei ds. Lammertsma. 30 Mei ds. v. d. Koofl. 27 Juni ds. de Brufln. De Deputaat ad hoe, J. H. Lammertsma. Tholen, 28 April 1909. De vergadering der particuliere Synode van de Geref. Kerken in Zeeland zal D. V. ge houden worden te Goes op Dinsdag 8 Juni a.s. Punten voor het agendum en opgave van de namen der Afgevaardigden gelieve men in te zenden vóór 18 Mei aan den eerstondergetee- kende. Namens de Geref. kerk te Goes, Ds. R. J. v. d. Veen, praeses. C. Oranje, scriba. Axel26 April 1909. Zondag 25 April werd onder leiding van den WelEerw. Heer ds. R. J. Aalberts van Spflkenisse uit het voorgestelde tweetal van Predikanten tot Herder en Leeraar dezer gemeente beroepen de WelEerw. Heer ds. J. H. Lammertsma van Tholen. Geve de Heere ZflnEerw. licht en wflsheid om Hem een welbehagelflke keuze te doen tot heil en tot welzfln der Kerken maar bovenal tot eer van Zflnen Grooten Naam. Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk te Axel A, M. van den Ouden, Scriba. De deputaten-vergadering is te Utrecht ge houden. De voorzitter hield bfl die gelegenheid een schoone rede. Wfl hebben hem bewonderd. Hfl is reeds boven de zeventig jaar. Maar gfl zoudt het niet zeggen, als gfl hem ziet. Uiter- lflk verandert hfl weinig en het valt hem nog aitfld even gemakkelflk zulk een talrflke ver gadering te leiden. De rede teekent eerst in forsche trekken den politieken toestand van de laatste jaren en het bewfls van de juistheid leverde de N. Rotterdammer weldra, zonder het te willen, want de kritiek van dit blad was niet geheel aan bitterheid gespeend. Be- langrflk ook was dat gedeelte, dat ons liet zien, waarom en hoe de coalitie tot stand gekomen was, en dat ons bfl vernieuwing van de nood zakelijkheid overtuigde. Ik zou willen, dat zfl overal deze rede eens nauwkeurig lazen, die nog aitfld huiveren om hun stem op een Roomschen candidaat uit te brengen, en die de coalitie niet al te gunstig gezind zfln. Ge heel onder den indruk kwamen allen, toen er gesproken werd over de antithese. Dat was taal naar ons hart, die de geestdrift wekte. Begrflpen kan ik mflt dat de liberalen van alle gading zich daaraan ergeren, maar ons was 't goed haar op die plaats te mogen hooren. Dan komen wfl tot ons zelf en weten op eens weer, waarom het eigenlflk gaat. Ook het slot was passend en schoon. Het was een hulde aan Calvfln, den machtigen Reformateur, wien wfl naast God zooveel te danken hebben en het maakte allen vaster in het voornemen om de van hem ontvangen be ginselen helderder in te denken en trouwer te belflden. Wie kan, leze deze rede. Het geeft zulk een ffln genot en verlevendigt het besef van de groote weldaden, welke God aan ons Calvinis ten geschonken heeft. Bouma.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 3