Gezegend, - en fen zegen gesleld.
Barts familie.
Leervrijheid.
Conferentie.
Kerstening van onze Buitenbezittingen.
te verkregendoch met behoud van hetgeen
wederzijds toegezegd is. Littoou.
De blQde tyding.
't Heeft ons met alle goede Nederlanders
hartelijk verblijd, dat er uitzicht is, dat onze
geliefde Koningin moeder zal worden, 't Is
eene verrassing, nu een en andermaal teleur
stelling is doorleefd èn velen de hoop gingen
opgeven. En het was en is de wensch van het
echt Neerlands, vooral van het biddend volk,
dat het huis van Oranje-Nassau niet zou uit
sterven, maar zou voortbestaan tot in lengte
van dagen. Nu toch geeft God hope, dat deze
wensch en bede vervulling zal erlangen. Dat
•temt tot blijdschap, eerstens uit liefde tot de
Koningin en haar Huis, óók omdat er nu
verwachting is, dat de band, tusschen Haar
geliefd Vorstenhuis en het Nederlandsehe volk
•al bestendigd worden. Alsmede dat na de
vreeze van uitsterving, het voor de hand ligt,
dat er meer gebeden is en thans de verwach
ting als verhooring des gebeds mag beschouwd
worden.
Dat de heer Troelstra als woerd voerder der
socialisten hierop eene uitzondering heeft ge
maakt en met zijDe partij zich geene goede
Nederlanders hebben geopenbaard en zich als
Marxisten, als wereldburgers of wilt ge als
mannen van een republiek, hebben betoond,
heeft zeker het Koninklijke Huis leedgedaan.
Wij vinden dat vrij algemeen een zeer veeg
teeken, dat heeft gegriefd en gesmart.
Het zal ons leed doen als de voorzitter der
Tweede Kamer, als hij iets van zoo rijke en
heugelijke beteekeais aan Haar moet meedeelen,
eerst daarvan kond moet doen aan de heeren
socialisten, teneinde hun vooraf in de gelegen
heid te stellen om zich ten opzichte van het
Koninklijke Huis, als geen ware Nederlanders
te openbaren.
Doch we keuren af, dat de heugelijke mede-
deeling ons volk zóó heeft verheagd en ver
blijd, dat vrij algemeen op het verkrijgen der
begeerte en de vervulling der wenschen zoo
t stellig wordt gerekend, dat allerlei gesehen-
ken thans reeds besteld en gereed gemaakt
worden, alsof teleurstelling schier uitgesloten
ii. Want het bedroeft ons, dat velen van ons
volk, ook niet-socialisten, gansch geen reke
ning meer houden met Hem van Wien alle
gaven en giften ons toekomen. Maar Gode
zij dank, duizenden zijn er, die dit wel doen
en daarom zou het zeker meer in hun geest
z\jn, indien gesproken en gehandeld werd
zooals Paulus het uitdrukt, als hij zegt: Zoo
de Heere wil en wvj leven8.
Dan toch als het Gods wil is, zal de wensch
verkregen worden en rekenen we vooraf reeds
met de bestieringen en gangen Gods, en be-
toonen we ons, zooals het geloovige menschen
betaamt, d.i. van God afhankelijk. We voorkomen
dan ook onverhoopt al te groote teleurstellingen.
Moge ons aller wensch en bede zyn, dat
God de Heere ons voor teleurstelling in deze
behoede. Littooij.
UIT BLJET LETJKN.
Godlastering.
Dezer dagen zullen misschien velen met hui
vering gelezen hebben, hoe een verdwaasd man
God heeft durven tarten om hem te straffen
voor opzettelijke en gruwelijke lastering zijns
Naams. Indien de straf uitbleef, dan was vol
gens hem het bewijs geleverd; dat er geen
God bestaat.
FEUILLETON.
Een verhaal door PEKAH.
25) VIERDE HOOFDSTUK.
Geert wist waarlijk niet, wat hij er nu aan
had. Zulke bijbelteksten had bij van zijn broer
nog niet gehoord; en omdat het toch bijbel
teksten waren, durfde hij, die in elk opzicht
nog zoo onkundig was, er ook niets tegen in
brengen.
Na nog vele woorden gewisseld te hebben,
die alle ook grootendeels door de molenaars
vrouw herhaald waren, werd een accoord ge
troffen tusschen den molenaar en Geert, hoe
wel het loon, dat in de advertentie .hoog8 ge
noemd werd, Geert toch wel wat tegenviel.
En toen hij daar tegen eenige bedenking maakte,
zeide de molenaar: „Ja zie je, ik moet Broms-
ma ook betalen. En ieder moet weten wat hij
doen kan. Ik hoop echter niet, dat dit voor u
een beletsel zal zijn, want ik wil graag een
knecht hebben, die de waarheid toegedaan is.
En zie je, dat is met Bromsma nu niet het
geval. Als hij dan ook niet getrouwd was, en
Voor zoover wij weten, is de lasteraar onge
straft gebleven. Toch weten wij ook, dat het
antwoord niet zal uitblijven. De Heere zal
te Zijner tijd antwoorden, maar op een andere
wijze dan wij verwachten.
De Joden hebben negentien eeuwen geleden
ook den Zone Gods getard en gelasterd, toen
H\j stervend hing aan Golgotha's kruis. .In
dien gij Gods Zoon zijt8, zoo riepen zij tergend,
.kom dan af van het kruis8. Ook Jezus heeft
op die tergiDg niet aanstonds geantwoord.
Hij is niet afgekomen van Zijn kruis Maar
drie dagen later is het antwoord gekomen.
Toen is Hij krachteljjk bewezen te zijn de
Zoon van God, want toen deed Hij meer dan
afkomen van Zijn kruis toen stond Hij vol
van majesteit en heerlijkheid op uit de dooden.
Wat heeft tenslotte de arme dwaas met zijn
Godslastering gewonnen Hij heeft een oogen-
blik de aandacht tot zich getrokken door de
ruwe uiting van zijn machtelooze haat; maar
God blijft regeeren pok over degenen, die Hem
lasteren, en wacht Zyjn oogenblik af, waarop
Hij den spotter antwoorden zal. Alles heeft
z\jn bestemden tijd. Er is een tijd, dat de
menseh spreekt, en er is een tijcl, dat God
spreekt. Er is een tijd, dat de Heere zwijgt,
en er is een tijd, dat 's menschen mond zal
verstommen. De Heere is God, en geen men-
sehenkind. Ware God een menseh, Hij zou
de terging niet. kunnen verdragen. Maar nu
is de Heere God, en geen raenseb, en daarom
antwoordt Hij niet terstond met vuur van den
hemel op de terging van degenen, die Hem
smaden. Wij hebben het profetische woord,
dat zeer vast is, en laat ons daarop slechts acht
geven. Er staat geschrevenDie in den hemel
woont zal lachende Heere zal ze bespotten.
Dan zal H\j tot hen spreken in Zjjn toorn, en
in Zijn grimmigheid zal Ilij ze verschrikken.
Het laatste woord is toch aan Hem.
Men heeft er de Gereformeerden al menig
maal een verwijt van gemaakt, dat ze deleer-
vrijheid aan banden leggen. Men noemt dit
onverdraagzaamheid. De toepassing der Ker
kelijke tucht op personen, die zich in de leer
niet aan de belijdenis houden, acht men dul-
delooze tyrannie.
Hetzelfde lot treft ook de Roomsehen. Maar
nu is dezer dagen gebleken, dat voor die hoog
geroemde leervrijheid evenmin plaats is binnen
de Sociaal-demoeratische arbeiderspartij. Op
het laatstgehouden congres is de tucht toege
past op een groep, die dissentieerde van het
partij-gevoelen. Die groep is afgesneden en
buitengezet. Op het congres is deze groep
veroordeeld.
Wij zeggen volkomen terechtEen huis, dat
tegen zich zelf verdeeld is, kan niet bestaaD.
Een vereeniging, een partij, een Kerk heeft een
grondslag, en op dien grondslag moeten staan,
moeten staan met beide voeten degenen, die
er toebehoorenen wie op een ander funda
ment wil bouwen, die ga zijn gang, maar dan
onttrekke hij zich aan de gemeenschap der
genen, wier gevoelen het zijne niet is.
Wjj mogen niemand dwingen een gevoelen
te omhelzen, te belijden, te propageéren, dat
betzijne niet is maar we mogen wel eischen,
dat ze van ons uitgaan, die van ons niet zijn.
Eenheid van gevoelen is de levensvoorwaarde
van iederen kring. De band der gemeenschap
sluit de leervrijheid uit. Verschil van gevoe
len breekt de innerlijke kracht. Er kan binnen
dus hier in huis moest zijn, dan wilde ik hem
niet hebben. Maar nu is hij buiten mijn deur,
en moet hij zelf maar weten wat hij doet. Maar
het is anders een beste kerel, hoor, eerlijk en
vlug.8
„Ja, ja, eerlijk en vlug,8 klonk het nogmaals
van de bekende plaats.
Geert verlangde echter zoo zeer naar een
godsdienstige omgeving dat hij over de loon-
kwe8tie maar niet verder sprak, en afgesproken
werd, dat hij den daaropvolgenden Maandag
in dienst zou treden.
Hij keerde nu weer naar Bart terug, onder
weg bij zichzelven nog nadenkende over vele
van Hardemans woorden. Vreemd toch dacht
hij dat die man zoo gansch anders spreekt
als Bart. Bij Bart heb ik nog in 't geheel niet
over dergelijke dingen hooren spreken. Maar
dat komt wellicht omdat hij nog zooveel jon
ger is dan Hardeman. Bart zal wellicht nog
niet zoo ver gevorderd zijn. En daarenboven
'tis toch ook zooals hij zegt. „Een walging
van zichzelven.8 Ja, dat heb ik ook, als ik op
mijn vroeger leven zie en als ik bedenk, hoe
ik tegen God gezondigd heb.
Met dergelijke overleggingen in hoofd en
hart kwam hij 's avonds weer bij Bart terug,
waar hij een nauwkeurig verslag deed van zijn
werkkring, dien hij zou aanvaarden en ook
veel vertelde van wat hij bij den molenaar ge-
hetzelfde hui» niet tegelijkertijd eendracht en
tweedracht zijn.
Geen onverdraagzaamheid maar levensbehoud
dwingt tot uitzuivering van vreemdsoortige
elementen. Het gebeurde in de soe.-dem. ar
beiderspartij is een zijdelingsche rechtvaardi
ging van de uitoefening der kerkelijke tucht
en ook van de anti-revolutionaire partijdisipline.
Is de banier ontrold, dan moet er ook trouw
zijn inde harten van degenen, die haar volgen.
Onder twee of meer banieren van verschillende
kleur en onderscheiden symboliek kan een
leger niet ten strijde gaan.
Laman.
ZEIPIIG.
De beteekenis van dit vreemde woord is, dat
men bij elkander komt om over gemeenschap
pelijke belangen te beraadslagen. Zoo was er
voor eenige jaren in Den Haag een vredescon
ferentie de verschillende mogendheden der
wereld hebben toen gehandeld over den vrede,
of hij mogelijk is, en zoo ja, hoe deze kan be
stendigd worden. Ook hebben we predikanten
en diakonale conference's, waarop over zaken
gesproken wordt, die den predikanten en dia
kenen 't naast aan het hart liggen. De Zen
ding echter heeft ook haar conferentie's. Hier
mede worden niet bedoeld de zoo belangrijke
Zendingsfeesten, hoewel ook daar voor de goede
zaak wordt gepleit. Want deze dragen hoofd
zakelijk een feestelijk karakter en zijn er om
te genieten van Gods groote daden op 't Zen-
dingsveld. Een Zendingsconferentie beoogt meer
een wetenschappelijk doelof tenminste, de
onderscheidene zendende kerken en Zendings
genootschappen bespreken in hun afgevaardig
den de belangen, de behoeften, de nooden van
den Zendingsarbeid. Van zulk een conferentie
meldt de Noord-Hollandsche Kerkbode in haar
nummer van 21 Febr. als volgt:
„In 1910 zal D. V. te Edinburg een wereld-
zendingseonferentie worden gehouden. Door
acht Commissies zullen alle mogelijke gegevens
over net Zendingsveld der geheele wereld wor
den verzameld.
Zij zullen de volgende onderwerpen tot on
derzoek hebben
1, Hoe Jezus Christus koning te maken over
gansch de aarde? Hoever is men gevorderd
tot bereiking van dat doel Een statistiek zal
zoo zorgvuldig en volledig mogelijk worden
opgemaakt. Een reeks kaarten en grafische
voorstellingen zullen worden ontworpen, be
trekking hebbende op alle landen en dat niet
alleen over de Protestantsche volken en zen
ding, maar ook over de landen der Roomsch-
en der Grieksch Katholieke Kerk. Een ant
woord zal men trachten te geven op de vraag
welke moeilijkheden hebben zich voorgedaan
en doen zich voor bij het streven naar het
groote doel der heerschappij van Christus over
de volken. Op grond van de ervaring zal men
een blik trachten te krijgen op de methoden
en de drijfkrachten van den arbeid. Ook de
fouten zal men onder de oogen zien en op
sporen zal men het geheim van de krachten,
die den voortgang des werks mogelijk maken.
Niet het minst zal dit rapport moeten aan-
toonen de innerlijke noodzakelijkheid van den
arbeid der zending.
2. De tweede commissie zal zich bezig hou
den met de inlandsche Christen-Kerk, haar
ontwikkeling, hare zwakke en sterke zjjden
hoe de wetten zijn, die beheerschen haar zelf
standig worden in financieel opzicht, bestuur
hoord had.
Bart begreep hiervan echter ook niet alles.
Of dit kwam, omdat hij van den beginne af
op geheel andere wijze had hooren spreken,
of omdat Geert .zich niet duidelijk genoeg uit
drukken kon, dat wist bij zelf niet, maar in
elk geval was hij blij dat zijn broer in zulk
een omgeving zou komen, al vond hij ook dat
Geert nu juist niet zulk een „hoog loon8 zou
ontvangen.
De enkele dagen, die Geert nu nog bij zijn
broer doorbracht, waren voor hem niet onge
zegend. En toen hij ook al eens kennis gemaakt
had met boer Hannes en Klaas Haarsma, merkte
hij toch ook, dat deze heel anders spraken dan
Hardeman.
Hier kreeg hij den indruk dat hij van zijn
zondenlast wel kon verlost wordendoch bij
Hardeman had hij den indruk gekregen, dat
hij zijn leven lang onder dien last zou moeten
zuchten. En dit laatste wilde er ook veel beter
bij hem in, wijl hij op het eerste nog niet
durfde hopen.
En toen hij nu ook 's Zondags met zijn broer
te A. naar de kerk geweest was, waar hij een
prediking gehoord had over den tekst: „De
Heere zal u gedarigljjk leiden en Hij zal u
verzadigen in groote droogten8, verwonderde
hij ar zich over, dat allen zooveel genoegen
gehad hadden, terwijl hij bij zichzelven rede-
en uitbreiding. Hij zal een everzieht bieden
over de nu van de inlandsche Christelijke Ge
meenten uitgaande zendingsactie. Een'belang
rijk onderdeel' in deze zal zijn het punt in
landsche ^helpershun waarde, hun opleiding,
verbetering':[enz, verhouding van^deze tot de
zendelingen.
3. Het opvoediDgselement, de litteratuur
daaronder begrepen, zoo gewichtig en moeilijk
beide niet alleen bij de hoog staande cultuur
volken doch ook bij de lagere volken, zal het
voorwerp van onderzoek dezer commissie zijn.
Antwoord wordt gezocht op de vraag: Hoe in
litteratuur voor de wordende Christelijke naties
te voorzien. Dat de Bijbelvertaling hier een
hoofdplaats zal bekleeden spreekt van zelf.
4. Met de zendingsapologiek zal de vierde
commissie zich hebben onledig te houden. De
groote vraag is en blijft toch altijd: op welk
punt moet de nadruk liggen hier en ginds bij
het nader brengen van het Evangelie en de
bekendmaking van de persoon des Heeren Jezus
Christusmet welken kant naar voren gekeerd,
zal het Christendom onder volkeren van aller
lei aard het best gereeden ingaDg vinden.
5. Weder een ander deel is der vijfde com
missie toevertrouwd. Te weten de voorberei
ding van den zendeling en dat niet slechts
tehuis vóór hij uitgaat, doch ook als hij reeds
op zjjn arbeidsveld is gekomen. Die voorbe
reiding is van grooter gewicht dan het getal.
De qualiteit beheerscht de quantiteit. Deze
commissie zal mede de taalquaestie onder de
oogen zien.
6. Met de zendende gemeente zal de zesde
commissie zich bezig houden. Want van levend
belang is de innerlijke kracht der zending drij
vende genootschappen en kerken. Hoe deze
zendings-basis tehuis te sterken Welke me
thode wordt toegepast in de christenlanden
opdat de zendingsijver en -liefde krachtiger
worde Op deze en dergelijke vragen heeft deze
commissie een antwoord te zoeken.
7. De zevende zal de verhouding bestudee-
ren van den zendingsarbeid tot de regeering.
3. De laatste commissie eindelijk houdt zich
onledig met dit onderwerp: de eenheid der
Christenen en de samenwerking in den arbeid
der zending.8
Wat een rijk menu op dezen Zendingsdisch 1
Geve de Heere dat deze conferentie slagen
moge en de resultaten van onderzoek en be
spreking mogen strekken tot bloei der Zending.
Da. Renkema deelt nog mede, dat ook onze
Geref. Kerken zijn uitgenoodigd om een depu-
taat te zenden en dat dit verzoek D. Y. zal
worden ingewilligd.
J. D. Wiblenga.
SPBOfiKELINGEN.
Met onze Buitenbezittingen spelen we een
hachelijk spel. In die Buitenbezittingen zijn
de inwoners nog meestal Heidenen, en leveren
daardoor voor ons Gouvernement niet het be
zwaar op, dat de Islamitische bevolking steeds
met zich brengt.
Alles roept er daarom ons toe op, om zon
der verwijl ons op de kerstening van onze Bui
tenbezittingen te werpen. Inlanders, die een
maal tot het Christendom overgingen, zijn onze
natuurlijke bondgenooten. Zie 't maar op Am-
boina. En de geneigdheid van de bewoners der
Buitenbezittingen om hun heidensche religie
te laten varen, is notoir.
Dit hangt saam met de vereering van hun
i
neerde: „dat voorrecht geldt mij niet, en kan
mij ook niet gelden.8
Misschien had Hardeman met zijn terneer-
slaande redeneering reeds meer kwaad gesticht,
dan hij zelf wel kon vermoeden.
lntusschen was de Maandag aangebroken,
waarop Geert bij den molenaar Hardeman in
dienst zou treden.
Hoewel verblijd, dat hij nu een bestemming
had en in een godsdienstige omgeving zou ko
men, ging hij toch wel eenigszins met een be-
zwaa d hart naarN. Doch eenmaal daar zijnde,
viel het hem toch mee. Wat zijn werkt betreft,
had hij het druk met het koren bij de boeren
weg te halen en het gemalen koren weer te
bezorgen. En was er zulk werk niet voor hem
te doen, dan moest hij den meesterknecht Broms
ma in den molen aan een en ander behulpzaam
zijn. Binnen enkele dagen gaf Hardeman reeds
blijken dat hij met Geerts arbeid zeer ingeno
men was. Ook Geerts gedrag beviel hem goed.
Hij was stil, sprak weinig en zuchtte menig
maal diep. Dit was aanleiding dat de molenaar
al meermalen tot z\jn vrouw had gezegd„Onze
nieuwe knecht is, voor zoo'n jong menseh, al
heel stil. Maar dat komt, omdat hij zijn zonden
zoo diep gevoelt.8
(Wordt vervolgd).