FEUILLETON.
Organisatie.
Barts familie.
SPROKKELINGEN.
De Mexicaansche Cactus.
De Witt Talmage.
Schriftgebrnik.
Kerk- en Schoolnieuws.
personen op de kiezerslijst voorkomen, die in
het laatstverloopen burgerlijk jaar van haar
ondersteuning genoten. Dit is geen zaak van
beleefdheid maar van verplichting. De diaconie
behoort in dezen een voorbeeld te geven van
stipte gehoorzaamheid aan de wet."
Dit antwoord is, dunkt mij, voldoende. De
diaconie behoeft niet te zeggen, welke armen
zij ondersteunt. Alleen moet zij aanwijzen die
armen, welke zich op de kiezerslijst lieten
plaatsen tegen de bedoeling der wet.
De moeilijkheid vervalt geheel, als de dia
kenen de armen van te voren waarschuwen,
zoodat deze zich niet als kiezer aanmelden. Dit
staat vast, dat de diaconie nooit de hand moet
leenen aan kwade praktijken om toch maar
één stem te winnen.
Misschien kan het zijn nut hebben ook nog
op het volgende te wijzen.
1. De wet ontzegt de kiesbevoegdheid uit
drukkelijk alleen aan degenen, die in het laatst
verloopen burgerlijk jaar onderstand van een
instelling van weldadigheid hebben genoten.
In dit geval dus in den loop van 1908. Die
dus alleen in 1909 onderstand kregen, mogen
wèl kiezen. Rudolph 486.
2. De verstrekking van geneeskundige hulp
wordt niet als onderstand beschouwd. Rudolph
487.
3. Het verstrekken van geneesmiddelen
wordt als onderstand beschouwd, wanneer dit
aan behoeftigen geschiedtworden ze echter
verstrekt aan personen, die slechts oogenblik-
kelijk in nood zijn, dan gelden ze niet als on
derstand. Rudolph 488.
4. Kosteloos onderwijs is geen onderstand.
Rudolph 488.
5. Niet iedere ondersteuning in geld of andere
benoodigdheden worden reeds als zoodanig als
onderstand beschouwd. In harde winters of
bij buitengewone omstandigheden kunnen ook
uitdeelingen worden gedaan aan hen, dienaar
een strenge opvatting niet hulpbehoevend zijn,
en die het aangebodene aannemen, juist omdat
het aangeboden wordt, zonder dat zij het vol
strekt noodig hebben. Rudolph 489.
We citeeren verkort slechts enkele plaatsen.
Het handboek is voor de diakenen een waar
schatboek. Laman.
N. B. Ditmaal hebben wij deze vraag be
antwoord, hoewel de vrager zjjn naam niet
genoemd heeft. De zaak gold een algemeen
belang. We behouden ons echter de vrijheid
voor, ongeteekende brieven ter zjjde te leggen.
L.
ZENDING.
Het moet onze opmerkzaamheid trekken, dat
in de schepping alles zoo uitnemend op elkander
past, en harmonisch en organisch is ingericht.
Het één sluit op het ander, en de onderschei
dene dingen kunnen elkander niet ontberen.
Ook in dit opzicht moeten wij van de schepping
leeren. Bovendien, schriftuurlijk is het ook
daar de apostel vermaant, dat alle dingen met
eer en met orde moeten geschieden.
G|j zult het huisgezin niet prijzen, waar alles
ongeregeld toegaat van het opstaan 's morgens
af tot het naar bed toe gaan 's avonds toe.
Wie het woord van Paulus goed vat, zal ook
in zijn geestelijk leven zich houden aan orde,
b.v. het Bijbellezen op gezette tijden. De kerk
van Christus schuwt wanorde ookwaarom zou
anders met zooveel zorg en moeite onze Dordtsche
Kerkenordening zijn opgesteld Nu, organisatie
Een verhaal door PEK AH.
22) VIERDE HOOFDSTUK.
Toen Douwe 's morgens ook al vroeg was
opgestaan, had hij Geert geroepen maar geen
antwoord gekregen. Hij was toen naar zijn
bed gegaan, doch vond Geert daar niet. Daarna
was hij naar de schuur gegaan, en be
merkte tot zjjn schrik, dat de achterdeur open
was, en hij wist toch zeker, dat hij die den
vorigen avond zelf gesloten had. Nu ging hij
naar het kleine schuurtje, zocht en riep, doch
alles te vergeefs. Hij vroeg nu zijn moeder,
of die ook iets van Geert wist, maar deze wist
er ook al evenmin iets van. „Nu maar", had
Douwe gezegd, „dan is 't niet goed met Geert.
Hij was gisterenavond al zoo wonderlijk en hij
deed zoo vreemd, dat ik bü mezelven dacht:
Geert kan wel krankzinnig worden. Als ik
hem iets vroeg, gaf hij geen antwoord, en zag
mij versuft aanof hij gaf mij een verkeerd
antwoord. Maar nu ik hem nergens vind, vree»
ik dat hg een eind aan zijn leven gemaakt heeft".
moet er eveneens zijn voor den Zendingsarbeid*
Daarom hebben vele kerken, of classes en
provincie's zich verbonden er wordt een over
eenkomst of accoord van saam werking getroffen
de financieele zaken worden geregeldeen
zendeling beroepen enz. Maar zoo gauw gaat
dit niet! Niet alleen de organisatie tusschen
de kerken is van belang, maar ook die van iedere
gemeente afzonderlijk is onmisbaar. Er moet
propoganda gemaakt, en gelden ingezameld en
zooveel meer.
Zijn wij allen reeds georganiseerd? En zoo
ja, zouden wij kunnen zeggen ze niet noodig
te hebben? De opkomst op de Zendingsver
gaderingen spreekt meer dan boekdeelen. Als
er een pretje is, dan kan de tijd er wel afge
nomen en vreest men het koude weer niet. Maar
als er voor de Zending wordt gesproken staat
de thermometer op vriespunt. Is bij zulke toe
standen organisatie overbodige weelde En
heeft zulk een organisatie niet veel, o zooveel
nog te doen
't Was dan ook van den kerkeraad van Mid
delburg A een uitnemende gedachte om 't voor
beeld van andere kerken te volgenen zoo
is dan de Zendingseommissie „in de maak".
Een Zendingscowmissie, ja. Dat is wat anders
dan een Zendingsvereeniging, waarvan men
lid wordt enz. De kerken zijn onze Zendings-
vereenigingen, en een ieder is er lid van krachtens
geboorte en doop. Als lid der gemeente geldt
ook u het bevel„predikt het Evangelie". Maar
een Zendingscommissie is iets anders deze heeft
alleen tot taak leiding te geven en het logge
lichaam der vereeniging op gang te brengen
en in gang te houden.
Maar dit is toch 't werk van den kerkeraad
Volkomen waardoch de kerkeraad heeft zooveel
te doen daarom richt hij een commissie op
met een of meer kerkeraadsleden daarin aan
den kerkeraad wordt verantwoording gedaan
van de verrichte werkzaamheden, en by aftre
ding worden nieuwe leden door de kerkeraden
weer benoemd. De commissie is dus een ver
lengstuk, of een behulpsel.
't Zal de voorkeur verdienen jonge menschen
te benoemen, want deze worden door de zorgen
van een huishouden enz. nog niet gedrukt.
Ook is 't een goed ding van jongsaf de jon
gelieden „op te leiden" en te leeren wat te
doen voor 't Koninkrijk Gods. Meisjes behoeven
niet te worden buitengeslotende kerkeraad
van Middelburg wil gaarne 5 jongens en 5
meisjes hebben. Dit is geen emancipatie, maar
haar recht. Of denkt gij, dat de meisjes en
de vrouwen de Zending niet liefhebben? of
dat zij er geen verstand van hebben om te
propagandeeren Dat zal meevallen
De verschillende werkzaamheden zullen zijn
o. a. dat zij zorg dragen dat in ieder huisgezin
het Zendingsblad gelezen wordt, en andere
Zendingslectuur wordt verspreiddat er Zen
dingsbusjes worden geplaatst in de huizen dat
er contributie's worden beloofd, geteekend en
geïnddat er openbare Zendingsvergaderingen
worden belegd enz.
Heeft zulk streven niet uw volle sympathie
Of staat gij er onverschillig tegenover? Reeds
als opmerkelijk verschijnsel vraagt het uw aan
dacht.
En ook, als de jongelui er om worden aan
gezocht, laten ze niet bedanken, doch 't met
blijdschap aannemen. Jongelings- en jonge-
doehtersvereenigingen zijn uitnemendmaar
voor 't Koninkrijk Gods is meer te doen. Geeft
dan kracht en tijd er aan 1
Er is natuurlijk meer te doenin onze ker-
„Och", zuchtte zyn moeder, moet dat ons
nu ook nog overkomen
Intusschen had Douwe overal in huis en in
het schuurtje en in heel de omgeving gezocht,
doch zooals we reeds meedeelden, alles te ver
geefs. En daarna was hij naar Bart gegaan,
waar wij hem reeds aantroffen met de vraag
ol Bart ook iets van Geert wist.
„Geert is hier", antwoordde Bart, die nu ook
eerst begreep, dat die raadselachtige verdwijning
zijn moeder en zijn broer wel in ongerustheid
moest gebracht hebben.
Douwe kwam nu ook bij Bart binnen, en
begon tegen Geert te schelden en te razen, doch
Bart maande hem tot bedaardheid aan en ver
telde met weinige woorden hoe 't met Geert
gesteld was.
„Allemaal gekheid riep Douwe lachend uit.
„Je gaat zoo gauw niet doodEn al was dat
zoo, wat zou dat dan te beteekenen hebben?
Dood is dood, hoor!"
„Neen Douwe dat is zoo niet", sprak Geert
„en wat dat spoedig sterven betreftje hebt
het aan vader gezien. Vóór drie dagen was
hjj nog gezond."
„Vader Vadermerkte Douwe hoofdschud
dend aan, „vader was oud; maar wij zijn jonge
kerels, sterk en gezond. Meen je dat wy ook zoo
spoedig dood zullen gaan Neen jongen de
dood wil ons nog niet hebben."
kelijke en gemeentelijke samenkomsten moet
de Zending steeds een plaats innemen in 't ge
bed. Ook de huisvader, die zyn gezin voorgaat
in den gebede mag niet vergeten ook te denken
aan de uitbreiding van Gods ryk enz. En zoo
zal onder den zegen des Heeren Zeeland, dat
nu achteraankomt, misschien nog wel een van
de voorsten kunnen worden. God geve het!
J. D. WlBLENGA-
Bloemen moeten er zijn in eiken tuinen
ik heb u te zeggen, dat er in den tuin der
kerk de zeldzaamste planten staan. In dezen
tuin des Heeren vind ik ook den Mexicaan-
schen cactus, beminnelijkheid van binnen, door
nen van buitenmenschen met groote
norschheid in voorkomen en houding, maar in
hun binnenste vervuld met den vrede Gods,
de liefde Gods, de genade Gods. Het zyn moei
lijke menschen in den omgang, lastige men
schen in het verkeer, al te zeer geneigd om
terug te slaan, wanneer gy hen slaat, en toeh
van binnen één en al beminnelijkheid en aan
trekkelijkheid, terwyl zy er van buiten zoo
hoogst ongunstig uitzien. Echte Mexicaansche
cactussen 1
Een doodbedaarde ouderling zeide eens tot
een bedienaar des Evangelies„Dominee, gij
moest uw humeur wat beter in bedwang hou
den!" „O", gaf de predikant den doodbedaar
den ouderling ten antwoord, „ik houd in vyf
minuten méér humeur in bedwang, dan gy in
vyf jaren
Deze lieden, begaafde menschen, die in al
hunne gedragingen iets zeer verbitterends heb
ben, en geheel anders schijnen te zyn dan zy
behoorden te wezen, bezitten in hunne zielen
toch werkelijk datgene, dat hen aantrekkelijk
maakt in de oogen des Heeren. Echte Mexi
caansche cactussen
Zulk een man vroeg mij eens jaren geleden
„Wat dunkt u, zou ik mij eigenlijk wel een
Christen mogen noemen Ik heb zoo'n op
vliegend humeur? Gisteren stak ik met een
veerpont de rivier over. Het was nog zeer vroeg
in den morgen, en ik zag een melkboer een
groote hoeveelheid water in zyn vat gieten,
waarop ik eindelijk zeide„Nu is het genoeg,
baas Maar hy sprong van zyn wagen af en
schold mij uit voor al wat leelyk was, en daar
op sloeg ik hem tegen den grond. Wat dunkt
u, zou ik my wel een Christen mogen noemen
Die man bezat in zyn ziel de genade van
onzen Heere Jezus Christus, doch van buiten
was hy vol doornen, en vol knoesten, en vol
bitterheden. Maar hij kon de geschiedenis van
de genade des Zaligmakers niet hooren ver
halen, zonder dat de tranen hem langs de
wangen biggelden. Daar was beminnelijkheid
van binnen, maar ruwheid van buiten. Een
echte Mexicaansche cactus
Een geregeld gebruik van de Schrift in volg
orde is aanbevelenswaardig. God heeft ons heel
het Woord gegeven, en al de Schrift is van
God ingegeven, en is nuttig tot leering, tot
wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing
die in de rechtvaardigheid is (2 Tim. 3 16).
Eenzijdigheid in het geestelijk leven wordt
daardoor voorkomen. Maar dit neemt niet weg,
dat soms een deel der Schrift gelezen en ter
En nog veel meer spottende woorden braakte
Douwe uit, waarmee we onze lezers niet zullen
vermoeien.
Doch Bart sprak„Spot niet met den dood
DouweEr is maar ééne schrede tusschen
ons en de dood, en jonge en krachtige men
schen kunnen ook wel in een oogenblik ster
ven."
„Nu ja, dat weet ik wel", antwoordde Douwe,
„maar Geert gaat nog niet dooddoch hij zal
ook
„Met den dood niet meer spotten", viel Geert
hem in de rede„daarvoor is 't leven te ernstig."
„Het zal weer anders met je worden,
mannetje!" lachte Douwe.
„Dat hoop ik", zeiae Geert, „en dan hoop
ik, dat die verandering maar gunstig zal zyn,
en dat ik juist zóó mag worden als Bart."
„Ja, ja, daar ben jij net de kerel voor. Jij
net als Bart! Wel heb ik van me leven! My
dunkt, ik zie je daar ook al naar de kerk gaan,
en ik hoor je al bidden. Noudat zal wat
wordenMaar ik begin nu te gelooven dat
je ons allemaal den gek aan steekt."
En Douwe lachte, dat hy schudde.
„Het sterven van vader schijnt al bitter
weinigindrukopje gemaakt te hebben, Douwe!"
merkte Bart aan. ,'tls voor je te hopen, dat
je ook nog eens tot inkeer komt".
„Nou, ik kwam hier niet om je te hooren
overdenking genomen kan worden, al naar dat
het valt. Het is niet tegen te spreken, dat
menig Godvruchtige door bijzondere bestiering
Gods, wel eens wonderbaar onderwezen, ver
kwikt, getroost en opgebeurd is geworden door
een woord, waarop by het openslaan der Schrift
als toevallig het oog viel. Regel moet men
echter niet willen maken. Dat zou weer tegen
de ordeningen Gods ingaan, en aanleiding
geven tot los en onvast Schriftgebruik, het
welk, gemakzuchtig, nadenken en onderzoek
van de Schrift in haar verband schuwt, en
liefst dobberen wil op onmiddelyke invloeden.
Zelfs zal men bij een achtereenvolgend gebruik
van heel de Schrift menigmaal juist verrast
worden door de leiding des Heeren, waardoor
juist datgene, wat naar de orde gelezen wordt,
zoo gepast op den toestand van het oogenblik
gevonden wordt. Maar gelijk wy opmerkten
soms kan een openslaan van de Schrift al
naar het valt, of ook naar de neiging, die we
ten opzichte van een of ander Schriftdeel in
ons hart hebben, eene bestiering van God zyn.
(Geldersche Kerkbode). H. H.
Welzalig, die een God heeft voor zyn hart,
En op zyn beurt een hart heeft voor zyn God.
Hy is getroost in ds allergrootste smart,
Gehoorzaam ook aan 't allerkleinst gebod.
ZESTAL:
te 's Gravenhageds. Breukelaar te Zaandam
ds. v. d. Brink te Rotterdam
ds. Gispen te Zwolle;
ds. Landwehr te Rotterdam
ds. Schuurman te Kampen
ds. Smit te Assen.
BEROEPEN
te Franekerds. G. Wisse te Driebergen
te Oostermeer: ds. S. Veltman te Metsla wier.
BEDANKT
voor Langerak, Opperdoes en Leksmond Cand.
M. A. Pernis te Spijkenisse.
De classis Walcheren vergadert a.s.
Woensdag 10 Februari in de Hofpleinkerk te
Middelburg.
De agenda is als volgt vastgesteld
Moderamen
Ds. B. B. van den Hoorn, Praeses; ds. S.
de Jager, Assessor; dr. A. Kuyper en ds. J.
B. Netelenbos, Scribae.
1. Opening door de roepende Kerk.
2. Constitueering der vergadering.
3. Lezing notulen der vorige vergadering.
4. Examen van den heer B. Meyer.
Dogmatiekds. H. Meulink.
Exegese O. T. Jer. 7 dr. A. Kuyper.
N. T. Fill. 3 ds. D. Pol.
5. Vragen naar art. 41 D. K. O.stand der
ineensmelting.
6. Voorstellen.
„Meliskerke stelt voor voortaan de
Korte Notulen met weglating van
wat niet voor publiciteit geschikt is
als persverslag te doen opnemen in
de Kerkbladen."
7. Ingekomen stukken.
8. Rapporten.
9. Begrooting 1909.
10. Aanwijzing der roepende Kerk.
11. Omvraag.
12. Censuur naar ^rt. 43 D. K. O.
13. Lezing Korte Notulen.
15. Sluiting der Vergadering.
preeken", zeide Douwe, maar om Geert te
zoeken, en dien heb ik hier gevonden. Hoe is
't Geert, ga je mee
En Geert, die niet wist hoe te handelen,
zag Bart eens aan, en deze zeide toen„Ik
acht het 't best, Geert, dat je nu naar huis gaat.
Je kunt hier komen, zoo dikwijls als je wilt,
maar ik vind het nu beter, vooral in deze dagen
dat je by moeder blijft."
Geert besloot daarom, dan ook weer naar O.
terug te keeren, doch Douwe had Bart's woning
al verlaten, en was naar huis gegaan zonder
op zyn broer te wachten.
Thuis gekomen, vertelde hy aan zyn moeder,
dat hy Geert by Bart gevonden had, en liet er
op volgen: „En verbeeld je! hy meent, dat
hy nu ook gauw dood gaat. Hy lykt wel gek.
Ik geloof, dat hy ook vroom wil worden, net
als Bart. Nou, ik gun hem de pret."
Douwe was nog aan 't spreken over een en
ander, toen Geert ook binnen kwam, die door
zyn moeder ontvangen werd met de woorden:
„Wat mankeert jij nu toch, Geert?"
„Ik en wij allen zyn verloren", antwoordde
Geert, „indien wij niet van onze zondige wegen
terugkeeren."
(Wordt vervolgd).