Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie vanDs. L. BOOM, Os. B V. LAIIAH en Ds. A. LITTOOIJ. 6e Jaargang. Vrijdag 1 Januari 1909. No, 28. ITT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. ABOOEMEHTSPRUS Drnkker-Hitgever A. D. LITTOOIJ Az MIDDELBURG. PRIJS DER ID YERTEHTIEH Bouma. VARIA, Eenheid inzake de opleiding tot den dienst des Woords. Littooij. per half jaar franco per post .70 cent. Enkele nummers3 cent. van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van J5 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. HET LEVEN EEN DAMP. Want het (leven) is een damp die voor weinig tijd gezien wordt en daarna verdwijnt. Jac. 4 14b. Hoe kort is het nog geleden, dat wij het jaar hebben begroet, en dat scheen zoolang met ons te zullen zyn en nu is het weer heen gegaan. Evenals wy van te voren aan vele dingen het kunnen merken, dat iemand ons verlaten zal, zoo was het aan veel duidelijk, dat het oude jaar zich gereed maakte om te vertrekken, Telkens waren er zaken, welke ons indachtig maakten, dat er slechts enkele dagen meer overbleven en weldra begonnen we de uren te tellen. Eindelijk was het oogen- blik aangebroken, waarin het voor ons staat geheel reisvaardig. Alvorens ons de hand te drukken, zag het ons nog eens in het oog en vroeg ons, of wij ons wel herinnerden alles wat het ons gebracht had. En nietwaar, op eens gedachten wij aan al de weldaden, welke wij ontvangen hadden» Hoe duidelijk zagen we de goedertierenheden, welke ons leven hadden ge kroond. Zelf bleven we gespaard en wij waren nog omringd door zoovelen, aan wie wij ons gehecht gevoelen. Toen hebt ge het gewaar deerd, dat Gods sparende hand over u en de uwen was geweest en ge hebt in die verlenging des levens een gave van den Vader der lichten geëerd. Eenmaal opmerkzaam gemaakt op deze zegeningen, dacht gij ook aan die andere, welke u met het leven geschonken waren, zoodat ge er als vanzelf toekwaamt om met den ouden dichter te zingen Geloofd zij God met diepst ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag Met Zijne gunstbewijzen. Misschien hebt ge het echter niet kunnen zingen zonder weemoed in het hart en een traan in 'toog, want waar ge doorleefdet al wat er dit jaar wedervaren was, daar dacht ge aan hen die met u den nieuwen jaarkring waren ingetreden, doch die de reis niet ten einde hebben gebracht. Eerst trokken zij mee, en ge dacht er niet aan, dat ge spoedig zoudt moeten staan aan hun ziekbed, waarvan zy niet meer opstonden. Alles zoudt ge gegeven hebben om hen by het leven te behouden, maar in weerwil van uwe vurige begeerte en van al de aangewende mid delen moesten zij heengaan en u achterlaten. Gij meendet, dat gij hen niet zoudt kunnen missen, doch er werd niet naar gevraagd, en gij staart thans op het graf, dat voor altijd een scheiding maakte tusschen uwe geliefde dooden en u. Wie kan zeggen, hoevele harten op den oudejaarsavond vol droefenis waren bij de herinnering aan de uren, waarin hun ont nomen werd een vader of moeder, een man of vrouw, een kind of eenig ander familielid. En als gij dan met weemoed denkt aan hen, welke het oude jaar u ontnam, versta dan tevens, dat het dit alleen heeft kunnen doen, omdat het zoo was naar den wijzen wil van den Vader, die in de hemelen is. Had Hij, die u een tijd lang hen gaf, geen recht om hen weder te nemen? en ik weet, dat gij zult moeten zeg gen gewis, welnu dan hoe zwaar het ook moge vallen, berust in Zijne beschikking en zoek voor de u geslagen wonden de heelende kracht van den balsem Gileads. D och behalve de droefenis door het overlijden van dierbare verwanten ontstaan zijn er nog vele teleurstellingen, en het zal wel waar zijn, dat ook in den afgeloopen jaarkring de lijst uwer onvervulde begeerten en onverhoorde gebeden weer langer geworden is en het kan zoo licht gebeuren, dat daarover wrevel in het hart ontstaat Wat is het, dat u hindert? Ge behoeft niet te antwoorden, maar zorgen moet ge, dat eer de wrevel wortelen schiet in den bodem van het hart, gij den vrede deelachtig wordt, den vrede met uw God en dan ook met uw lot en met uwen weg, want daaraan hebt ge boven alle andere dingen behoefte. Wie eenswillens is met den Heere, en met Job kan zeggen de Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd, behoeft zich niet te laten verontrusten door den snellen wiekslag des tyds, door het heen- vliégen der jaren, maar kan het oude jaar zien verdwijnen zonder leed en het nieuwe opwach ten met moed, want welke wisseling er ook zij in de jaren alsmede in zijn lot, dit blijft zijn troost, dat God een Toevlucht is van ge slachte tot geslachte, tot Wien hij zich wenden mag en kan met al de nooden, teleurstellingen, vragen en zonden van zijn leven. Het oude jaar verlaat ons en gaat heen tot Hem, die het gezonden had en daarom roept het ons toe, dat hoevele jaren we ook nog beleven mogen, wij eenmaal ook de aarde zullen moeten verlaten en gaan tot dien God, die ons het leven, den adem en alle dingen geschonken heeft om rekenschap af te leggen van al ons doen en laten, en het is mij, alsof het schei dende ons u en mij op de ziel bindt, dat wy toch toezien, hoe wij voorzichtig wandelen zul len, en het is zeker gswenscht dat wy naar dezen ernstigen raad luisteren. Naarmate uren, dagen, maanden, jaren als een schaduw heen- vliegen, naardiemate wordt het ons duidelijk, dat hier niets bestendig is, dat er niemand is, op wien wy ons verlaten kunnen, dat er niets is, waarop wy onze hope kunnen bouwen, en hoe dwaas moet het dan zyn, wanneer 'we alleen voor deze aarde leven en enkel onze ver wachting vestigen op wat beneden de sterren is. Dwaas, want het maakt zich vleugelen en laat ons achter, want het ontzinkt ons elk oogenblik en daarom doen wy wys, wanneer wy inderdaad zoeken de dingen die boven zyn, waar Christus is. Op den weg, dien wy betreden Staat geen voetstap, die beklijft. Al het heden wordt verleden Schoon 't ons toegerekend blijft. Ook aan dit laatste moeten wy denken. Het blyft voor onze rekeniDg. Hebben de ontel bare zegeningen u vernederd en verteederd, u verootmoedigd en in de stemming gebracht, welke u deed zeggenwat zal ik den Heere vergelden voor al de trouw en de weldadigheid, zoodat gij den Gever hebt erkend en'geprezen Hebt gij bij de teleurstellingen en de verliezen, by het leed en de moeite verstaan, dat indien er geen zonden waren, er ook geen wonden zouden zyn, zoodat ge uw schuld hebt beleden en vergeving gezocht by Hem, die "onophou delijk tot u gezegd heeft: Kom en laat ons samen richten, al waren uwe zonden rood als karmozijn, Ik zal ze maken als witte wol? Waart gè met ijver aan uwe taak bezig en wat gij deedt, deedt gij dat met al uwe macht? Zyn er onder uwe naasten, voor wie gij tot een steun en een zegen geweest zyt, of hebt ge soms hun lasten noodeloos vermeerdert Keer met deze en dergelijke vragen eens tot uzelf in en overweeg ze eens met nauwgezet heid, want het zou best kunnen zyn, dat er nog wat te vereffenen valt. Ga met geen oude schuld het nieuwe jaar in, wijl gy niet weet, of ge nog wel de gelegenheid zult ontvangen om in 't reine te brengen, wat in 't ongereede is. Daarover is jaren aaneen onderhandeld, ge sproken, geschreven en helaas ook getwist. Warme hoofden en koude harten zyn er, helaas, in vele kringen door verkregen. Party schappen zyn er door ontstaan, benoemingen werden er door nagelaten, anders aangewezen en gewilde personen werden er om gepasseerd, personen die dr. Westerhuis in de Kamper Kerkbode verleden week nog met name noemde. Geen wonder, dat geestelijke dorheid en doo- digheid daarmee gepaard ging en dat daarover vrij algemeen werd geklaagd. Het evenge- noemde doet altoos den zegen Gods derven de Heere geeft gewisselijk op zulk een leven Zyn heilig ongenoegen en hooge afkeuring te kennen, te ervaren en te aanschouwen. Dat er op het einde der Synode eenig uit zicht kwam, dat er verandering daagde, de twisten zouden bijgelegd en de vrede zou ver kregen worden, heeft ons verheugd en verblijd. Het wolkje van een mans hand worde als een zwangere lucht, die zegenrijken en milden regen geeft, weer vruchtbaarheid en milde groeikracht schenkt Tengevolge toch van een besluit, voor eenige maanden ongedacht genomen op de Generale Synode, gehouden te Amsterdam, waar aange nomen werd, dat „curatoren en hoogleeraren der Theol. School te Kampen zullen bijeen komen, om te bespreken de mogelijkheid en wenschelykheid van verplaatsing der Theol. School te Kampen naar Amsterdam." Met het oog hierop is thans bepaald, volgens De Bazuin, dat deze samenkomst zal plaats hebben, 28 Januari a. s. Belangrijke en ge wichtige vergadering! De Heere zy om Jezus wil in het midden en zegene ze met Zijnen vredeDaartoe werke allen, die daar tegen woordig zijn, naar vermogen mede, opdat alzoo de bede, wensch en zegen worde verkregen Ook de Generale Synode stond, zooals men gezegd heeft, in het teeken der verzoening. En dit is, zeggen wy hierop, goed, aangenaam en Gode welgevallig, en onderzoeken niet curieuselyk of het besluit kerkrechterlijk in elk opzicht geheel er mee door kan, omreden het voorstel niet van onder op, van de Kerken, ge komen en alzoo aangenomen en'opgedragen is. Het is er en ook is het eendrachtiglijk beaamd. Mocht het nu maar een volkomen gemeend, een oprecht, hartelijk en eenparig verlangen worden, in den geest van ds. Sikkel's gedachte en voorstel om samen te gaan wonen en wer ken. Dan pleegt men m. i. geen trouwbreuk en verbreekt men niet het accoord, maar na dert elkander, teneinde vrede en eenheid en den Heere in het midden te verkrijgen. Dan blijven, gelijk eindelijk plechtig overeengekomen is, (in 1892) de beide Inrichtingen van oplei ding bestaan en voortleven. Dan zou voortaan de gedeelde opleiding eene samenwerkende en elkander aanvullende wezen. Gewis, dit zou ver blijdend, versterkend en zegenrijk zyn. Het zou den vrede, die helaas jaren aaneen ge weken was, doen wederkeeren, de engelen verheugen en den Heere, die zegt :."„Hebt vrede onder elkander", aangenaam zyn. We loopen gevaar, als we nu weer niet tot en by elkander komen, dat we dan nog weer verder van elkan der geraken zullen. Door onze Kerken mocht voor deze samenkomst wel een algemeene ure des gebeds gehouden worden met het oog op het hooge gewicht en de diep in het leven der Kerken ingrijpende belangen. Heeft dit niet plaats, dat dan toch een ieder persoonlijk er aan gedenke en zyn bede tot God opzende. Laten we toch niet vergeten, dat we najaren van onderhandeling, saamvergadering en samen- spreking tot het heilig accoord en de plechtige overeenkomst zyn gekomen, dat èn de Vrye Universiteit èn de eigene opleiding der Kerken zal erkend, gesteund en de candidaten van beide Inrichtingen zullen beroepen worden. Geheel in den geest van het aangenomen voor stel van de Gen. Synode der Chr. Geref. Kerken, gehouden te Kampen. De opleiding geheel en alleen door de Kerken, dat was het standpunt van en wilden nog al eenige, zeer geachte^broe- deren terwijl anderen er op stonden en eerst op bleven staan, dat ze universitair, in casu, bijna geheel en alleen aan de Yrye Universiteit zou plaats hebben. En omdat de continuïteit, de historische lyn, alleen over die in '86 van het juk ontkomen waren, moest loopen, wijl anderen hadden bui- tengestaan en niet tot de historische kerken behoorden, èn, en wel voornamelijk en het sterkst, om de evengenoemde reden, om de op leiding aan de Universiteit. Om deze twee redenen dus braken op de Synode te Kampen de samensprekingen om tot eenheid te komen, af. En eerst toen ettelijke jaren daarna ge meenschappelijk is aangenomen, dat de eerst en de daarna-uitgetredenen, dat beide groepen tot de historische kerk van onzen Heere Jezus Christas j.behooren,en de opleiding tot den dienst des Woords, die te Amsterdam en te Kampen plaats had, zooals reeds gezegd is, zouden erkend en gewaardeerd worden, ook de opleiding door de Kerken dus, is men tot vereeni- ging der Kerken gekomen. Zy, die op de hoogte zyn en van den stand der zaken hebben kennis gekregen, zullen my toestemmen, dat noch de eene, noch de andere groep van kerken zou toegegeven hebben en dat we dus niet tot de ver- eeniging der kerken zouden gekomen zyn, in dien in betrekking tot de opleiding en de continuïteit niet een zoodanig besluit genomen ware, als er genomen is. Veelvuldige kracht en rijken zegen voor onze gemeenschappelijke kerken, zelfs ook voor de van ons verwijderde landen, hadden we dan gemist en allicht in den strijd met elkander tyd en gaven verspild. Doch nu is jaren aaneen gebleken, dat wel de continuïteit gelukkig voor goed tusschen ons van de baan is, maar niet de zaak der opleiding. Het blijkt, dat we ten dezen op zichte nog niet zyn, waar we wezen moeten, maar nog dichter by elkander moeten komen, natuurlijk met inachtneming van hetgeen hei- liglyk overeengekomen is. Dat moet niemand, ook niet langs een omweg willen verbreken. We moeten onze woorden, onze beloften, onze eeden houden. Doen we dat niet, dan komt de politiek van het slechtste allooi (van onzen tyd) in de kerken en daar wil en kan God niet bij wonen. Met behoud dus van hetgeen eindelijk besloten is, moeten we nader by elkander komen. Dat kan. Want naar de his torie der kerken ons leert, heeft de opleiding tot den1 dienst des Woords op verschillende wyze plaats gehad. Door de kerken, door par ticuliere dienaren des Woords, door Lands- academiën, door Vrye Universiteiten en door Theol. Scholen, zooals wy er nu een hebben. Voor een algemeen, historisch erkend gebod staan we dus te dezen opzichte niet. Door hetgeen in 1892 besloten is, kunnen beide Inrichtingen blijven, doch het is gansch niet tegen dit besluit, dat ze zoo na mogelijk by elkander komen en zooveel mogelijk samen werken. Het zou zeker veel uitgaven sparen, het saamwerken bevorderen, de eenheid in de hand werken, indien in den geest van het voorstel-Sikkel besloten werd, dat we voor onze lezers ter overdenking en bestudeering hier laten volgen, gelijk het door ds. Bouwman in Friesch Kerkblad opgenomen en aanbevolen is. Het bedoelde artikel van Ds. Bouwman luidt „Tusschen hetgeen men vóór 20 jaar van de zijde der Nederduitsch Gereformeerde Kerken wilde, en hetgeen Hollandia nu bedoelt, bestaat een groot en zelfs een principieel verschil. „Hollandia aanvaardt thans blijkens haar

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1909 | | pagina 1