Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie van: Os. L. BOUMA, Ds. B. W. LAMAH en Os. i. UTTOOIJ. 6e Jaargang. Vrijdag 30 October 1908 No 19. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. ABONNEMENTSPRIJS Drukker-Uitgever A. D. LITTOOIJ Az MIDDELBURG. PRIJS DER ADYERTENTIEN In Memoriam. Aan de jeugdige Militairen. KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Niet besloten. per half jaar franco per poet 70 cent. Enkele nummers3 cent. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 5 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. HET LICHT IN DE DUISTERNIS. En God zeide* Er zij licht en er was licht. Gen. 1 3 Duisternis was op den afgrond. Wie zou over deze woeste en ledige aarde het machtwoord laten weerklinken, waardoor aan die dikke duisternis de heerschappij werd ontnomen Dit kon Hfl alleen, die door Zfln wil aan den hemel en de aarde het aanzijn gegeven had. Hij roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren. Te midden van die drukkende donkerheid luidt het bevelEr zij licht, en opeens straalde het licht in zijn glans en heerlijkheid uit en de schaduweü van den nacht vloden als verschrikte vogelen. Zulk een macht noopt ons tot eerbied en diep ontzag en wij buigen ons in het be wustzijn van onze zwakte en geringheid. Weder kwam er duisternis over de aarde, een duisternis, die met haar looden zwaarte alle leven benauwde en verstikte en die bij name over den mensch een eeuwigen nacht zou brengen. Onder ons geslacht was er nie mand, die haar verdrijven kon. Geen enkele straal konden wij samen verwekken. Zal deze geestelijke duisternis nu de aarde blijven be dekken zal zij de heerschappij hebben over alles, wat bestaat, zal zij al het leven der schep ping doen wegzinken in eeuwige donker heden Neen, dat duldt de heerlijkheid van den Machtige Jacobs niet en opnieuw klinkt Zijn woord: Er zjj licht en nu verrijst het licht in deze duisternis, totdat in de Zon der gerechtigheid de volle dag aanbreekt, welke overgaat in een morgen, waarop geen nacht meer volgen zal. Is het wonder, dat menigeen aan deze woor den gedacht heeft, als hij zich herinnerde, wat eens gebeurde in het begin van de zestiende eeuw. Duisternis had de aarde bedekt en don kerheid de wolken. De waarheid van het woord was geblekenwaar de profetie ont breekt, wordt het volk ontbloot. De donker heid der onkunde heerschte over de breedten der Christelijke erve en het gaat schier onze voorstelling te. boven, wanneer wij lezen, hoe het er in dien tijd uitzag. Het scheen wel, dat de duisternis voor altijd heerschen zou en dat er nimmer verandering zou komen. Het oude heidensche bijgeloof was weder ontwaakt en drong alle kringen binnen. Geringen en aanzienlijken allen waren in de macht van de ongelooflijkste denkbeeldende grofste dwa ling had allen bijna in haar net gevangen. Het pharizeïsme zat op den troon en zwaaide zijn schepter over voorgangers en leden. Zou de duisternis geheel triumpheeren over het licht en zou het oude Evangelie voor altijd zijn invloed verliezen over ons geslacht Neen, dat zou niet gebeuren, want Hij die gezegd had, dat het licht schijnen zou in de duister nis, deed het licht opgaan in de ziel van een Luther, van een Zwinglie, van een Calvijn en van zoovele anderen en opnieuw werd de kaars op de kandelaar geplaatst, zoodat zij haar schijnsel gaf aan allen die in het Christelijk huis waren. Welk een wondere uitwerking had ook nu weer het licht, want de dwaling die eeuwen achter elkander al dieper wortelen had geschoten en ,als een geweldigen boom heel de christenheid overdekte kon zich niet langer staande houden, moest het afleggen en lag weldra in al haar fldelheid en schande voor aller oog ten toon. Daarom gedenken de na geslachten na bijna vier eeuwen nog altijd het woord, door de Reformatie gepredikt en de groote daden, welke de Almachtige in die dagen verricht heeft. Zfl weten het toch, dat Hij alleen het was, die de Kerk uit de doo- delijke omknelling heeft verlost en voor haar een weg heeft gebaand, langs welken zjj voort trekken kon tot een rijken zegen van de vol keren. Het is waar, dat het bijgeloof niet opge houden heeft en ook nog in onzen hoogge- roemden tijd voortgaat met haar te bestrijden en vooral, dat het ongeloof een ontzachlijke macht is geworden, die als een groot leger onophoudelijk haar aanvalt e.n haar poogt te overweldigen, maar hoe krachtig deze tegen stand ook wezen moge, nog straalt het licht uit in de donkerheid der volken en al breeder wordt de kring, waarin net zfln schijnsel ver spreidt. Wij waardeeren het als een voorrecht, want welke liederen men ook aanheffen ter eere van de ontwikkeling en vooruitgang onzer eeuw, wij kunnen de lamp voor den voetniet missen, welke God ons ontstoken heeft in het woord der profeten en Apostelen. Er is ook geen oorzaak van vrees dat de macht der duisternis thans in haar opzet zal slagen. Geenszins willen wij voorbijzien, welke een groote menigte zich van het licht afkeert; waartoe zou het dienen maar het behoeft de minnaars van het licht niet te verontmoe- digen, wijl zij er op rekenen kunnen, dat het licht altijd weer schijnen zal in de duisternis. Er is geen macht welke dit beletten kan, geen vijand die het kan blusschen. Zorgen moet gij echter, dat het u niet slechts bestraalt, maar dat het tot u doordringt. Wfl kunnen toch in het licht leven, zonder dat wij zelf licht zijn en dit geval zou de duisternis, welke in ieder van nature haar zetel heeft, ons in haar macht hebben en houden en wij zouden bij al de weldaden welke wij genieten, behooren tot hen, die verblind zijn, van verre niet ziende. Wanneer evenwel het licht in u opgegaan is, dan hebt gij u zelf als een arm, schuldig zondaar gezien en zflt gfl gevloden tot Hem, onder Wiens schaduwen er genezing is voor de heidenen. Wandel dan in het licht, verheug u over dit heerlijke en zalige schijnsel, laat elke donkerheid in u voor dit licht wflken, en laat uw woord en uwe daad beide getuigenis afleggen, dat God ook u getrokken heeft uit de macht der duisternis tot Zijn wondervol licht. Bouma. VARIA, Uit het strijdperk van dit leven werd Zondag 1.1. op het alleronverwachts verlost ds. W. Doorn, bedienaar des Goddelijken Woords, te 's Gra- venhage. Hfl is nu reeds de derde, die sinds de pas te Amsterdamgehoudene GeneraleSynode onzer Kerken zoo plotseling werd opgeroepen. Gelijk wy in ons nommer van 2 October 1.1. hebben meegedeeld, stierf, nadat de Synode slechts eenige dagen was uiteengegaan, in de kracht van het leven, ds. F. ten Hoordaarna de vriend mjjner jeugd, W. dte Leeuw, ouder ling der Gereformeerde Gemeente te Almkerk en nu op den laatsten rustdag, dien we ge noten, onzen broeder Doorn, dien wij, als vice- praeses dezer Synode op het podium zagen zit ten en werkzaam zijn en met wien we toen nog verscheidene malen over de dingen van Gods Koninkrijk gesproken hebben. Hij had, naar ons werd medegedeeld, zich voorbereid en ge reed gemaakt om op te gaan met en het Woord te bedienen aan het deel der gemeente, dat in de Oosterkerk te 's Gravenhage dien morgen samenkwamdoch de Heere had het anders gedacht, Zijne wegen en uren zfln vaak de onze niet, want in plaats van met de strijdende ge meente op te gaan en haar te dienen, legde hfl schier als op eenmaal het tfldelflke leven af en nam de Heere hem tot zich op in Zflne vreugde en heerlijkheid. Hfl behoorde evenzeer tot de vrienden mflner jeugd. Tegelflkertfld toch waren we te Kampen aan de Theologische School onzer Kerken en met hetzelfde doel, n.l. ons voor te bereiden voor den dienst des Woords. Ook waren we in het zelfde tehuis en bfl dezelfde menschen in de kost, dus zaten altfld aan een tafel. We hadden ook bflna denzelfden ouderdom. Hfl toch was slechts één jaar jonger dan ik. Op ruim 72- jarigen leeftfld is onze geliefden broeder in den Heere, W. Doorn, heengegaan naar het huis zflns Vaders. Immers zfln leven was Christus en dus was zfln sterven gewin. De gemeente echter verliest in hem een getrouwen en zeer werkzamen leeraar en zflne kinderen, die wfl bfl dezen con- doleeren een liefderijken en altoos zorgzamen Vader. Voor zflne gemeente en de Kerken heeft hfl gewerkt zoolang het dag was. Zalig zfln de dooden, die in den Heere sterven van nu aan, zegt de Geest, want zfl rusten van hunnen arbeid. Tegelflkertfld ongeveer met de zooeven be sproken doodstfldinge werd ons van Prof. Rut gers en zflne kinderen het bericht van het overlflden zflner geliefde echtgenoot en hunner moeder. Zfl bereikte slechts den leeftfld van 53 jaren en ontsliep „in haren Heere en Hei land". Is er daarom reden van dankzegging, dewfll Z.H.G. en de zflnen niet alleen mogen gelooven, dat zfl in den Heere gestorven is, maar tfldens haar leven zooveel in haar ont vangen en genoten hebben, om dezelfde reden kunnen we beseffen, dat er oorzaak van diepe droefenis is met het oog op het onvergetelijk verlies en bang gemis, dat thans doorleefd moet worden. Wfl condoleeren daarom van ganscher harte den professor, onzen broeder, en zflne kinderen. We weten het bfl ervaring, dat om in het heneugaan zalig en heilig te kunnen berusten en uit 's harten diepsten grond als eenmaal Job te kunnen zeggen de Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zfl geloofd, vermenigvuldigde ge nade noodig is. De Heere geve ze opdat onze professor dit nog kan en mag te boven komen, zóó zelfs, dat Z.H.G. zfln gewichtigen arbeid nog met opgewektheid en ten zegen voor velen kan verrichten Littooij. We ontvingen „Onze Gids", uitgegeven door de Nat. Chr. Onderofficierenvereeniging voor de militairen van Land- en Zeemacht. Het is reeds de tweede uitgave. We verblijden ons zeer over dezen arbeid en over dezen aftrekook hopen wfl van ganscher harte, dat Gods onmis- baren en rflken zegen er over geschonken worde. Vele hooggeachte mannen zooals Dr. A. Kuyper, Jhr. Mr. A. F, de Savornin Lohman, Dr. Bavinck, Gen. van Marie, F. L. Duymaer van Twist en vele anderen, hebben op verzoek van de Onderofficiersvereeniging er stukjes in geschreven de ondergeteekende schreef er in David sterkte zich in den Heere zijnen God". Een gids, dien wfl in eiken weg, ja in leven en sterven vertrouwen en onvoorwaardelijk kunnen en moeten volgen, is eeniglflk en alleen de Heere onze God. Hfl heeft Zich door en in Zfln Woord aan ons, arme zondaren, geopen baard, overeenkomstig onze nooden en behoef ten, in Christus Jezus, Zflnen Zoon. David zocht, volgde, vertrouwde en diende Hem van zflne jeugd af. De Heere was zijn God." Hfl is de God, Schepper en Verzorger van ieder mensch. Uit en door Hem bestaat en leeft elk schepsel. Wfl, zelfbewuste schepselen, moeten Hem, gelflk David, kennen, eeren, liefhebben, vertrouwen en volgen als onzen God. Dat is, door Gods genade, mogelflk. Toen de Filistij nen met Goliath vooraan, zfln volk aanvielen en zfln land veroveren wilden, sloeg hfl het oog naar Boven, kwam voor de eere Gods, die gehoond was, op, en ging in den Naam en in de kracht des Heeren ten strflde en overwon. David was niet alleen, hfl was vriend en metgezel van allen, die het gezag dat van God afdaalt, erkenden en eerbiedigden en in de vreeze des Heeren voor vaderland en volk op kwamen, ja als het noodig was den strfld aan bonden. Jonathan was zfln bflzondere, zfln boe zemvriend deze, zoo lezen wfl, „versterkte zflne hand in God." Dit deed hfl, toen Saul hem wederrechtelijk naar het leven stond. Zfln Gids was zfln Herder, zfln Toevlucht, zfln Hoogver- trek, de God zflner Sterkte en zflner goeder tierenheid. Geen wonder, dat hfl van Hem zong, Hem in en van alles de eere gaf. Dat wilde en geloofde hfl eeuwig te zullen doen. Nadat hfl eeuwen geleden ons een voorbeeld was, hoe Gods kracht, in zwakheid wordt vol bracht, roept hfl ons nog toe„Wacht op den Heere, zflt sterk, en Hfl zal ulieder hart ver sterken, ja, wacht op den Heere". Gaarne en met instemming ondersteunen we ook het verzoek, dat in het hiervolgend schrij ven wordt gedaan. „Het correspondentschap Middelburg van de NationaleChristen-Onderoffieieren-Vereeniging wenscht U bfl Uwe intrede in den militairen dienst dit boekje aan te bieden. Wfl verzoeken U dit steeds gedurende Uwen diensttfld te be waren en het na volbrachten dienstplicht mede te nemen naar Uw buis. Wanneer het boekje U een „Gids" mag zfln, dan is de moeite en zorg van het samenstellen ruimschoots beloond. Bfl moeielflkheden die gfl voorzeker zult onder vinden in Uwen nieuwen werkkring, bfl de vele en velerlei verleidingen waaraan gfl bloot staat, wendt U dan tot een der ondergetee- kenden, zfl bidden er U om, opdat het doel waarmede dit boekje U wordt gegeven, moge wordeu bereikt, dit is, U te wflzen op het „Rechte pad"; U voor afdwalingen te behoeden of op het goede spoor terug te brengen. Richt Uwe schreden al dadelflk naar het „Tehuis voor Militairen." Gfl kunt daar alles vinden wat wfl U allen zoo gaarne willen geven huiselflkheid, gezelligheid, goede kame raden bezoek getrouw de kerk en sluit U aan bfl de Militaire Jongelings-Vereeniging, in het Tehuis gevestigd. Gods zegen ruste op U". Namens het correspondentschap Middelburg, van de Nat. Chr. Onderoff. Ver. A. W. v. Keulen, Sergt. Infie. J. Lukas, Huisvr. Mil. Tehuis. Hebben leden de vrflheid om van de eene gemeente naar de andere in dezelfde plaats over te gaan volgens het besluit van de Gene rale Synode inzake het protest van eenige leden uit Zaamslag A genomen Dit schflnen som migen te meenen. Doch deze meening is on juist. Daarvan staat niets in het desbetreffend besluit, zooals ieder straks zien kan, zoodra de acta dezer Synode in druk verschflnen. Heeft een kerkeraad volgens ditzelfde besluit het zedelflk recht om zonder den betrokken kerkeraad -te raadplegen zulke leden over te nemen? Dit is evenmin het geval. Dit als inlichting op een vraag, ons gedaan. Wanneer het noodig mocht zfln, wat wfl niet hopen, dan zullen we op deze zaak terug komen. Het wordt tfld, dat er ook in dat deel van ons gewest aan alle onedele beweging een einde komt. Bouma.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 1