42e JAARVERGADERING IN DEN HERCULES, Chr. Jongel. Vereen. JEBM IK F AD KEEL". OPRUIMING Mijn zolders beginnen Ie kraaaaaken, BOEKBEOORDEELING. De Profeten van Israël door P. de Buck, Predikant te Leeuwarden. Uitgave van J. M. Bredee. Beknopte Verklaring van den üeidelberg- schen Catechismus ten dienste van het Catechetisch Onderwijs, door S. J. Vogelaar, v. d. m. te Groningen. Uitgave van de firma G. J. Reits, te Groningen. Aan onze jonge mannen. Verslag van een tweetal toespraken tot de leerlingen der hoogste klassen van Gymnasium en H. B. School 5 j. c. door dr. H. Cannkgie- ter Tz., Leeraar aan het Gymnasium te '8 Gravenhage, en dr. D. Snohck Henke- mans, Arts te 's Gravenhage. Met een inleidend woord van A. de Vletter. Uit gave van Hollandia-Drukkbrij te Baarn. De uitverkoren kinderen wedergeboren, een Advertentiën. Boekh. FANOT Boekh. BANOY üv Spiegel, Prins of Tlmotliens is best het inbinden waard. Laat het eens doen Lange Bnrg,Middelburg. Woensdag den 18 November a. s. des voor middags 11 ure te Zierikzee. Stukken voor het Agendum op te zenden aan den WelEd. Heer D. Mulder, Correspon dent der Classis, te Zierikzee, in de eerste week van November. Namens de roepende Kerk van Brouwershaven. M. van de Bijl, J.Az,- Bruinis se. Zondag 1.1. maakte onze geliefde Leeraar aan de Gemeente bekend, dat hy een roeping had ontvangen naar de Geref. Kerk te Zweeloo. Hartelijk wenschen we dat ds. de Jager ons nog niet zal verlaten. Namens den Kerkeraad, N. J. Bastmeijer, Scriba. CLASSIS THOLEN. De vacature-beurten in de kerken Rilland en Poortvliet zyn als volgt geregeld Rilland25 October ds. de Bruijn. 1 November ds. Lammertsma. 6 December ds. v. d. Kooij. 3 Januari ds. Sybrandy. Poortvliet: 25 October ds. Dekkers. 15 November ds. v. d. Kooij. 6 December ds. Sybrandy. 27 December ds. Lammertsma. 17 Januari ds. de Bruijn. De deputaat tot regeling der vacature-beurten Tholen, 14 Oct. 1908. J. H. Lammertsma. In een voorwoord zegt de schrijver: „De volgende opstellen, waarin alleen de profeten uit het Oude Testament behandeld worden van wie ons een geschrift is bewaard gebleven, be doelen vooral de persoonlijkheid der profeten te teekenen in de lijst van hun tijd en stellen dus de menschelijke zijde der profetie op den voorgrond. Ik ben my levendig bewust daar mee geen verklaring te hebben gegeven van het verschijnsel dat wy het profetisme noemen. Maar eer wy trachten te verklarenmoeten wy kennen. Zoo heb ik gepoogd de profeten zelve te laten zien, zooals zy zich in hunne geschrif ten ons toonen." Op welke wijze hij dit doel tracht te berei ken, leert u de teekening, welke hy geeft van den profeet Nahum, waarvan wy het volgende U voorleggen „Ik heb u de grootheid van het toenmalige Ninevé ietwat in den breede geteekend, want eerst tegen deze achtergrond komt de prediking van Nahum's profetie in het beste licht te staan. Stel u voor: deze onbekende uit het kleine Juda tegenover dat ontzaglijke ryk van Assur niet in woede de vuist er tegen ballend, dat zou slechts belachelijk zyn maar in rustige zekerheid, met zijn blyde gewisheid het den ondergang aanzeggendstel u dat voor en ge verstaat iets van de heldenziel van dezen profeet, van zyn dapper geloof, dat zich door niets laat bang maken. Tegenover dat Ninevé staat Nahum met zyn Goden nu krijgt hy den rechten blik op de dingen, nu komen alle dingen in de juiste ver houding onder zyn oog te staan, ook dat mach tige wereldrijk. Wat is het nu klein voor den profeet, die het beziet van uit het standpunt Gods, van uit den hemel. goddeloos dit ook was geweest, daaraan nooit had meegedaan. Hy kon er daarom ook nu des te gemakke lijker voor bewaard blyven, al werden hem ook allerlei strikken gespannen. Daarenboven boeren, die hy vroeger ge meden had om hunne vroomheid, en dezulkeD, die met hem, omdat hy als een spotter be kend stond, liever niet wilden handelen, zocht hij nu op, en zy wederkeerig, handelden nu gaarne met hem. Het was hem dan ook zoo voordeelig gegaan, dat hy het huis, dat hy eerst gehuurd had, reeds had gekocht, en de oude varkensschuur was reeds door een nieuwe vervangen, terwijl zyn woning door verbouwing een gansch ander aanzien had verkregen. Ove rigens zoo zeiden we was er in dien tyd weinig bijzonders gebeurd. Op zekeren avond echter, toen hy met zyn varkenswagen van de markt thuis kwam, reed hy niet zyn erf op, als naar gewoonte, maar hield voor zyn woning stil, terwijl hy zyn vrouw toeriep: „ik moet nog even verder, doch kom dadelijk terug". Op de vraag van zyn vrouw, wat er dan wel aan de hand mocht zyn, antwoordde hy„Ik zal u dat straks wel meedeelen, waarna hy weer op zyn wagen sprong en wegreed. Zie hier wat gebeurd was. Op de markt had een beschonken boer Harm Hij die de grootheid Gods zoo diep gevoelt, doorziet al te scherp de ydelheid, de innerlijke zwakheid van die menschelijke grootheid. Zy is op geweld gebouwd en kan dus door geweld weer vernietigd worden. Die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. Er is geen inuerlyke eenheid des levens, die de deelen samenhoudt, saamvoegt elk op zyn plaats, er is slechts de uiterlijke band van ruwe kracht, die samendwingt wat uiteen vallen moet, zoo dra de band ook maar even loslaat. Hoe zou de bloedstad gansch en al vol bedrog in ge weld kunnen bestaan, zoolang Jehova regeert, Hij, de Machtigede RechtvaardigeNinevé moge pralen en pronken, Nahum staat vast in zyn geloofhet oordeel der Goddelijke gerech tigheid is nabij. Zoo vreest hy de wereldmacht niet. En hij aanbidt haar ook niet. Hy wil niet met haar boeleeren. Zoo waren er zeker, misschien ook onder Israël, die, verblind door den voorspoed en den luister van Ninevé's naam, met haar goede vriendschap wilden sluiten en verzoend werden met al haar onrecht en geweld door de gedachte van het nut, dat zy stichtte. Zy be vorderde toch handel en nijverheid en ver spreidde toch ook kunst en beschaving. Al wat Assyrie was kwam wel bij velen in de mode. Als een bevallige lichtekooi, een meesteres in tooverkunsten, verstrikte Ninevé de volken door hare hoeraryen (8 4). Maar de profeet liet zich niet verstrikken. Hij werd niet verblind door dien glans, hy viel niet op de knieën voor den voorspoed van bruut geweld, voor het suc ces van ruwe kracht, hy boog niet mee voor het onrecht en het kwaad, omdat het voordeel brachthy bleef staan, hoekig, vierkant, be ginselvast, heldhaftig in zyn geloof in de groot heid en gerechtigheid van Jehova alleen." Ziehier een proeve, welke ons doet zien, op welke wyze de schrijver zyn taak volvoert en die ons zeggen doet, dat zyn boek de lezing en over denking verdient. Duidelijk is de beschrijving van de personen en de toestanden uit die da gen en zy maakt ons het verstaan van het pro fetisch woord gemakkelijker. Er is echter een groote schaduwzijde aan dit werk. De schrijver heeft een schriftbeschouwing, welke ver afwijkt van de Gereformeerde. Het menschelijke in de profetie boeit hem blijkbaar, en dit is niet verkeerd; maar jammer is het, dat hy het goddelijke minder tot zyn recht laat komen. En dit is erg en het maakt dat wij dit boek niet onvoorwaardelijk aan bevelen kunnen. Om aan te toonen dat deze beschuldiging grond heeft, zullen wy al leen wijzen op wat hy neerschreef op blad zijde 371„Het (boek Jona) is een prediking in den vorm van een geschiedenis. Het behoort dus tot een vorm van litteratuur als in elke taal wordt aangetroffen de novelle, die een waar heid kleedt in het gewaad van een gebeurte nis, hetzy uit de werkelijkheid genomen of door de fantasie geschapen. Dit is, men weet het, een zeer gewone vorm, waarvan menig schrijver die zyn volks iets had te zeggen, zich heeft bediend om het op een voor allen begrijpelijke wyze te zeggen. En elk begrijpt de bedoeling van een dergelijk verhaal. Niemand maakt zich dan druk om de geschiedenis als zoodanig, nie mand vraagt angstvallig of het wel wezenlijk precies zoo is gebeurd, zooals wy een historie schrijver willen narekenen, ieder voelt, dat het den schrijver niet te doen is geweest om eenig voorval mee te deelen, dat toen en daar, juist zoo is voorgekomen, maar om een eeuwige, altyd en overal geldende waarheid in een beeld aan- Tiemens geheeten, op allerlei wyze Bart be spot en gescholden, doch Bart had zich niet daaraan gestoord. Daardoor was Tiemens des te boozer ge worden. En toen eenigen tyd later Bart in de her berg moest wezen om met andere kooplui af te rekenen, ontmoette hy daar Harm Tiemens weer, die opnieuw begon te sarren en te schel den. Ook nu deed Bart of hy niets hoorde, doch tengevolge daarvan werd Tiemens nu zoo woedend, dat hy opstond en op Bart toeliep om hem een flink pak slaag te geven. In zyn dronkenschap was hy echter voor hy by Bart gekomen was, gevallen, en had hy daarbij een hoofdwond opgeloopen. Toen men hem opnam ontdekte men, dat hy een mes in de hand had, waarvan de punt hem in 't hoofd gedron gen was. Hevig bloedende had men hem in een nabyzynde keuken gebracht; en een ge neesheer was ontboden die de wond verbon den had. Door dit voorval was hem de gelegenheid benomen het Bart langer moeielyk te maken. (Wordt vervolgd.) schouwelyk te maken." Meer af te schrijven is niet noodig. Dit is voldoende om te zien, hoe de schrijver oordeelt over het boek Jona, en welk een beschouwing achter dit oordeel zit. En die beschouwing doet te kort aan den eerbied, dien wy hebben voor den eersten Auteur, den Heiligen Geest. Wie goed rekening houdt met deze o. i. groote fout en zich derhalve by het lezen niet ongemerkt op dit spoor laat leiden, kan dit boek met vrucht lezen en zal zyn kennis ver rijken met wat ons hier in een zeer duidelyken en aantrekkelyken vorm wordt aangeboden. Bouma. Deze beknopte verklaring van ons oud-leer boek is duidelijk en degelijk. Dit blykt overal, waar gij het opslaat en naziet. Ik geef slechts een enkele proef. Onder Zondag II vinden wy deze aanteekening„De wel Gods is de uitdruk king van Gods geopenbaarden wil en dus de regel, waarnaar Hy wil dat de mensch zyn leven zal richten. Deze wil is voor den mensch eene wet, om dat hy verplicht is gewillig zich daarnaar te schikken, wyl God als Schepper een onbeperkt eigendomsrecht heeft ook over den mensch, en daarmee Souverein gezag. Het leven naar die wet eischt dus ook in de eerste plaats erkenning van dat gezag, en daar om een richten van het leven naar dien souve- reinen wil, en de zonde is daardoor niet alleen een afwijken van den door God gestelden leef regel, maar ook een miskenning van Zijn gezag. Het van God gegeven middel om onze zonden te kennen is dan ook, onze levensuitingen te toetsen aan de wet Gods." Catechisanten, die eenige belangstelling hebben in de waarheid en een begeerte om met vrucht het onderwijs te volgen, vinden hier een verklaring van de hoofdzaken, welke zy raad plegen kunnen en doen zy dit elke week trouw, dan zullen ze er zeker winst van hebben. De uitgever zorgde voor een handig formaat en een heldere letter, en de prys van 75 cent voor zulk een gecartonneerd boekske kan geen bezwaar opleveren. Wy kunnen het met vrijmoedigheid aanbe velen, en hopen, dat velen het koopen en met nauwgezetheid gebruiken zullen. Onder den zegen des Heeren kan het dienstbaar zyn tot vermeerdering der kennis van de waarheden onzer kostbare belijdenis. Bouma. Tegen „den grootsten vijand der jeugd" bindt ook dit boekje den strijd aan. Menige vader en menige moeder durft het onderwerp niet aan te roeren, en het gevolg is, dat onze jonge mannen het in den regel hooren van hen die het op een verkeerde wyze bespreken. Welnu, hier zyn mannen aan het woord, die dezen vijand van onze zonen kennen, hem teekenen en hem met krachtige wapenen bevechten. La ten de ouders, die kinderen van zulk een leef tijd hebben, het koopen, zelf eerst lezen om zich opnieuw te overtuigen, welk gevaar dreigt en welk een stryd er noodig is, en het daarna met een ernstig woord ter overdenking geven aan hunne zonen. Te veel is er reeds in dit opzicht ook in onze kringen verwaarloosd. Laat het gebed om de bewaring onzer kin deren en een goede voorlichting zich vermenig vuldigen. Bouma. leer niet overeenkomende met andere Schrift waarheden door ds A. M. Dier- manse. Uitgever dhr. A. van Zijl, Den Haag. Prys f 0.55. Door allerlei omstandigheden, waaronder in den laatsten tyd zeer droeve, moest de bespre king van dit boekske, zeer tot onzen spijt, eeni gen tyd uitgesteld worden. Toch verdient ook dit derde werkje van br. Diermanse ten'volle, dat de aandacht onzer lezers er op gevestigd wordt. Gelijk men zich herinneren zal, zagen van zyne hand reeds twee geschriften het licht over de beteekenisvolle vraagof gesteld moet worden dat de uitverkoren kinderen, tenminste zoover zy in het Verbond geboren zyn, weder geboren zyn. Wy hebben hier dus te doen met eene voortgaande studie inzake het hoogst be langrijke onderwerp der wedergeboortewerd in het eerste geschrift een antwoord gegeven op de vraag of die leer (n.l. dat de uitverko ren kinderen wedergeboren zyn) eisch des Ver- bonds, en in het tweede of zy eisch des Doops is, in het derde wordt aangetoond dat deze leer iseen leer niet overeenkomende met andere Schriftwaarheden. Ook dit derde geschrift legt weer getuige nis af van eene nauwgezette studie en een grondig onderzoek. Wel verre van vluchtig over de dingen heen te glyden, pakt de schrijver zyn onderwerp zóó aan, dat hy er geheel in leefthy laat het niet los vóór hy het van alle zyden bezien heeft; hy blijft niet by de op pervlakte staan, maar dringt tot de diepte door. Vandaar dan ook dat, naar het schier eenparig, zeer welwillend oordeel der Pers, ds. Diermanse de man is die recht heeft om over deze hoogst belangrijke zaak mee te spreken. Of men het in hoofdzaak al of niet met hem eens is, of men in ondergeschikte punten al dan niet in gedachten met hem verschilt, zyne degelijke studie eischt dat men naar hem hoore. Dit schier eenparig getuigenis is voorzeker de beste aanbeveling om ook dit derde geschrift zich aan te schaffen en ernstig te overwegen. In Hfdst. I toont de schrijver aan dat, indien de leer dat de uitverkoren kinderen, althans zoover zy in het Verbond geboren zyn, alreeds zijn wedergeboren juist is, het Woord der prediking dan eigenlijk niet meer is aan te merken als een zaad der wedergeboorte. „De feitelijke regel wordt dan dat de eigenlijke weder geboorte in de Kerk alleen plaats heeft door den Geest zonder het uitwendige Woord." In Hfdst. II wordt tegen die leer aangevoerd dat zy „met onbedwingbare konsekwensie" leidt „tot de niet te verdedigen voorstelling van een mogelijkheid van wedergeboorte voorloopig zon der bekeering." Het algemeen erkende feit van bekeering op lateren leeftijd moet van zelf leiden tot de stelling dat wedergeboorte en bekeering door een korter of langer tijdsverloop van el kander kunnen gescheiden zyn". In Hfdst. III wordt een onderzoek ingesteld naar de ingrij pende en bedenkelijke gevolgen" waartoe die leer leidt; terwijl in Hfdst. IV.deze studie be sloten wordt met „èn de H. Schrift nog eens te doen spreken èn de groote Calvyn". Maar genoeg. Men leze en oordeele. Evenals de beide werkjes die voorafgingen, bevelen we ook deze derde studie van harte aan. Tezamen vormen zij een goed geheel dat een helder licht doet vallen op een zeer actueel en hoogst be langrijk onderwerp. Zy bieden ruime stof tot ryke leering en nopen tot ernstige overweging. N. P. Littooij. CORRESPONDENTIE. Het verslag der classis Tholen hopen we de volgende week op te nemenvoor dit num mer kwam het wel wat te laak. Redactie. D. V. WOENSDAG 21 OCTOBER 1908, des avonds 8 uur, in de Consistorie der Gasthuis- kerk. O. m. zal de Weleerwaarde Zeergeleerde Heer Dr. L. WAGENAAR spreken over: „Het Jonge lieven". Alle aanbiedingen van BOLLE, COHEN, CALLENBACH, DAAMEN en andere levert tegen denzelfden prijs. De Catalogus der GULDENS, TWEE- en DRIE GULDENS PAKKETTEN VAN DAAMEN is te bekomen by die deze pakketten spoedig levert. daarom zoolang de voorraad strekt van de navolgende ACTA's DER SYNODE, tegen zeer sterk verminderde prijzen. thans 1. Synode Utrecht 1888. Prys f0.90 f0.40 2. 1889. -0.80-0.35 3. Leeuwarden 1890. -1.10-0.50 4. 's Hage 1891. -1.50 - 0.70 5. Amsterdam 1892. - 2.90 -1.20 6. Dordrecht 1893. - 3.20 -1.50 7. Utrecht 1905. -4.40-2.00 8. Advies Gravamen Art. 36 (1905) - 0.40 - 0.15 By bestelling is opgave van het nummer voldoende. De geheele verzameling wordt geleverd v. f 5. Aangezien de voorraad gering is wordt spoe dige bestelling gewenscht geacht aan den Uit gever J. H. KOK te Kampen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3