FEUILLETON. KERK, BELIJDENIS, ZENDING. stemming wordt verkregen, deze zaak aan de beslissing der Generale Synode te onderwerpen. Desnoodig wordt een Generale Synode bij eengeroepen binnen denzelfden tyd als in het vorige Artikel is bepaald. Art. 5. De hoogleeraren en andere Docen ten onderteekenen vóór dat ze in functie tre den, een door de kerken vastgesteld Formulier, waardoor zy hunne instemming betuigen met de belijdenisschriften der Gereformeerde Ker ken en zich uitdrukkelijk verbinden in woord of geschrift niets te zullen leeren, dat daar mede strijdig is. Dit formulier wordt niet vastgesteld, noch gewijzigd zonder voorafgaand overleg met de Directeuren en Curatoren der Vrije Universiteit. Art. 6. De instructie voor allen, aan wie in de Theol. Faculteit eenig onderwijs is opge dragen, zal niets bevatten, dat met den inhoud van dit contract in strijd is. Zij wordt niet vastgesteld noch gewijzigd zonder voorafgaand overleg met de kerkelijke Deputaten. Art. 7. De kerken houden door middel van hare deputaten toezicht op het onderwijs der Hoogleeraren en andere Docenten in de Theol. Faculteit. De Deputaten hebben het recht de colleges, de examens en de promoties in de Theol. Faculteit bij te wonen. De series lectionum wordt hun telken jare terstond na de vaststelling toegezonden. Van alle voorgenomen examens en promoties wordt vanwege de Faculteit aan het door hen opgegeven adres, zoo tijdig mogelijk en in ieder geval ten minste twee dagen te voren, bericht gezonden. Art. 8. Indien de deputaten der kerken bij eenig Hoogleeraar of ander Docent in de Theol. Faculteit afwijking van de belijdenis der Geref. Kerken in leer of leven, of ongeschiktheid van zjjn onderwijs voor de opleiding tot den dienst des Woords, meenen te ontdekken, en wel in die mate, dat hieruit naar hun oordeel gevaar voor de opleiding tot den Dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken ontstaat, zullen zjj door saamspreking met den hierbij betrokken Hoogleeraar of ander Docent, en dat wel zoo lang mogelijk, zonder daaraan openbaarheid te geven, de bezwaren uit den weg zien te ruimen. Wanneer deze pogingen niet leiden tot weg neming der gerezen bedenkingen, zullen de deputaten, indien hun bezwaar de getrouwheid aan de Belijdenis der Geref. Kerken, in leer of leven betreft, zich wenden tot de Directeuren der Vereeniging en in gemotiveerd schrijven den bedoelden Hoogleeraar of ander Docent voordragen voor schorsing of ontslag. De directeuren verbinden zich om, zoo zij met het oordeel der Deputaten instemmen, be doelden Hoogleeraar of ander Docent zoo spoe dig mogelijk te schorsen of te ontslaan. Wanneer de directeuren zich niet met het oordeel der deputaten vereenigen en het inge brachte bezwaar door overleg niet kan worden weggenomen, dan staat de finale beslissing aan de Generale Synode. In dit geval zullen de Deputaten binnen een maand de maatregelen nemen, die noodig zijn, opdat binnen zes maanden daarna de Generale Synode byéénkome. Betreft het bezwaar de geschiktheid om mede te werken tot de Opleiding voor den Dienst des Woords, zoodat naar het oordeel der De putaten het onderwijs in de Theol. Faculteit Een verhaal door PEKAH. 9) TWEEDE HOOFDSTUK. Ten zegen voor anderen. De lezer moet zich over dit gemis aan vrij moedigheid bij Bart niet verwonderen. Al was hij ook op zoo krachtige en kennelijke wijze tot God bekeerd, hij was nooit gewoon ge weest te bidden. En om dan ook te bidden ten aanhoore van anderen, het laat zich gemak kelijk verklaren, dat dit dan ook niet zoo spoe dig ging, en voor Bart niet zoo gemakkelijk was. Helaas 1 zelfs menigeen, van wien men dit wel zou verwachten, deed en doet dit nooit. En waar niet hardop gebeden wordt, daar is de stichting van het gebed en door het gebed, ook gewoonlijk ver te zoeken. Zelfs is het voor ons menigmaal de vraag geweest, of met dat zoogenaamde stille gebed" er wel waarlijk gebeden wordt. Na den avondmaaltijd dankte boer Hannes, en men ging uiteeD, doch niet dan na eerst beloofd te hebben de volgende week een avond bij Bart samen te komen. Haarsma en zijn vrouw meenden echter, dat z\j dit niet konden beloven, want dan zouden voor die opleiding ongeschikt is, dan zullen de Deputaten in overleg treden met de Curatoren der Vrije Universiteit. Leidt dit overleg niet tot wegneming van het gerezen bezwaar, dan geven de Deputaten in gemotiveerd schrijven kennis van dat bezwaar aan de Directeuren, met verzoek om de noodige maatregelen te nemen. Wordt aan dit verzoek niet voldaan endoor nader overleg geen overeenstemming verkregen, dan zal de Generale Synode over'jhet ingediende bezwaar haar oordeel uitspreken. Stemt de Generale Synode met het oordeel der Deputaten in, dan zullen de Directeuren zoo spoedig mogelijk óf overgaan tot schorsing of ontslag van den hierbij betrokken hoogleeraar of anderen docent, óf alsnog in overleg met de Kerkelijke Deputaten maatregelen nemen, waar door het onderwijs in de Theologische Faculteit ook naar hun oordeel geschikt zal zijn voor de opleiding tot den Dienst des Woords. Indien dit laatste overleg niet leidt tot overeenstem ming, zal dit contract geacht worden ontbonden te zijn. Art. 9. Wanneer een hoogleeraar of ander docent in de Theologische Faculteit naar het oordeel van de directeuren der Vrije Universi teit moet worden geschorst of ontslagen, wordt dit in gemotiveerd schrijven medegedeeld aan de kerkelijke deputaten. Betreft de bedenking der directeuren ver meende ontrouw tegenover eenig artikel der Belijdenisschriften der Gereformeerde Kerken, dan brengen de deputaten hun oordeel over de motieven van de voorgenomen schorsing of van het voorgenomen ontslag binnen ééne maand schriftelijk ter kennis van de directeuren. Stemt de meerderheid der deputaten niet in met de bedenking der directeuren, dan treden zij met dezen in overleg. Leidt dit overleg niet tot overeenstemming, dan zal de Generale Synode hierover beslissen. Hierbij blijft echter ongerept het recht der directeuren om den bedoelden hoogleeraar of anderen docent wegens in den kring der Uni versiteit geldende bepalingen te schorsen of te ontslaan. Art. 10. Bij de regeling en inrichting van het onderwijs in de Theologische Faculteit, zal rekening gehouden worden met de eischen, die door de Generale Synode voor de Kerkelijke examens werden gesteld. Wanneer met het oog op de geschiktheid van het onderwijs in de Theologische Faculteit om op te leiden voor den dienst des Woords, naar het oordeel der Deputaten, uitbreiding van onderwijs noodig is, treden zij in overleg met de Curatoren der Vrije Universiteit, die hierin zoo veel en zoo spoedig als mogelijk is, zullen voorzien. Art. 11. De Directeuren dragen aan de Hoog leeraren in de Theol. Faculteit op, toezicht te houden op de leer en het leven der studenten die opgeleid worden tot den dienst des Woords. Art. 12. De deputaten zijn bevoegd, om met betrekking tot het toezicht op de studenten der Theologische Faculteitmet betrekking tot de series Lectionum, of met betrekking tot de opleiding voor den dienst des Woords in 't algemeen, over alles wat zjj noodig of wen- schelijk achten, in overleg te treden met de Theologische Faculteit, of indien de aard der zaak dit meebrengt, met de Directeuren of Cu ratoren der Vrije Universiteit. Art. 13. De Kerken verbinden zich om de juist de ouders van Klaas eenige dagen bij hen komen doorbrengen. „Dat is geen bezwaar", meende Bart, „want dan breng je die ook maar mee". En zoo werd afgesproken. De ouders van Klaas, die zooals we reeds meedeelden, beiden ook godvreezende menschen waren, wisten al van den gunstigen ommekeer bjj hunne kinderen. Het spreekt vanzelf, dat Klaas daarover al een en ander aan zijne ouders geschreven had, want waar het hart vol van is, daar loopt de mond, en als het moet, ook de pen van over. En dat dit heugelijke nieuws met blijdschap vernomen was, laat zich ook gemakkelijk begrijpen. Er is toch geen grooter genot voor het hart van godvreezende ouders, dan dit dat hunne kinderen wandelen in den weg des Verbonds, en dat hunne wegén ge richt zijn op het pad der godsvrucht. Zij hadden ook reeds iets gehoord van wat er te A. gebeurd was met zekeren Bart Rom- kes, want Klaas had dit ook aan zijn vader reeds gedeeltelijk geschreven. In blijde verwachting verbeidden dan nu ook Klaas en zijne vrouw de komst hunner ouders. Te voren zagen zij er wel wat tegen op, dat hunne ouders hen bezochten, want zij wisten vooruit wel, dat zij dan ook weer ern stige vermaningen en waarschuwingen zouden gewone en buitengewone tHoogleeraren der Theol. Faculteit uit te noodigen, als advisee- rende leden in hare Generale Synode zitting te nemen. Art. 14. De Kerken steunen de Theol. Fa culteit met minstens twee collecten per jaar. Art. 15. Elke Gen. Synode brengt de namen harer deputaten voor de oefening van het ver band met de Theol. Faculteit ter kennis van de Directeuren der Vereeniging voor Hooger onderwijs op Gereformeerden Grondslag, en zulks met overlegging van een afschrift der aan deze deputaten gegeven instructie. Art. 16. Dit contract, dat alleen met weder- zijdsch goedvinden kan worden gewijzigd, waar toe beide partijen voorstellen kunnen doen, wordt aangegaan voor onbepaalden tijd, met dien verstande evenwel, dat het wederzijds op zegbaar is, mits de eene aan de andere partij daarvan minstens een jaar te voren kennis geeft. Littooij. Een goede Vergadering. Het is een goede gedachte geweest, om de Besturen en de Onderwijzers van de Christelijke Scholen, die in onze Provincie bij den School raad aangesloten zijn, eenmaal in het jaar samen te brengen, opdat zij met elkander kunnen be raadslagen over de zaak, waarvoor zy arbeiden. Verleden Vrijdag werd de tweede vergadering gehouden te Middelburg onder de leiding van den heer Mr. Dieleman. Naar ik vernomen heb, was het reeds in de voormiddag-vergade ring recht gezellig, aangenaam en leerzaam en na de pauze werden twee belangrijke Referaten gehouden, een door den heer van Dijl, hoofd der Christelijke School te Wemeldinge, over de vraag of de methode van onderwijs in de vader- landsche geschiedenis niet vervangen moet worden door een andere, die in sommige krin gen zeer luide wordt aanbevolen en uitbundig geprezenen het andere door den heer Hage, hoofd eener Christelijke School te Middelburg overSchooltoezicht. Na de referaten, die degelijk en helder waren, ontstond er een drukke discussie, waardoor de zaak voor de minder- ingewijden zeer duidelijk werd. Discussie toch heeft dit goede, dat zij de zaak nog eens voor de aandacht brengt, en nu eens den nadruk legt op dit en dan weder op dat deel. Zü licht als 't ware sommige dingen er over uit, en laat die zien, en wijl daarbij verschil van inzicht dikwijls blijkt, kan ieder er beter over oordeelen. Gelijk het altijd gaat, zoo ging het ook hier, de bespreking stond niet altijd even hoog. Zij rees en daalde maar over het geheel was zij zeer vruchtbaar. Het aantal Bestuursleden en Onderwijzers was nog al groot en ook andere belangstel lenden waren opgekomen. Er hadden echter wel meer kunnen zijn, en het komt mij voor, dat het in het belang van het christelijk onder wijs is, wanneer een volgende vergadering nog beter bezocht mag zijn. Het is zeer goed, dat men elkander eens ontmoet, men spreekt er gemeenschappelijk, beraadslaagt, hoever wij zijn en wat er nog te doen valt. En er is nog zooveel te doen. Onze christelijke scholen kunnen en moeten nu verderzij moeten nu vooral toonen, wat zjj vermogen. Over de gedachten, welke by mij oprezen in dit samenzijn, hoop ik een volgende week nog iets te schrijven. Botjma. moeten hooren. Maar nu alles zoo gansch an ders bjj hen geworden was, verlangden zjj naar het oogenblik, dat zij hunne ouders eens alles konden meedeelen, want zij konden hier over beter spreken dan schrijven. Zoo was dan eindelijk de dag gekomen, waarop de oude Haarsma met zijne vrouw bij Klaas gekomen was. Spoedig werd nu door Klaas alles verteld wat sedert hun laatste be zoek gebeurd was, en de oude vrouw Haarsma had tranen van blijdschap geschreid. Ook werd hen medegedeeld dat zij samen Bart Romkes zouden bezoeken. En alles wat zy van Bart reeds vernomen hadden, was oorzaak dat zij gaarne met hunne kinderen wilden meegaan om eens een avond bij den nieuwen vriend van Klaas door te brengen en met hem eens nader kennis te maken. Hoewel onbekend, bewoog zich toch de oude Haarsma zeer gemakkelijk in dien kleinen kring van vrienden, en met boer Hannes want soort zoekt soort, ook in jaren, had hij al spoedig een gesprek aangeknoopt. En toen hij ook nu nog eens weer vernam, op wat won derlijke wijze en hoe ongedacht en onverwacht de Heere Bart opzijn zondigen weg had staande gehouden, kon hy niet nalaten te zeggen „Ik verheug mij daarover ten zeerste, in de eerste plaats voor U zelf, maar niet minder ook voor rnyne kinderen. Menigmaal heb ik in den laatsten tyd gevreesd, dat zy op de doolpaden der wereld hoe langer zoo meer zouden afglijden» UIT HET LEVJKN, Niet te verre. Er was een zware vermenging van ongedierte over Egypte gekomen. Het gansche land werd er door verdorven. De nood was dan ook zoo groot, dat Farao in arren moede besloot de kinderen Israels te laten trekken om hun God te offeren in de woestijn. Alleen maar, ze moesten er toch vooral om denken geenzins te verre te gaan. Faraö zou wat toegeven, maar dan moest Mozes ook wat toegeven. Het was dan goed, dat ze wegtrokken naar de woestijn, mits niet te ver. Men moet van weerszijden wat geven en nemen. De kinderen Israels moesten het uiterste niet eischen. Faraö zou ze hun gang laten gaan, als ze het nu maar niet te ver dreven. Hy gunde hun de vrijheid, maar ze moesten maat weten te houden en begrypen, dat er een grens was. Zulke menschen als Faraö zijn er meer. Ze redeneeren ook evenals hy ga uw gangmaar ga niet te ver. Een mensch, zoo zeggen zy, moet in alle dingen maat weten te houden. Wil iemand vroom zijn, laat hem zyn gang gaan, mits hy het maar niet te ver drijft. En wil iemand wat van de wereld genieten, laat hem ook zyn gang gaan, mits hy het eveneens maar weer niet te ver dryft. Men moet ieder zyn vrijheid gunnen, als men maar onthoudt, dat overal een grens aan is. Ze houden dan ook niets van die doortrekkers, die als ze a. hebben gezegd ook b. zeggen, en de grenslijn tusschen goed en kwaad zoo scherp mogelijk afteekenen. Ze houden meer van geven en ne men. Menschen met een meegaand karakter zyn meer naar hun hart, dan lieden, die in alles zoo beslist voor den dag komen. Yoor dezen raad om nieste ver te gaan, staan de ooren dan ook wel open. Het is een Evan gelie naar den mensch. Het klinkt zoo verzoe nend. Wie zou er niet naar luisteren. Als ge iemand de vrijheid gunt, dan wil hy u wel be loven, dat hy van die vrijheid geen misbruik zal maken. Neemt de proef maar eens op uw kinderen, als ge kinderen hebt. Zegt tot uw jongenge moet dit doen of ge moet dat la ten het zal den jongen niet naar den zin zyn. Hy zet een zuur gezicht, draait zich onwillig om, pruttelt tegen, en gaat eindelijk met loome schreden zijns weegs, als hy ziet, dat zyn op positie hem toch niet baat. Maar zegt tot uw jongenga uw gang, doch wees voorzichtig, ga niet te ver; dan zyt ge de beste vader en moeder, die hij kent, en hy wil het u gaarne beloven, dat hy voorzichtig zal zyn, nu gy hem de vrijheid maar gegund hebt. Vooral op godsdienstig gebied zyn vele men schen van oordeel, dat men niet te ver moet gaan, noch ter rechter- noch te linkerhand. Men kan immers zeer goed een godsdienstig mensch zyn, zonder dat men, gelijk sommigen, overal den godsdienst by behoeft te halen. De menschen, die driemaal op een dag in den bij bel lezen, des Zondags tweemaal naar de kerk gaan, hun kinderen liever naar een Christelij ke school zenden, die een uur uit de buurt is dan naar de Openbare, die over de deur staat, zich warm maken voor een verkiezing, zich arm geven voor allerlei inrichtingenzulke men schen dryven den godsdienst veel te ver. De godsdienst zit niet in al die uitwendige dingen. De godsdienst zit van binnen. Ze is een zaak van de binnenkamer. Ge kunt zeer goed vroom en godsdienstig zyn, al neemt ge alles zoo zwaar maar deze gebeurtenis heeft God willen gebrui ken om ook hen weer terecht te brengen. Met de meeste bezorgdheid zag ik hunne afwijkin gen en vermaande hen daarom des te ernstiger, en ik liet ook niet af voor hen te bidden en in vurige smeeking hen den Heere op te dra gen. En ziet, de Heere heeft die gebeden ge nadig willen hooren. Hy heeft ze verhoord en in ontferming zich ook tot onze kinderen neer gebogen. Gods woord zegt ons„De vurige kool is voor de doove koolen dit is ook hier weer bewaarheid. De Heere wil somtijds de een voor den ander ten zegen stellen en Hy zoekt het weggedrevene en brengt het afge dwaalde terecht, meestal op gansch andere wijze en langs geheel andere wegen, dan wy ons voorstelden of voorstellen konden." En nu begon Bart's vrouw te vertellen, dat Klaas Haarsma ook voor haren man reeds ten zegen was geweest„want zoo zeide zy sedert wy de vorige week by U zyn geweest heeft Bart ook telkens hardop gebeden." „Ja menschen!" zoo sprak boer Hannes nu, „zoo moeten we voor elkander zyn tot een hand en een voet op den weg des levens. De Heere heeft ons niet noodig, maar daarom is het des te grooter eere voor ons, dat de Heere toch gedurig ons voor elkander wil gebruiken." Onder allerlei gesprekken, waarin bovenal Gods genade werd geprezen, vlogen de uren voorbij, en toen men van elkander afscheid nam, was de oude Haarsma niet weinig ver-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 2