aangeboden concept-formulier voor onderteeke- ning'voor Hoogleeraren en Docenten der Theol. Facul., welk formulier, zoodra het vernieuwde contract, conform hetaaangenomen voorstel, zal zyn§ gesloten, zalj vastgesteld worden, nadat hierover behoorlijk overleg met de Directeuren en Curatoren der V. U. zal zijn gepleegd. Allereerst wordt volgens deze voorstellen de in b genoemde concept-instructie behandeld. Deze wordt na breede bespreking aangeno men, zooals zij door de commissie is ingediend. Daarna wordt vastgesteld het formulier van onderteekening voor Hoogleeraren en Docenten der Theol. Faculteit. Hierna werden aangeno men de hierboven genoemde voorstellen der commissie. Op voorstel van Prof. Lindeboom wordt aan de Deputaten voor de correspondentie met Buitenlandsche Kerken met het oog op een eventueel bezoek aan de Z.-Afrikaansche kerken, toegestaan, des noodig f 1000 per jaar uit te geven. Ds. van Schelven dient het volgende voor stel in „De Generale Synode draagt aan Curatoren der Theol. School op, met de Hoogleeraren te Kampen te overwegen, of het wenschelijk en doenlijk zal zijn de Theol. School te brengen ter plaatse waar de V. U. gevestigd is; en machtigt Curatoren, bijaldien deze vraag be vestigend beantwoord mocht worden, een advies met de noodige toelichting en uitwerking aan de Kerken toe te zenden." De Hoogleeraren van de Theol. School ver klaren, dat er geen bezwaar bestaat, om deze opdracht aan Curatoren te verleenen. Daarna besluit de Synode conform dit voorstel^met al- gemeene stemmen. Op voorstel van de dd. L. Bouma, W. Breu kelaar, G. Geerds, J. A. Goedbloed, F. J. ten Hoor en J. H. Landwehr besluit de Synode a. Aan de Curatoren der Theol. School op te dragen om, indien er voor 1 Jan. 1911 één of meer vacatures ontstaan in 't college van Hoogleeraren aan de Theol. School, zoo spoe dig mogelijk na het ontstaan der vacature en ten minste binnen een maand, de kerk, die met de samenroeping der Gen. Synode is be last, uit te noodigen, dat zij, zoo spoedig als mogelijk is, en in elk geval binnen zes maan den, de kerken in Generale Synode bijeen roepe om over de zaak der benoeming te beslissen. b. Aan de roepende kerk voor de e. k. Ge nerale Synode op te dragen, aan een eventu- eele uitnoodiging als sub a is genoemd, te voldoen. De volgende Generale Synode zal te Zwolle gehouden worden. De Synode was hiermee aan het einde van hare werkzaamheden gekomen. De Praeses spreekt nu het slotwoord. Kerk en Negotie. Hoe wonderlijk het moge schijnen, toch worden deze twee, Kerk en Negotie, niet zel den innig samenverbonden. Dat verband k a n op allerlei manier gelegd worden. Men kan spreken van de negotie, die d o o r de Kerk gedreven wordt. Zulk een verband is er, zeer menigvuldig zelfs. De Kerk doet negotie in zitplaatsen in het kerkgebouw. Zij koopt en verkoopt, huurt en verhuurt panden. Zij verkoopt hare officieels berichten, en geeft bladen uit. Al dergelijke negotie wordt door plaatselijke Kerken afzonderlijk of in vereeni- waren. En opmerkelijk zij waren nu ook niet meer zoo afgetrokken en op zichzelf als te voren. Trouwens, dit kon ook niet an ders, want er werd nu ook behoefte gevoeld om voor anderen ook eens het hart uit te storten. Het ging echter niet zoo gemakkelijk om bij anderen ingang te verkrijgen. Zij hadden zich altijd teveel teruggetrokken, dan dat men nu zoo op eens den omgang met hen wilde zoeken. En ofschoon hen dit zeer tot smart was, ge voelden zij toch dat zij zelf de schuld ervan waren. Doch ook hier weer was het boer Hannes, die in deze omstandigheden ongedacht veran dering bracht. Een enkele maal had Haarsma te voren boer Hannes ook wel ontmoet en met hem gespro ken, doch het was altijd maar eene vluchtige ontmoeting geweest, omdat Haarsma er minder op gesteld was. Nu hij echter haar zocht, was het hem niet moeielijk gevallen eens nader met hem kennis te maken. Op zekeren Zondag toen Klaas Haarsma en zijne vrouw uit de kerk kwamen, waren zij met boer Hannes samen gewandeld en had deze zoo vriendelijk hen uitgenoodigd, dat zij hem toch eens zouden bezoeken,dat zij beloofd hadden dit gaarne eens te zullen doen. En in diezelfde week werd deze uitnoodiging nog eens herhaald, ging gedreven. Er zyn nog wel geen kerke lijke schoen-, kleeder-, sigaren-, stoelen-, enzoo- voorts-makerijeu er zijn nog wel geen vennoot schappen, reederijen, maatschappijen, waarvan de aandeelhouders Kerken zijn; maar de koo- pende en verkoopende Kerken staan en gaan toch in die richting. Of dat goed is? Princi pieel, zeer principieel, hoogst principieel moet gij dat negotie drijven door de Kerk af keuren. Eigenlijk moest het niet gebeuren. Maar wat eigenlijk niet moest, moet toch soms- wel. In ieder geval, het kan. Maar ideaal is 't niet. Als het niet hoeft, geschiede het niet. Men kan in de tweede plaats spreken van de negotie, die v o o r de Kerk gedreven wordt. Dit verband lijkt schooner dan het pas genoem de. Er ligt iets heiligs over, dat in sommige omstandigheden werk heilig wordt, en daardoor zeer onheilig. Al wat verkocht wordt, ten be hoeve van de Kerk of van eenigen arbeid in het Koninkrijk Gods, heeft bij menigeen heel wat voor. Dan mag de waar wat duurder, de uitvoering wat minder net en soliede z|jn dan staat het boven de kritiek, ook al zou het er beneden zijn want het is voor een goed doel, voor de Kerk, voor de Zending, voor een of anderen arbeid in het Koninkrijk Gods. Of daar dan niets op te zeggen zou zijn Dat moet gij eens vragen aan den concurrent, die hetzelfde artikel, dat voor de Kerk verhandeld wordt, verkoopt om voor zichzelf een stuk brood te verdienen. Zulk een concurrent ge looft van het verdienstelijke van die weldadig heidsnegotie niets, maar vindt de concurrentie onedel en komt in de verzoeking, om der Kerk te onthouden, wat hij eigenlijk voor haar den Heere geven moet, onder voorgeven, dat hij niet verdienen kan voor de Kerk wat zijn con current verdient. Zou daar niet wat waars in steken Men kan in de derde plaats spreken van de negotie, begunstigd door de Kerk. Bij dit verband vindt de koopman eene aanbeveling, niet in zijn waar, maar in zijn kerkelijk lid maatschap. Hjj stelt den eisch, dat de broeders en zusters hem als een koopman moeten be gunstigen, in voorbijgang van anderen, die dezelfde waar verkoopen, maar ongeloovigen, tenminste geen kerkelijke broeders zijn. De koopman, die in dit verband gelooft, wijst er op, dat de Roomsch Katholieken in dezen getrouwer zijn dan de Gereformeerden, die doorgaans maar koopen, waar zij het best terecht kunnen, niet ondervragende den kerke- lijken of geestelijken toestand van den negotiant. Deze beroept zich soms op het woord des Apostels „Laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenooten des geloofs". Zelfs als hjj zijn brood heeft door klandisie „buiten de gemeente", hij maakte wel eens de tegen stelling, dat de broeders en zusters hem wel vergeten, maar dat zijn God hem niet vergeet, daar Deze hem de raven zendt. Of dit alles goed gezien is Wij betwijfelen het ten zeerste. Om de gevallen zuiver te be zien, is het noodig, dat wij buiten geding stel len hen, die wat hun te kort komt in soliditeit van koopwaar en in betamelijkheid van prijs, met hun kerkelijk lidmaatschap willen aanvul len. Wij gelooven niet, dat de Heere iemand der Zijnen roept, om bij een lieven broeder of zuster duurdere of min degelijke waar te koo pen. Komt hét op aalmoezen geven aan, dan is het wat anders maar koopen is geen aal moes geven. Ook wordt in Gal. 6 10, waar gesproken wordt van goed doen „meest aan de huisgenooten d e s g e 1 o o f s", vol- want boer Hannes kreeg dan nog meer „volk." Op den bestemden avond gingen Klaas en zijne vrouw naar boer Hannes, waar zij de ruime woonkamer vol menschen vonden. Het is ons niet te doen om met al die men schen den lezer bekend te maken, maar we willen alleen slechts bij de hoofdpersonen uit deze geschiedenis blijven. Naast boer Hannes zat Bart Romkes, die nu een trouwe huisvriend was, en die boer Han nes zijn geestelijken vader noemde. Want, of schoon uit den dood overgegaan in het leven, had hjj de lezers zullen dit begrijpen nog gedurig onderwijzing en besturing noodig. Het is volkomen waar, dat elk mensch daaraan be hoefte heeft, en dat inzonderheid ieder Chris ten dit noodig heeft, maar vooral jonge Chris tenen, gelijk Bart en zijne vrouw, die te voren nooit van iets gehoord hadden, en zoo op eens midden uit de wereld tot den dienst van God waren geleid, zij hadden dit vooral en in het bijzonder noodig. Er was dan zooals we zeiden, een tamelijk groot getal bezoekers bij boer Hannes. En geen wonder. Boer Hannes, die algemeen bekend was, en door die hem kenden ook ge acht werd, was dien dag zeventig jaar geworden. Aan gelukwensehen ontbrak het hun niet. (Wordt vervolgd.) gens onze kantteekenaren bedoeldweldadig heid betoonen. Heeft dan een lid der kerk, die negotie drjjft, bij de andere leden niets voor boven een koopman, die niet tot de kerk behoort? Als die broeder goede waar levert, en niet meer laat betalen dan anderen, zeker, dan zal de broederlijke liefde dringen tot het koopen bij den broeder. Die liefde laat zich echter niet eommandeeren, en heft evenmin de ver plichtingen op, die de leden der kerk hebben jegens hunne medemenschen in de maatschappij. Deze zeer praktische quaestie van de Kerk en de Negotie blijkt al spoedig in verband te staan met gewichtige levensvragen, met heel onze beschouwing van kerk en wereld, van ziel en lichaam, van hemel en aarde. Wij komen zoo af en toe daar nog wel eens op terug". Éénmaal ter kerk gaan. Sommige leden der gemeente maken er helaas! eene gewoonte van om eenmaal ter kerk te gaan. Een gevolg daarvan is, dat men in vele groote plaatsen des morgens het kerkgebouw tamelijk bezet, maar des avonds bijna ledig vindt. Wat mag de oorzaak van dit droevig ver schijnsel zijn Daar zijn er, die reeds jaren lang maar één maal ter kerk gingen. Is de dienst uit, dan meent men het overige van den dag niet beter te kunnen besteden dan in den kring van bloed verwanten en kennissen, of men gaat wandelen. Het is bedroevend, te moeten zeggen, dat in onze gemeente, die altoos den naam had van zeer kerksch te wezen, dit verschijnsel zich ook begint te vertoonen. Dat is een bewijs van inzinking. Vele leden blijven zonder de minste reden thuis. Als men eenmaal ter kerk geweest is, acht men dat genoeg. Het behoeft nauwelijks herinnerd te worden, dat zulk opgaan uit gewoonte aan de ziel geen voordeel brengt. Jammerlijk genoeg komt hierbij de Fari- zeeuwsche gedachte binnensluipen, dat het al wel is, wanneer men éénmaal opgaat. Alsof men waarlijk Gode iets moest toe brengen Alsof het onze dure roeping niet was om op te gaan Daar zijn anderen, die maar éénmaal ter kerk komen, omdat zy meenen, dat tweemaal niet noodzakelijk is. Deze leden treft men aan onder de meer be redeneerden, onder hen, die meer weten dan een gewoon mensch, maar die vaak geen goed voorbeeld geven aan anderen, die minder weten. Deze ontwikkelde leden redeneeren aldus: Men vraagt van ons, dat wy Zondags tweemaal ter kerk zullen gaan. Maar met welk recht Waar staat te lezen in het Woord van God, dat wy tweemaal op moeten gaan Natuurlijk, dat staat met even zooveel woor den nergens. Een van beide is waar. De dienst des Woords is door God ingesteld en dan moet men er onder opgaan. Niet naar willekeur, maar geregeld, want onze God is een God van orde. Of de dienst des Woords is een menschelyke instelling, maar dan is men in elk opzicht vry. Wie nu zeggen durft, dat onze Heere Jezus Christus niet sommigen heeft tot Apostelen, Profeten, Evangelisten, Herders en Leeraars, die moet onverschillig worden omtrent den dienst des Woords. Maar die doet onoprecht, als hy zich Gere formeerd noemt. Wie echter den dienst des Woords eene goddelyke instelling noemt, die zie toe. Want heeft God den dienst ingesteld dan moeten wy dien achten. Niet om den wille van c3e dienaren. Maar om des Heeren wil Och, dat de beredeneerde leden eens tot de eenvoudigheid der kinderen terugkeerden en ootmoedig vroegenontdek myn oogen dat ik aanschouwe de wonderen uwer wet. Elk opreehte zal toestemmen, dat er geen veiliger weg is dan de weg der gehoorzaamheid. Wie zyn weg wel aanstelt, dien zal de Heere Zyn heil doen zien. Laat ons daarom getrouw zyn. Wie altijd maar eens ter kerke gaat is in gevaar om straks geheel niet meer op te gaan. De geschiedenis van den dag levert hiervan zeer treurige bewijzen. Ouders kunnen ook niet voorzichtig genoeg zyn met hun kinderen. Waarom willen in sommige huisgezinnen de kinderen niet gaarne naar de kerk? Waarom zoeken zij altoos uitvluchten Is het ook, omdat ze gezien hebben, dat vader of moeder zonder oorzaak vaak thuis bleef? Eenmaal ter kerk gaan is de beste weg om geheel van de kerk te vervreemden. Wy moeten het een voorrecht achten, dat wy op mogen gaan. De Heere laat aan onze zielen arbeiden. Geve Hy ons genade om Hem te zoeken in Zyn Woord in het Sacrament en in het op rechte gebed. Bovenstaande is van de hand van ds. Land wehr uit „De Rotterdamsche Kerkbode". Het is goed, dat dit artikel in ruimen kring gelezen worde. Daarom geven wy het ook een plaats in ons blad. Rhd. Kleine zonden. By de uitbarsting van een vuurspuwenden berg worden in den regel de meeste slachtoffers gemaakt niet door de vurige lava die in de woeste, alles vernielende stroomen van de berghelling neerstort, maar door den gestadigen, urenlangen regen van asch en sintels. Deze verduisteren de lucht zoodat het uitzicht wordt belemmerd en de vlucht verhinderdzy doen de daken instorten door het steeds wassend gewichtzy vullen de huizenzy verstoppen de longen zy bedekken de velden zy dooden al wat leeft, en maken het land kaal en onvrucht baar voor jaren. Zoo gaat het in het leven. Het zyn niet alleen de groote, meest weerzinwekkende zon den, die de zielen verderven. Het zyn ook de kleine, dagelyksche, telkens wederkeerende, verwoestende zonden, die het goede uit het gezicht verdry ven, den zin van het edele verstompen, en de hoop op eiken geestelijken oogst verwoesten. Beschamende getrouwheid. Een prediker, die op zyn weg een jong meisje ontmoette, dat zeer luidruchtig en ydel was, wendde zich tot haar en zeide „Meisje, ik bemerk, dat gy de ydelheden lief hebt. Weet gij wel, dat gij in den dienst der wereld en der zonde lachend naar het verderf loopt?" De predikant ging terstond verder, nadat hy de jonge dochter gegroet had. Eenige jaren later ontmoette zy den predi kant weer. „Dominé, kent u my nog? Weet u zich niet te herinneren, dat u op zékeren morgen eens een meisje hebt aangesproken over haar edel heid en luidruchtig lachen Dat meisje ben ik. Uw woord trof mij in het geweten, 't Is my tot zegen geworden. Ik heb naar den Heere leeren vragen in schuld belijdenis en gebed om genade". 't Was een blijde tyding voor den predikant. Zyn woord was geweest als een pijl van den boog, die door 's Heeren Geest het hart en het geweten trof. Dat het volk des Heeren toch meer getrouw ware ieder in eigen omgeving. Daar zou on getwijfeld zegen op rusten. Kerk- en Schoolnieuws. DRIETAL te Pernisds. K. van Anken te Heinkenszand. ds. F. Gerber te Oldekerk. ds. A. Scheele te Veere. te Zwolle ds. J. van den Berg te Terneuzen. ds. A. M. Donner te Amersfoort, ds. G. Wielenga te Delft. (Het tweetal te Hoek, in verschillende bladen opgenomen, is niet juist vandaar wy het niet plaatsen). BEROEPEN te Zevenhovencand. L. P. Kry'ger. te De Bildtds. R. Smeding te IJselmonde. te Ierseke: ds. A. van Dijk te Oudewater, te Garrelsweer: ds. R. W. Huising te Koude kerk. te Aalsmeerds. T. J. Hagen te Ridderkerk, te Nieuwendam ds. K. Oussoren te Éaarland. te Middelharnisds. G. Wisse te Driebergen. AANGENOMEN naar Feijenoordds. J. van den Berg te Ter- Neuzen. BEDANKT voor Kielwindeweerds. H. Meulink te Melis- kerke. voor Winsum: ds. S. Idema te Schild wolde. voor Voorst: ds. J. H. Houtzagers te Kootwijk. Cand» J. H. Rietberg deed Zondag zijne intrede te Schoonebeek, met eene predikatie over 2 Cor. 5 20. Als bevestiger trad op dr. H. Franssen, van Zwolle, die tot tekst had 1 Tim. 4 16. In een manslidmatenvergadering der Kerk Vlissingen B is besloten goedkeuring te verleenen aan de plannen om de Nieuwe Mid- (Friesche Kerkbode.) (De Middernachtzendeling). (Overgenomen.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3