Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland,
Onder Redactie vanOs. L. BOUMA, Os. H. W. LIMAN en Ds. A. LITTOOIJ.
Vrijdag 11 September 1908.
No. 12.
UIT HET WOORl).
6e Jaargang.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABOBHEMEHTSPRIJS
Drnkker-Uitgever
A. D. LITTOOIJ Az.
PRIJS DER ID VERTENTIEN
VARIA.
Op reis en ter Synode.
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Van de Generale Synode.
Zeenws
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
MIDDELBURG.
van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van J5 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
DE VASTHEID VAN ZION.
Zijn grondslag is op de bergen der
heiligheid. Ps. 87 1.
De dichter heeft in alle stilte een zaak over
dacht, hij heeft haar gezien en zy wilde hem
niet loslaten. Steeds stond zy voor zyn oog,
boeide zyn aandacht en vervulde zyn hoofd en
hart. Eindelijk kon hy niet langer zwijgen,
het werd hem te machtig en van zyn lippen
vloeide het lied
Zyn grondslag, zyn onwrikbre vastigheden,
Heeft God gelegd op bergen, Hem gewyd,
De Heer, die zich in Zions heil verblijdt,
Bemint het meer dan alle Jacobs steden.
Wat deed de dichter zoo in geestdrift ont
gloeien Hoewel hy den naam niet noemt,
toch laat hy ons niet in het onzekere, want
de aanduiding is wel zoo duidelijk, dat we ons
niet behoeven te vergissen. Hy bezingt de
heerlijkheid van Zion en roemt allereerst haar
vastheid.
Zichtbaar was die vastheid afgebeeld in Je
ruzalem met zyn tempel. Zooals wy weten,
was die stad op een hoogte gebouwd, waarvan
de beide heuvelen Moria en Zion zeer bekend
zyn. Zeldzaam veilig lag die stad daar in die
tijden van strjjd en onrust. Het was niet ge
makkelijk voor een vijand om haar te naderen
en haar in te nemen. Wy behoeven daarvan
niets meer te zeggen, wyl de geschiedenis
daarvan overvloedig getuigenis aflegt. Wanneer
de belegerden trouw waakten en eensgezind
waren, was het schier onmogelijk om haar
binnen te dringen. Als het nest van een arend,
dat onbereikbaar voor andere roofvogels is, zoo
lag Jeruzalem daar op hare rotshoogten. Hare
grondslagen waren vast. Die bergen stonden
daar eeuw uit eeuw in onbeweeglijk. Het eene
geslacht na het andere verdrong zich aan hun
voet, alles veranderde er in den omtrek, maar
zelf bleven zy wat zij waren. Geen krijgsge
weld deed ze schokken, geen aardbeving deed
ze wankelen. Zy droegen de zwaarte der stad
zonder ook maar eenigermate te dalen.
De dichter noemt ze bergen der heiligheid
en wy verstaan hem. Er waren in 't land der
belofte bergen, die veel hooger en stouter zich
verhieven, maar de bergen waarop Jeruzalem
gebouwd was, waren uitverkoren. God zelf had
ze aangewezen en bestemd om zyn huis te
dragen, waarin Hy wilde wonen en werken.
Daardoor had Hij ze onttrokken aan de zon
dige aarde en ze afgezonderd tot zyn heiligen
dienst. Het waren derhalve bergen der heilig
heid.
Maar dat aardsche Jeruzalem kon alleen het
hart van den dichter ontgloeien, omdat het
hem afspiegelde de kerk van den Christus.
Haar prijst en verheft hy. Zy is inderdaad op
vaste grondslagen gebouwd. Immers van eeu
wigheid is zy Gode bekend, die haar uitver
koren heeft in Christus Jezus. In Zyn eeuwi
gen raad gaf Hy haar een plaats en heeft Hy
niet gezegdMijn raad zal bestaan en Ik zal
al mijn welbehagen doen. Evenmin als er bij
Hem verandering is, zoo min zal zyn raad wan
kelen. En wyl wij zyn raad niet afdenken
mogen van zyn wezen, kunnen wy zeggen,
dat hare grondslagen liggen in Zijne eeuwige
wijsheid, onwederstandelyke macht en vlekke-
looze heiligheid. Wie zou iets tegen haar vermo
gen, wie zou deze grondslagen omver kunnen
rukken? Haar vastigheid ligt ver buiten het
bereik van alle vyandelyke aanslagen.
Daarbij komt nog, dat Hij als een vrucht
van Zyn welbehagen in haar Zyn Verbond met
haar heeft opgericht en het is Zyn eigen woord
Bergen mogen wijken en heuvelen wankelen
maar het Verbond mijns vredes en mijner goe
dertierenheid zal niet wijken noch wankelen
in der eeuwigheid. Welk eene verklaring.
Al ware het, dat alle vastigheden der aarde
bezweken en alles in een puinhoop veranderde,
dan zou het Verbond nochtans zyn bestand
blyven behouden. Welnu de eeuwen, welke
voorbijgingen, hebben het zegel gehecht aan
dit woord. Veel is er veranderd, veel is er
bezweken, veel, wat onverwoestbaar scheen, is
verdwenen, maar het Verbond zelf is gebleven.
Welk een grondslag voor de Kerk des Heeren.
Zy behoeft derhalve niet te vreezen, want
er is geen enkele macht, die haar dezen vasten
grondslag ontnemen kan. In dit verbond heeft
zy hare vastheid en sterkte en daarom zal zy
nooit wankelen.
Te meer is dit waar, omdat dit Verbond
zelf bevestigd is in het bloed van den Midde
laar des N. Testaments. Hy is er de Borg
van en Hy heeft alles gedaan, wat Hy in die
hoedanigheid verrichten moest. Wie kan het
werk van den Christus verstoren, wie Zyn
arbeid ongedaan maken Niemand voorzeker.
Welnu, zoolang dit onmogelijk is, zoolang
kunnen wy met den dichter roemen hare on
wrikbre vastigheden.
Dit is een groot voorrecht, waaraan wy in
derdaad ook thans nog behoefte hebben. Hoe
langer zoo meer geraakt heel onze wereld in
bewegingoude instellingen, die eeuwen ver
duurden, vallen in elkanderkerken, die uit
een ver verleden dagteekenen, veranderen, zoo
dat hare oorspronkelijke beteekenis nauwelijks
meer herkent „secten van allerlei aard waren
in het geheim en in 't openbaar rond en roepen
zie, hier is de Christus. Al het zichtbare wankelt
en wykt terwyl ons hart behoefte heeft aan
vastheid.
Welnu, wendt uw oog van de zichtbare
wereld af en zit eens neer in de stilte der
eenzaamheid. Open uw zielsoog dan voor het
tegenbeeldige Zion, voor de Kerk van Christus^
beschouw haar, gelijk zy daar voor u staat by
het licht der H. Schrift, en als gy dan hare
grondslagen ziet, verheft dan de heerlijkheid
van Hem, in Wiens volkomenheden zy hare
vastheid tot in eeuwigheid hebben zal.
Bovenal hebt gy er voor te zorgen, dat uw
eigen ziel deze vastheid met vurig verlangen
zoekt, want ook voor uw leven ligt er alleen
veiligheid in, wanneer het wortelt in dezen heili
gen bodem. Anders is het aan een plant ge
lijk, welke op het water drijft en nu eens in
deze en dan weer in gene richting gedreven
wordt zonder dat het eenige winst voor de
eeuwigheid oplevert. Elk huis, dat op een
andere grondslag gebouwd is, stort in en wordt
tot een eeuwige verwoesting.
Bouma.
Als men niet om droeve redenen, maar voor
zyn pleizier, voor ontspanning, voor het be
zoeken van geliefde betrekkingen, op reis gaat
en is, en wederkeert zonder dat persoonlijk
onheil ons heeft getroffen, dan heeft men
reden van dankzegging aan God, die dat
alles gaf, want uit Hem en door Hem zyn alle
dingen. Toch is en blijft het waar, zelfs hoe
veel men ook verkregen en genoten heeft, dat
men in eigen huis en omgeving het allermeest
op zijn gemak en vry is. Het spreekwoord
„Oost West, thuis best" wordt dan ook geree-
delyk beaamd. Rustig is het alles behalve, hoe
langer hoe minder, in de groote stedenin
Amsterdam, den Haag en Rotterdam is het
gewis zaak om ten minste op vele plaatsen
steeds naar alle zyden uit te zien, ten
einde geen onheilen te bekomen. Wel is men
met de electrische trams in korten tyd en
voor zeer weinig geld van het eene einde naar
het andere vervoerdmaar voor deze trams
moet men, zoowel als voor die met stoom rij
den, vooral op sommige punten, op zyn hoede
zyn, wyl zy in minder dan geen tijd, u over
rijden kunnen. Het verwondert u niet, als gy
op die drukke punten der stad geweest zyt,
dat er schier geen week voorbijgaat zonder dat
er menschen overreden zyn, en zelfs meer dan
één het leven er by heeft ingeboet. Veeleer
zegt gehet is door de bewarende hand Gods
dat het nog niet veel meer gebeurt. Als men
in deze wereldsteden niet moet of wil wezen,
kunnen we onzen lezers hoe langer hoe minder
aanraden, om, wanneer zy uitgaan om ont
spanning en rust te genieten, deze steden te
bezoeken. Vooral is dit niet geraden als men
ouder en ouder geworden is doch ondergetee-
kende, die deze indruk by vernieuwing kreeg,
wilde er gaarne nog eens wezen om geliefde
betrekkingen te bezoeken en ook, om naar de
begeerte van zyn hart, de Generale Synode
onzer Kerken eenige dagen te kunnen bijwonen.
Zoowel het eerst als het laatstgenoemde
mocht hy met veel genoegen doen. Vele toch
van zyne oude broeders mocht hy op de Sy
node ontmoeten, doch slechts een zeer enkele
met wie hy van af 1869 gearbeid of ook de
Synode mede bijgewoond had. Het is hier ko
men en gaan de geslachten gaan voorby Jon
gere broeders hebben de plaats der ouden in
genomen. Gode zy dank, waar Hy de ouderen
wegneemt en aflost van de taak, die zy voor
de Kerken te verrichten hadden, daar geeft
Hy, zooals ons bleek, in hunne plaats andere,
jongere, goed toegeruste mannen. Overeenkom
stig Zyne belofte vergeet de Heere alzoo onze
Kerken nog niet. Zy en wy kunnen ook hier
zeggen: „Hy doet ons niet naar onze zonden
en vergeldt ons niet naar onze overtredingen."
Immers, hoe menigmaal is er twist en ver
deeldheid, op vele plaatsen en met betrekking
tot-sommige zaken helaas, in de Kerken vry
algemeen. En het is tochWaar liefde woont,
gebiedt de Heer' den zegen, daar woont Hy
zelf, daar wordt Zyn heil verkregen, en het
leven tot in eeuwigheid.
Het deed het harte goed te mogen hooren
en te bemerken, dat op de Synode eene goede
stemming, liefde en vrede heerschten, zelfs toen
er verschil van inzicht was by invloedrijke leden
van deze vergaderingdan toch draalde men
of stelde men uit om, zoo mogelijk, de ge-
wenschte eenheid te verkrijgen. Dit was vooral
het geval toen de zeer belangrijke zaak van
het Verband tusschen onze Kerken en de Theol.
Faculteit der V. U. aan de orde was.
Ware dit niet het geval geweest, dan zou
de Synode wel een dag, zoo niet twee dagen,
vroeger aan het einde van hare werkzaamheden
gekomen zyn. Het verheugde ons, juist de be
handeling van dit Verband te kunnen bijwo
nen. Het heeft ons altijd zeer geinteresseerd
We weten het, de Opleiding van de Dienaren
des Woords, en de gelijke rechten der Neder-
duitsch Geref. en der Christelijk Geref. Kerken
hielden het kerkelijk samenwonen en samenle
ven eenige jaren op. En sinds we tot overeen
stemming waren gekomen dat de beide Kerken
groepen gelijke erkenning en rechten zouden
hebben, en inzake de Opleiding een compromis
(een vergelijk) konden aangaan, bleek het even
wel dat dit laatste niet van ganscher harte gelyk
hetevengenoemde, geschiedde, en daarom helaas
de oorzaak van twist en verdeeldheid is ge
bleven. Wyl dit zoo is, was het steeds onze
begeerte, bede en streven, dat ook op dit punt
insgelijks hartelijke overeenstemming mocht
verkregen worden. In dien geest, nl. in den
geest van die begeerte, bede en dat streven,
schreven we, vóór de Synode, in dit blad eenige
artikelen over het Verband. Het uitzicht dat
onze begeerte, bede en streven zou verkregen
worden, was vóór de Synode steeds geringer van
tegemoetkoming en toenadering vielen toen nog
geen teekenen te bespeuren by de broederen,
die in deze zaak het verst van elkander ston
den. Daarom was onze hoop gering en viel de
thans verkregen uitslag ons o zoo mee. Deputaten
voor het evengenoemd verband benoemd, (let
wel, op de vorige Synode te Utrecht,) brachten,
naar opdracht, wat zy dachten gewenscht en
goed te zyn voor de Kerken en de Vereeniging
voor H. O. in concept, en zonden dat tijdig ter
beoordeeling aan de Kerken. Vóór de nu ge-
houdene Synode werd dit Concept door de
Kerken en door onze bladen druk beoordeeld,
maar een eenstemmig oordeel er over, werd
toen nog niet verkregen. De Synode thans ge
houden, benoemde daarom by vernieuwing eene
Commissie teneinde, met het oog op het reeds in
gediend Concept, en de aan- en opmerkingen
daarop gemaakt, alsmede de voorstellen der
Kerken bij haar ingediend, over dit een en
ander (m. a. w. over het gewenscht Verband) te
rapporteeren en aan de Synode voorstellen te
doen. Dit door haar ingediende Concept-Ver
band is grondig en breedvoerig besproken en
overwogen, en die bespreking mochten we, gelyk
we reeds opmerkten, tot onze blijdschap bij
wonen.
Over dit rapport, de aanneming ervan, enz.
zullen we D. V. de volgende week nog het
een en ander schrijven.
Littooij.
Als iemand verre reizen doet, dan kan hy
veel verhalen, zoo zegt men, en dat zal wel
waar zyn. Doch men behoeft nog niet een verre
reis te maken om iets mede te deelen, wat
voor dezen en genen van belang kan zyn Op
de vergaderingen van de Generale Synode werd
langdurig, aanhoudend en ernstig beraadslaagd
over de vragen, welke in het Kerkelijk leven
opkomen en dat is zeer noodig, maar misschien
wordt wel eens te veel vergeten, dat er aan de
grenzen van ons kerkelijk leven ook veel om
gaat, dat onze voortdurende aandacht verdient.
Dit bleek my, toen ik dezer dagen op weg naar
Amsterdam was. Er werd nl. een druk gesprek
gevoerd over twee secten, welke in dezen tijd
naar het bleek, in sommige streken van ons
vaderland krachtig arbeiden. Eerst kregen de
Sabbattisten een beurt, die als veld van hun
operatiën tegenwoordig vooral gekozen hebben
de oude veenkoloniën van Overysel, Drenthe
en Groningen. Ook by ons volk trachten zy
ingang te vinden, wat hun ook in enkele ge
vallen gelukt.
Deze lieden ijveren niet alleen voor de let
terlijke naleving van het vierde gebod, zoodat
zy den laatsten dag der week aanwijzen als
den eigenlijken rustdag, maar ook tegen den
doop, zooals deze gewoonlijk in de Christelijke
Kerk bediend wordt. Zy beweren, dat indom
peling van het geheele lichaam de eenige ma
nier is, welke met de H. Schrift in overeen
stemming is. De besprenging achten zy uit den
Booze te zyn. Van den kinderdoop willen zy
ook niets weten en zij eischen derhalve, dat
wie als kind gedoopt is, zich als volwassene
opnieuw zal laten doopen. Hoewel het aantal
van hen, die hun gelijk geven, tot dusver nog
klein is, toch laten hier en daar enkelen zich
bewegen om zich geheel by hen aan te sluiten.
Zoo werden niet lang geleden vyf volwassenen
in de Bad-Inrichting te Zwolle gedoopt, wat
aanleiding gegeven heeft, dat het Bestuur het
besluit heeft genomen om aan niemand toe te
staan op hun terrein den doop toe te dienen.
Hieruit blijkt, hoe noodig het is, dat het on-