Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie van: Ds. L. BOUMi, Ds. H. W. umi en Ds. i. LITTOOIJ. 6e Jaargang. Vrijdag 21 Augustus 1908. No 9. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. iBOHNEMEMTSPRUS Drnkker-Ditgever A. D. LITTOOIJ Az. PRIJS DER ID YERTEHTIEH Generale Synode. Opening School 91. U. L. O. te 91iddelburg. per half jaar franco per post 70 cent. Enkele nummers3 cent. MIDDELBURG. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. EENE GEESTELIJKE BOUW VERORDENING. Hij nu had in zijn opperzaal opene vensters tegen Jeruzalem aan. Dan. 6 11. Onze t\jd kenmerkt zich onder meer door woningwetten en bouwverordeningen. Tot be vordering van de gezondheid der bewoners wordt vooral gelet op licht en lucht. Dat dit alle waardeering verdient, behoeft wel nauwelijks betoog. Lucht en licht behooren immers tot de eerste vereischten voor ons lichamelijk wel zijn. Eene sombere, duffe, bekrompene woning is schadelijk voor het leven der bewoners. In een onfrissche atmosfeer kan het leven niet bloeien en tieren. Er is echter ook eene geestelijke bouwveror dening, waar wel eens al te weinig op gelet wordt. Eene verordening voor het huisgezin, die groote beteekenis heeft voor het leven uwer ziel. Uw huis dient ingericht te zjjn als dat van Daniël, waarin een opperzaal was, eene plaats der afzondering, met open vensters naar Jeruzalem gekeerd. De veronachtzaming van dit voorbeeld en voorschrift is zeker een niet geringe oorzaak van de kwijnende zielen in onze dagen. De lidmaten van Christus' gemeente zijn aan ve lerlei kwalen onderhevig, omdat de vensters te weinig open zijn tegen Jeruzalem aan. Sommigen lijden aan geestelijke tering. Het zijn menschen van „vrede, vrede en geen gevaar". Anderen daarentegen gaan gebukt onder den last van zwaarmoedigheid en aardschgezindheid tenge volge van eene gebrekkige ademtocht. En nog anderen klagen over dofheid en dorheid der ziel, gemis aan een opgewekt geestelijk leven. Maar dat kan niet verwonderen, wanneer uw huis en hart teveel gesloten is voor de invloeden der genade, die de Heere geven wil op het gebed en alle andere middelen der genade. Men lette dus op de voorwaarde voor licht en lucht. En beantwoordt uw huis niet aan deze ver ordening, wacht dan niet met eene verbouwing, opdat ge niet verkwijnt. Daniël woonde in het woelige en afgodische Babel. Hij stond dus dagelijksch bloot aan schadelijke invloeden voor het leven zijner ziel. Het was geen gezonde atmosfeer, waarin hij verkeerde. Maar zie, aan dat gevaar van ver strikking en verstikking ontkwam deze man Gods door eene geregelde afzondering in zijne opperzaal met open vensters tegen Jeruzalem aan. Eiken dag ging hü er driemaal heen om er te bidden en gemeenschap met God te oefenen. Hij had het zeer druk met zijn dagelijksch werk. Als eerste minister had hij wel al zijn tijd noodig. Maar den gang naar zijn opperzaal verzuimde hij nimmer. Hij moest zich op vaste tijden een oogenblik uit Babels gewoel terug trekken en het oog slaan door de opene vensters naar het verre Westen, waar de Heere zijn naam had doen wonen, naar het heilig Sion, waar de rijkste genieting Zijner gemeenschap werd gesmaakt. Daar was hij naar den geest tegenwoordig, ofschoon naar het lichaam er verre van verwijderd. En zoo werd hij verkwikt door versche teugen uit de levensbron van Gods gemeenschap. Hij ademde de lucht des hemels in, en behield dus den geestelijken welstand. Zie, dat hebben wij ook noodig in het Babel dezer wereld. De lucht, waarin we dagelijksch ademen, is benauwd en gevaarlijk. De wereld is als een ziekenhuis, waar de onreine reuk heerscht, die opstijgt uit de etterbuilen van wonden en zonden. En wie nu geen opperzaal heeft met open vensters, wie niet een gedurige gemeenschap met God oefent, zal er geleidelijk in den geestelijken dood wegzinken of tenminste een kwijnend leven leiden door de invloeden van materialisme en wat dies meer zij. Doe dus als Daniël. Dat huis en hart open zijn voor de invloeden des Geestes 1 Hangt over uw huiselijk leven een sombere schemering, omdat het licht des Woords er te weinig schijnt doe toch de vensters open, opdat het licht der genade u meer bestrale. Is uw ziel be zwaard en de lucht, die ge ademt, bezwangerd met het stof der aarde doe toch de vensters open, opdat het licht der genade u meer be strale. Is uw ziel bezwaard en de lucht, die ge ademt, bezwangerd met het stof der aarde doe toch de vensters open, opdat de adem tocht des Geestes uw huis en hart doorstroome en het stof wegvage uit uw zinnen. Dan zult gij geestelijk welvaren. Vergeet de binnenkamer niet. Ge hebt, minstens evenzeer als Daniël, noo dig, op geregelde tijden u af te zonderen, om een oogenblik over Babels gewoel heen te zien. En let er dan wel op, dat Daniëls vensters geopend waren tegen Jeruzalem aan. De vensters worden verschillend geplaatst. In steden en dorpen naar de straat, bij de boerenhofsteden meest naar de zjjde van de landerijen. De keuze wordt bepaald door de uitgang van het hart. Men wenseht uiteraard het uitzicht het liefst te hebben op datgene, wat het oog meest aaritrekt, waar het hart vooral naar uitgaat, vanwaar gij de bevrediging uwer begeerten verwacht. Maar daarom had Daniël de vensters naar Jeruzalem gekeerd. Met dat Jeruzalem was voor dezen man Gods niets op aarde te vergelijken. Jeruzalem was immers de woonplaats zijns Gods, de vredestad vol geestelijk heil voor den waren Israëliet, de stapelplaats van 's hemels zegenin gen. En voor de rijke, volle gemeenschap met God was noodig de geestelijke gemeenschaps band met de stad Zijner eere. De bidder in de opperzaal te Babel deed naar het woord van Salomo in zyn gebed bij gelegenheid van de inwijding des tempels, I Kon. 8 vs. 48: „En zjj zich tot u bekeeren met hun gansche hart en met hun gansche ziel, in het land hunner vijanden, die hen gevankelijk weggevoerd zul len hebben en tot u bidden zullen naar den weg van hun landhetwelk Gij hun vaderen gegeven hebt, naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huisdat ik Uwen naam ge bouwd heb." Hierin ligt ook voor ons eene ernstige les. De Christen in de Nieuwe Bedeeling heeft ook zijn Jeruzalem. Het is de Kerk van Christus, die den Heiligen Geest ontving. En ook thans staat de gemeenschap met God in nauw ver band met den gemeenschapsband, die ons aan de gemeente bindt. Naarmate de gemeente ons dierbaarder is en het hart trekt, des te rijker zullen de zegeningen des hemels ons toevloeien. De vensters open tegen Jeruzalem aan het wil dus zeggen, dat ook ons huis en ons hart in de dagen der week evenals op den rustdag bezield moet zyn met de liefde tot de Kerk des Heeren. Wanneer ge in uw binnen kamer zijt, met uwen God gemeenzaam, gedenk dan het Jeruzalem, waartoe gij door Gods ge nade moogt behooren. Dat is een voorwaarde die gij niet straffeloos moogt miskennen. Wie als Daniël doet, zal zegen ondervinden. Daniël was een zeer wijs man. Niet alleen werd hij verwaardigd met de uitlegging van droomen, maar ook in zijn dagelijksch werk muntte hij uit boven allen. Wat was het ge heim van deze zijne uitnemendheid Hij had een opperzaal met opene venster tegen Jeru zalem aan. Daar dronk hjj uit den bron der ware wijsheid. (Jac. 1 vs. 5). Daniël was een geëerd man. Reeds in het begin van zijn verblijf iu Babel gaf God hem genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen. En ook daarna vond hij gunst bij Babels vorsten. Waar uit is dit alles te verklaren Hjj had opene vensters tegen Jeruzalem aan, waar hij Hem zoekt, die genade en eere geeft, die in oprecht heid voor Hem leven. Heil der gemeente, wanneer zulke Daniëls in haar midden worden gevonden, die vervuld zijn met liefde tot Christus en Zijn Kerk. Heil het huisgezin, waarin de opperzaal der afzondering niet ontbreekt met open vensters tegen Jeruzalem aan. Daar woont zegen en welvaart, genade en eere. G. Doekes. Het was Maandag druk. De passagiers ver drongen elkander om een plaatsje in den trein machtig te worden. Zoo was het ook tegen den avond te Utrecht. Toen wij goed en wel zaten, was er iemand, die vroeg, of zijn medereizigers wel wisten, waarom er zoovelen onderwegwaren. Niemand gaf dadelijk antwoord. Het was ook niet noodig, want zonder te wachten, of iemand soms iets zeggen zou, ging hij zelf verder, en wees er op, dat de Generale Synode der Geref. Kerken zou gehouden worden te Amsterdam. Velen nu, zoo beweerde hij, waren uit alle oorden op weg naar Amsterdam om de Bidstond bij te wonen. Of de man juist oordeelde over de drukte bij de stations en op de treinen, daar aan kan men met recht en reden twijfelen. Maar het was in elk geval een verklaring. Of er velen op weg waren naar de Generale Synode, wist ik niet, maar in de Boomslootkerk, waar de Bidstond gehouden werd, was het niet vol. Hoewel dit kerkgebouw naar men mij me dedeelde niet al te veel aantrekkingskracht voor de Amsterdammers heeft, toch moet gezegd worden, dat dit onmogelijk kan liggen aan het gebouw, want dit is eenvoudig, solied en zeer doelmatig. Ds. van Schelven, die als Praeses der vorige Synode de vergadering leidde, sprak over de woorden van den profeet Habakuk Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven. Het was een goed en voortreffelijk woord en met stille aandacht werd het aangehoord. Dui delijk toonde hij aan dat de profeet niet alleen, maar ook wij grond tot vrijmoedigheid hebben om met deze bede tot den troon der genade te naderen, en vervolgens, dat er dringende reden is om aanhoudend en ijverig het gebed te ver menigvuldigen. Het was een goede ure. Namens den Kerkeraad van Amsterdam opende ds. van Loon Dinsdagmorgen de eerste zitting. ZEw. verzocht te zingen Ps. 89 1 en 2, las vervolgens Matth. 13 2443 voor, waarna hij de volgende toespraak hield „Voor de eerste maal door 12 Particuliere Synoden saamgebracht, wacht U met de advi seurs eene schoone taak. Het is thans 16 jaar geleden 17 Juni 1892 dat twee groepen van Geref. Kerken, onder scheidenlijk door twee Synoden vertegenwoor digd, saamgevloeid in eenzelfde kerkverband, een Generale Synode vormden. Ook toen had den wij het voorrecht U hier te ontvangen. Sedert is door ons veel gedaan dat om veroot moediging roept, doch de eenheid is gebleven en bevestigd. Al werd een Chr. Geref. Kerk gesticht, de band door God gelegd, is gebleven, ja, het werk der ineensmelting gaat zoo voor spoedig voort, dat de A's en B's onder ons ver dwijnen. De reeds gehoudene Synodes de eene be langrijker dan de andere hebben heerlijke vruchten opgeleverd. De conclusies inzake de leergeschillen te Utrecht genomen, zijn zelfs overgenomen door de Geref. Kerk van Amerika. Het agendum dat door deze Synode staat afgewerkt te worden, kan gewichtige besluiten uitlokken. Ik denk hierbij o. a. aan het Concept- Contract tot regeling van een nauwer verband tusschen de Geref. Kerken en de Vereeniging voor H. O. op Geref. grondslag." De leden der Synode spreken alsnu door op te staan hunne instemming uit met de belijdenis schriften van de Gereformeerde Kerken. In het moderamen, dat voorts door stemming aangewezen werd, kregen zitting ds. Hoekstra als Voorzitter, ds. Doorn als Assessor en als Scribae ds. de Geus en ds. Fernhout. De zorg voor het persverslag wordt opgedra gen aan ds. H. Meijer en dr. P. J. Wijminga. De praeses stelt thans aan de orde de voor stellen van de Partic. Synoden van Noord-Bra bant en Limburg en van Overijsel aangaande de werkwijze der Synode. Deze voorstellen houden hoofdzakelijk dit in, dat de Synode zich splitse in vier afdeelingen, en dat alle voorstellen en ingediende rapporten in al de vier afdeelingen worden behandeld, alvorens een bepaald advies van eene commissie uit die afdeelingen ter Synodale tafel worde gebracht. Onderscheidene broeders voeren hierover het woord o. a. dr. Schot, dr. Wagenaar, ds. Goed- bloed, ds. Klaarhamer, ds. van Schelven, de ouderlingen Singels en Kortlang, en de advi- seerende leden, de Proff. Rutgers, Noordtzij, Lindeboom en Kuyper. Na breede discussie besluit de Synode met 22 tegen 21 stemmen te blijven bij de tot dus verre gevolgde wijze van werken. Na de pauze worden de onderscheidene pun ten van het agendum verdeeld over vijf com- missiën van praëadvies. Op voorstel van den praeses wordt besloten Woensdag niet te ver gaderen, maar aan de commissiën van praëad vies dien dag gelegenheid tot overlegging te geven, en voorzoover mogelijk, hare rapporten in gereedheid te brengen. De praeses verwelkomt nog de afgevaardig den der Buitenlandsche Kerken, waarna deze eerste zitting der Synode, na het zingen van Psalm 84 5, door den praeses met dankgebed gesloten wordt. Er heerscht eene aangename stemming en het is te hopen, dat de Heere ook verder Zijn goedheid doe blijken. (Men zie verder de Laatste Berichten op pag. 4.) (Wordt vervolgd.) Woensdagmiddag had de officieële opening plaats der nieuw gebouwde School voor M. U. L. O. op Geref. grondslag. De Voorzitter der Vereeniging mr. L. van Andel, hield eene openingsrede, waarin hij herinnerde aan den schoolstrijd, en gaf een historisch overzicht van hetgeen na 1860 op het gebied van het Bijzonder Onderwijs is voorge vallen. Spreker bepleitte het goed recht van iedere Christelijke school in het algemeen en van deze in het bijzonder, en hoopte dat deze nieuwe school die op de plaats is verrezen waar vroeger de bekende Middelburgsche pre dikant Smytegeldt woonde onder den zegen des Allerhoogsten mag werkzaam zijn tot heil der jeugd. Daarna spraken zeer waardeerende woorden de heer mr. P. Dieleman, als gedelegeerde van den schoolraad en als vertegenwoordiger van den Raad van BeroepDs. N. M. de Ligt, ver tegenwoordigende de besturen van de School met den Bijbel en van de Christel. Burgerschool de heer Den Boeft, hoofd van eene Chr. School voor M. U. L. O. te Gorinehem, die, hier ge logeerd, niet kon nalaten er op te wijzen, dat de Voorzitter, mr. Van Andel ook te Gorinehem de school drie jaren geleden heeft geopend; de heer C. C. Breebaart, als hoofd der Christel,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 1