Kerk- en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. B0EKBE00RDEELIN6. Bij de groote armoede der taal moet de arbei der onder de heidenen woorden vormen voor de geestelijke dingen, die hij hun leeren komt. Eerst als^Jde Geest des Heereni'onder het wilde volk werkt, komt het tot een verstaan der dingen. Dan wordt het mogelijk een tame lijk goede Bijbelvertaling te maken. Soms blijkt het, dat de vreemde taal som mige letters mist en sommige woordvormen, bijv. lidwoorden of voorzetsels, in het geheel niet heeft, maar daarentegen wel geheel andere, die den vreemdeling totaal onbekend zijn. Twintig lange jaren heeft het geduurd, eer de zendelingen van Tahiti de taal van de be woners van Tahiti machtig waren en nog twintig jaren verliepen er, eer zjj den Bijbel in die taal hadden overgebracht. Er waren ver scheidene begrippen, zooals .geweten", .eer lijkheid" e. a., waarvoor zij zelve woordvormen moesten trachten te vinden. In de taal der Maori s waren woorden als .wet", .geloof", .hoop" en andere geheel on bekend. In Uganda heeft dr. Crawford vijf jaren noo- dig gehad om het woord .plaag" in het Ki- Mbundu-dialect te weten te komen. Hij twijfelde reeds, of hij wel ooit eene vertaling van dit woord, dat hij toch zoo noodig had, zou kun nen vinden, toen op zekeren dag een elpen beenjager hem zijn nood klaagde. De ratten", zeide hij, .waren hem zulk 'n groote .Didebu". Zoo kon hij dus eindelijk het woord, waarnaar hij zoo lang had uitgezien, noteeren. Verbazend moeilijk is dat zoeken van de zendelingen naar goede uitdrukkingen, die zij voor hunne Bij belvertaling noodig hebben. In het midden der wildernis van Centraal-Australië studeerde Medhurst langen tijd over de vraag, of hij het woord .wierook" vertalen kon door kuli ngomn, d. w. z. .een lekkere lucht" en hy gebruikte eindelijk voor .goud* de uitdrukking .marda maralje", d. w. z. .roode steen". De Bijbelsche uitdrukking.het Lam Gods* is voor de Es kimo's vertaald als .het zeehondje Gods". Soms wordt één en hetzelfde woord in vreemde talen, die zeer arm zjjn, gebruikt voor ver schillende zaken. Zoo is om een enkel voor beeld aan te halen, waarvan wij lazen on der de Herero's in Zuid-Afrika een en het zelfde woord voor boom, hout, geneesmiddel, vergif, kruis. Hoeveel onderwijs moet er niet plaats hebben en hoeveel tijd gaat er niet heen, eer dat het volk een zendeling, die over het kruis spreekt, zonder misverstand leert verstaan. En welke moeielijkheden baart hem dit, dat één woord zooveel verschillende zaken aanduidt, bij de vertaling des Bijbels De volgende week deelen we hier nog iets van mede. 't Leert ons zien, dat het werk der Zending niets anders dan langzaam voorwaarts kan schrijden en dat ook dit een zaak des ge heels voor de gemeente moet zijn, dat de Heere den arbeid der daartoe geordende mannen voorspoedige make, om Zijn Woord over te zetten in de talen, waarin het nog niet bekend is. ('s Gravenhaagsche Kerkbode.) v. d. L. Hoe dwaas en verblind het ongeloof is. In de omgeving van het ledige graf treffen wij op den Paaschmorgen twee groepen van boodschappers aan. Die der vrouwen en die der wachters. Zjj hebben beiden den engel Gods gezien. Beiden vernamen zij, ofschoon op gansch verschillende wijze, dezelfde tijding. De vrouwen begeven zich, in gehoorzaamheid aan de ontvangen opdracht, op weg naar de discipelen. Maar de verschrikte wachters worden vol angst voortgedreven naar de overpriesters. Niet alleen de kring van Christus liefhebbers, ook zijn vijanden, de leden van den Joodschen raad, moesten weten, wat er geschied was. Van wien konden zij dat nu beter vernemen, dan van hun eigen wachters. Indien de disci pelen hun de boodschap van Christus' verrijzenis hadden gebracht, zij zouden volstrekt geen geloof hebben gevonden. Ja, al had de opge stane Heiland zelf zich aan hen geopenbaard, ze zouden toch niet geloofd hebben. Op Gol gotha hebben zij wel geroepen.Indien gij Gods Zoon zijt, zoo kom af van het kruis, en wij zullen in u gelooven doch al ware Christus van het kruis afgekomen, zy zouden Hem evenwel hebben verworpen. Het ongeloof roept altijd om bewijzen, maar er is geen enkel bewijs, dat het overtuigen kan. De natuurlijke mensch wil in Christus niet gelooven, wü tot Hem niet komen. Ook de meest nadrukkelijke woorden en de meest ontegensprekelijke feiten zullen hen niet overtui gen, die in de strikken des duivels zijn. Daarom moet gij u nooit vermoeien, om voor onge- loovige menschen uitwendige bewijzen der waarheid van het Christendom bij te brengen. Indien de Heere door zijn Heiligen Geest het hart niet verniewt, zullen zij, trots alle dingen die zij zien en hooren, niet gelooven. De overpriesters hebben van de wachters vernomen, alles wat er geschied was. Die man nen waren in hun oog toch zeker vertrouwbare getuigen. En evenwel hebben zjj hun woorden niet geloofd. Tegen de klaarste getuigenissen in, ten spijt van de meest onaantastbare feiten, blijft de ongeloovige en goddelooze mensch de waarheid tegenstaan. Zoo was het bij de over priesters, en zoo is het nu nog. Ontzettend is de macht, die de zonde over den mensch uitoefent. En niets is onredelijker dan het ongeloof, 't Is enkel vijandschap tegen God, die alleen door de wedergeboorte des harten, louter geestelijke verblindheid, die slechts door de verlichting des Heiligen Geestes weggenomen kan Vorden. Bileam is dezelfde gebleven, ook na de ont zagwekkende verschijning van den engel. En Christus heeft gezecd.Indien zij Mozes en de Profeten niet hooren, zoo zullen zjj ook, al ware het, dat iemand uit de dooden opstond, zich niet laten gezeggen." Dat zij, die de zonde dienen en liefhebben, het toch leerden zien, en voor haar mochten beven. Want de zonde heeft een ontzettend verstokkende, een schrikkelijk verblindende macht. Dit is een oordeel Gods over haar. 't Is de vloek der zonde, dat zij steeds meer kwaad teweeg brengt. Genade maakt klein, verteedert het hartmaar de zonde versteent en verhardt het. De boodschap der wachters deed in het eerst ongetwijfeld bij de overpriesters den schrik om de ziel slaan. Zij hoopten, dat zij van dien verleider nu voor goed af waren. En nu voorzagen zij, dat de zaak van dien Nazarener weer opleven, weer beroering onder het volk en bjj vernieuwing schade aan hun gezag toebrengen zou. In deze verlegenheid wordt een raadsver gadering belegd. Een buitengewone vergade ring in meer dan één opzicht. De overpries ters en de ouderlingen komen saam met de Romeinsche soldaten. In gewone omstandig heden zouden deze achtbaren des volks het verre beneden zich gerekend hebben, met sol daten te vergaderen en te overleggen. Maar als het gaat om Christus, is zelfs het ergste niet te erg. Welk een vergadering zal dat geweest zyn Een vergadering van boozen, van welke satan zelf de voorzitter was. De vrucht van hun bespreking kan niets anders wezen dan leugen en bedrog. De uitkomst bewijst het. Zij zien nu, dat zjj een kuil hebben gegraven voor zich zeiven. En waarmede zullen zy dien nu dempen In hun verlegenheid grjjpen zy naar twee middelen, om er zich uit te helpen het geld en de leugen. In de eerste plaats nemen zy de toevlucht tot hun afgod, den Mammon. Voor geld der overpriesters heeft Judas Christus overgeleverd. Voor geld hebben zy zich valsche getuigen gekocht. Ook nu beloven zy den wachters veel geld. De wereldsehe menschen denken, dat zy alles kunnen goed krijgen met geld. Doch menigeen, die meende door geld zich te redden, stortte daardoor zich juist in het verderf. Wy lezen er niet van, dat de overpriesters de moeite genomen hebben, de zaak nader te onderzoeken door zelf naar het graf te gaan. Dat komt by hen zelfs niet op. Want het staat te voren en boven alles bjj hen vast, dat het niet waar mag zyn, wat hun door de wach ters is bericht. Daarom bljjft hun niets anders over, dan list en leugen. Laat ons nu zien, wat zjj in hun vermeende scherpzinnigheid hebben uitgedacht, om de zaak te smoren. De krijgsknechten ontvingen veel geld. Daarvoor namen zy op zich, alom te vertellen, dat de discipelen des nachts ge komen waren, en het lichaam des Heeren hadden gestolen. Welk een dwaasheid is toch de toevlucht van het ongeloof! Het verzinsel, dat zy ver breiden moesten, weerlegde zich zelf. Goed gewapende krijgsknechten en nog wel Romein sche soldaten, zouden zich door eenige onge wapende mannen hebben laten verschalken Eenvoudige visschers zouden zich verstout hebben, het zegel van den stadhouder te ver breken Neen, dat was op zich zelf niet aan te ne men. Daar moest iets anders by verdicht wor den. Er moest by, dat dit gebeurd was, ter wijl de wachters sliepen. Hier ziet gy weer de schrikkelijkheid der zonde. Wie eens den voet op het pad des kwaads heeft gezet, wordt in steeds grooter goddeloosheid verstrikt. Om hun eigen eer te redden, verbreidden de wachters hun eigen schande. Een soldaat, die slaapt op zyn post, is ten hoogste strafbaar. Dat gevoelden de overpriesters ook. Daarom stelden zy hen gerust tegenover mogelijke wraak van den stadhouder. Maar als de wachters nu geslapen hebben op hun post, hoe konden zy dan weten, wat er gebeurd was Slapende menschen weten toch niets af van alles wat er rondom hen plaats grypt. En de wachters gaven voor, dat zy niet tegenstaande zy geslapen hadden, wisten wat er gebeurd was en ook door wie alles was ge daan. Welk een dwaasheid is toch deze nood leugen. Hoe wordt het duidelijk, dat zy, die anderen wilden verblinden, zelf met de grootste verblindheid waren geslagen. De wijsheid van hen, die Gods woord verwerpen, kan niets an ders dan dwaasheid zyn. „En", zoo meldt de Schrift, „dit woord is verbreid geworden bjj de Joden tot op den hui- digen dag." Dat zulk een jammerlijk verzinsel geloof vond, bewijst, dat het oordeel der zwartste duisternis ten aanzien van de geestelijke din gen over het volk was uitgesproken. De Joden lieten zich moedwillig om den tuin leiden. Dui delijk blijkt hier, dat het ongeloof leeft enkel en alleen van de leugen. Welk een scherpe tegenstelling vormt daarmede het geloof, dat alleen leeft van en zieh voedt met do waarheid. Het ongeloof wil de heilige en heerlijke waar heden Gods veranderen in de grofste en meest plompe leugens. En de groote massa gelooft ze gaarne. Want de wereld werpt zich gewillig in de strikken, waarmede de satan haar wil vangen. Nietige verzinsels, dwaze leugens van menschen worden gretig aangenomen, maar de heilswaarheden Gods worden verworpen. Zoo is het ook in onzen tyd. Nog in erger mate zelfs dan ooit. De ongeloovigen nemen liever de grootste dwaasheden en ongerijmd heden aan, dan te gelooven wat de Heere spreekt in zyn heilig Woord. Arm ongeloof toch Maar hoewel de lengen onder de Joden verbreid en ook door hen geloofd werd, zy kon niet beletten, dat de waarheid Gods onverhinderd werd gepredikt tot aan de einden der aarde. Al de leugens van het ongeloof kunnen geen scherfje van het rotsgebergte der waarheid vernietigen. Op hoe jammerlijke wyze wordt het ongeloof in de Schrift tentoongesteld by den triumf van den Vorst der waarheid. Welk een schrikkelijke zonde is toch het ongeloofHet verwerpt de waarheid, die heilig en heerlyk is, en neemt de leugen aan. En dan welke leugens En nu nog één tegenstelling. De leugen werd ten tyde van Christus' opstanding gaarne geloofd, maar de jongeren des Heeren waren van niets moeilijker te overtuigen, dan van de waarheid der opstanding van Christus Lezer, ligt daarin niet een reden van diepe beschaming ook voor u J. P. Tazblaar. TWEETAL, te Wolphaartsdykds. G. J. D. Aalders te Dussen. ds. L. G. Goris te Zevenbergen. BEROEPEN, te Ryswyk: ds. J. E. Goudappel te Dieren, te Hommertsds. D. Prins te Oudega. AANGENOMEN, naar Diemends. H. Volten te Tienhoven. Te Kampen is Woensdag de Theol. School dag gehouden. In de ure des gebeds op Dins dagavond werd voorgegaan door ds. G. Wisse, van Driebergen, die sprak naar aanleiding van 1 Cor. 8: 29a: „Dat uwe oogen open zyn, nacht en dag over dit huis." Een talrijke schare, waaronder vele predikanten, vulde de Burgwalkerk. Ds. W. Wolsink, te Steen wyk, is in den ouderdom van 58 jaren overleden. ZEerw. ving zyn arbeid aan Nov. 1877 te Langeslag, vertrok in Aug. 1883 naar Harlingen, waar hij tot 1888 bleef, toen hy naar St. Anna Parochie heentrok en vandaar toog hy in 1894 naar Steen wyk. De Orgel- en Pianohandel van Gebr. Wa genaar is heden geopend en lokt tot een bezoek uit. Naar wy van vertrouwbare zyde vernamen, zijn het mannen der zaken kundig, daar zy te Utrecht van jongsaf in het vak zyn opgeleid, en behooren tot de eerste klas stemmers. Aan de Kerkeraden der Geref. Kerken in de Classis Walcheren. De vergadering der Classis Walcheren zal D. V. gehouden worden op Woensdag 12 Augus tus in de Hofpleinkerk te Middelburg. Punten voor het Agendum gelieve men tijdig in te zenden aan het adres van den Actuarius ds. A. Scheele te Yeere. Namens de roepende Kerk van O. en W. Souburg, G. F. Kerkhof, Praeses. M. Dorleijn, Scriba. Souburg, 10 Juli 1908 Den Kerken, die te Zierikzee samenkomen in classicale vergadering, zy bekend gemaakt, dat het Synodejaar 19081909 door haar aan de provinciale kas naar art. 13 K. O. moet worden voldaan de som van ruim f 200 (waarbij volgens ontvangen bericht nog 20% kunnen komen). Gelieven de kerken op de a. s. class, vergadering te storten: Zierikzee f 15,75. Bruinisse f 13,65. Camperland f 14,70. Colynsplaat f 10,50. Oosterland f 7,35. Brouwershaven f 8,40. Zonnemairef 8,40. Scharendijke f 9,45. Wissekerke f 4,20. Geersdyk f 4,20. Nieuwerkerk f 4,20. Haamstede f 4,20. Haamstede. R. Koolstra, Class. Dep. Art. 13 K. O. Wolphaartsdyk8 Juli 1908. Door den ker- keraad is het volgend tweetal opgemaakt: Ds. G. J. D. Aalders te Dussen en ds. L. G. Goris te Zevenbergen. Namens den Kerkeraad, A. Naqelkerkb. Scriba. Het Christelijk Huisgezin, door Dr. H. Bavimok, Kampen, J. H. Kok. Als de pen van Prof Bavinck en de pers van den uitgever J. H. Kok ten huwelijk gaan, dan wordt er uit dit huwelijk iets voortreffe lijks geboren. Het boek, dat hier wordt aan gekondigd, is een kostelijk boek èn naar in houd èn naar vorm. Voor den prys van f2,25 ontvangt men hier een keurig uitgevoerd werk van ruim 200 bladzijden. Is men lid van de „Vereeniging tot bevordering van Christelijke lecteur", dan betaalt men slechts den halven prys. Afgedacht van den inhoud is dit boek reeds een lust voor de oogen. Het papier is stevig, de lettervorm kloek en ruimen daar het formaat niet groot en de witte rand tame lijk breed is, zyn de bladzijden niet vermoeiend vol. Maar dan de inhoud. Al wat Prof. Bavinck schrijft, draagt het stempel der soliditeit, der ryke kennis, der zakelijke en afgeronde be handeling. Daar deze hoogleeraar het veld overziet, geeft hy ook een overzicht van het geheel. Hy is niet de man van de schetsen en de schetjes, van het breed uitgewerkt detail. Hy streeft naar volledigheid en daardoor ook naar beperking. Als Prof. Bavinck over eenig onderwerp schrijft dan zult ge zelden te ver geefs naar een vraagstuk zoeken, dat hij, zy het dan met enkele zinnen, niet aangeroerd heeft. Daardoor dragen de werken van Dr. Bavinck hoe eenvoudig dikwyls ook ingekleed, hoe hel der ook gesteld, toch altijd een wetenschap pelijk karakter. Nederbuigend en toch voor naam. Nederbuigend, want ook in dit boek zal de eenvoudigste lezer kunnen genieten voornaam, want ook voor menschen van studie is dit boek een bron. In tien hoofdstukken is de stof verdeeld. 1. De oorsprong van het huisgezin. 2. De ver storing van het huisgezin. 3 Het huisgezin by de volken. 4. Het huisgezin onder Israël. 5. Het huisgezin in het Nieuwe Testament. 6. Gevaren voor het huisgezin. 7. Huwelijk en huisgezin. 8. Huisgezin en opvoeding. 9. Huisgezin en maatschappij. 10. De toekomst van het huisgezin. Het is moeilijk een stukske te kiezen om onzen lezers eens te doen proeven, hoe edel deze spijze is. De schoonheid van dit boek, ligt in het geheel. Niemand, die het koopt, zal zich van achteren beklagen. Hier is een rijkdom van leering, die ten zegen kan zyn. In elk Christelijk huisgezin mocht het wel gelezen worden. Het is een boek voor onzen tydvoor onzen tyd, waarin ook het huisgezin door ge varen bedreigd wordt en tegen gevaren bevei ligd moet worden. Vinde dit boek spoedig zyn weg en zy het ons Nederlandsche volk ten zegen en tot heil. Bloemlezing uit „de Avondster" door J. vau Andel. Kampen. J. H. Kok. Dit boek kost f 2,50. Telt meer dan 300 blad zijden. Is grooter van formaat dan het vorige met kleine letter gedrukt. Maar het is ook een voortreffelijke uitgave van den uitgever J. H. Kok, die reeds zooveel goeds aan de markt bracht. Leden van de Vereeniging ter bevor dering van Christelijke lectuur" betalen ook hier weer halven prys. De opstellen uit dit boek zyn reeds meer dan dertig jaar oud. Ze zyn door ds. J. van Andel gekozen uit zyn tijdschrift „de Avondster" vroeger jaren door hem uitgegeven. Over die „Avondster" heb ik meermalen oudere menschen met geestdrift hooren spreken. Na deze bloem lezing te hebben gelezen en doorbladerd, kan ik my die geestdrift begrijpen. Deze opstellen zyn het waard, dat ze niet begraven blyven in een oud tijdschrift, dat slechts sommigen nog bezitten. Ge proeft er ds. van Andel uit, ook al is er tusschen ds. van Andel van toen en dien van nu wel eenig verschil. De oude ds. van Andel is soberder, dan die van voor dertig jaren. Trou wens, dat vindt ge ook by dr. Kuyper. Vergelijk de meditaties uit de latere jaren eens bij die van den eersten tyd. Ze hebben verloren aan bloemrijkheid, maar wonnen in gedegenheid. Het zou niet goed zyn, indien het anders ware. Niettemin is het lezen van deze oude opstel len een bron van genot, want ze zyn vol schoone gedachten. We vermelden alleen de inhouds opgave Gods Sabbatde slang in het Paradijs het Evangelie in het Paradijs; de dienst der Engelen; Gods Verbond met Noach; het wa ter der afzondering Jezus als jongelingTha- borGethsemanéde moordenaar aan het Kruis de Wijnstok en de ranken; Christus weder komst de gelijkenis der toevertrouwde ponden van den voorzichtigen rentmeester; van den ryken man aan de Christelijke moeder by het graf van haar kindherinnering aan onze doo den troost tegen den dood. In dit boek, rustig genoten, nadenkend ge lezen, zit oneindig veel meer vormende kracht, dan in twintig verslonden romannetjes, die ook onder ons veel te veel gelezen worden en den smaak voor het degelijke bederven en den lust tot nadenken en inspanning bedenkelijk ver minderen. Wy wenschen dit kostelijke boek een ruime verspreiding toe. Lahan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3