Kerk- en Schoolnieuws. AANGENOMEN naar 's Hertogenboschdr. T. Hoekstra te Ha- Officiëele .Berichten. VACATUURBEURTEN GAPINGE. ZENDING8-C0NFERENTIE gehouden te Ter Neuzen den 31 Mei 1908 Verantwoording van Liefdegaven. Laman. Christelijke Jongelingsvereeniging „Herman Faukeel". en rijkdommen Maar dit alles had Hy hun niet gegeven, toen Hü by hen was, hoe zou Hij het hun dan verleenen, nu Hij hen ging verlaten. Dat was wel het minstewat Hij geven kon, en het laatstewat Hij geven zoude. Hij liet hun iets na, datveel voortreffelijker was, nl. vrede', vrede laat ik u, zoo zegt Hij. Dat was het goed, hetwelk in het testament van den seheidenden Heiland stond beschreven voor het elftal jongeren niet alleen, maar voor allen, die den Heere Jezus in onverderfelijkheid be minnen, ook al zien "ze Hem niet. Vrede, dat is het legaat, hetwelk Jezus bij zijn hemelvaart aan zijn strijdende kerk op aarde heeft vermaakt. De strijdende kerk zou vrede hebben. Klinkt dit niet wonderbaar Een strijdende kerk, die vrede heeft1? Een strijdende kerk, die vrede verkrijgtdat zou te verstaan zijn. Maar een strijdende kerk, die vrede heeft, sluit hier het een het ander niet uit Kan er vrede wezen, zoolang er strijd isen kan er strijd zijn, wanneer er vrede is? En heeft Jezus niet elders herhaaldelijk gezegd, dat zijn ge meente op aarde vele verdrukking zou hebben te lijden, gehaat en vervolgd worden om Zijns naams wildat ze aangevochten zou worden door geestelijke en lichamelijke vijanden, zoo dat het menigmaal zou wezen schrik van ron dom En hoe kan Hij dan zoo nadrukkelijk zeggenvrede laat ik u Die tegenstrijdigheid wordt opgelost, wanneer ge merkt op hetgeen Jezus laat volgenvrede laat ik u mijnen vrede geef ik u. De vrede, die Jezus aan zijn kerk heeft achtergelaten, is een vrede van bijzonderen aard. Het is Zijn vrede de vrede, dien Hij zelf bezit. En waarin is die vrede gelegen, dien Jezus bezit Is het niet de vrede, die er tusschen Hem en zijn Vader in de hemelen bestaat Daar is maar één God, daar is ook maar één Middelaar Gods, en tus schen die beide heerscht de zaligste harmonie, de innigste overeenstemming, de volkomenste vrede, de zuiverste gemeenschap. De Vader heeft Jezus lief, en Jezus heeft den Vaderlief, en daar is geen wolkske van onmin en oneenig- heid tusschen die beiden, ook maar ter grootte van eens mans hand. En deze vrede maakt nu ook Christus zijne kerk deelachtighen, die Hem liefhebben, die in Hem geloovenook al zien ze Hem niet. Hij maakt mijn vrede tot den hunnenEn al staan nu ook alle vijanden, zichtbaren en on- zichtbaren tegen hen op, en al worden ze ook aangevochten van alle kanten, en al ljjden ze ook vele verdrukkingen, en al slaan de golven vaak over hen henen, ze hebben onder dat alles toch vrede, want ze hebben vrede met God, gelijk hun Hoofd en Middelaar vrede heeft met God. Al zyn alle dingen hun ook tegen; ze weten één ding: God is vóór hen. Dat is de vrede, dien Jezus den zijnen heeft achtergelaten. De innerlijke rust des gemoeds door het vertrouwen, dat God met hen is, al is alles hun ook tegen. De kalmte des harten, waardoor ze zingen bezwijkt dan ooit in bit tere smart of bangen nood mijn vleesch en hart, zoo zult Gij zijn voor mijn gemoed, mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed. Dat is de vrede, dien Jezus den zjjnen laatdat innerlijk gevoel van zekerheid en veiligheid te midden van de stormen des levens, dat een vrucht is van de gemeenschap met Godde vrede, die alle verstand te boven gaat en hunne harten en zinnen bewaart, en gemoed en mond ver vult met den psalm des vertrouwensdoch gij, mijn ziel, het ga zoo 't wil, stel u gerust, zwijg Godestil, ik wacht op Hem, zijn hulp zal blijken. Wie zoo gesteld is, die heeft vrede, den vrede dien Jezus achterliet. En wat maakt dezen vrede bovenal nu zoo groot? Jezus zegt: ik geef u vrede op een andere wijze dan de wereld vrede geeft. De wereld geeft ook vredealthans de wereld be looft vrede, ook aan de kerk. Ge hoort van vredebonden, van vredescongressen, vredes conferenties, vredespaleizen, vredesapostelen er wordt over gesprokener wordt voor ge pleit. Maar het komt niet tot vrede. Men wi wel vrede, maar men wil komen tot een* vrede, die niet bestaat, omdat men tot vrede wil ko men buiten God om. De wereld geeft vrede in woorden, in beloften, in ijdele pogingen. Jezus geeft zijn vrede inderdaad. De vrede der wereld is een vrede op het papier. De vrede van Jezus is een vrede in werkelijkheid. Hij belooft vrede en geeft vrede, vrede voor het hart, vrede met God en vrede met ons lot. Hij kan dat doen, want Hij kocht dien vrede door zijn bloed. Hij heeft den strijd volstreden, die volstreden moest worden, eer de dageraad van den vrede aanbreken kon. Hij heeft de verzoening tot stand gebracht, en de vrucht dier verzoening valt uit genade in den schoot van hen, die Hem liefhebben, ook al zien ze Hem niet. Wat dunkt u? Is het geen kostelijk legaat, dat Jezus aan zyn vrienden achterliet, toen Hij heenging? Gaat er iets boven dien vrede? Of zoudt ge liever iets anders van Jezus hebben ontvangen Dat zou een dwaze keus zijn Als gij het tijdelijke boven het eeuwige ver koost! Want die vrede, dien Jezus achterliet is eeuwig en onvergankelijk. Laman. TWEETAL te Alblasserdam ds. H. H. Schoemakers te Workum. ds. R. Smeding te IJsel- monde. te Hilversum ds. Th. Oegema te Hoogeveen. ds. R. Smeding te IJselmonde. BEROEPEN te ZuidlandCand. J. C. Brussaard te Dor drecht. te Pernisds. J. Gispen te Barneveld. te Kockengen ds. J. P. Yisscher, emer. pred. van Leeuwarden, te Apeldoornds. A. Doorn te Franeker. zerswoude. BEDANKT voor Rhijnsburgdr. T. Hoekstra te Hazers- woude. Na bevestiging door ds. A. H. van der Kooy van Bergen op Zoom met eene leerrede naar aanleiding van Jesaja62 6 en 7 verbond Zondag ds. A. Merkeleijn zich aan de gemeente te Schoondijke tot tekst hebbend 2 Oor. 215. 5 Juli ds. G. F. Kerkhof 1 Aug. ds. L. H. Wagenaar. 6 Sept. ds. F. W. J. Wolf. H. Mbulink Na des morgens te zyn bevestigd door ds. A. van der Kooy van Bergen op Zoom met een leerrede naar aanleiding van Jesaja'162": 6 en 7 verbond onze nieuw beroepen leeraar'ds. A. Merkeleijn zich aan de gemeente met een leerrede uit 2 Corinthe$2 15. Beide malen was het kerkgebouw overvol. Het Adres van den Kerkeraad is den Wel.- Eerw. heer ds. A. Merkeleijn. Namens*den Kerkeraad, A. J. du Burok. Schoondijke 3 Juni 1908. Mii ddagvergaderi'ng. Te 1 uur werd de vergadering door den praeses heropend, en' nadat'gezongen was „Al de heid'nen door uw handen Voortgebracht in alle landen Zullen tot U komen, Heer Bukken voor Uw aanschijn neer." en ds. Kerkhofiin gebed voorgegaan was,"ver kreeg het woord ds. R. Hamming van Zaamslag, die tot onderwerp voor zyn referaat koos Waarom zoo geijverd voor de Zending?" Spreker begon met ons een kijkje te gunnen in den Zendingsijver, waardoor onze tijd zich kenmerkthy somde op bidstonden, collecten, rondgaande busjes," halve- en heele stuivers-, halve- en heele centsvereenigingen, Zendings- bazars en -musea, Zendingsfeesten, -dagen, -conferentiesen wees op het feit dat alle bladen in hun rubrieken volgaarne berichten over de Zending opnemen. Allerwege is er dus een heerlijke actie voor de Zending, waaraan oud en jong meewerken. Vanzelf is dus de vraag gewettigd Waarom wordt er zoo geyverd Wat drijft al die yver- aars of lieverWat behoort hen te dry ven Daar zyn verkeerde, minder gewenschte dryf- veeren, byv. Ie zucht om mee te doen met de mode van? den tyd, wanneer men by anderen niet wil achterstaan ;\2e zucht tot werkheilig heid, want dan gaat 't meer om zichzelf te ver heerlijken dan om de zaak des Heeren te dienen 3e een gevoel van medelijden met de Heidenen, wanneer men leert kennen hunne nooden op zedelijk, burgerlijk, staatkundig en godsdienstig gebied; 4e commercieele overwegingen. Dat alles nu moge meewerken, maar het mag niet de drijfveer, de prikkel tot Zendingsarbeid zyn. Die wordt gevonden in het hoog bevel van Christus Jezus, onzen Koning. Het is niet aan onze willekeur of goedheid overgelaten of wy ijveren willen voor de Zen ding, maar het is ons als gebod gegeven. En als eens konings gebod met traagheid wordt vervuld, maakt dat een droeven indruk. Wat doet gij Bekommert gij u niet om Christus' bevel Is Hy niet uw koning Als wy Hem liefhebben, zullen wy Zyne geboden bewaren, ook het Zendingsgebod. Dan zullen wy er voor bidden in onze gezinnen, gaven er voor offeren, met belangstelling kennis nemen van al wat gebeurt in de heidenwereld, en ook onze kinderen leeren daarin mee te leven. De opgedragen taak is moeilijk als wy letten op den omvang: „onderwijst alle volken. Leert ze onderhouden alles wat Ik u geboden heb." Niemand immers wil van nature Jezus' discipel zyn. Daarom is een werk des Geestes inwendig noodig. En ook niemand wil Christus' geboden onderhouden. Toch denke niemand dat ons een te zware last is opgelegd. Christus is met ons alle de dagen tot aan de voleinding der wereld. Hy heeft niet alleen zyne apostelen bekwaamd, en de heidenwereld van toen voor- 3ereid op de komst van het Evangelie, maar bekwaamt ook nu zyne discipelen om in gehoor zaamheid zyn bevel te volbrengen. En zoo wy dan met y'ver in dien arbeid ingaan, zyn we verzekerd dat onze arbeid niet ijdel zyn zal in den Heere. Nadat deze woordenrijke, vloeiende rede met aandacht was aangehoord door de vry talryk- saamgestroomde schare, werden door ds. Pol van Vlissingen en door ds. Bouma van Middel burg den Referent enkele vragen gesteld. Ds. Pol acht het gebed van Christus wel een belangrijk motief, maar vond de beschouwing toch wel wat eenzijdig. Hy had liever ook an dere motieven hooren aanvoeren. Het motief van de barmhartigheid had hy niet zoo op zy geschoven, want Christus is niet alleen zelf met ontferming over ellendigen bewogen geweest, maar maakt ons ook barmhartig. Voorts zijn z. i. de eere Gods en de eigen welstand der kerken ook twee krachtige dryfveeren tot Zendingsarbeid. Ds. Bouma vraagt of het bevel„Leert hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb," bedoelt dat de inhoud der Gereform. dogmatiek aan de Javanen moet ingeprent. En tegen over de gedachte van den referent dat in de eerste eeuwen de vrucht op het Zendingswerk zooveel rijker geweest zou zyn dan in onzen tegenwoordigen tyd, stelt ds. Bouma het oordeel van een deskundige, die naar matige, berekening uitmaakte dat het resultaat tegenwoordig by lange na niet zoo ongunstig is als menigeen wel gelooft. De aan was van 't Christendom in de eeuw van Con- stantyn en in de laatste eeuw waren vry wel gelyk. Ds. Hamming beantwoordt de broederen, die hem in de gelegenheid stelden zich nog nader te verklaren. Hy is 't met ds. Pol eens, dat de drie door hem genoemde factoren ook in aanmerking komen, maar 't doel zyDer rede was om het hoofdmotief: Christus' bevel, op den voorgrond te stellen. Op de eerste vraag van ds. Bouma antwoordt referent dat hy 't gaarne overlaat aan 't oordeel van des kundigen om te bepalen op wélke wijze die geboden den heidenen moeten worden geleerd en op zyn tweede vraag zegt referent, dat hij zich aansloot by de algemeen gangbare opinie, dat de kracht der Zending in de eerste eeuwen grooter was dan thans. Hy stemt evenwel toe dat statistische gegevens ons dikwyls komen beschermen in onze voorstellingen. Daarna liet de praeses de vergadering aan heffen het 4de vers van Ps. 98 en inmiddels trad ds. Bouma naar voren om zyn gehoor te boeien door een schitterende improvisatie over de onverwinlijke kracht der Zending Misschien zegt ge (aldus de spreker)Spreek liever over veel arbeid en weinig vruchtwant nauwelijks telt ge op duizend heidenen één bekeerling. Doch hy voert niet het woord tot eene vergadering van tegenstanders der Zending, en hoopt daarom op hunne instemming. Over de onoverwinlijke kracht van de Geref. Kerken durft spreker het woord niet voeren. Hy draagt die Kerken veel achting toe, is ge steld op haar goeden naam, heeft oog voor 'tvele goede dat van haar uitgaat, maar als hy ziet op de Zendingsactie; en met name op die in onze provincie Zeeland, dan is het re sultaat o zoo pover En dat zyn nu Zeeuwen Die eenmaal hun mannen gezonden hebben naar Insulinde om er schatten gouds uit te beuren, op welke schatten van vroeger sommige families nu nog teren Wat hebt gy, Zeeuwen, wederkeerig gedaan voor Indië Hebt gij 't ge zegend met den rykdom des Evangelies? Of zult gij in den dag der rekenschap met schaamte uw hoofd in 't stof moeten buigen Het woord moet spreker van het hartDat men het hem toch eens duidelijk make, wat die ryke Zeeuwen deden met hun geld uit Indië getrokken voor de geestelijke welvaart van dat volkDan zou hy met verlicht hart over de Schelde terugkeeren. Aan geld ontbrak 't u nietmaar 't ontbrak u aan iets anders aan geloof in den Naam en de kracht van Christus. Door bezwaren en teleurstellingen mogen we ons niet laten ontmoedigen. Was de toe stand onder Israël nog niet veel donkerder Dat ééne kleine bondsvolk, dat de kennisse Gods bezat werd nog overheerd door Farizeeuw- schen vormendienst en Sadduceeuwscb ongeloof. Slechts enkele godvruchtigen verwachtten de toekomst des Heeren. Het licht dat in Bethlehem verscheen open baarde zich evenwel in onoverwinlijke kracht, deed alle duisternis en nevelen wyken, en riep het rechte leven ter eere Gods te voorschijn. Dat was de groote kracht Gods In overwinnende kracht ging het getuigenis van het Licht der wereld vanuit Jeruzalem uit onder de volkeren. Vanwaar die kracht? Was dat de macht van eene idee, gelijk die zich ontwikkelt in het brein van een genialen denker De macht van een idee, als waarvan Bis marck de drager was Het Duitsche volk moet één worden. Bismarck, wat een man wat een krachtAl had hij zyn eigen volk tegen, hy overwon, en stichtte de Duitsche Ëykseenheid. Straks neemt de jeugdige Duitsche Keizer zyn plaats in. Bismarck legde zyne gedachten ook in anderer harten. En toch, die macht van Bismarck's idee is geenszins onoverwinlijk. Maar wel de macht van Christus Evangelie, want Christus legt niet alleen zyne gedachten in de harten, maar gaat zelf in die harten wonen. Dan wordt het den menschen onmogelijk om van dien Christus te zwijgen. Als de Joden tot de discipelen zeggen dat zy voortaan niet meer spreken mogen over den naam van Chris tus, dau luidt hun antwoordWij hebben een ander beginsel, 't Was de macht van eene per soonlijkheid, die in hen leefde, en de kracht der volheid van dat goddelijke leven en godde lijke licht kon niemand hunner weerstaan. Die was onoverwinlijk. Het lag besloten in Jezus' woord vóór zyn lyden gesproken tot zynen apostelenGy zult meerdere werken doen dan deze, die Ik doe. De kracht der Zending komt in onze dagen nog veel meer uit dan in den tyd der apostelen, omdat zooveel grootere moeilijkheden over wonnen moeten dan vroeger. Het zit 'em met name in die dingen: le de taal, 2e het klimaat, 3e de onvoorbereide akker. Paulus reisde heel de wereld rond met zyn Grieksche Septuagint, en sprak die eene alom bekende taal. De zendelingen van heden moeten eerst allerlei moeilijke talen zich eigen maken vóór zy 't Evangelie kunnen verkondigen. Wat een kracht schuilde er dan in den Zen dingsarbeid, als wy er op zien dat de Bijbel nu reeds in meer dan 300 talen is vertaald. Paulus als Oosterling had niet te lyden van malaria door vreemd klimaat. Hoevele streken der aarde zyn voor de zendelingen uit ons Westen letterlijk doodenakkers geworden En toch waren er altoos meer aanbiedingen van zendelingen dan men noodig had. Is dat niet een krachtig bewijs voor de onoverwin nelijke kracht der Zending? Paulus ging eenvoudig naar de Synagoge en vond daar een aanknoopingspunt met het volk. Maar onze mannen vinden op Soemba niets van dien aard. En de Christenen die er woonden tot nog toe, hebben door hun wan gedrag 't Evangelie van Christus gebracht in een kwade reuke. Blijken van onoverwinlijke kracht gaf de Zending o. a. onder de Patagoniërs. De zendelingen togen heen tot dat naar het aapachtige neigende volk om Darwin eens schaakmat te zetten. En ze wonnen. Darwin gaf sinds jaarlijks een som voor den arbeid der Zending. Is 't niet treffend? De ongeloo- vige wereld moet zelfs die kracht erkennen. Ondanks allerlei bezwaren heeft dan ook de nieuwe Zending overwinning op overwinning behaald Merkwaardig is 't getuigenis van een Brahmaan. Twee dingen wist hy zeker: le dat hy nooit een Christen zou worden2e dat zijn kleinzoon een Christen zou zyn. Maar het 3e wist hy niet zeker. Wat zyn zoon zou wezen De heidenen zeiven hebben een voor gevoel er van dat op den duur tegen het Christendom niemand bestand zal zyn. Tenslotte wilde de referent de vraag eens in 't midden neerleggen Hoe zullen wy nu de onoverwinnelijke kracht der Zending tooneü Naar zyne meening niet door hulpdienst te verrichten voor de Geref. Kerken in 't generaal, maar door eene eigene Zending aan te vatten uitgaande van eene plaatselijke Kerk. Met genot had de vergadering geluisterd naar deze aangename, met geestige spelingen gekruide causerie. By de gedachtewisseling werd zy nog ver gast op een spiegelgevecht tusschen dr. Wage naar en ds. Bouma over het al of niet bar- baarsch zijn of klinken van den naam Temang- goeng, doch de beide Friezen werden het er over eens dat het heerlijke Friesch in anderer ooren ook wel eens barbaarseh klinkt. Ds. Broekstra informeerde of de kerk van Middelburgovertuigd van de onoverwinlijke kracht der Zending, onze andere Zeeuwsche kerken niet den dienst wilde bewyzen van voorop te gaan als Zendende Kerk. Hy ontving daarop als antwoord van ds. Bouma, dat naar z. i. Vlissingen A, gerugsteund door kerk B, als zendende kerk zou willen optreden, en dat dit de beste oplossing was, omdat dan ook de historische lijn werd vast gehouden. De vrucht der van Vlissingen uit gaande Zending is het gekerstende Amboina. Dr. Wagenaar spreekt zyn dank uit voor het verkwikkend woord, dat hy mocht hooren en verzekert dat hy in de morgenvergadering niet gepleit had als Generaal Deputaat. Want o. a. ook ds. Dijkstra sympathiseert zeer met de gedachte van eigen Zending der Zeeuwsche Kerken. Zy behoeven geen hulpdienst te ver richten voor Gen. Deputaten. Met andere broeders is dr. W. het eens dat noodig thans één der kerken moet vooropgaan. Ook zyn Eerw. verstigt het oog op Vlissingen A. Na het aanhooren van dit referaat met de daarop gevolgde discussie, zongen wy het 1ste vers van Psalm 67. Toen kwam aan het woord de dienaar van Koudekerke, ds. van Loon, die tot onderwerp koos De vrucht der Zending. (Wordt vervolgd.) G. F. Kerkhof. Scriba v. Deputaten. ZENDING. In dank ontvangen een dankoffer uit Baar land f 5.00van L. K. te Zierikzee f 2.50. Gewone Vergadering D. V. Woensdag 10 Juni 1908, des avonds 8 uur, in de Consis torie der Gasthuiskerk. Te behandelen Gew. Gesch. Genesis 14. Vad. Gesch. Maurits en Willem Lodewyk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3