Aan N. N.
Kerk- en Schoolnieuws.
Oftieiëele Berichten.
Verantwoording van Liefdegaven.
BOEKBEOOEDEELING.
Vrouwenweelde en Vrouwensmart, door
Johanna Bbeevoobt. 3e druk. Rotterdam
D. A. Daamen.
zijn onmogelijk. Ze zijn in strijd met alle na
tuurwetten, daarom kunnen ze niet plaats
hebben."
Doch wat helpt al zulk spreken en beweren,
als men staat tegenover een tastbaar en na
drukkelijk gestaafd feit? Al de redeneeringen
des ongeloofs spatten tot schuim uiteen tegen
de steenrotsen der wonderen Gods.
Niet in den verrezen Christus, niet in den
opgestanen Heiland zoekt het ongeloof troost
tegen de verschrikkingen van dood en graf.
Dien verwerpt het geheel. De ongeloovige
rekent niet met de zonde, en wil daarom ook
Hem niet erkennen die gekomen is, om van
de zonde en van den dood te verlossen.
Maar het ongeloof heeft een anderen troost
tegen de somberheid van dood en graf. Het
bestrooit de groeve met bloemen en bedekt
het graf met kransenWelk een ijdele troost.
Arm geloof, dat de heerlijke heilsfeiten, waar
door redding van dood en hel werd verworven,
ontkent, en nu den dood en het graf zijn
verschrikking tracht te ontnemen door ras
verwelkende bloemen en spoedig verdorvende
kransen.
Het Christelijk geloof dat zij (vooral
onder de jonge menschen), die gedurig in
strikken van twijfel zich laten vangen, het
toch verstonden, het Christelijk geloof rust
niet op meeningen en uitspraken van men
schen, maar op de wonderen des almachtigen
Gods. Staande in dat geloof, kan de gemeente
des Heeren op het Paaschfeest in weerwil
van al de ontkenning en bespotting des on
geloofs, met dankzegging en aanbidding juichen
„De Heere is waarlijk opgestaan en Hjj is
van Simon gezien
J. P. Tazelaab.
Waarde Broeder!
(Slot.)
Gij zult toch ook wel hebben opgemerkt hoe,
bij de krachtige ontwikkeling van de „christe
lijke pers" het meer en meer in gebruik is
gekomen dat geestverwanten elkander vaak
scherp critiseeren. Nauwelijks heeft iemand een
gedachte uitgesproken of een voorstel gedaan,
of dadelijk volgt de kritiek, de terechtwijzing,
en zoo iets wat in de studentenwereld „afkam
men" genoemd wordt. Ik wijs slechts op iets
dat nog zeer jong is, het rapport van de depu-
taten Synodi, inzake het verband tusschen de
Kerken en de Theol. Fac. der Vrije Universi
teit. Nauwelijks was het publiek gemaakt, of
men leest al van „deputaten in de kou" en van
„eeuwige beginselen van Gods Woord", die in
dit rapport veronachtzaamd zijn.
Soortgelijke kracht woord en zijn niet bevor
derlik voor het welzijn der dingen, waarbij wij
allen geestelijk belang hebben. Gods Woord
zegt: laat alle dingen eerlijk en met orde ge
schieden. Aan dat beginsel hebben we voor ons
kerkelijk leven genoeg. Althans zoo werd er in
vroeger jaren over gedacht, en in onze Belijde
nis wordt dit ook zóo beleden. Maar ook in
ons kerkelijk leven schijnt het parlementarisme
zich meer en meer te ontwikkelen, en wie daar
niet aan mee kan doen, omdat hij de gave er
voor mist, doet beter met te zwijgen.
Van staatslieden in eigen kring hoort men
nu telkens de bewering, dat de oud-Minister
Kuyper in de Kamer behoorde te zijn. Zijne
weigering om, in de tegenwoordige omstandig
heden, een zetel te bezetten, kan men „niet
goedkeuren". Voor mij is die weigering juist
het bewijs, dat de oude doctor zijn vijf zinnen
nog goed bij elkaar heeft. Wat zou hij op dit
oogenblik en in de tegenwoordige omstandig
heden, in de Kamer moeten doen Leider der
rechterzijde zijn Maar wanneer heeft de rech
terzijde hem tot leider verkozen Leider van
de anti-revolutionaire partij en van de club
Maar een geacht orgaan der partij heeft, voor
eenigen tijd, zoo goed als het overlijden dier
partij den volke aangekondigd, en niet on
duidelijk laten voelen, dat Dr. Kuyper aan haar
doodgaan niet onschuldig was Oppositie voe
ren tegen een bevriend kabinet Maar vrienden,
die hem deze taak wilden opdragen, zijn zeker
niet de verstandigsten.
Als er geen wind is kunnen groote zeilsche
pen evenmin varen als kleine schepen. Dit
moest men toch begrijpen. Voor een landman
moge het niet goed zijn op den wind acht te
geven; een stuurman die niet met den wind
rekent, is stellig de ware stuurman niet.
Zoolang men in de studeerkamer zit, kunnen
beginselvaste menschen en logische hoofden
uitnemend koers of steek houden. Maar voor
mannen, die in de practische staatkunde moeten
optreden, is het eenigszins anders. Zij hebben
met wind en stroom vaak te worstelen, en
hunne verantwoordelijkheid voorschip en lading
wordt door hen het meest gevoeld.
En daar komt dan nog bij, dat Dr. Kuyper
eenige dingen gedaan heeft, die hem nooit
vergeven zullen worden. Denk slechts aan de
doleantie en de wijziging der wet op het hooger
onderwijs, waardoor de wetenschappelijke gra
den, door de Vrije Universiteit verleend, ook
uitwerking hebben verkregen voor het burger
lijke leven. En dan de Strafwet-novelle van
1903, en de drankwet, en niet te vergeten,
het onbewimpeld blootleggen van de antithese,
inzonderheid bij het debat over de beginselen
in de wetenschap
Het Calvinisme, om dat woord nu ook eens
te gebruiken, is thans, niet minder dan vroeger,
een steen des aanstoots, zoowel bij de massa
der. geloovigen als bij de vrijzinnigen. Ik ben
geneigd uit te spreken, dat het in Nederland
nooit populair is geweest, en dat het zjjn tijde
lijke overmacht aan velerlei omstandigheden
te danken heeft. Na de Dordtsche Synode zien
we weinig anders dan verbastering. Nooit heeft
de overheid weder eene nationale Synode bij
eengeroepen, om de kerkelijke vraagstukken
kerkelijk te behandelen. En na den dood van
Prins Willem III, koning van Engeland, is mjj
geen enkel feit bekend uit de allerhoogste
kringen, waaruit eenige sympathie voor het
Calvinisme kan afgeleid worden. Men was pro
testant, min of meer godsdienstig, en van de
groote kerk. En daar bleef het bij, tot op dezen
dag.
Toen in de vorige eeuw het Calvinisme, zoo
wel in wetenschappelijken als populairen vorm,
weer krachtiger optrad, hoorde men in vrome
kringen, waarin de geest van het Calvinisme
nog het zuiverst was bewaard gebleven, zelfs
spreken van eene nieuwe, ja gevaarlijke leer
De eeuw der Hervorming ligt reeds zoo verre
achter ons, en men is nu al blijde als men het
woord Christelijk mag gebruiken, en daaronder
alles kan samenvatten, wat niet loochent dat
Jezus Christus in het vleesch gekomen is.
En dat het nog zóó is, moét tot dankbaar
heid stemmen. Het kon, als we naar andere
volken zien, nog veel erger zjjn.
Ik voor mij kan dan ook de publieke be
spreking der dingen, zonder verdriet, aan
anderen overlaten. In mijn jongen tijd had ik
slechts ééne, mijn leven beheerschende, begeerte,
om verkondiger van de vrije genade Gods te
zijn. Geheel mijn zelfbeschouwing en levens
beschouwing wortelt in de eeuwige, vrijmach
tige verkiezing, Eerzucb1 was mij volkomen
vreemd. Maar toen, in later jaren, de menschen
mij naar voren drongen, toen is ook de eerzucht
gekomen, en met haar de verdorring des ge-
moeds. En nu begeer ik niets anders dan te
mogen eindigen gelijk ik begonnen ben ver
kondiger te zijn van de vrijmachtige en alge-
noegzame genade Gods, zoolang de krachten
van ziel en lichaam daartoe geschonken worden.
Voor het overige wensch ik belangstellend en
biddend toeschouwer te blijven.
Hiermede meen ik uwe vraag beantwoord te
hebben.
Van harte,
t. t.
Gispen.
TWEETAL
te Wolphaartsdjjk
ds. K. van Anken te Heinkenszand
ds. A. Scheele te Veere.
BEROEPEN
te Middelburg Ads. J. H. Donner te Breda.
BEDANKT
voor Nunspeet en voor Alblasserdam
ds. D. Hoogenbirk te Nederhorst den Berg
voor Apeldoorndr. T. Hoekstra te
Hazerswoude
voor Rhijnsburg: ds. P. A. Veenhuizen
te Almelo
voor 's Hertogenbosch ds. J. v. d. Linden
te Den Haag.
Door de classis Walcheren, vergaderd
Woensdag 11., zijn benoemd tot afgevaardigden
naar de Prov. Synode, in Juni te Middelburg
te houden, ds. L. Bouma, dr. L. H. Wagenaar,
de ouderlingen J. Louwerse en C. Verhage
als primien ds. D. Pol, dr. A. Kuyper Jr.
de ouderlingen K. Houterman en K. Melis
als secundi.
Door dezelfde classis werd ds. L. Bouma als
consulent der kerk Middelburg A benoemd.
Door ds. C. Steketee, te Middelharnis,
vroeger te Veere, is om gezondheidsredenen
eervol emeritaat aangevraagd.
Door deputaten voor den arbeid onder
onze vi8schers op Lerwick en Baltasound zijn
voor dit werk in de komende teelt aangezocht
ds. S. Datema van Delftshaven en ds. D. Hoek
te Zwijndrecht, die de benoeming bereid
willig hebben aanvaard. Zij hopen D. V. Juni
te vertrekken.
Blijkens het agendum voor de e.v. ver
gadering van de classis Leiden is door de Ge
reformeerde Kerk van Leiden het volgende
voorstel ingediend
De Generole Synode, overwegende, dat in de
laatste jaren met klimmende kracht op de
fundamenteele herziening van de Armenwet
van 1854, Stb. no. 100 wordt aangedrongen
dat reeds den 3en Juni 1901 een ontwerp-
armenwet van den toenmaligen minister
Goeman Borgesius verscheen, waardoor, ware
dit ontwerp wet geworden, de kerken onge
twijfeld in groote moeilijkheden waren geraakt
dat de Regeering geenszins onverschillig kan
zijn omtrent het gevoelen te dezer zake van
een zoo belangrijke kerkengroep als die der
„Gereformeerde kerken in Nederland"
besluit als officieel gevoelen dezer kerken te
dezer zake aldus uit te spreken
le. dat ook in een eventueele nieuwe armen
wet moet worden gehandhaafd het algemeene
standpunt) hetwelk door de tegenwoordige
armenwet wordt ingenomen, n.l. dat de uit
oefening der barmhartigheid aan de kerkelijke
en particuliere instellingen van weldadigheid
moet worden overgelaten
2e. dat eene instelling als van de centrale
registers, gelijk deze in het ontwerp-Goeman
Borgesius wordt aangeboden, door de Geref.
kerken in geen geval kan worden aanvaard
3e. dat artikelen, als art. 7 van de Armen
wet en art. 4 van het ontwerp-Goeman Bor
gesius, waarbij de instellingen van weldadig
heid bij overtreding der Armenwet met verlies
der rechtspersoonlijkheid worden gestraft, in
de eventueele nieuwe armenwet niet behoort
voor te komen
4e. dat naar het bescheiden oordeel der kerken
de invoering van verzekeringswetten aan die
eener nieuwe Armenwet behoort vooraf te gaan.
Aan den heer A. S. J. Dekker te Goes
is de levering van een nieuw orgel opgedragen
voor de Geref. Kerk te Beilen.
L. S.
De Geref. Kerken van Middelburg A, B en
C, hiertoe aangewezen door de laatste Prov.
Synode roepen bij dezen de Kerken van Zee
land samen ter Synodale Vergadering te Mid
delburg (Hofpleinkerk) tegen Woensdag den
lOen Juni e.k.
De opgave der namen van afgevaardigden
en der punten ter behandeling, worden vóór 23
Mei ingewacht bij den eerstondergeteekende.
Namens Kerkeraden bovengen.,
L. Bouma.
L. H. Waqbnaab.
Middelburg, 6 Mei 1908.
Namens den Kerkeraad wordt bij dezen
bericht, dat tot Herder en Leeraar der Geref.
Kerk te Middelburg A is beroepen de WelEerw.
heer J. H. Donner, predikant te Breda.
De Sceiba.
Wolphaartsdijk4 Mei 1908. Door den Kerke
raad is het volgende tweetal predikanten gesteld
ds. K. van Anken te Heinkenszand en ds. A.
Scheele te Veere.
Namens den Kerkeraad,
A. Nagblkebke, Scriba.
KORT VERSLAG der vergadering van de
Classis Axel, gehouden te Terneuzen
30 April 1908.
1. Geopend door ds. v. d. Kamp op ge
bruikelijke wijze, werd na 't in orde bevinden
der lastbrieven de vergadering geconstitueerd.
In 't Moderamen nemen zitting ds. v. d. Kamp
praeses, ds. v. d. Berg scriba, ds. Broekstra
assessor.
2. De notulen worden gelezen en goed
gekeurd.
3. Een schrijven van de Classe Middelburg
inzake de Zending wordt gelezen. Na breede
bespreking wordt, mede in verband met de
mededeeling van den Classicalen Zendings-Depu-
taat, besloten, de beslissing over te laten aan
de pretentie der Particuliere Synode.
4. Een schrijven van A. C-, benevens een
schrijven van A. d. K. c.s. zal namens de
Classe worden beantwoord.
5. Examen van den beroepen predikant van
Schoondijke, candidaat A. Merkeleijn. Na gun
stig praeadvies der Deputaten-Examinis wordt
Br. Merkeleijn met algemeene stemmen toege
laten tot den Dienst des Woords en der
Sacramenten.
6. Een rapport van de Commissie inzake
de finantieele regeling zal den Kerkeraden
worden toegezonden om de volgende vergade
ring hierover eene beslissing te nemen.
7. Met 't Concept-regeling tusschen de Geref.
Kerken en de Theol. Faculteit der V. U. te
Amsterdam vereenigt zich de Classis, maar zij
zag in Art. 15 liever 't vrijwilligheidssysteem
gehandhaafd.
8. Eene instructie van Axel A, betreffende
't meer doen aanvuren van den ijver voor de
Zending, wordt met meerderheid van stemmen
verworpen.
9. Bij rondvraag Art. 41 ontvangen enkele
Kerken advies.
10. De vacatuurbeurten voor Hoek en Zaam-
slag B worden geregeld.
11. Als roepende Kerk voor de volgende
vergadering die te Schoondijke zal gehouden
worden, wordt de Kerk van Terneuzen aan
gewezen.
12. Sluiting door den praeses na 't lezen
der korte notulen en dankgebed door ds.
v. d. Berg.
In naam en op last der Classis,
E. H. Beoekstea, Assessor.
Vlissingen B. Aan ondergeteekende ter hand
gesteld f5,voor de Kerk.
Namens den Kerkeraad,
P. G. Laebnobs, Scriba.
ZENDING.
In dank ontvangen vanMej. M. H. te Z.
f0,50. N. N. Haamstede f0,45. Zend.-Vereeni-
ging Axel A f 60.Geref. Kerk Middelburg
C f 125.Laman.
Het Diaconaat. Handboek ten dienste der
diaconiën, door Prof. Biesterveld, Dr. J.
van Lonkhuijzen en Ds. R. J. W. Ru
dolph. Hilversum. J. H. Witzel.
Een boek van over de 600 bladzijden, kloek
formaat. Alle dikke boeken zijn evenwel niet
altijd zaakrijk. Er zijn folianten, waar weinig
in staat. Er zijn kleine boekskens met een zeer
rijken inhoud. Bovenstaand boekwerk is in-
intusschen kwalitatief en kwantitatief een werk
van beteekenishet is dik en rijk. Iedere
bladzijde geeft wat.
In een eigenlijke beoordeeling zullen we niet
tredendaartoe zouden we het geheel moeten
hebben gelezen, en daartoe ontbrak ons nog
den tijd. Wat wjj er van lazen, geeft ons echter
een hoogen dunk van de bekwaamheid, waar
mede de schrijvers hun taak verricht hebben
en onze aanbeveling, onze warme aanbeveling
is dan ook geheel ter goeder trouw.
Voor onze diaconiën inzonderheid is dit boek
een onwaardeerbaar hulpmiddel bij de rechte,
welbewuste uitoefening van hun voortreffelijk
maar moeilijk ambt. Ik zou het inderdaad
bejammeren, indien in onze Gereformeerde
Kerken ook maar één diaken dit werk niet las
en herlas, tot hij de denkbeelden, die daarin
worden uitgewerkt, zich geheel eigen had ge
maakt. Onderscheidene diakenen gevoelen nau
welijks iéts, van 't geen aan hun ambt ver
bonden is. In deze heilige bediening is zooveel
sleuren er valt toch werkelijk zooveel te leeren,
eer men een goede en getrouwe dienaar is in
het werk der barmhartigheid.
Dit handboek is een werk van drie deelen,
en ieder deel is van een anderen schrijver, die
alleen voor zijn werk verantwoordelijk is. Het
historisch gedeelte leverde dr. J. van Lonk
huijzen. Van bl. 1 tot bl. 220 geeft hjj een
overzicht van de geschiedenis van het diaconaat.
Het thetisch gedeelte schreef prof. Biesterveld.
Van bladz. 221 tot 398 handelt de professor
over de uitoefening van het diaconaat. Het
publiek-rechterlijk gedeelte is van de hand van
ds. R. J. W. Rudolph. Van bl. 399604 be
handelt hjj de verhouding van het diaconaat
tot het publieke leven. Hier komen allerlei
vraagstukken aan de orde, zooals de Overheids
bemoeiing met de armenzorg, armenwet, krank-
zinnigenzorg, kieswet, woningwet, onderzoek
naar het vaderschap, kinderwetten, voogdij,
ongevallenwet, arbeidscontract, enz. enz.
Met deze aankondiging zullen we ditmaal
volstaan. Misschien geven we binnenkort eens
een bloemlezing, waaruit onze diakenen kun
nen proeven, wat kostelijks hun hier geboden
wordt. Minstens moest iedere diaconie één
exemplaar bestellen, maar nog beter zou het
zjjn, indien iedere diaken zich dit werk aan
schafte, want het is een boek, dat niet een keer
gelezen maar herlezen moet worden, het is een
studieboek.
De uitgave valt ook, wat den vorm betreft,
te prijzen stevig papier, prettige druk, breede
witte rand voor aanteekeningen en opmerkin
gen een goed stuk gereedschapen dit kan
immers ook een diaken niet missen?
Dit zeer geprezen boek van de welbekende
schrijfter lazen we met genot. Nu ja, als we
wilden critiseeren, dan zouden we wel enkele