Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie ¥anDs. L. B0ÜH1, Ds. H. V. LIMAN en Ds. A. LITTOOIJ.
5e Jaargang.
Vrijdag 17 April 1908.
Mo. 48.
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
IBOOEMEHTSPRIJS
Drukker-Uitgever
A. D. LITTOOIJ
MIDDELBURG.
Az.
PRIJS DER ID V ERTENTIEN
Bouma.
EERE, BELIJDENIS, ZENDING.
Bouma.
per half jaar franco per post .70 cent.
Enkele nummers 8 cent.
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
DE PAASCHVRUCHT.
V.
Overmits dan de kinderen des
vleesches en des bloeds deelachtig
zijn, zoo is Hij ook desgelijks derzelve
deelachtig geworden, opdat Hij door
den dood te niet doen zou dengenen,
die het geweld des doods had, dat
is den duivel en verlossen zou alle
degenen, die met vreeze des doods
door al hun leven der dienstbaar
heid onderworpen waren.
Hebr. II 14 en 15.
Hoewel het weder guu- bljjft, en een hooge
wind het koud maakt, toch gaat de vernieuwing
van het gelaat der aarde eiken dag door. De
eerste lenteboden zijn reeds lang verschenen,
en aan vele boomen is het jeugdige groen reeds
zichtbaar. De weiden beginnen'die onnavolg
baar groene kleur te krijgen en sommige veld
bloemen vertoonen zich aan het oog. Er gaat
een adem des levens over al wat bestaat en
wekt nieuwe verwachting in het hart der
menschenkinderen.
Die verwachting krijgt inhoud en beteekenis
door het Paasch-Evangelie en wij mogen er op
rekenen, dat zij niet als zoo menige bloesem
aan onze boomen vergaan zal zonder vrucht na
te laten. Wat missen zij toch veel, die wel de
boodschap' hooren, maar haar niet gelooven,
want al is ons leven frisch als het jeugdig gras
en onze heerlijkheid schoon als de bloem,het
is ook vergankelijk en broos. Eiken dag zien
wij rondom ons het leven ontluiken, zich ont
plooien en in sieraad toenemen, wij?zien het
helaas ook kwijnen, afnemen en vergaan. Wan
neer onze verwachtingen geen anderen bodem
hebben, dan wat voor oogen is, dan kunnen
wij ze niet vasthouden, niet blijven koesteren
en tot onze smart zien wij dan ook, dat de
eene na de andere in 't niet verzinkt.
Hoe schoon worden zij daarentegen, als zij
wortelen in het Paaschwonder, wijl dit altijd
een onwankelbaren grond blijft aanbieden.
Daarom verheugen wij ons dan ook elk jaar
inniger bij het vernemen van die zalige tijding
de Heer is waarlijk opgestaan en Hij is van
Simon gezien, en gaan wij met allen, die de
verschijning van Jezus liefhebben naar den hof
van Jozef om bij de geopende groeve te her
denken, dat Hij over den dood en het graf heeft
getriumpheerd. Die weggewentelde steen, die
verschrikte wachters, die neergedaalde Engelen
roepen het ons toe, dat de dood Hem niet heeft
kunnen houden en wij begroeten Hem met
blijdschap, die de Opstanding en het Leven
zelf is.
Luide klinke dan ook de psalm der over
winning in deze dagen ter eere van Hem, die
de pers alleen getreden heeft en die den
Koning der verschrikking geveld en den duivel
al zjjn geweld ontnomen heeft. Hem komt deze
lof toe, en naarmate het ongeloof driester ont
kent,-naar-die-mate luide krachtiger het Paasch-
lied, dat Zijn triumph bezingt. Gelijk toen op
dien eersten dag de discipelen het niet laten
konden om van deze gebeurtenis te spreken,
zoo behoort de Kerk ook thans nog tot aan
de einde der aarde te dragen de heugelijke
tijding van Christus' strijd en zege.
Dit toch is de dag, de roem der dagen,
Dien Isrels God geheiligd heeft,
Laat ons verheugd van zorg ontslagen,
Hem roemen die ons blijdschap geeft.
Zie, hoe de droefheid wijkt van de discipelen
en de vrouwen, naarmate de waarheid der op
standing tot hun besef doordringt, zie hoe de
bange vreeze verdwijnt naarmate zij meer over
tuigd worden, dat Jezus leeft, zie hoe de
vreugde en de blijdschap binnendringen, naar
mate het wantrouwen plaats maakt voor het
geloof, en gij zult verstaan, in welke stemming
wij dit feest hebben te vieren. Waarlijk, als
de Paasehzon hare heerlijke stralen in onze
donkere harten werpt, dan zullen alle angstige
zorgen als nachtvogels voor het rijzend dag
licht vluchten. Immers nu Hij den dood over
wonnen en het geweld des duivels verbroken
heeft, kan Hij allen verlossen van de vreeze
des doods. En welk een weldaad dit is, kan
niemand volkomen verstaan. De schrijver van
deze woorden was opgevoed in de beschouwing,
welke de toenmalige joden hadden van den
dood en hij wist uit eigen ervaring, welk een
vreeze die dood verwekken kon in het arme
menschenhart. Ook had hij gezien, wat de hei
denen niet deden om dezen vijand te weren.
Zij hadden al hun gaven en krachten aange
wend om de vreeze voor hem te bannen, maar
het was niet gelukt. Als een zware last had
zij zich op hun leven gelegd en alle inspan
ning had haar niet kunnen afwentelen. O die
vreeze des doods is zulk een ontzettende macht,
die ons kan aangrijpen en overweldigen. Wij
weten daarvan ook nog wel te spreken, maar
wjj moeten niet vergeten, dat het licht des
Evangelies onze donkerheid heeft bestraald en
dat zijn verhelderenden invloed zich in onze
kringen laat gelden. Zelfs zjj, die dezen bal
sem Gileads miskennen, en niets meer weten
willen van de tijding, welke het Paaschfeest
brengt, genieten daarvan en ondergaan hare
verzachtende werking. Zoover dit licht straalt,
is de donkerheid geweken en daarom zullen
wij nooit geheel kennen, wat die vreeze des
doods eigenlijk wel is. Maar zooveel kennen
wij, naar ik hoop, wel van deze vreeze, dat wjj
waardeeren kunnen de weldaad, welke de Chris
tus door Zijne verlossende kracht aan zijn
volk bewijst.
Althans ik stel haar op prijs, hoor ik u zeg
gen, want eens heeft zij ook rnjj onder hare
dienstbaarheid gebracht. Het was mij alsof de
dood nabij was om mij weg te nemen, en de
vreeze ontwaakte in mij met kracht en ontnam
mij alle vreugde en licht des levens. Ik zag uit
naar verlossing, maar ik zocht haar tevergeefs
bjj de heuvelen en de bergen. Doch daar drong
tot mij door de boodschap, dat wie in Jezus
gelooft, niet sterft, maar leeft in der eeuwig
heid. Naar Hem wendde ik mij, naar Hem
vlood ik met mijn vreeze en angst, met mijn
nooden en benauwdheid en zie, daar^daalde,
hoe weet ik zelf niet, licht in mijn donkerheid
en vrede in mjjn door onrust voortgedreven
hart. Toen heb ik verstaan, wat het is, verlost
te worden van de vreeze en té mogen ademen
in de vrijheid, door Jezus verworven.
Welnu, dan is er voor u oorzaak om den
paasehpsalm te zingen, de kracht van Christus
opstanding te roemen en het verblijden in Zijne
wondere verlossing. Uw tijdelijk leven moge
voorbijgaan, uwe lichamelijke krachten afnemen,
de levende hoop, welke in u is, zal toenemen
en u heendragen door alle moeilijkheden. Zelfs
als gij gaan moet door het dal de schaduwen
des doods zal zij u niet begeven, maar bij u
blijven zal zij totdat gij ten volle het onver
derfelijke leven ervaart en geniet.
Zeeuwsche Bondsdag.
Vroeger bestond er in onze provincie slechts
één verbond, waartoe onderscheidene jongelings-
vereenigingen behoorden. Het ging echter
moeilijk om het krachtig en bloeiend te maken.
Over 't algemeen leidden vele vereenigingen
destijds een kwijnend leven. Op vele dorpen
gelukte het zelfs niet er eene op te richten.
Doch de dag brak aan waarop ook de vereeni
gingen uit elkander gingen om voortaan elk
haar eigen weg te bewandelen. De vereenigin
gen van Gereformeerden huize sloten zich aan
bij den Bond op Gereformeerden grondslag en
hoewel het in den eersten tijd nog bezwaarlijk
ging om het nieuwe spoor juist te zien en af
te bakenen, toch ging het langzamerhand en
leefde men in die beschouwing in. Er kwam
opleving, vereenigingen die weinig beteekenden,
kregen meer gang, en nieuwe werden opge
richt. Er was meer toewijding gekomen en de
ijver ontwaakte.
Met erkentelijkheid en belangstelling heb
ben wij den groei van dit vereenigingsleven
in onze kringen gadegeslagen en wij verheu
gen ons in den toenemenden bloei. De gewes
telijke Bondsvergadering, die Paaschmaandag
te Middelburg in de Hofpleinkerk gehouden
wordt, belooft aan allen, die de vereenigingen
een goed hart toedragen, veel goeds en wij
vertrouwen, dat zij van alle deelen uit onze
provincie zullen komen om er van te genieten.
Voormiddags komen de aangesloten vereeni
gingen samen om huishoudelijke zaken te doen.
's Namiddags is de vergadering toegankelijk
voor allen. Prof. dr. H. H. Kuyper zal han
delen over het toezicht van de ouders en de
Kerk op de vereenigingen. Naar de gedrukte
stellingen te oordeelen mag ieder rekenen, dat
het de moeite waard zal zijn om er naar te
luisteren. Het geldt hier een zaak, voor de
vereeniging van hoog belang en de begaafde
spreker zal wel zorgen, dat hierover een helder
licht verépreid wordt.
Bovendien zal Mr. van Andel het onderwerp
inleiden, dat ook op een ernstige behandeling
aanspraak mag maken. Christen-Socialist? Een
gewichtige vraag en het is hem toevertrouwd
om daarop een antwoord te geven, dat alle
nevelen verdrijft, en daaraan hebben onze jon
gelingen thans wel behoefte.
Het ziet er derhalve wel naar uit, dat het
een leerzame en aangename dag zal worden,
waarom het gewenscht is, dat velen van deze
schoone gelegenheid gebruik maken.
Er zijn in den laatsten tijd stemmen opge
gaan, die spreken van de schaduwzijden, welke
waargenomen worden aan de wijze, waarop
onze vereenigingen haar leven leiden, en wij
gelooven, dat het niet ten onrechte is geschied.
Het zou goed zijn, dat onze vereenigingen ook
deze woorden ter harte nemen en zich beijve
ren om met de opbouwende kritiek winste te
doen. Bij gelegenheid hopen we daarover het
onze nog eens te zeggen. Bouma.
Een teeken des tijds.
Geloovige groothandelaars in Amerika zijn
onder gebed overeengekomen een fonds bijeen
te brengen tot uitzending van zendelingen en
tot evangeliseeren der wereld. Zij wilden tien
millioen aandeelen elk ter waarde van f 240
uitgeven, die in 20 jaren in jaarlijksche lee
ningen van f 12 moeten betaald worden en
bovendien nog één millioen aandeelen voor
jaarlijks f 120, in 't algemeen 2,520 millioen
gulden. Met het daardoor verkregen bedrag
zouden zendelingen kunnen gezonden worden
naar de tot nu toe geheel donkere landen van
Binnen-Afrika en Australië.
Men berekent, dat er nog 675 millioen hei
denen zjjn, die nog nooit het Evangelie ge
hoord hebben en er zouden minstens 20,000
zendelingen uitgezonden moeten worden.
Voor deze kolossale uitgaven trachten nu
de kooplieden de noodige giften bijeen te
brengen.
Deze beweging, die eerst voor ruim negen
maanden onstond, heeft nu reeds hare vertak
kingen in Engeland en Schotland.
Dit merkwaardige bericht hebben wij ont
leend aan „De Nederlander" en wij brengen
het over, aan onze lezers. Terecht mag het ge
noemd een teeken des tijds, want hoewel thans
nog niet te zeggen valt, wat het gevolg er van
zijn zal, toch is het op zichzelf reeds wonder
lijk. Wonderlijk, dat er in het hart van zulke
mannen zulk een ijver ontwaakt om aan de
heidenen de tijding des heils te brengen, won
derlijk, dat deze mannen zulk een organisatie
in het leven roepen, waardoor zij menscheljj-
kerwijze gesproken slagen kunnen, wonderlijk,
dat zij zulk een hooggegrepen ideaal najagen,
en het er op gezet hebben om over zoo een
breed terrein de donkerheid van het heiden
dom te verdrijven door het licht des Evan
gelies, en wonderlijk omdat er uit blijkt, dat
de Zending hoe langer zoo meer de liefde van
velen wint.
Het moge wel tot blijdschap stemmen, dat
de christenheid in haar geheel meerderen ernst
gaat maken met de kerstening der heidensche
volken. De oogst is toch groot en nog altijd
zijn de arbeiders weinige. De twintigste eeuw
echter zet met kracht voort, wat vroeger be
gonnen is en vele berichten van de Zendings-
velden spreken van een ritseling des levens,
welke vernomen wordt in het uitgestrekte doo-
denveld.
Het is een teeken des tijds en alle belijders
van Jezus' Naam mogen er wel de aandacht
op vestigen, opdat hun het verwijt niet treft
Gij geveinsden, het gelaat des hemels weet gij
wel te onderscheiden maar geenszins de tee
kenen der tijdsn.
Wanneer zullen de Gereformeerde Kerken
in ons gewest zoo opwaken, dat zij geen rust
meer kennen, alvorens ook zjj meer deelge
nomen hebben aan dezen arbeid, door den
Heiland zoo nadrukkelijk op het hart gebonden P
Als de dood nadert.
Als de dood nadert gaan gelukkig nog dik
wijls van blinden de oogen open. Bij Hans von
Weber te München zijn brieven van den be
roemden teekenaar Beardsley aan zijn uitgever
Smithers verschenen, waaronder uit den laat
sten tijd van zijn leven. Bijzonder merkwaardig
is de laatste, gedagteekend uit Mentone, waarin
de kunstenaar op zijn uiterst liggend, zyn uit
gever smeekt alle aanstootelijke teekeningen
te vernietigen. Het schrijven luidt aldus Jezus
is onze rechter 1 waarde vriend, ik smeek je
alle exemplaren „Sysistrata" en alle onzedelijke
teekeningen te vernietigen. Laat dit Politt zien
en bezweer hem hetzelfde te doen. Bij alles
wat heilig is alle obscene teekeningen. In mijn
doodstrijd."
Met hem die dit bericht in een onzer Chris
telijke bladen plaatste zijn wij het eens, dat
als de dood nadert, der blinden oogen soms
gelukkig opengaan, maar wij zouden tevens
graag willen, dat alle teekenaars intijds moch
ten bedenken, dat er ook voor beneenoogen-
blik komt, waarin zij rekenschap van hun werk
zullen afleggen. Hoe menigmaal wordt dit
heerlijk talent in den dienst der zonde gebruikt.
Wij leven nu eenmaal in een tijd, waarin
alles afgebeeld wordt en onder het oog van
het publiek komt. Laten allen, die prijs stellen
op wat liefelijk is en welluidt, waken tegen
zoovele voorstellingen, die de onzedelijkheid in
de hand werken. Ouders en opvoeders mogen
wel nanwlettend toezien op wat hun kinderen
en leerlingen in handen nemen.
De overheid zal naar wij hopen nauwkeuriger
dan tot dusver toezien op de uitstalling van
wat een beleediging voor het schaamtegevoel
is, doch zal deze poging om het kwaad te
weren slagen, dan moeten allen medewerken.
Het is wel tijd, dat de strijd nog ernstiger tegen
dezen vijand van ons volk gevoerd wordt