Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redactie vanDs. L. B0ÜM1, Ds. H. V. LIMAN en Ds. 1. LITTOOIJ.
5e Jaargang.
Vrijdag 10 April 1908.
No. 42.
UIT HET WOORD,
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
Drukker-Uitgever
A. D. LITTOOIJ Az.
PRIJS DER AD YERTENTIEH
KERK, BELIJDENIS, ZENDINQ.
Ter Gedachtenis.
Vooruit.
Verkeerde practyken.
per half jaar franco per post .70 cent.
Enkele nummers 3 cent.
MIDDELBURG.
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
HET DOEL VAN JEZUS'VERNEDERING.
IV.
Overmits dan de kinderen des
vleesches en des bloeds deelachtig
zijn, zoo is Hij ook desgelijks derzelve
deelachtig geworden, opdat Hij door
den dood te niet doen zou dengenen,
die het geweld des doods had, dat
is den duivel. Hebr. H 14.
Onder de ouden zfin er geweest, die beweer
den dat de heuvel Golgotha het middelpunt
der wereld was, doch het kan voor ieder dui
delijk z\jn, dat dit een vergissing is. In figuur
lijken zin zou men het evenwel kunnen zeggen,
want nog altijd wendt zich de blik der vol
keren naar dezen plek. Vooral in deze dagen
staan in den geest aldaar onze voeten om nog
eens in te denken de gebeurtenissen, welke
daar eenmaal plaats gevonden hebben. Wfi
nemen plaats aan den voet van het kruts en
zien omhoog tot Hem, die aldaar eenmaal
bloedende gehangen heeft. Welk een schouw
spel is dit eens geweest voor de discipelen,
die zulk een vurige liefde en ongeveinsden
eerbied voor Jezus koesterden, en nu zien
moesten, dat Hfi leed en stierf. Voor hen was
het een onoplosbaar raadsel, want hoe was het
mogelijk, dat de dood overweldigde Hem, die
het leven zelf is. Voor ons is het anders, wfil
profeten en Apostelen ons voorlichten en ons
de beteekenis van dit sterven verklaren. Het
scheen, dat de dood nooit grooter overwinning
behaald had dan in de ure, toen hfi den Vorst
des levens wegvoerde in zijn macht, het scheen
dat de duivel, die het geweld des doods had,
over een heerschappij had te beschikken, waar
tegen niemand den strijd kon aanbinden, doch
het zou bljjken, dat de dood dezen Jezus niet
houden, en dat de duivel Hem niet binden
kon. Daartoe ging de Leidsman Israels dezen
weg, opdat Hij den dood kon overwinnen en
te niet doen dengene, die het geweld des doods
had. Daartoe liet Hfi zich wegvoeren in die
sterke burcht, waar de dood zijn troon had,
waar hij in zijn uitgebreid gebied heerschte,
opdat Hij hem kon aangrijpen, en hem zijne
macht ontnemen. De schrijver aarzelt niet ons
te verklaren, dat Jezus hem die het geweld
des doods had, te niet gedaan heeft. Het wil
natuurlijk niet zeggen, dat de duivel zelf ver
nietigd is, maar wel, dat zijn geweld van dit
oogenhlik ophoudt te bestaan. Het werd hem
niet ten deele, maar geheel ontnomen. Er
bleef niets meer van over, en hfi kan het
nimmermeer verkrijgen.
Ziedaar de groote en vertroostende waar
heid. Wfi kunnen haar ook eenigermate ver
staan. De heerschappij van den dood toch is
gebouwd op de grondslagen van zonde en
schuld. De Christus nam deze weg, geheel weg,
en daarmede viel die heerschappij opeens in
puin. Zoodra hun fundamenten verwijderd
waren, kon het gebouw, dat hierop opgetrok
ken was, zich niet langer staande houden.
Sterk was deze vijand van alle leven, zoolang
de zonde hem recht tot zijn heerschappij gaf,
maar toen zfi weggenomen was, werd hij in
zijn machteloosheid ten toon gesteld. De schijn
bare overwinning werd zijn diepe nederlaag
en ontrukt hem alle geweld, waarop hij zich
zoolang had verheven.
En nooit kan hij zich meer uit zijn diepen
val oprichten. Er is geen denken aan, dat zijn
krachten ooit weer terugkeeren, dat hij ooit
weer heroveren zal, wat hij verloren heeft.
Wij lezen in de openbaring, dat het beest,
't welk een zware wonde ontvangen had, her-
fltelde, zijn macht herkreeg, maar dit zal het
geval niet meer zijn met den duivel. Hij is
onttroond, van zijn heerschappij beroofd en
hij krijgt geen kans meer om het te herwin
nen. Toen hy den Christus moest loslaten,
Hem niet langer kon binden, was het voor
altijd uit met zijn geweld. Niemand behoeft
die vreeze te voeden alsof hij nog eens weer
tot die macht zou komen. Hij heeft voor den
Sterkere moeten wijken en gelukken zal het
hem nooit om opnieuw te verkrijgen, wat hij
eens had.
En welk belang wij daarbij hebben, is dui
delijk. Onze Heiland heeft deze daad verricht
niet voor zich zelf, maar voor anderen. Hij
heeft het geweld des .doods vernietigd, opdat
wij daarvan verlost zouden zijn. Er is een tijd
geweest, waarin de Spanjaarden heerschten in
ons land, en zij legden een ondragelijk juk op
de schouders van onze vaderen Zjj wilden zelfs
niet toestaan, dat ons volk God diende naar
de inspraak van de consciëntie, en hun geweld
was zoo groot, dat er geen ontkoming moge
lijk scheen. Gij weet echter, dat de prinsen uit
het huis van Oranje die tyrannie verbroken heb
ben en sedert dien tijd heeft nooit een Spanjool
het meer gewaagd op onzen nek den voet te
zetten. Die verbreking was derhalve ten voor-
deele van het gansche volk, en nog altijd ge
nieten wfi de vruchten van deze worsteling.
Zoo nu, maar in nog volleren zin is het met
de vernietigiog van het geweld des duivels.
Allen, voor wie Jezus de schuld betaalde en
de zonde boette, zfin van dit geweld bevrfid
en mogen zich beroemen in zfin heil.
Nu weet ik zeer goed, dat het niet zoo ge
makkelijk gaat om deze vertroostende waarheid
zoo te aanvaarden, dat wfi ons daarop geheel
durven verlaten. Wfi vreezen, dat wfi op val-
sche gronden deze rust zullen bouwen, en
daarom belfiden wfi het wel, maar wfi missen
de rfike weelde en de ware blijdschap. Het is
bovendien waar, dat er velen in zorgeloosheid
wandelen zonder ooit uit de banden der zonde
en des doods verlost te zfin en zfi mogen ons
wel tot een ernstige waarschuwing zfin, dat
wfi ons van alle lichtvaardigheid verre houden.
Maar hoe dit ook zfi, het ontneemt aan den
dood van den Christus geenszins zfin kracht
en beteekenis, en als er in uw hart onrust is
bfi de gedachte aan het sterven, o vlucht, vlucht
dan bfi voortduring tot dezen Held, die alleen
den vfiand heeft geveld en u uit zfin macht
bevrfiden kan.
Driewerf gelukkig toch is hij, die zingen kan
Och Heer! ik ben, o ja, ik ben Uw knecht,
Uw dienstmaagds zoon, Gfi slaaktet mfine
[banden,
Dies doe ik U gewillig offeranden
Van lof en dank U plechtig toegezegd.
Bouma.
Aan de Geref. Kerken ontviel dezer dagen
een emeritus-predikant, aan wien wfi enkkele
woorden willen wfiden, ook omdat hfi een Zeeuw
van geboorte was Deze broeder was ds. Dek
kers, die onderscheidene gemeenten in ons
vaderland gediend heeft. De beste jaren van
zfin kracht heeft hfi doorgebracht op deJoure
in Friesland. Hfi was eén man van een beslist
karakter, die leefde naar het woordHeb dan
de waarheid en den vrede lief. Het was der
halve geen wonder, dat hfi niet al te veel van
schikken en plooien hield, en als hfi eenmaal
voor de keus kwam om de waarheid terwille
van den «lieven vrede" te verzaken, aarzelde
hfi niet, maar hield de waarheid vast.
Hfi had de gave om de waarheid in een aan-
trekkelfik licht .te plaatsen. Aan het rfike men-
schelfike leven wist hfi menige vergelfiking
te ontleenen en daardoor mede kon hfi zfin
gehoor boeien. Daarbfi was hfi zeer eenvoudig
en helder in zfin voorstelling, tengevolge waar
van velen van zfin prediking hielden.
Ook had hfi een warm hart voor de uitbrei
ding van het koninkrfik der hemelen en hfi
heeft fiverig medegewerkt aan wat gemeenlfik
genoemd wordt «de inwendige zending".
Wegens vermindering van zfin krachten, moest
hfi eenigen tfid geleden rust nemen en nu is
hfi heengegaan, terwfil wfi hopen mogen dat
hfi het loon van een trouwen dienstknecht ont
vangen heeft. Bouma.
Het is niet alles goud, wat blinkt, dit spreek
woord kan toegepast worden op veel, dat wfi
in deze dagen zien. Ook wel op het godsdienstig
leven, dat een toenemende beteekenis krfigt.
Toch mag ons dit niet ontslaan van de erken
telijkheid, welke wfi daarvoor Gode verschul
digd zfin. Een mensch is nu eenmaal zoo licht
geneigd om te klagen en die neiging maakt
het klagen menigmaal tot een gewoonte. Kla
gen is goed, als het maar op de rechte wfize
en op de juiste plaats geschiedt.
Maar er zfin ook verschijnselen, welke het
hart met vreugde mogen vervullen. Als ge maar
eens let op het aangroeiende getal van chris
telijke scholen. Wie had kunnen denken, dat
de trouwe Onttermer voor die scholen zulk een
ruimte in ons land zou geven. Hoevele kin
deren van ons volk ontvangen er dagelfiks onder
wijs naar den eisch van hun weg en wfi mogen
gelooven, dat deze arbeid niet fidel zal zfin.
Daarenboven zfin er reeds velen in ons va
derland, die nog altfid fiveren voor de openbare
school, maar die toch tot het inzicht komen,
dat de richting, waarin het onderwijs zich be
weegt niet deugt. Zfi beginnen te erkennen,
dat de bfizondere scholen iets voor hebben
boven de openbare en zfi spreken het in het
publiek uit, dat de zedelfike opvoeding veel te
wenschen overlaat. De tfid, waarin het open
baar onderwfis verheerlijkt en het bfizonder
geminacht werd, is voorbfi en daarover mogen
we ons verheugen. Er komt een kentering in
de publieke meening en dit geeft eenigen moed
voor de toekomst.
Aan deze dingen dacht ik, toen ik in ons
wakker blad „Luctor et Emergo" las, dat de
heer Metelerkamp van Hilversum in Ter Neuzen
eene lezing houdende over „eenigepaedagogisehe
beschouwingen over het bfizonder en het open
baar onderwfis in Nederland" o. a. gezegd had
Dat de openbare school wel let op de verstan
delijke en lichamelijke opvoeding dat de zedelfike
opvoeding slechts occasioneel d. w. z. slechts
nu en dan in 't oog wordt gehouden, doch dat
de godsdienstige geheel wordt verwaarloosd.
Dit nu achtte hfi een leemte bfi de openbare
school.
Zoo dachten er ook mannen als dr. Mefiboom
en dr. Knappert over.
De bfizondere school was in dit opzicht in
veel betere conditie. Daar was de godsdienstige
opvoeding de voornaamste factor. De bfizondere
school heeft het vrfi gebruik van den Bfibel op
school, wat spreker een groot voordeel achtte,
daar dit Boek voor de opvoeding een groote
kracht is.
Wat al treffende verhalen en schoone lessen
geeft ons de Bfibel, die voor de opvoeding van
groote waarde zfin, zooals hfi met tal van voor
beelden nader toelichtte."
Hieruit blfikt weer, dat de ideeën marcheeren.
Jaren achter elkander hebben onze mannen
op die leemte gewezen, maar daar was geen
stem en geen opmerking. Langzamerhand echter
kwam er een kentering. Eerst een enkele stem
uit het kamp onzer tegenstanders. Een alge
meen geroep van ongehoord. Maar de stemmen
vermeerderen en nu is het zoover, dat als het
uitgesproken wordt in openbare vergaderingen,
de itegenspraak flauwer wordt. Zfi geraken
er reeds aan gewend en dit achten wfi een
gunstig verschfinsel.
Het mag een prikkel te meer zfin voor allen,
die het bfizonder onderwfis liefhebben, om voort
te werken, allerwege waar nog geen bfizondere
scholen zfin er een op te richten, en de be
staande te verbeteren en te volmaken.
Welk een zegen het nog kan worden voor
ons land en ons volk valt niet te berekenen,
wanneer er slechts gezorgd wordt, dat het onder
wfis blfift voortgaan in de juiste richting. Hel
derder inzicht in de rechte beginselen van ons
onderwfis blfive het ideaal, waarnaar ernstig
gestreefd wordt.
Bouma.
In den laatsten tfid ziet men op kerkelfik
gebied weder iets gebeuren, dat, enkele jaren
geleden, reeds sterke afkeuring vond. Men
plaatst n.l. drietallen in de bladen, of maakt
zelfs melding van een beroep, terwfil de ker
keraden er niets van weten. Dit is een zeer
afkeurenswaardig gedoe. Allereerst is het uiterst
onaangenaam voor de dienaren des Woords,
die, geheel buiten hun schuld, plotseling hun
namen genoemd zien. Maar het is ook onaan
genaam voor de betrokken kerkeraden.
Wat beoogt men toch met deze handelingen P
Wil men de aandacht op één of meer pre
dikanten vestigen
Indien ja, dan is deze heele manier van doen
scherp te veroordeelen. We zfin in de kerk
toch niet op politiek terrein, waar men, als
een verkiezing op handen is, berichten de
wereld inzendt als dezemen zegt, dat voor
dien zetel ernstig in aanmerking komt die en
die. Die op politiek terrein zoo doen moeten
dat zelve verantwoordenmaar op kerkelfik
terrein is het allerjammerlfikst. Men begint
met een leugen. Wat kan daar nu voor goede
vrucht uit geboren worden
Wil men de aandacht op iemand vestigen
Daar zfin toch wel andere, geoorloofde mid
delen voor. Of wil men pressie op een kerke-
raad uitoefenen Maar welke kerkeraad zal
zich door zulk een pressie van zfin stuk laten
brengen
Deze manier van doen kan zelfs hoogston-
aangename gevolgen hebben. Het is toch mo-
gelfik, dat een lid der gemeente, die zulk een
leugenachtig bericht de wereld inzendt, den
naam noemt van een dienaar, over wien zeer
ernstig gedacht wordt, maar door zulk een
leugenachtig bericht kan in de gemeente juist
zulk een predikant in de achting dalen, al
heeft hfi part noch deel aan het bericht. En
dan wordt een ander, die niet de rechte man
is op de rechte plaats, wellicht beroepen.
Laat men toch met het heilige niet spotten
Het beroepingswerk is, als men het goed
opvat, een zeer teeder werk, maar zoo gaat
men er een koopmanszaak van maken.
Onlangs heeft men vreeselfik tekeer gegaan
tegen een dominee, die jacht op beroep ge
maakt had, en, hoewel wfi de manier, waarop
dit geschiedde, afgekeurd hebben, oordeelden
wfi toch ook, dat zulke handelingen diep te
betreuren zfin.
Maar laat men nu ook eens die leden voor
het voetlicht roepen, die aan genoemde prac-
tfiken zieh schuldig maken. Doen die beter
werk
Als de redactiën onzer bladen willen, kun
nen zfi er wel achter komen.
Waarom vraagt men voor kerkelfike berich
ten geen onderteekening