Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie ¥anDs. L. BOUHA, Ds. H. V. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ.
5e Jaargang.
Vrijdag 14 Februari 1908
No. 34
UIT HET WOORD,
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
IBOHHEMEITSPRUS
Drokker-Oitgever
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
PRIJS DER 1DYERTENTIEN
VARIA,
Het „grondverschil" dat er was en is inzake
de opleiding tot den dienst des Woords.
Zeeuwse
per half jaar franco per post .70 cent.
Enkele nummers3 cent.
van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van J5 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
DE AFZONDERING.
En het kindeken wies op en
werd gesterkt in den geest, en
was in de woestijnen tot den
dag zyner vertooning aan Israël.
Luc. 1 80.
De .afzondering* het is een schoone be
naming, waarmee ons Zeeuwsche volk het
voorbereidend catechetisch onderwijs voor de
belijdenis des geloofs betitelt.
Voor alle gewichtige levenstaak is eene af
zondering ter geestelijke vorming en voorbe
reiding onmisbaar.
Daarom lezen we in Gods Woord zoo ge
durig van een verblijf der heiligen in de
woestijn.
Mozes, de middelaar van het Oude Verbond,
was veertig jaren lang in het eenzame Midian,
omdat hij geroepen werd als verlosser van Gods
volk op te treden. Het volk Israël zelf zwierf
evenzoo in de woestijn rond, aleer het Kanaans
gewijden bodem betreden mocht. En in Davids
levensgeschiedenis zijn de Maons en Engedi's
waarlijk niet van de minstbeteekenende namen.
In het Nieuwe Testament evenzoo.
Men denke aan den apostel Paulus, die blijk
baar drie jaar lang in Arabië geweest is en
eerst daarna zijn apostolische loopbaan is be
gonnen. En lezen we zelfs niet op meer dan
eene plaats, dat de Heere Jezus zich afzonderde
in de woestijn Aanstonds na den doop door
Johannes werd Hij door den Geest geleid in
de woestijn, om verzocht te worden van den
duivel.
Iets vreemds, iets geheel eigensoortigs is het
dus niet, wat Lucas ons van des Doopers af
zondering mededeelt. Het is eene herinnering
te meer aan den onafwijsbaren eiseh voor allen
belijder, dat aan het optreden in den dienst
onzes Gods eene afzondering dient vooraf te
gaan.
En dat wel met een drievoudig doel.
Ten eerste dient de afzondering tot verga
dering van de kennis der waarheid. Wie be
lijdenis doet, neemt voor het aangezicht des
Heeren eene profetische roeping op zich. Van
dat oogenblik treedt hij in het openbaar
als belijder op, als een verkondiger van de
deugden des Heeren. En daarom is het noodig
dat hij goed onderlegd is in de waarheid van
Gods Woord. En dat kan niet zonder afzon
dering. Op de markt des levens is te veel af
leiding. Studie vereischt eenzaamheid, waar de
waarheid kan overdacht en ingedacht worden.
Vandaar, dat de Spreukendichter schreef
,..Die zich afzondert, tracht naar wat begeer
lijks; hij vermengt zich in alle bestendige
wijsheid*. Reeds in dit opzicht moet de voor
bereiding voor de belijdenis in der waarheid
eene afzondering zyn.
Maar er is nog een ander doel van niet
minder gewicht. De belijder is blijkens zijn
christen-naam ook geroepen tot een priester
lijke taak. Er moet ook zijn een heiligen en
toebereiden van het hart. Verstandelijke ont
wikkeling is uitnemend, wanneer zij maar ge
paard gaat met ons toenemen in godzaligheid.
En daarom mag nevens het Schriftonderzoek
ook de gebedsoefening allerminst ontbreken.
De afzondering zij eene betrachting van der
vaderen spreukeenzaam met God gemeen
zaam. Ook hiervan heeft de Heere Jezus ons
een exempel nagelaten. Marcus verhaalt ons
(1 vers 35): „En des morgens vroeg, als het
nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde,
ging Hij uit en ging heen in een woeste plaats
en bad aldaar". En in Lucas 5 vers 16 lezen
we evenzoo„Maar Hy vertrok in de woestijnen
en bad aldaar*. In de eenzaamheid, in de af
zondering is de gemeenschapsoefening met den
Heere het rijkst en innigst.
En ten laatste is de voorbereiding noodig
tot [zelfverloochening en zelfbeproeving, om
straks te kunnen staan in den strijd. De be
lijdenis des geloofs is een afleggen van den
eed der trouwe aan koning Jezus, om daarna
mee op te trekken in den goeden strijd des
geloofs. Maar alvorens iemand tot dien eed
kan toegelaten worden, dient er een proeftijd
aan vooraf te gaan. Mozes kwam voor de keuze
te staan tusschen de begeerlijkheden aan het
Egyptische hof en de versmaadheid van zyn
volk Israël. En zoo moest ook Johannes de
Dooper in ontbering en zelfverloochening voor
bereid worden voor zyu levenstaak. Desgelijks
is ook de „afzondering" voor onze aanstaande
belijders een proeftijd, om te zien of zij waar
lijk lust hebben in 's Heeren dienst. De eisch
van hunnen doop is naar het formulier „de
wereld te verlaten en in een godzalig leven te
wandelen". En nu moet er een ernstig voor
nemen zyn, om dien eisch van hun doop te
aanvaarden. De afzondering is een uitnemend
middel voor deze beproeving.- De woestijn
heeft voor het vleesch niet veel aantrekkelijks.
En nu wordt van niemand onzer in letter
lijken zin geëischt, wat Johannes de Dooper
ten offer moest brengen. Hem was een geheel
bizondere taak opgelegd en daarom was zyn
afzondering ook buitengewoon. Maar in be
ginsel is de eisch voor allen dezelfde. Een
kruisigen van het vleesch om gesterkt te wor
den naar den geest.
De afzondering is alzoo van uitnemend ge
wicht.
Voor de afgezonderden zelf, omdat eene
rechte belijdenis des geloofs niet mogelijk is
zonder een rechte voorbereiding.
Maar ook voor heel de gemeente, want van
onze jeugd hangt zooveel af voor hare toekomst.
Onze zonen en dochteren zyn de toekomstige
dragers van Gods naam en der eere van Gods
huisgezin. Naar de voorstelling in Psalm 144
is het de eerste zegen van een Godvreezend
volk, dat de zonen zyn als planten, groot ge
worden in hunne jeugd, en de dochteren als
hoeksteenen uitgehouwen naar de gelijkenis
van een paleis.
En die zegen is dan te wachten, wanneer
de afzondering ook bij de ouders niet vreemd
is. Er is een blijvende afzondering noodig.
Niet als monnikenideaal.
Ze mag niet het levensdoel zijn, maar blijve
slechts middelniet de levenstaak zelve, maar
voorbereiding tot de levenstaak. De woestijn
en pilaarheiligen, die hun leven in wereldmy-
ding deden opgaan, deden even dwaas als de
student, die zich opsluit in zyn kamer en zyn
kennis voor zichzelven houdt, inplaats van met
zyn talenten te woekeren in het midden der
wereld.
Zeker, de afzondering is iets uitnemends. In
de eenzaamheid wordt vaak veel genoten. Naar
de eenzaamheid leidt de weg der liefde. Het
leiden in de woestijn en het spreken naar het
hart zyn nauw met elkaar verbonden (Hosea
2 vers 13).
Maar dat genieten is niet het einddoel.
De gaven en zegeningen, in de afzondering
ontvangen, moeten besteed worden voor de eere
van Gods naam en in den dienst van Zyn ko
ninkrijk. Johannes verlaat de eenzaamheid,
wanneer de ure gekomen is, om zich aan Israël
te openbaren als de voorlooper van den Messias.
Maar juist daarom is de afzondering zoo
beteekenend. Begint niet met de muren te
bouwen, voordat de fundamenten vastliggen.
Verlaat niet de voorbereidingsschool, voordat
de beginselen gelegd zyn. Gebruikt de jaren
der jeugd, om u toe te rusten voor de levenstaak.
Heilig is de lente des levens 1
G. Dosxxs.
Vóór veertien dagen toen ik begon in ons
blad op te nemen en te bespreken het con
cept-contract der Deputaten voor het verband
der Kerken en de Theologische Faculteit der
Vrye Universiteit, heb ik gezegd, dattotmyn
en veler spyt het grond verschil, dat er van
meetaf was inzake de opleiding tot den dienst
des Woords er niet door weggenomen wordt.
Ook zeide ik, dat m.i. de Deputaten, naar de op
dracht, die waseene herzieningen nieuwe
overeenkomstin concept te brengen, meer of
minder de wegneming van het grondverschil
hadden kunnen naderen en in hun concept
zelfs hadden kunnen wegnemen-
De broederen toch hadden met recht en reden
kunnen laten volgen achter de bier aange
haalde woorden „Vooral dringt tot ingrypende
herziening" (en naar we hopen tot wegneming
van het grondverschil) „het feit", dat de oplei
ding tot den dienst des Woords thans Gode
zy dank aan de Gereformeerde Kerken die er
mede roeping toe en het hoogste belang er by
hebben, gerustelyk, zy het niet geheel dan
méde kon worden toevertrouwd en overgege
ven. Bij de oprichting der Universiteit kon
dat niet, doch toen de Gereformeerde Kerken
er waren zou zulks hebben gekunnen en niet
in stryd geweest zyn met hetgeen ook thans
uit de woorden herzieningen „nieuwe over-
eenkomstkan worden afgeleid.
Doch naar de broeders deputaten meenden te
moeten gaan, beredeneeren zy er de noodza
kelijkheid vanmet nog meer kracht en klem
hadden zy evenwel de noodzakelijkheid ervan
kunnen beredeneeren, wanneer zy nog één stap
verder waren gegaan. Want zy gaan verzoo
ver zelfs alsof zy willen zeggenNu kunt gy
die niet tevreden waart, immers tevreden zyn.
Wy, deputaten, hebben alles nogeens nagegaan
en gelet op hetgeen begeerd werd en in den
weg stond inzake deze ineensmelting en toen
ons concept, profiteerende van hetgeen vroe
ger door professoren, directeuren en curatoren
overwogen en besproken is, zóó ingericht dat
den Kerken byna alles gegeven is, wat zy, die
inzonderheid voor hare rechten hebben gepleit,
verlangen.
Wy geven iets meer, maar ook iets minder
dan eene bekende groep van broederen te
Arnhem hebben wilde. „Byna alles". Sterker
nog. Wordt wat wij, deputaten, voorstellen
aan de Kerken gegeven, „dan is alle waarborg
verleend, waarop zy, naar het oordeel uwer
deputatenaanspraak mogen maken*.
Of men van „bijna allesof van zooveel als
„waarop gij, kerken, aanspraak moogtmaken"
hier spreken moet, hangt m. i. af van het
standpunt waarop men zich hier plaatst. Het
moet zyn „byna alles* wat gijlieden in den
loop der tijden vraagdet, geeft dit concept
contract U, en het moet zyn het geeft U het
geen waarop de Kerken aanspraak mogen
maken*, namelijk wanneer het grondverschil,
de tweeheid gelaten en by de tweeheid die ge
laten wordt, het zeggenschap van de Kerken
over anderer Inrichting, d. w. z. de Inrichting
te Amsterdam, slechts geregeld wordt.
Yan „bijna alles* zullen de broederen spre
ken, die willen, dat de opleiding voor den
dienst des Woords van de Kerken zal uitgaan,
van de Kerken, die ambten instelden en voort
durend naar ambtsdragers omzien, en vaststaan
in de overtuiging dat wy de bedoelde ambts
dragers moeten en zullen hebben „tot de vol
making der heiligen, tot het werk der be
diening, tot opbouwing des lichaams van
Christus".
Dat „byna* laat trots alles wat aan de Ker
ken gegeven wordt door en in 't contract het
grondverschil bestaan, 't Is hier het „bijna*
van Felix waarmee Paulus geen genoegen kon
nemen. De broederen willen als Paulus niet
byna, maar geheel en alleen de opleiding van
de kerken doen uitgaan. Als èn de Vereeni-
ging op haar standpunt staan blyft en zegt:
Wy zyn de Kerk als organisme en van haar
moét de opleiding uitgaan en evenzeer de
broederen die beweren, dat zy, naar Gods
Woord, van de geïnstitueerde Kerken moet
uitgaan, dan is er geen verzoening mogelyk
en blyft het grondverschil bestaan.
By het behouden van dit elkander uitslui
tend standpunt blyft het grondverschil onop
gelost, de opleidingsquaestie aan de orde, de
splytvlam aanwezig, de nayver bestaan, de
zucht om af te breken zoo niet te doen weg
sterven en het veld alleen te houden en finaal
te winnen voor de hand; ieder toch wil,tenzy
het uit berekening anders is, zyn principe
zoo spoedig mogelyk doen zegevieren.
Nu was op de Synode te Arnhem dat even-
genoemde tweeërlei elkander uitsluitende
standpunt aan de orde en in geschil, maar ook
nog een derde en vierde. Het derde zullen
wy maar noemen het standpunt van de Am-
8terdamsche professoren en hunne schier abso
lute volgelingen. Dat nu bestond daarin, dat
zy de souvereiniteit der wetenschap, ook de
souvereiniteit in eigen kring vaak geheeten in
het door de Synode aangenomen voorstel met
de constante 25 (één er van onder voorbehoud)
tegen 15 stemmen ingevlochten en aangenomen
zagen. Dat standpunt stond en staat in be
trekking met het zooeven aangegeven en be
sproken grondverschil. Het was ook ten dezen
opzichte „Twee honden vechten om een been,
een derde loopt er ras mee heen". Of allen
dat genoegzaam doorzien hebben, betwyfel ik.
De directeur van de Vrye Universiteit, Ds.
van Schelven, welwant hy stemde onder
voorbehoud dat hy op dit punt anders dacht,
met het voorstel in zyn geheel mee, doch met
enkele broeders en de 15 die de minderheid
uitmaakten voor het niet uitvoeren van het
door de meerderheid aangenomen voorstel.
Dat derde standpunt nu, het standpunt van
de souvereiniteit der wetenschap, het heer en
meester zyn in eigen kring bestond daarin
dat voortaan in laatste instantie de professoren
zeiven de macht, het zeggenschap, inzake de
benoemingen zouden hebben, gelyk byv. Ker
keraden by vacature, zich zeiven aanvullen,
dus wat de Vereêniging dusver had en Profes
sor Lindeboom c. s. wilden hebben, voor de
Kerken ook in betrekking totdeTheol. Faculteit
der Vrye verkregen, naar het aangenomen
voorstelde heeren professoren zeiven. Daarom
ging Ds. Van Schelven, naar eigen zeggen,
op dit punt met de minderheid mee, met dit
verschil echter, dat Z.Eerw., inplaats van aan
de curatoren aan de vereeniging voor Hooger
Onderwijs op Gereformeerden grondslag dat
recht ook voortaan wilde toegekend zien.
Er was nog, hoewel dit te Arnhem niet
duidelijk genoeg is uitgekomen, een vierde
standpunt, n.l. dat het niet een beginsel was.
Dat het dit wèl is, en wél door God in Zyn
Woord neergelegd, waarvan wy dus niet
mogen afgaan, en dat de Kerken om die
reden hebben beleden, en trots alle om
standigheden hebben voorgestaan, heb ik
nooit geloofd. Meer dan eens heb ik gezegd
op vergaderingen en geschreven in brochures
dat ik, hadde ik dat geloofd, op de zooveel
beslissende Synode te Kampen het amendement
niet had kunnen en mogen voorstellen dat de
opleiding aan de Vrye Universiteit te Amsterdam
voor de Vereenigde Kerken óók mocht plaats
hebben, en dat dus door de Kerken, zy die
candidaten in de theologie waren door onze