B|j de wisseling des Jaars Jan Barsink Schoenmaker en Barbier Verkoopt Genever, Brandewijn en Bier. Medische Faculteit. PRIJSRAADSEL Kerk- en Schoolnieuws. Verantwoording van Liefdegaven. Afscheidspredikatie van dr. S. O. Los. Advertentiën. Heil en Zegen toegewenscht aan al mijnen ge- achten begunstigers bij de intrede van het jaar 1908. Ook is er een berusting, die voortkomt uit berekening en overleg. Dan berust de mensch in Gods doen en onderwerpt hij zieh aan Gods bestel, niet omdat hij het er'nu zoo van heeler harte mede eens is, maar uit vreeze, dat hem niet iets ergers geschieden zal. Dan onder werpt hij zieh geveinsdelijk, met de lippen en niet met het hart, omdat hij niet durft in opstand te komen. Dan houdt hij zich stil, en draagt hij gelaten zijn lot, in de hoop, dat hij daardoor van veel kwaads zal worden ver schoond, dat hem anders wel eens zou kunnen overkomen. Dat is berusting uit berekening, maar ook dit is niet de berusting, die aange naam is voor God. Het is een berusting, die voortvloeit uit de arglistigheid des harten. Zulk een berusting is zelfbedrog, want we kunnen den Heere niet misleiden. Hij kan het waarlijk wel zien, Hij, de Kenner der harten en de proever der nieren, of wij ons maar stil houden, of dat wij werkelijk stil zijn; of w\j goed noemenwat Hij doet, of dat wij goed vinden, wat Hij doetof wij ons lot zoeken te beveiligen tegen God, of dat wij het veilig weten en veilig gevoelen in de hand des Heeren. De taal der berustingHij is de Heere, Hij doe, wat goed is in zijne oogenmoet wezen de taal van ons hart. Wij behooren ons te onderwerpen aan de leidingen des Heeren niet uit onmacht of berekening maar uit eenswillend- heid met Hem. De ware overgave en onder werping bestaat daarin, dat wij iets goed vin den, omdat wij zien, dat God het goedvindt voor ons. Wat goed voor ons is, is daarom altijd niet aangenaam voor ons. En wat aan genaam voor ons is, is altijd niet goed voor ons. Maar dan is dit de rechte overgave, indien we iets goedvinden, niet omdat het goed in onze oogen is, maar omdat het goed is in de oogen van God. Wat een ouder zijn kind oplegt, is niet altijd aangenaam voor het kind, maar het is toch goed voor het kind. En heil het kind, dat zich met het goedvinden van zijn onders van harte vereenigt. De medicijnen, die de genees heer den kranke geeft, zijn niet altijd aangenaam voor een kranke,, maar ze zijn toch goed voor hem. En gelukkig de kranke, die gewillig neemt, wat de geneesheer geeft. Zoo is ook, wat God doet, altijd goed, maar het is niet altijd zoet. Wat is nu noodig om goed te vinden, wat de Heere goed vindtom met blijdschap ons lot in zijnel'handen te geven en te zeggen Hij is de Heere, Hij doe, wat goed is in zijne oogen Daartoe is noodig vertrouwen vertrouwen in den Heere, die ons lot in Zijne hand heeft vertrouwen n.l., dat Hij ons liefheeft, en omdat H\j ons liefheeft ook altijd het goede om voor zoekt. Is het niet de vreeselijkste zaak ter wereldte weten, dat ge geheel in iemands macht zijt, en als het dan iemand is, dien ge niet vertrouwtals het iemand is van wien ge niet weet, of hij u een goed of een kwaad hart toedraagt, of hij u gunstig of vijandig gezind is Wat leeft men dan altijd in pijnlijke onzeker heid 1 En zoo leven]vele menschen toch tegen over God. Ze weten, dat, ze in zijn macht zijn, maar ze weten niet of Hij hen haat dan wel of Hij hen liefheeft. Hun lot is in zijn hand, en ze hebben geen vertrouwen, dat Hij het wèl zal maken. Om te rusten in Gods doen is ons noodig vertrouwen. Want dat vertrouwen geeft vrede. Het sterkt onder het kruis. Het geeft moed en lust, ijver en opgewektheid. En dat ver- Drieveen zeide dan ook dat zij niet konden begrijpen hoe de knecht van Tolsma, die altoos even stug en trotsch was, aan zoo'n knap vrouwtje gekomen was. En Jan wederkeerig, al had hij nu ook juist niet zooveel liefde voor Saartje gevoeld, was er niet weinig trotsch op dat de menschen zóó over zijn vrouw spraken. Het oude huis van Tolsma was ook geheel veranderd, en ofschoon nu juist niet „naar de eischen des tijds8 ingericht, toch veel verbe terd. De schoenmakerswinkel was veel netter dan te voren, en de herberg vooral aanmerke lijk vergroot en voor de bezoekers aantrekke lijker gemaakt. Een tamelijk groot uithangbord gaf tevens ook een proeve van Jan's dichtkunst. Daarop stond te lezen Menig bezoeker van de herberg had echter de opmerking gemaakt dat er geen „maat" in dat tweeregelig versje was, doch Jan had hoofdschuddend geantwoord„Maatmaat 1 ben je wel Denk je dat een vers net is als een schoen die je op „maat8 moet maken?8 Om die verdediging werd dan niet weinig gelachen, en Jan lachte mee. Jan was echter te Drieveen niet bemind. Dientengevolge ging de schoenmakerij eer achteruit dan vooruit. De herberg trok echter trouwen beschaamt ook niet. Het wordt wel beproefd, maar niet beschaamd. De Heere doet, wat goed is in zijn oogenen wat goed i3 in zijn oogen, dat is goed*'voor]de heerlijkheid zijns Naams, en het is ook goed voor degenen, die op Hem vertrouwen. Dat vertrouwen, waarde lezers, werke en sterke de Heere in ons aller hart, opdat we ons lot in zijne handen mogen geven. Ons persoonlijk lot. Het lot van;]onze huis- genooten. Het lot onzer betrekkingen en vrien den. Het lot van 's Heeren Kerk. Het lot van ons dierbaar vaderland. Het lot van heel de menschheid. Wij weten'van de toekomst niets, maar God regeert en zijn koninkrijk heerscht over alles. Geen haar van ons hoofd wordt wit zonder zijn wil. En al.wat Hjj doet, heefteen doel, en dat doel is zijn glorie, en dat doel is de vervulling van zijn raad, en dat doel is de zaligheid van zijn volk. Wie dit gelooft, die doet in het hedenwat zijn hand vindt om te doenmet machten onderwijl zingt hjj Dat Israël op den Heer vertrouw' Zijn hoop op Gods bescherming bouw' En stil berust' in Zijn beleid, Yan nu tot in alle eeuwigheid. Laman. Gelijk bekend is, heeft zich, op verzoek van H.H. Directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag, op het eiland Walcheren een Comité gevormd ter behartiging van~de belangen der [[Medische Faculteit aan de Vrije Universiteit. In dat Comité namen zittingds. A. Littooij1 als Praeses; dr. A. Kuyper Jr. als Scriba; Mr. L. van Andel als Fiscus. Het „Comité Walcheren8 heeft op Woens dag 15 Januari e.k. een „Meeting8 belegd. De kerkeraad der Gereformeerde kerk van Mid delburg A heeft zeer bereidwillig de Gasthuis- kerk voor dat doel beschikbaar gesteld. En Prof. Dr. W. Geesink en Dr. B. Wielenga hebben zieh gaarne bereid verklaard Woens dagavond 15 Januari in Middelburg de be langen der Med. Faculteit voor?de Zeeuwen te komen bepleiten. Moge Walcheren door trouwe opkomst too- nen het groote gewicht dezer zaak te beseffen, en belangstellend te willen hooren wat deze „uitnemende vertolkers der beginselen en be hoeften8 hebben te zeggen. Ook zoude het een zeer verblijdend teeken z\jn als broeders en zusters van de andere eilanden, indien ze eenigszins konden, over kwamen, om de meeting bij te wonen, aan te hooren het pleit dat gevoerd zal worden, om voorts in eigen kring belangstelling voor deze gewichtige en belangrijke zaak op te wekken. De Heere geve een aangenaam tesamenzijn, en gebiede Zijn zegen over de Meeting die wij 15 Janusri Woensdagavond 6 uur in de Gasthuiskerk van Middelburg hopen te houden. Dr. A. Kuyper Jr. Secretaris v.h. Comité Walcheren. Ylissingen, 1 Jan. 1908. Geliefde Neven en Nichten Ontvangt door het eerste nummer van Zeeuwsch Kerkblad in 1908 mijn welgemeen- den zegenw9nsch voor het nieuwe jaar. De Heere zegene U met de Uwen naar lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid. Hij sehenke U meer bezoekers dan te voren, niet zoozeer omdat het er veel gezelliger was dan bij Tolsma, maar meer omdat Jan's vrouw£zoo]vriendelijk en voorkomend was Doch indien Jan de herberg er niet~bij gehad had, zou hij van wat de schoenmakerij hem opleverde ook ternauwer nood fatsoenlijk hebben kunnen leven. Dat hy niet zoo hard behoefde te werken, was hem overigens wel naar den zin, maar toch hinderde het hem niet weinig dat hij bij zijn dorpsgenooten zoo weinig in de gunst stond. En of hij op allerlei wijze al trachtte die gunst te winnen en achting te verwerven, het baatte hem alles niets; ieder hield hem liefst op een afstand, zoodat Jan ook met niemand omgang had. En dat zou nog erger worden. Op zekeren morgen kwam een vreemdeling te Drieveen, iemand die blijkbaar nooit in die omgeving was geweest. Althans hij zag overal rond en scheen naar iets te zoeken. Toch bleek weldra, dat wat hjj zocht gemakkelijk te vinden was, want hij moest bij den molenaar van Drieveen zijn, en ofschoon diens molen laag bij den grond stond, was hij toch ook zelfs voor een vreemdeling wel te vinden. (Wordt vervolgd.) het groote voorrecht, dat Gij reeds in Uw jeugd uw hart Hem geven en u voor tijd en eeuwigheid met een recht geloof aan Hem kwijt worden moogt. Hij geve u óók alles, wat ge voor dit leven behoeft. 't Is erg, maar ik moet het jaar beginnen met u vergiffenis te vragen, want meer dan één uwer heeft veel moeite gehad door een fout, die ik maakteik of de zetterdat is niet meer uit te maken, dus zal ik de schuld maar op mij nemen. Trouwens verscheidene neven en nichten, die de a van Michal niet vinden konden, hebben mij al terstond verzekerd, dat zij 't niet zoo zwaar opnamen, maar 't mij gaarne] kwijtscholden.ff Ik dank ze van gan- scher harte en\hoop in 't vervolg beter op te passen. Meer durf ik niet beloven, want tel kens merk ik in anderer werk ook in het uwe waarde Neven en Nichtenfouten, die uit onachtzaamheid voortkomenen dit doet mij vreezen, dat anderen ook 't vervolg mij nog wel eens op de vingers zullen kunnen tikken. Dat wil natuurlijk nietzeggen, dat ik elke aanmerking gegrond zal achten. Onze vaderen wisten het reeds, dat het niet genoeg is, te beschuldigen;] zjj schreven al aan koning Filips: „Het is al in hetlbewijs gelegen8. Zoo hebben de tweelingzusjes het mis, al zij mee- nen, dat ik had moeten schrijven „Vreest God en houdtf zijn geboden, want dit betaamt allen menschen8. Uit het verband blijkt toch, dat de woorden gesproken worden tot één mensch in vs. 12 luidt het: „Mijn zoon!8 Wij hebben derhalve te doen met den vorm, dien we Ge biedende Wijs Enkelvoud noemen. Evenzoo tastte de neef mis, die dacht te moeten schrij ven alle menschen. Het is immers derde naamval meervoud Doch ter zake. De oplossing in haar geheel is„Vrees God en houd zijn geboden, want dit betaamt allen menschen8. De onder- deelen volgen hier. Eli was een godvruchtig man, die op droeve wijze aan zijn einde kwam. (Hij viel achterover van zijn stoel en brak den nek; 1 Sam. 4 18). Hagar was een hoog moedige dienstmaagd. (De Engel bestrafte haar en gebood haar, zich te vernederen voor haar vrouw. Gen. 16 9) Vasthi en Michal waren trotsche koninginnen. (Yasthi weigerde haar gemaal gehoorzaamheidMichal verachtte David in haar hart, omdat hij met het een voudige volk des Heeren huppelde voor de ark. Esth. 1 12. 2 Sam. 6 20—23). Doëg was een goddelooze knecht van [Saul. (Hij ver ried, dat Achiméleeh David teerkost en het zwaard van Goliath had gegeven, en doodde te dien dage vijf en tachtig mannen, die den linnen lijfrok droegen. 1 Sam. 23). Sem en zijn broeder waren zonen, in wier hart het vijfde gebod geschreven stond (Zij eerden hun vader, toen Cham hem bespotte. Gen 9 23). Boaz was een voorbeeldig landheer. (Ziet Ruth 2.) Wijn is een zuivere en verfrisschende, maar niet altijd onschuldige vloeistof, gelijk Noach ervoer. (Hij kende de kracht van den wijn niet en maakte zich dronken. Gen. 9:21). Het woord Méné veroorzaakte aan den grooten maaltijd, dien Belsazar, der Chaldeën koning, voor z\jn duizend geweldigen maakte, groote ontsteltenis. (Ziet Dan. 5). De vorige maal was mijn brief te lang, is mij gezegd. Dus moet ik nu korter wezen. Daarom zal ik ditmaal niet de neefjes en nichtjes afreizen, maar ze eenvoudig verzoeken, hun werk naast bovenstaande oplossing en ophelderingen te leggen en dan zelf te beoor- deelen, of het wat den inhoud aangaat met 3, 4 of 5 moet worden gewaardeerd. Dan moeten zij ook aan het schrift, de taal en de stijl denken, en voor het vervolg over het algemeen veel meer zorg besteden] aan de taal kundige zuiverheid. Daarmede is het namelijk bij de meeste neven en nichten, zelfs bij den aanstaanden schoolmeester, wiens werk in andere opzichten lof verdient, sober gesteld. Bij deze „algemeene beschouwingen8, zou een lid van de Tweede Kamer zeggen, zal ik het voor ditmaal laten. Ik deel alleen nog mede, dat antwoorden inkwamen van P. O., J. d. P. en D. 1. C. te M., van P. W. Lz. te B., van T. C., L. A. en M. d. K. te O., van D. Chr. te S., van M. R. te H., van P. en C. v. D. te K., van H. L. te K. (of C.), van J. S. te N., van L. R. en N. M. te B. o. Z., van N. K. te A. en van J. K. te K. Yan den laatstgenoemde is in hoofdzaak de straks gegevene oplossing over genomen. Ook het schrift en de spelling van Jan geven reden tot tevredenheid. Over de verdeeling der woorden in lettergrepen moet hij maar eens met een zijner naaste familie leden spreken, indien hij het nog niet deed. Ten slotte bericht ik nog, dat ik aan den Uitgever verzocht heb een prijs te zenden aan P. O. en D. 1. C. te M., aan D. Chr. te S. en M. R. te H. en aan N. M. te B. o. Z., die respectievelijk 28, 25, 28, 25 en 25 van de 35 punten verwierven voor deze en de vorige oplossing. Ik voeg daar uit eigen boekenkast een aanmoedigingsprijsje aan toe voor T. C. te O., die blijkbaar zeer haar best deed en 24 punten verwierf. En nu het nieuwe raadsel, waarvan de op lossingen worden ingewacht tot 17 Jan. e. k 39, 7, 33, 42, maakte zich aan een schrikke lijke zonde schuldig. In 46, 14, 12, 22 openbaarde de Heere Jezus zijn macht over den dood. De inwoners van 44, 5, 40, 12,15,28 zouden een groote weldaad met ondank hebben ver golden. 43, 32, 2, 6, 8, 13, 32, 43, 30,18, 9,3 werden door Salomo's schepen uit Tarsis aangevoerd. De 10, 38, 12, 24, 19, 36 van 25, 33,37, 41, 11 spreekt de Heere Jezus zalig. Jozef van Arimathea bediende zich van 29, 26, 36, 17, 43, 14, 4. De ontbrekende letters zult gij gemakkelijk kunnen invullen. Met hartelijke groeten aan al de Neven en Nichten. Uw liefh. oom Adriaan. Boomhoek, 30 Dec. '07. DRIETAL te Meppeldr. J.; Ridderbos te Oosterend ds. J. C. Rullmann te Garijp ds. J. D. Wielenga te De Leek. AANGENOMEN naar Haastrechtcand. S. Kamper te Hilversum. BEDANKT voor Nunspeet: ds. J. A. de Vries te]sZaan- dam (B); voor Pernisds. H. H. Schoemakers te Workum. Voor 's Heeren Loo in dank ontvangen van het Hoofd der Chr. school als Kerstgave de som van 5 gulden en 8 cent. Serooskerke (W). L. Goedblobd. Z ENDING. In dank ontvangen vanN. N. Haamstede f 0,50;/.Marie V. te Zierikzee f 2,20; Zend. Comm. Krabbendijke f 60,00 door Mej. J. Joppe te Zierikzee f 2,75 door Mej. M. Bydevaate te Zierikzee f 1,81van N. N. te Zierik zee f 2,60. Laman. BOEKBEOORDEELING. Uitgave van G. M. Klemkerk, Hilversum. Menigeen zal deze afscheidspredikatie willen lezen, ook in onze provincie, doordat de leeraar, die 'naar hield, geen onbekende is, en omdat zoowel zjjn grootvader als zijn vader in ons gewest hebben gearbeid. Er komt ook nog bij, dat deze jeugdige en begaafde dienaar van Christus ons vaderland heeft verlaten om in Pretoria den arbeid te aanvaarden. De preek zelf is degelijk. Zfj geeft een echt- schriftuurljjke klank, en zij biedt bemoediging aan allen, die in geloofsgehoorzaamheid willen wandelen en]]arbeiden. De Heere geve zegen over dezen zjjnen arbeid en geleide hem en de .zijnen in veiligheid naar Afrika. Bouma. Met wederkeerigen heilwensch brengen /wij onzen hartelijken dank aan allen, die in de laatste dagen des jaars en op 1 Jan. 1.1. van hunne liefde en belangstelling blijk gaven. Ds. LITTOOIJ en Familie. Ds. BOUMA en Echtgenoote, erkentelijk voor de vele blijken van belangstelling, op 1 Jan. 1.1. ondervonden, betuigen daarvoor hun hartelijken Jlank en wenschen een ieder we derkeerig een rijk gezegend jaar toe. Allen vrienden van ganscher harte het goede toegewenscht in 1908. De Heere zegene ons allen en in*alles. Ds. H. W. LAMAN. S. J. LAMANVallbntgobd. De Uitgever A. D. LITTOOIJ Az. wenscht den lezers een jaar rijk aan zegeningen. De Heer en Mevrouw DIELEMAN Magendans betuigen, met wederkeerigen"ge- lukwensch, hun dank voor de ontvangen Nieuwjaars-felicitaties. Middelburg, 2 Jan. 1908. De ondergeteekenden betuigen hun harte- lijken dank voor de blijken van belangstelling hun op den len dezer betoond en bieden wederkeerig hnnne heilwenschen aan. D. C. VAN NIMWEGEN. J. C. VAN NIMWEGEN— Lissbnbbrq. wenschen wij onze geachte clientèle een door God gezegend jaar toe. W. HUBREGTSE en Echtgenoote, Drogist, Noordstraat. Onder dankzegging voor de zeer gewaar deerde gunst in het afgeloopen jaar beveelt hij zich ook voor dit jaar weder minzaam aan. Hoogachtend, Koster Hofpleinkerk. C. ADRIAANSE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3