Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie van: Ds. L. BOUMA, Ds. H. W. LAM1N en Ds. A. LITTOOIJ. 5e Jaargang. Vrijdag 22 November 1907. No. 22. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. ABONNEMEHTSPRIJS Drnkker-Ditgever A. D. LITTOOIJ Az. PRIJS DER iDYERTENTIEN KERK, BELIJDENIS, ZENDINB. Samenwerking met Zeeland. Wat nu? per half jaar franco per post .70 cent. Enkele nummers3 cent. MIDDELBURG. HET KONINKRIJK VAN DEN CHRISTUS. En Hem werd gegeven heerschappij en eere en het koninkrijk dat Hem alle volken, natiën en tongen eeren zoudenZijne heerschappij is eene eeuwige heerschap pij, die niet vergaan zal en zijn koninkrijk zal niet verdorven worden. Dan. YII 14. Noodig is het voor ons, wier ziel zoo licht aan het stof kleeft, dat wy ons verheffen boven de dingen van het dagelyksche leven tot wat hooger, beter en edeler is. De zorgvuldigheden, die ons omringen en bij ons binnendringen, kunnen zulk een verderfelijken invloed op ons uitoefenen, en gemakkelijk het goede zaad, dat in den akker van ons hart gestrooid is, verstikken. Wij moeten er zoo op letten, of anders sleuren de verleidingen ons mede, zoo dat wij ons enkel bezig houden met wat voor bijgaat. Waarom kwijnt het geloofsleven by menigen Christen zoo vaak? Moet het niet toegeschreven worden aan het toegeven van de verkeerde neigingen onzes harten In sommige valleien van Zwitserland moeten menschen wonen, die ér zwak en ziekelijk uitzien, en men schrijft dit toe aan de lucht, welke er bedompt en vunzig is. De moerassen maken de atmot- pheer ongezond en ieder, die er niet noodzake lijk moet wezen, mydt zulke plaatsen. Maar boven in het gebergte is het geheel anders. Daar is de lucht frisch en versterkend. Aan de menschen, die er hunne dagen sljjten is het te zien. Zy zijn flink gebouwd, en beschik ken over eene zeldzame kracht. Met welk een vasten en vluggen tred klimmen zy omhoog en niets schijnt hun te hinderen. Met opgewekt heid volbrengen zy de zaak, welke hun toever trouwd is. Welnu deze tegenwoordige booze wereld is voor den Christen, wat de lage valleien met hunne verzwakkende luchten zyn. Hy kan er niet tieren, niet wassen en toenemen in de genade en de kennis van onzen Heere Jezus Christus, en daarom berokkent hy zich zelf schade, als hy er langdurig vertoeft. Wil hij een gezond leven hebben en houden, zoo is het noodzakelijk, dat hy de berghoogten beklimt, welke 's Heeren woord hem aanwijzen,-want op de toppen daarvan kan hy de zuivere lucht inademen, welke zyn moed verhoogt, en zijne kracht vermeerdert. Hef dan uw hoofd omhoog en richt uw oog hooger dan de wolken, zelfs hooger dan de zichtbare hemelen, en vestig het op Hem, die aan de rechterhand des Vaders op den Troon der Majesteit zit. Aanschouw Hem, met eere en heerlijkheid gekroond, voor wien de Enge len en de geesten der volmaakt rechtvaardigen zich nederbuigen. Hier verdwijnt de aarde met hare moeiten, de wereld met hare begeer lijkheden uit het oogin deze lucht kan het geloof vrij ademen, en de plante des nieuwen levens zich ontwikkelenhier vallen de knel lende zorgen weg en eene aangename rust wordt er genoten. Hoe goed is het hier te wezen, en te zien op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs. Hem werd gegeven heerschappij en eere en het koninkryk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eeren zouden. Uit alles is duidelijk, dat de heerschappij, de eere en het koninkrijk aan onzen Middelaar gegeven zyn door God den Vader. In dit opzicht is er gelijkheid tusschen Hem en machtige koningen der groote rijken. Ook deze hadden hunne heerschappij uit de hand des Heeren ontvangen. Zy zouden geene macht gehad hebben, indien zy ze niet van boven verkregen hadden. Maar verder gaat deze gelijkheid dan ook niet. Het koninkrijk, dat aan Jezus gegeven is, is niet een wereldrijk als alle andere. Het staat er zelfs geheel tegen over. De wereldrijken zyn opgekomen uit het bewogen menschelyke levenhet eerste denk beeld er van is opgerezen uit het menschelyke bewustzijn zy zyn aldus van deze wereld. Maar het rijk van Koning Jezus is uitsluitend eene vrucht van Gods welbehagenhet is ontstaan in de diepten van het goddelijke leven het is alzoo niet van beneden, maar van boven. Ver volgens de machtigen onder de menschen hebben zich de heerschappij verkregen door de kracht hunner wapenen, hun voet gezet op den nek der volken en een tijdlang hebben zy zich staande gehouden door talrijke legers. Maar de Christus heeft het zich verworven in een weg van diepe vernedering en van smarte lijk lijdenin den strijd om dit ryk stond Hy geheel alleen, er was niemand van de volkeren met Hem. Door den dood tot het leven, door lijden tot de heerlijkheid, door zelfverzaking tot den Troon. Satan heeft gepoogd om Hem van dezen weg af te houden en Hem al de konink rijken dezer wereld met al hun heerlijkheid aangeboden, indien Hy slechts hem wilde er kennen in zyne hoedanigheid van overste dezer wereld, doch Jezus weigerde en ontving liever uit zyne hand een kruis dan eene kroon. Om de vreugde welke Hem voorgesteld was heeft Hy de schande veracht en het kruis verdragen. Wat een machtig onderscheid derhalve als gy ziet op den weg langs welken de Nebukadne- zars tot hun ryk en den weg langs welken Jezus tot Zyne heerlijkheid gekomen is. Voorts de wereldrijken zyn antichristelijk, inzoover zy er naar stonden om de uitvoering van Gods geopenbaard en wil tegen te houden, en iets anders in het aanzjjn te roepen. Het is de voorzetting van wat voor 't eerst in Baby- Ion begonnen is. Niet uiteengaan, maar by elkander blijven, dat was de leus, waaronder zy aan den arbeid togen om een hoogen toren te bouwen, terwijl God gezegd had vermenig vuldigt u en bebouwt de vlakte van Sinear, weineen de aarde. Daarbenevens zy willen voor zich een naam maken, zich zelf verheer lijken, voor zich zelf een altaar stichten, waarop steeds de wierook voor ons geslacht brandt. En deze beide gedachten ziet ge in elk wereld rijk weder te voorschijn treden, want het is het ijveren van den mensch om de grenzen van de landen uit te wisschen, het onderscheid in nationaliteit op te heffen, het moet één ryk zyn, dat allen omvatzelfs moeten alle talen voor ééne wyken. Voor geen middel deinst men terug om dit doel te bereiken. Eveneens komen alle wereldrijken er toe om den mensch op den troon te plaatsen, en voor hem alle hulde en lof op te eischen. In geen dertig dagen mocht iemand eenige begeerte openbaren aan goden of menschen dan alleen aan den Koning tijdens de regeering van Darius, waar door een Daniël in den leeuwenkuil geworpen werd en aan de keizers van Rome bracht men eere en heerlijkheid als aan een God. Maar het koninkrijk van Christus wischt geen enkele grens uit, het eerbiedigt wat in den loop der historie onder Gods voorzienig bestuur tot stand kwamdaarin is noch Jood noch Griek, noch Scyt of Barbaar, evenwel het vergt niet, dat de Griek of de Romein zyne nationaliteit verzaakt. De zeldzame varscheidenheid, welke de ont wikkeling bij elk volk in -bet leven geroepen heeft, laat het ongerepthet wil geenszins het eene volk naar het andere fatsoeneeren, het streeft niet naar eenvormigheid, het laat den Beier een Beier, en den Pruis een Pruis blijven, ook al behooren beiden tot een groot volks geheel het werkt zelfs het onderscheid in de hand, wyl het aandringt op ontplooiing van alle krachten, welke uit kracht van de schepping en de voorzienigheid aan elke natie geschonken zyn. Alleen het bestrijdt by elk volk zonder eenig onderscheid, wat niet uit God, maar uit van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cant. FAMILIEBERICHTEN van 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. den Booze is, de zonde. Daarenboven het is er op uit om den mensch in zyne nietigheid, ge ringheid en broosheid te laten zien, opdat nie mand zich zelf verheerlyke of den mensch vergode."Geringer dan een druppel, welke bij het putten aan den rand van den emmer hangt, zyn alle volken, alle machtigen en zwakken te zaam, heel ons geslacht met al zyne gaven, krachten, wetenschap en ontwikkeling, ziedaar, wat het inprent, en dies is vervloekt een iege lijk, die op een vleeschen arm zyn vertrouwen stelt Het werpt alle altaren omver, welke ge bouwd worden voor menschen, het doet alle tempels in puin storten, die opgericht zyn tot verheerlijking van menschelyke grootheid, het spreekt den ban uit over ieder, die niet zyne knie in het slof wil buigen voor Hem, die groot van raad en machtig van daad is. Daar entegen eischt het alle lof, alle heerlijkheid, alle aanbidding en alle dankzegging op voor den Allerhoogste, en het wil dat al wat adem heeft Hem love. Rusten zal het dan ook niet, zoolang er noch schepselen zyn, die weigeren Hem de heerlijkheid te geven. Daarbij alle tongen, alle volken en natiën zullen dezen Koning prijzen. Weder eene bekoorlijke zijde. Het is soms gelukt, om een uitgebreid rijk te vestigen, waartoe verschillende volken behoorden. Niet echter werden in één ryk alle natiën opgenomen. Bovendien de vol keren bogen, omdat zy moesten, omdat zy niet anders konden, omdat zy zich niet ontworstelen konden aan het ijzeren juk, dat hun met geweld op de schouders gelegd was. Zoo behoort Ierland reeds eeuwen tot het groote Britsche ryk, maar prijzen de Ieren den Engel- schen Koning? Edoch in het ryk van koning Jezus zal het anders zyn. Het zal alle volken omvatten, het zal zich uitbreiden van zee tot zee, van de rivieren tot de uiterste einden der aarde. En alle volken zullen Hem pryzen. De lofzang der volken zal aanzwellen als het gedruisch der wateren, alle dissonanten zullen opgelost worden in het heerlijk lied, dat aan geheven zal worden ter eere van den Zoon des menschen. In Hem zullen zich beroemen de bewoners van de verste eilanden, en den ganschen dag zal men zyn lof bezingen. Zijne heerschappij is eene eeuwige heerschappijdie niet vergaan zal en zyn koninkrijk zal niet verdorven worden. Lees hierover niet heen. Wy spreken dat woord eeuwig" zoo gemakke lijk uit; het is zoo spoedig over de lippen. Maar het is zoo ryk in beteekenis het behelst eene gedachte, welke ons kan doen duizelen. Hoe lang schijnt ons de tyd toe, welken de mannen voor den zonvloed leven mochten nochtans duizend jaar is by den Heer als één dag. Vermenigvuldig duizend met duizend jaren, en het is nog maar een druppel in den oceaan der eeuwigheid. Die eeuwigheid zy breidt zich voor ons uit zonder dat wy eene grens zien, ja, zonder dat er eene bestaat. Zoolang nu de eeuwigheid is, zoolang zal de heerschappij van dezen koning durenaan haar komt geen einde. Tronen zinken, Heer der heeren, Gy zult in eeuwigheid regeeren. Onvergankelijk is zyne heerschappijonverder felijk is zyn ryk; onverwelkelijk is zyne heer lijkheid. Waarlijk, wanneer gij door genade zeggen moogten van dat ryk ben ik een onderdaan Jezus heeft my gekocht door zyn dierbaar bloed, my verlost uit de macht der duisternis, en my een oog gegeven voor zijn licht en voor zyne schatten, dan behoort gy tot hen, van wie het woord des Heeren zegt, dat zy zalig zyn. Verblijd u in Hem, roem uwen koning, belijd zyn Naam, gehoorzaam zyne bevelen, wandel in zyne wegen, en laat de wereld zien, dat er geen hooger geluk, geen duurder schat voor den mensch bestaat dan een dienaar te zyn van dezen koning. Volhard ook in het gebod om de komst van dit ryk en steun hen, die als in onzen naam naar de Heidenen gaan ook met uwe stoffelijke gaven. Vertrouw u voorts geheel aan zyne hoede, want hy zal u alle dingen doen mede werken ten goede, en hy zal u eens opnemen in zyn heerlijk koninkrijk. Wie gij ook zyt, val dezen koning te voet, en bid hem, dat hy uw hart vereenigt tot de vrees Zyns Naams. Boüma. Op een verzoek der Zeeuwsche deputaten voor de Zending, om te komen tot samenwer king in de uitzending van een missionair dienaar des Woords naar Indië, heeft de classis Klundert geantwoord, als classis de gevraagde medewerking niet te kunnen toezeggen. Wanneer op de vergaderingen der andere Brabantsche dassen dat verzoek zal ter sprake komen, zal de uitslag dan anders zyn We gelooven van niet. En dat geenszins uit onwil. Maar omdat het niet kan. Wanneer men een eigen zending wil heb ben, is een som van f8000 per jaar niet te hoog berekend. De Friesche Zending kost over de f 10.000. De volle f 8000 moge niet aanstonds noodig zyn, eenmaal begonnen, moet de arbeid toch vooruit en dan is 18000 niet te veel. Nu kan Zeeland nog geen volle f5000 sa menbrengen. Waar moet het overige dan vandaan komen Ook als men ruimte laat voor den moed des geloofs, en rekent op ver meerdering der offervaardigheid, als er eenmaal een eigen Zending is blijft die som van minstens f 8000 toch tot omzichtigheid aan manen. We gevoelen de teleurstelling der broederen. Als alles een eigen zending heeft, dan is er iets pynlyks in voor Brabant te moeten achterblijven. En dat pynlyke voelt Zeeland nog meer, wyl dat zooveel sterker is. Het is een gemis, waarvoor de gedachte, dat we de Generale kas nu beter kunnen steunen slechts gedeeltelijke vergoeding biedt. Maar misschen prikkelt de teleurstelling tot vermeerderde krachtsinspanning op ander ter rein. Voor Brabant althans blyft heel Limburg ter bearbeiding over. En mocht Zeeland niet slagen, misschien gaat Zeeland dan straks zyn kracht beproeven, om in de Zuidelijke Nederlanden de vaan der Gereformeerde religie omhoog te heffen. M. Die vraag rijst van zelf op, waar wy het bovenstaande lezen, en dat wy overgenomen hebben uit de Bode. Wat wy vreesden, is uitgekomen. Wy kenden den ijver onzer Brabantsche broederen, maar wy wisten tevens dat zy in eigen omgeving voor een taak ston den, die hen noopt om ook buiten eigen ge west telkens aan te kloppen om geldelyken steun. Daarom verwondert ons het besluit van de Classis Klundert niet en wy durven er ook niets kwaads van te zeggen. Naar alle waar schijnlijkheid zouden de vurigste voorstanders voor de zending onder ons, wanneer zy onder dezelfde omstandigheden verkeerden, op dezelfde wyze gehandeld hebben. De andere Classes zullen nu wel denzelfden weg bewandelen. Wij behoeven derhalve niet meer op het na burig gewest te rekenen en zyn alzoo op eigen kracht aangewezen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 1