Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie van: Ds. L. BODMi, Ds. H. V. LIMAN en Ds. A. LITTOOIJ. 5e Jaargang. Vrijdag 15 November 1907. No. 21. UIT HET WOORD. Met. medewerking van onderscheidene Predikanten. ABOHHEBEHTSPRIJS A. Drnkker-Uitgever D. LITTOOIJ Az. MIDDELBURG. PRIJS DER ID YERTENTIEN Boüma. T A R I A. 25-jarig jubileum. Littooij. Zeenvsc per half jaar franco per post .70 cent. Enkele nummers3 cent. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. HET GERECHTSHOF DES HEMELS. Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden en de oude van dagen zich zette, wiens kleed wit was als sneeuw en het haar zijns hoofds als zuivere wolzijn troon was vuurvonken, des- zelfs raderen een brandend vuur. Eene vurige rivier vloeide en ging van voor Hem uit, duizendmaal dui zenden dienden Hem en tienduizend- maal tienduizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich en de boeken werden geopend. Dan. VII lü. Het tooneel is geheel veranderd. Tot dusver hielden wy onzen blik gevestigd op deze we reld, op de woelende en veranderlijke zee van het menschelyke leven, op de ontzettende treurspelen, welke hier op aarde afgespeeld werden. Maar nu heffen wy het oog omhoog, want onze leidsman Daniël gaat ons daarin voor, en wy wenschen hem ook nu te volgen. Het zal zeker een groot verschil zjjn met wat wy aanschouwd hebben, maar het kan ons niet dan aangenaam zijn. Immers wy zagen het recht met voeten treden, het geweld heerschen, de volken overgeleverd aan de willekeur van de machtige wereldrijken, en wy vroegen ons afzal dit altijd duren, zal er aan zulk eene verwarring geen einde komen, zal de hemel blyven toezien, en toelaten, dat het bloed der onschuldigen blijft vloeienzal het beroep, dat de heiligen op den Rechter des hemels en der aarde gedaan hebben, vruchteloos zyn Wanneer wy waarlijk in deze dingen belang stellen, zal het ons eene verademing zyn, waar wy de gelegenheid ontvangen om ons boven wat hier voorvalt te mogen verheffen. Zie, de hemelen hebben zich geopendduidelijk kunt gij waarnemen, wat daarbinnen gebeurt. Tronen worden gezet. De hemel is alzoo een gerechtshof. Daarboven heerseht bijgevolg niet de koude onaandoenlijkheid, neen, daar is leven, beweging, daar is opmerking. Alles wijst aan, dat de rechtszitting ophanden is. De tronen blyven ook niet lang ledig, want nauwelijks staan zy gereed, of de Oude van dagen nadert. Wat eerbied grijpt de hemelen aan, nu Hy verschijnt; de aarde verheuge zich en beve. Wy behoeven geen oogenblik in onzekerheid te verkeeren, wie hier bedoeld is. Hy is het, van wien Mozes zegt„Heere, gij zyt ons ge weest eene toevlucht van geslacht tot geslacht. Eer de bergen geboren waren, en gy de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja van eeu wigheid tot eeuwigheid zyt gy God. Gy doet den mensch wederkeeren tot verbrijzeling en zegtKeert weder, gy menschenkinderen, want duizend jaren zyn in uwe oogen als de dag van gisteren, als hy voorbijgegaan is en als eene nachtwake." Met volle recht kan Hy derhalve genoemd worden de Oude van dagen, want Hy alleen is zonder begin en een einde zal er aan Zyn leven niet komen. Hy is nog die Hy was, en die zal Hy blyven. Welk eene gedachte: De oude van dagen zette zich, waar dig dat gy er even by stilstaat. Niemand min der dan Hy, die de hemelen uittrekt als een gordijn, en de aarde hangt als aan een niet, maakt zich gereed om op den Rechterstoel plaats te nemen. Voor Hem zullen de Nebu- kadnezers, de Cjwrussen, de Alexanders, de Neros, de Gregoriussen, de Robespierre's, de Chamberlains zich verantwoorden moetenHy zal alle machtigen voor zich dagen, en tot hen zeggen Geef rekenschap van uw rentmeester schap. Reeds deze kennis is voldoende om de ontroerde harten van de Daniels, van de Makka- beën, van de Paulussen, van de heiligen uit alle tijden gerust te stellen. In de bange worste ling met de wereldrijken, met de antichriste lijke machten is dit geweest de Bron van voortdurende sterkte en verkwikking, dat de Oude van dagen zich gezet heeft. Al bedreigen de woeste golven van de wereldzee nu de vrijheid en het recht, het goed en het leven van Gods knechten, ja al komen zy door hunne onstuimige kracht om, zy mogen naar boven zien, en verwachten, dat de Heere het recht zal handhaven, en eenmaal aan het licht bren gen, wat onrecht jegens hen gepleegd is. Doch hier is elke zinsnede van belang. Zyn kïèed is wit als de sneeuw, en het haar Zjjns hoofd als zuivere wol. Wy mogen zeker in deze beschrijving wel zien de zinnebeelden van majesteit en heiligheid. De vorsten der aarde mogen hun mantel bezoedelen, maar de Rechter des hemels heeft den .zijne smetteloos weten te bewarengeen vlek kleeft er aan, geen stofje ligt er op. Hy is zonder gebrek een licht, en er is geen duisternis in Hem. Daarom is de uitstraling van Zijne majesteit dan ook zoo verblindend, en de indruk welke Zyne verschijning maakt zoo overweldigend. Zyn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend vuur. Een vurige rivier vloeide en ging van voor Hem uit. Hoe ontzettend moet het zyn voor dezen God te moeten ver schijnen. De troon, waarop Hy zetelt, de raderen, waarmede deze troon wordt voortbe wogen, alles kondigt aan, dat Zyne oórdeelen vreeselyk zyn. Eenergermate weten wy welke kracht een groote rivier heeftvoor haar zyn geen dijken bestand, en met dammen door menschenhanden gelegd, spot zij. Rotsblokken sleept zy mede in hare vaart, -en dreigend en verwoestend werpt zy zich op de dorpen en over velden. Maar wat moet dan eene rivier van vuur niet zyn Welnu, statig maar tevens geducht stuwt de rivier, welke van voor Hem uitvloeit, hare golven van v^ur voort, en al wat zich op haar weg stelt, bezwijkt. Voor Hem is dè machtigste, die over legioenen het gebied voert, ijdeler dan de ijdelheid zelve. Laat ieder Hem vreezen Er zy ook in uw hart heilig ontzag. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Hem. De aanduiding is onbepaald, maar toch duidelijk genoeg. Voor het aantal zijner die naren zyn er geen cijfers in de menschelyke talen. De grootste legers, welke de wereld rijken aangevoerd hebben tegen hunne vijan den, zyn gering en het noemen niet waard vergeleken by de heirscharen, die op den wenk van dezen Rechter zich in beweging zetten. Wy behoeven niet te vragen, wie het zyn, want wie het bybelsch spraakgebruik kent, denkt hier dadelijk aan de zalige troongees- ten, die sedert de ure, waarin zy zongen by de grondlegging der aarde niet .opgehouden heb ben, hun schepper te verheerlijken, en altijd gereed zyn Zyne bevelen te volvoeren. Welke oordeelen kunnen zy volvoerenen welke straffen kunnen zy brengen over hen, die God hebben belaagd en met Zyne wetten hebben gespotEen hunner toch was wel by machte honderdvyfentachtig-duizend dappere Assyri- sehe krijgers in één nacht te verslaan. Hoe zullen alle hoogen van hart sidderen, als de Engelen aan hen de gerichten des Heeren zullen voltrekken. Wij moeten ons niet voorstellen, dat de Hoogste Rechter al de eeuwen door stil neder- zit en geduldig wacht tot op den jongsten dag zonder iets te doendeze profetie leert het wel anders het gericht zette zich, maakte zich gereed en de boeken werden geopend. Er is voor Gods aangezicht een gedenkboek. Alle handelingen, alle woorden, alle gedachten wor den daarin nauwkeurig aangeteekend. Wy verbazen ons, wanneer wy met aandacht lezen, wat er gebeurd is in die eeuwen, waarin de wereldrijken geheerscht hebben op de aarde wij gevoelen ons verontwaardigd, als wy zien moeten, wat schandelijke daden er verricht zynwy mogen wel beschaamd staan, als wy nagaan, wat de volkeren tegen God en de menschen al hebben bestaan, omdat wy met hen uit éénen bloede zyn gemaakt, maar dat is nog maar een klein gedeelte van wat er gebeurd is; döch wat zal het wezen, als de gedenkboeken des hemels geopend worden, en alle daden beoordeeld worden naar het strenge recht. Toen in de feestzaal, waar de koning van Babel met zyn hovelingen zich overgegeven had aan het vergankelijk zingenot, een ge heimzinnige vinger aan de wand schreef: gij zyt gewogen, maar te licht bevonden, wat vreeze greep toen een Belsazar aanzyne lendenen werden los, zyne knieën knikten, en op zyn gelaat was de schrik te lezen, welke zyn hart vermeesterd had. Waar was toen de kracht en de moed van den leeuw gebleven Zie, zoo grypt vervaardheid de moedigsten aan, als God ten gerichte komt, Zyne vonnissen spreekt en Zyne oordeelen op aarde zendt. Daarom behoort gjj acht te geven op wat de Heere doet, opdat uwe ziel niet siddere voor de macht en de wreedheid van menschen maar ook opdat gy voorzichtig wandelt al de dageu uws levens hier beneden. O het zal goed zyn als gy eiken avond bedaard nagaat, wat gij dien dag zyt geweest, en of gy waarlijk geleefd hebt, zooals het een christen betaamt. Gy zult dan gewis ook eiken avond redenen hebben om u zelf te veroordeelen, uwe schuld te belijden en vergeving te zoeken in het aangezicht van Jezus Christus by den Vader die mildelyk geeft en nooit verwijt. Daarbij zult ge ook nog deze winst hebben, dat gy voortaan meer acht heeft op al de uitingen van uw leven, en het zal u aansporen tot vuriger gebed om de leiding des Heiligen Geestes, opdat Hy u onder Zyue bewaring voere in de rechte paden. Eindelijk zal het u voorbereiden om eenmaal zonder schrik te staan voor Hem die ook u eenmaal oordeelen zal. Zondag j.l. herdacht onze hooggeachte ambts broeder ds. L. Bouma te Middelburg zyne 25-jarige ambtsbediening. Hy deed dit met en voor een volle kerk met lidmaten en belang stellenden. Door hem werd gesproken aan de hand van 2 Sam. 7 18b„Wie ben ik Heere, Heere, en wat is myn huis, dat Gy my tot hiertoe gebracht hebt". Op drieërlei werd gewezen I. de weldaden, waaraan zy herinnert II. de onwaardigheid, waarvan zy getuigt III. den Leidsman, in wien zy eindigt. Wat naar aanleiding daarvan gezegd werd, was zeer gepast en is het lezen alleszins waard. Het was duidelijk en werd met ernst der ziel uitgesproken. De bladzijden, die hy uit eigen leven en levenservaring ons hooren deed en lezen doet, zyn treffend. Na den jubilaris sprak namens kerkeraad en gemeente ds. Littooy hy wenschte den feestvierenden dienstknecht des Heeren van harte geluk met hetgeen de Heere hem gegeven had in het komen tot de bediening des Woords en verder met alles wat Hy hem deze 25 jaren geschonken heeft, sprak voorts de wensch uit, dat het den Heere be hagen zou daar nog vele jaren aan toe te voe gen en dat Hy hem steeds zou bekwamen voor zyn gewichtvol werk, en ten slotte, dat hy ten zegen des Heeren zou gesteld worden nog vele jaren voor zyne gemeente. Voorts dankte de spreker voor de weder- zydsche liefde, vriendschap en samenwerking, waarin hy en den jubilaris een reeks van jaren hebben mogen deelen. Daarna betrad dr. Wagenaar den kansel, feliciteerde ds. Bouma met dit heugelijk feest, en wees er op dat de jubilaris getoond heeft te zyn een goed prediker, een fijn denker, een goed anti-revolutionair, een trouwe huis vader, een beste vriend in nood, enz. Eindelijk trad ds. Toebes op, als vertegen woordiger der Classis. Z.Eerw. sprak insgelijks namens haar zyne vreugde uit, dat de Heere ds. Bouma dit feest gegeven heeft, hoopte dat hy nog vele jaren voor de Kerken der Classis én der Provincie mocht gespaard blijven, en dat de Heere hem, mocht het zyn tot het gouden feest, bewaren en met Zyne onverdiende zege ningen begiftigen wilde. By het bovenstaande neem ik de vrijheid ook met dankbaarheid te herdenken den ar beid van ds. Bouma, ook ten behoeve van Zeeuwsch Kerkblad verricht. Voor dien arbeid zyn wy dankbaar en het is onze bede, dat hy nog zeer vele jaren ten zegen van alle lezers moge voortgezet worden. Dr. Obbink vangt zyne aan- en opmerkingen, die wy de verledene week in zyn geheel' en letterlijk lieten afdrukken, aan, met de woorden ,'t Is een van de merkwaardigste verschijnselen van onzen tyd, dat mannen als Oranje en Kuyper, de inhoud ervan (van prof. Wright's werk) voor hunne rekening nemen. Want het verdedigt zeer beslist de kritische bijbelbeschouwing Is dat waar? Ik meen neen. 't Is my ten minste niet duidelijk, dat iemand, die een werk vertaalt, wyl hy het belangrijk en leerzaam vindt, reeds daarmede zegt, dat hy, gelyk Dr. Obbink schrijft, „de inhoud ervan voor zyne rekening neemt", zelfs zonder dat hierop uit zonderingen mogen gemaakt worden, evenmin, dunkt my, is het waar, dat iemand dat doet, die er om dezelfde reden eene voorrede voor schrijft. Zouden wy bijv. het recht hebben, om, neem aan, dat iemand Dr. Kuyper's werk Om de oude Wereldzeevertaalt, omdat hy ter ver rijking der kennis van volkeren, toestanden en eventueele wereldgebeurtenissen het interes sant vindt, te beweren, dat hy dientengevolge den geheelen inhoud, alle beschouwingen dus voor zyne rekening neemt Zou men het recht hebben, dat te zeggen en te schrijven En is het zoo algemeen waar als Dr. Obbink gecursiveerd schrijftWant het verdedigt (nam. het werk van Prof. Wright) zeer beslist de kritische bijbelbeschouwing De vertaling en het geven der Voorrede kunnen, dunkt ons, alleen dan met alle recht „een van de merkwaardigste verschijnselen van onzen tyd" heeten wanneer de Gereformeerden in het algemeen of Dr. Kuyper en Ds. Oranje in het bijzonder zich tegen eene kritische Bijbelbeschouwing ooit onvoorwaardelijk hebben verklaard. Naar ik weet, hebben zy den strijd nooit daartegen aan gebonden. Integendeel namen zy steeds aan, dat de overschrijvers en de vertalers niet boven natuurlijk zyn geleid by het werk des schryvens en der vertaling. Zy geloofden dientengevolge, dat zy ongetwijfeld fouten hebben begaan, hoe wel Gods voorzienig bestuur er kennelijk over ging. De oorspronkelijke geschriften zyn, naar zij gelooven, alleen onder de onfeilbare leiding des Heiligen Geestes geschreven. Deze hebben wy nu eenmaal niet. Dat de critiek over de Bijbelboeken diensvolgens kan, mag en moet gaan, heeft niet alleen „een man als Bavinck", maar hebben steeds alle meelevende mannen uit den kring der Gereformeerden geloofd en geleerd. Gewis en zeker ook Dr. Kuyper en Ds. Oranje. Dit is alleen waar, dat Dr. Kuyper en Prof. Rutgers bij de oprichting en opening

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 1