Pajeti. toch betwijfelen, of deze voortdurende rede- twisten over den Bijbel, deze haarfijne ontleding van elk zijner deelen, en dit geregelde wegen ervan op de kleine goudschaaltjes der critische balans, ten laatste niet het te betreuren gevolg zullen hebben, dat de vrome, biddeude bestu deering van den Bijbel zelf, waardoor alleen dat gevoel van zijn harmonie en evenredigheid, en die ervaring van zijn reddende en heili gende kracht ontstaan, welke het beste bewijs van zijn goddelijken oorsprong vormen, op den achtergrond geraakt. De sectie-kamer is noodig maar zij is niet juist de beste plaats om een gevoel van de evenredigheid en schoonheid van het levende menschelijke lichaam te verschaffen of eerbied daarvoor te kweeken. Welnu, even moeilijk is het de Schrift in haar geestelijke schoonheid te waardeeren, wanneer wij slechts kennis maken met de Bijbelboeken als ze eerst op de tafel van den criticus zijn gelegd, en daar gesneden, gedeeld en ontleed werden tot dat al het kloppende leven eruit is verstorven, en wij overblijven met droge lijsten van de afdeelingen, verzen en onderdeelen van verzen, die verondersteld worden te behooren tot het werk van de verschillende verhalers en uit gevers. De Bijbel heeft een bijzondere indruk wekkendheid als levend boekhet is billijk, dat hieraan recht gedaan wordt vóór het proces der ontrafeling begint. Wij willen dus hier bij den aanvang nauw keurig zeggen, wat wij voornemens zijn te doen en na te laten. Voor het oogenblik het O. T. beschouwende als een deel van het organisme der Heilige Schrift, willen wij den Bijbel nemen zooals hij voor ons ligt, om te vragen wat voor een soort boek dit is, welke getuigenis hij geeft aangaande zich zelf, en welke de indruk is dien deze rechtstreeksche kennismaking ermede geeft aangaande zyn oorsprong en ontstaan." „Het zal goed zijn den Bijbel te veroorloven te spreken voor zichzelf, ongehinderd zijn zelf- getuigenis te geven, en op onzen geest zijn eigen onmiddellijken indruk te maken, zonder de geschillen in aanmerking te nemen. Op deze wijze zal de Bijbel blijken, gelijk reeds dikwerf tevoren, het beste aangaande zichzelf te kunnen getuigenen het komt ons voor dat in den tegenwoordigen tijd, in de moeite en onzeker heid, waarin velen zijn geraakt, niet het minst de nadruk gelegd moet worden op dit duide lijke en voor de hand liggende bewijs voor zijn goddelijkheid". „De eenheid van dit boek. Wanneer we met dit doel den Bijbel ter hand nemen, is hef eerste wat ons treft, dat dit boek op merk waardige wijze een eenheid vormt. Uit een an der oogpunt is de Bijbel natuurlijk niet één boek, maar eene verzameling van boeken zoo als Hieronymus zeide„een Goddelijke biblio theek". Het woord Gods komt tot ons „veel maal en op velerlei wijze" (Hebr. 1). De ge schriften waaruit het bestaat, zijn verspreid over minstens 1000 jaren. Toch merken we het eigenaardige feit op, dat deze geschriften, bij eengevoegd, ook als geheel een boek genoemd kunnen wordensamen eenen Bijbel (boek der boeken) vormen, met een begin, een mid den en een einde terwijl wij eenen indruk van harmonie en volmaaktheid ontvangen. Deze eigenaardigheid van den Bijbel (welke niet wezenlijk betwist is door de critiek, en alleen nog beter in 't licht is gekomen hoe meer de critiek den inhoud der Schrift ver den terug trekken. Eindelijk werd toch tot het eerste besloten. En nu bleek dat het getal aandeelhouders niet alleen aanmerkelijk zou vermeerderd worden, maar dat ook veel grootere hoeveelheden melk zouden geleverd worden omdat onder de voor standers van Zondagsrust er nog al enkele gevonden werden, die meer vee hadden. Gevolg van dit een en ander was, dat de meeste van de eerste aandeelhouders zich nu terugtrokken, doch daarvoor kwamen van de an dere zijde meerderen en beteren in de plaats. Boer Harmsen trok zich echter niet terug. Niet omdat hij nu op eens voor Zondags rust gewonnen was, of omdat hij dat zooveel beter vond, maar vooral omdat hij wel zag, dat de finantiëele kracht, die de nieuwe aan deelhouders konden ontwikkelen veel grooter was, en ook meer betrouwbaar. En dus eigen- Hik om eigen voordeel bleef nu Harmsen bij deelde en splitste) wordt het best toegelicht door tegenstellingen. Want het christendom is niet de. eenige godsdienst ter wereld, en de Bijbel niet de eenige bestaande verzameling van heilige boeken. Er zijn verscheidene „bij bels" van verschillende godsdiensten. De Mo hammedaan heeft zijnen Koran, de Buddhist zijne verzameling Heilige Boeken, de Zoroas- triaan zijn Zendavesta, de Brahman zijne Veda's. Daarom vat de vergelijkende godsdienstweten schap een aantal dezer religiën samen onder den naam van „boek-godsdiensten". Deze hei lige boeken zijn voor ons toegankelijk gemaakt door goede vertalingen, en wij kunnen ze ver gelijken met onze heilige Schrift. Nu willen wij niet spreken van de groote voortreffelijkheid van onzen Bijbel boven deze andere heilige boeken, zelfs in letterkundig opzicht; want naar 't ons voorkomt zullen weinigen, die tot oordeelen bevoegd zijn, er aan denken zelfs de edelste Babylonische of Vedische liederen of de Zoroastrische Gathas in kracht of grootschheid te vergelijken met de Hebreeuwsthe Psalmen of de enkele waarlijk verhevene passages over God in den Koran naast de voortdurende ver hevenheid der Hebreeuwsche propheten te leggen of een parallel te trekken tusschen de wilde buitensporigheden der Buddhistische La- lita Vistara en den eenvoud, de schoonheid en de zelfbeperking der Christelijke Evangeliën." „Wij willen thans alleen onze aandacht rich ten op de eenheid van den Bijbel, en zoeken dan tevergeefs in deze heidensche geschriften naar iets, dat aan dien naam kan beantwoor den. De Koran b.v. is een vermenging van onsamenhangende stukken, waarin men onmo gelijk eenige orde, voortgang of rangschikking kan ontdekken. De 114 Suras of hoofdstukken waaruit hij bestaat zijn hoofdzakelijk naar hun lengte gerangschikt, waarbij gewoonlijk de lange aan de korte voorafgaan. Ze werden oor spronkelijk zooals Mohammed ze gaf geschreven op stukken steeb, been, leer, palmbladen of welk materiaal maar bruikbaar was, en in een kist geworpen later, na Mohammed's dood, zijn ze daaruit genomen en overgeschreven sommige werden slechts in 't geheugen be waard. Evenzoo is het met de Zoroastrische en Buddhistische Heilige Boeken. Deze missen eveneens een begin, een midden of een einde. Grootend eels zjjn ze verzamelingen van onge lijksoortige bouwstoffen, los naast elkaar gezet. Hoe gansch andere is 't met onzen Bijbel gesteld, zooals ieder zal moeten erkennen. Wij gevoelen, dat van Genesis tot de Openbaring van Johannes dit boek waarlijk eene eenheid is. Het is geen verzameling fragmenten, doch een organisch geheel. Het heeft ééne doorloo- pende geschiedenis te vertellen van het begin tot het eindewij zien iets groeien voor onze oogen er is een plan, een doel, een voortgang het einde wijst terug naar het beginen als het geheel voltooid is, dan voelen wij, dat hier wederom als bij de eerste schepping God al Zjjne werken beëindigd heeft, en ziet, zjj z\jn zeer goed. Dit is we stemmen het toe een zeer uitwendige manier van Bijbelbeschou wing, maar het is toch een zeer belangrijke. Ze doet ons dadelijk den Bijbel kennen als een eenig boek. Er is niets in de geheele letter kunde, dat nauwkeurig er op lijkt of zelfs er bij kan halen. Om een verklaring voor dit ver schijnsel te vinden moeten wij terug gaan achter net fragmentarische der deelen op de daaraan En zoo geschiedde ook. Twee der aandeelhouders, waaronder ook boer Harmsen, bezochten Berend te Grensdorp, bezagen daar de fabriek en de verbeteringen die Berend in de constructie had aangebracht en benoemden hem, wijl ze daartoe volmacht van de anderen gekregen hadden tot Direc teur welke benoeming nu ook door Berend aangenomen werd. En alzoo is het geschied, dat Berend Lam- merts na eenige jaren van tobben en zwerven, weer in zijn geboorteplaats terugkwam en tot op dit oogenblik nog altoos is Directeur van de boterfabriek „(ie Nijverheid" te Nieuw- Zandbergen. Boer Harmsen behoort ook nog altijd tot de aandeelhouders, en is er nu volkomen van overtuigd, dat het ook zonder zondagswerk aan een zuivelfabriek wel goed kan gaan. Reeds eenige jaren heeft Berend nu weer in zjjn geboorteplaats getoefd. Veel heeft hij in de bijna vierentwintig jaren van zijn huwelijk doorleefd, en veel heeft hij, nu hier, dan daar gezworven. Hij heeft nu een groot gezin en een kleine boerderij, die hjj, een paar jaar Igeleden, gekocht heeft; en met hunne tien kinderen, vijf zoons en vijf dochters leven Berend en zijne vrouw gelukkig te Nieuw-Zand- bergen, nu weer in de nabijheid van zijn broer Jacob, wiens smederij in den loop der jaren ook zeer uitgebreid is. Beider huisgezin leeft onberispelijk, terwijl ten grondslag liggende eenheid van gedachten en doel van het geheel. De eenheid des Bijbels is niet kunstig gemaakt, doch natuurlijk ge groeid uit de eenheid van godsdienst en ge schiedenis, en wijst op deze als op haar bron." Littooij. ZMDING,-" Extra-Collecte. De Generale Deputaten voor de Zending vra gen weer een extra-collecte. Er is een tekort van f 9000 minstens. Nu kan men twee dingen doen. Men kan er over pruttelen en klagen, dat de Zending zooveel geld kost, en dat er aan de collecten geen eind komt. Of men kan zich haasten om dit tekort gedekt te krijgen. Dit laatste is het beste, wat men doen kan. Tot nog toe is het Zendingswerk altijd het meest bevorderd, wanneer men niet „veel klaagt en weinig geeft", maar „veel geeft en weinig klaagt". Dit is zeker, die het minste geven, klagen doorgaans het hardst. Men moet het geven gewoon zijn om het zonder tegenspreken te doen. Laman. Zeelands Zending. Ds. Dijkstra zegt in zijn laatsten brief naar Antiochië, dat we aan f 4900 niet genoeg zullen hebben. Wel is deze som voldoende om den missionairen dienaar te onderhouden. Doch er komt zooveel bij. Friesland besteedt jaarlijks f 10,000. Er zijn noodig helpers in den sehooldienst en in den medischen dienst. Er is geld noodig voor gebouwen, en die gebouwen moeten on derhouden worden. Er is noodig een reserve fonds voor onvoorziene uitgaven. Er is noodig een jaarlijksche bijdrage in de Generale Kas. Daarom zou het verkeerd zijn indien de be rekening te krap genomen werd, want dan komen de groote moeilijkheden achteraan, 'tls beter er van te voren op te rekenen, en b.v. te zeggenmet minder dan f 8000 komen we niet toedan dat we het met f 5000 zouden wagen. Was dat eens waar, dat Zeeland met vreugde f 8000 voor de Zending ten offer brachtDoch dan zouden nog wel enkele koude harten moe ten worden verwarmd, en enkele vasthoudende naturen moeten worden losgemaakt. Laman. De oud-zendeling J. J. v. Alphen had begin dezes jaars in het „Nieuws van den Dag", en later in „Bazuin" en „Heraut" een waarschu wende stem doen hooren met 't oog op de ves tiging van een Zendingspost op Midden-Soemba. Dit schrijven is opgezonden naar de arbeiders op Soemba. En thans vinden we in het Zen dingsblad hun antwoord, met verzoek het over te nemen. Wat we hierbij doen. Laman. Soemba, 20 Juli 1907. Geachte Br. van Alphen. Met verwondering lazen wij 't schrijven van uw hand in Heraut No. 1580. Yan uwe zijde allerminst hadden wij zulk een aanval op onzen Soemba-arbeid verwacht. Tevergeefs hebben wij gezocht naar eenig motief, dat*u kan ge drongen hebben op zulk eene wijze en op zulk ook hunne kinderen voor anderen tot een voorbeeld kunnen gesteld worden. Zoo ooit bij iemand, die is bij beide familiën zichtbaar, dat wie in 's Heeren wegen wandelt, door God gezegend wordt, en dat nog altoos de Heere zijn woord vervultWie zijnen weg wél aanstelt dien zal ik Gods heil doen zien Een enkele maal spreekt Berend er nog wel eens over, om met het oog op de toekomst zijner kinderen nog eens naar Amerika te ver trekken. Of dit nog ooit gebeuren zal Wie zal het zeggen Doch ook, als dat gebeurt, zal hij het zeker niet ondoordacht, en niet zonder den Heere te raadplegen, doen. En dan dan zal de Heere ook met hem optrekken. Nu hij echter zelf een boerderijtje te Nieuw- Zandbergen in eigendom heeft, worden de ge dachten aan Amerika wel wat minder, en be staat er meer kans dat Berend Lammerts en zijne vrouw ook wel in hunne geboorteplaats zullen sterven. Ofschoon Berends leven „een veelbewogen leven" genoemd kan worden, toch is het tot op zekere hoogte volstrekt niets buitengewoons wat we in deze geschiedenis hebben beschreven. Het was ons dan ook niet te doen om iets buitengewoons te schrijven. Vervulle de Heere ook in hunne kinderen het psalmwoord ,Het vrome zaadvan die op God vertrouwden Zal door Zijn krachtHem dienen voor Hem leven Het zal den Heer eens worden aangeschreven In H nageslacht EINDE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 2