Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Ds. H. V. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ.
5e Jaargang.
Vrijdag 30 Augustus 1907.
No. 10.
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
Drnkker-Oifgever
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 5 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
DE WORTEL DER SLANG.
De Philistynen zyn eeuwen achter elkander
vijanden van Gods volk geweest. Altijd waren
zy gereed tot den strijd tegen Israel, en alles
hadden zij er voor over om dit volk uit zijn
erfenis te verdrijven. Moedig en dapper waren
zij en van elke ongelegenheid, waarin Israel
geraakte, maakten zij gebruik om hun doel te
bereiken. Achter de sterke muren hunner ste
den lagen zij op de loer om by de eerste kans
hun geboden hun vijanden in de engte te drij
ven. Wanneer het Israel wel ging, wanneer
het toenam in kracht, wanneer het zegevierend
eiken aanslag tegen zyn onafhankelijkheid en
vrijheid afsloeg, dan waren wrange spijt en
bitter leed in de ziel der 'onbesnedenen, en
omgekeerd, als het Israel tegenliep, als onder
linge twisten de kracht sloopten, als trouwe-
looze koningen en priesters het volk leidden
op paden, die tot zekeren ondergang moesten
voeren, dan was er vreugde in de tenten der
Philistynen, dan klonken hun liederen luide
op, dan straalde hun oog van genot en waan
den zy, dat er wel een ure zou aanbreken,
waarin zij nog eens al hun wraak zouden kun
nen koelen.
Zoo was het, als de Profeet Jesaja de ver
maning tot hen richtte om zich niet te ver
heugen, om zich niet aan de blijdschap over
te geven, want zy behoefden zich niet te stree-
len met de verwachting, dat het voortaan met
Israel gaan zou van de eene tot de andere
nederlaag. Dit volk mocht zyn tegen heden
hebben, lijden onder verschillende rampen,
neerbuigen onder zware lasten, zoodat het
scheen, dat het nooit meer eenige beteekenis
zou hebben, en uit de ry der volkeren ver
dwijnen de Philistyn moest weten, dat het
toch weer opkomen zou uit zyne machteloos
heid, teneinde ook hem te straffen wegens zyn
voortdurende vijandschap tegen Israel en zyn
lasteren van den levenden God. Was Israel
voor hem tot dusver geweest een slang, die
door haar gif zyn leven bedreigde, en zyn
lichaam doodelyke wonden toebracht, ook in
de toekomst zou dit zoo blijven. Het was waar
lijk geen tijd om zich aan de blijdschap over te
geven in de meening, dat de slang geen schade
meer zou kunnen berokkenen, omdat zy schijn
baar al haar kracht, ja zelfs haar leven ver
loren had. Immers zy zouden er rekening mee
moeten houden, dat haar leven taai, ja onver-
liesbaar was. Ja, wat nog meer zegt: uit den
wortel van de slang zou een basilisk voort
komen, een slang nog veel vergiftiger dan de
gewone soort, wier beet dus nog doodelyker
is. Zelfs daarbij zou het nog niet blijven. Op
den basilisk zou een vurig vliegende draak
volgen, welke door zyn bloote verschijning reeds
het hart met doodelyken schrik vervult, en
alzoo een vreeselyk verderf zou aanrichten.
Deze aankondiging was wel geschikt om
der Philistynen vreugde te temperen en hun
liederen te doen verstommen. Het tegenwoor
dig tijdstip moge hun gunstig zyn, de toekomst
zal hen sehrik en ontsteltenis, dood en verderf
aanbrengen. En dit is geen ijdele bedreiging.
Het is geen woord door menschen tegen hem
gesproken, maar een last, door Jehovah aan
zyn' knecht opgedragen en zy mogen er der
halve niet aan twijfelen. De werkelijkheid
welke hen wacht, zal het zegel hechten aan
dit woord des profeten.
Wy zouden nu uit de latere historie van het
volk Gods en uit die der Philistynen gemak
kelijk de vervulling kunnen aantoonen, want
waarlijk uitgekomen is, wat Jesaja hier voor
spelde. Ik weet zeer goed, dat niet alle ver
klaarders eenstemmig zyn in de aanwijzing
van de bepaalde gebeurtenissen, maar het is
ons thans enkel om de hoofdzaak té doen. En
dan is het duidelijk voor ieder, dat het gegaan
is naar Jesaja's woord. Altyd verhief zich het
Davidisch huis weer uit zijn diep verval, en
herkreeg het zyne kracht, zoodat het deze zyne
erfvijanden staan kon en ten onder brengen.
De wortel toch had een onuitroeibaar leven,
dat altyd weer na elke kwyning in nieuwe en
frissche kracht zich ontwikkelde. De gedaante,
welke het aannam, kon veranderen en zelfs
geheel wegvallen, maar zelf bleef het in den
kern gaaf en gezond.
Daarin lag het geheim van zyn kracht en
het zou dus op den duur geheel triumpheeren
over eiken tegenstand. De Philistynen zouden
wel doen, wanneer zy op deze uitspraak acht
gaven, en voortaan de overtuiging in zich post
lieten vatten, dat er voor hen geen uitzicht op
het bereiken van hun doel bestond. Het was
een dringende en ernstige waarschuwing om
niet langer in hun vijandschap te volharden
en vrede te sluiten met het volk, dat by het
schijnsel der belofte zyn weg bewandelde en
zijn taak verrichtte. Wilden zy echter niet
luisteren, dan zouden zy ondervinden, dat nooit
iemand tegen God kon strijden en vrede
hebben.
Hoe zyn de toestanden veranderdDe
Philistynen hebben hun haat niet afgelegd,
hun strijd niet opgegeven en daarom is het
hun gegaan naar de bedreiging, tegen hen
uitgesproken. En nu is er een spreekwoord,
dat hier voor ons geldt en dat luidtWie zich
aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.
Om die reden moet niemand aan zyn vijand
schap, in ieders hart aangeboren, den ruimen
teugel vieren, maar er naar staan om één te
zyn met Gods volk. Niet enkel voor het
uitwendige, want deze band is niet voldoende.
Hoevelen zyn er niet, op wie het woord des
Apostels pastzy zijn van ons uitgegaan, want
zy waren van ons niet. Steeds zyn er, die het
niet vinden kunnen op het erf van Gods volk.
Eerst verlaten zy het nu en dan eens, zy
willen eens zien, hoe de wereld leeft, later
blyven zy wat langer uit waaruit het blijkt,
dat het hun in de tenten der ijdelheid nog al
bevalt, en eindelijk verdwijnen zy uit de
kringen, waarmede zy vroeger plachten om te
gaan. Het is niet genoeg, dat wy door
geboorte een plaats vonden by het volk des
Heeren en daarom moet ieder voor zich zelf
er naar staan om door het geloof verbonden
te zyn met hen, die den Heere vreezen. Het
is waar, wy worden dan ook betrokken in de
vijandschap, waarvan dit volk steeds het mik
punt is, doch dit mag ons niet afschrikken.
De Philistyn moge zich soms verheffen,
pochend zich beroemen op zyn macht, het
behoeft geen oorzaak van vrees te zyn. Eens
toch moet hy het afleggen, eens toch verkeert
zyn vreugde in eindelooze rouw. Zy daaren
tegen, die met Ruth zeggenUw volk is myn
volk, zullen in 't eind als overwinnaars het
strijdperk verlaten en kunnen hier reeds het
lied aanheffen
Gy toch Gy zyt hun roem, de kracht van
[hunne kracht,
Uw vrye gunst alleen wordt de eere toege
bracht,
Wy steken 't hoofd omhoog en zullen de
[eerkroon dragen
Door U, door U alleen om 't eeuwig wel
behagen.
Want God is ons ten schild in 't strijdperk
[van dit leven,
En onze Koning is van Israels God gegeven.
Boüma.
VARIA,
Het vervolg over de Goddelijke Ingeving der
Heilige Schrift kan ik, omreden anderen
arbeid myn tyd vroeg, deze week niet leveren.
Zoo God wil zal dit de volgende week ge
schieden.
De hieronder medegedeelde, aanvankelijke
overeenstemming, heeft my verblijd. Ik hoop
en vertrouw, dat èn het Curatorium èn de
Nationale Vereeniging zullen goedkeuren wat
de Commissiën hebben gedaan, en dat alzoo
het overnemen van het Gymnasium door de
Nationale Vereeniging weldra zal plaats hebben.
Naar wij meenen te weten is de voorwaarde
van den kant der Nationale Vereeniging los
gelaten om, als het onverhoopt niet ging, het
Gymnasium, binnen eenige jaren aan de Ker
ken weer te geven. Het wordt, als het door
gaat, 't Gymnasium der Nationale Vereeniging.
De Kerken laten het dan los.
De Staatssubsidie kan dan gevraagd en
verkregen worden, zonder dat de Kerken, öók
al in Nederland, voor haren arbeid subsidie
vragen. De vrees, dat onze Kerken door dit
te doen gevaar liepen eene eerste stap te gaan
zetten op deze zoo gevaarlijke baan is aan
vankelijk geweken.
De stappen op die baan zyn gevaarlijk, om
dat de Kerken eer en meer dan zy weten
zich er door afhankelijk maken van den Staat.
Gevaarlijk, omdat de Kerken allicht lang
zamerhand, by eventueele gelegenheden meer
gaan toegeven aan den Staat, dan zy willen
en mogen. En het in dezen verre blyven van
den Staat wordt er door ingekort, en de be
geerte omdat te doen, verzwakt.
De Kerken toch hebben zooveel leergeld ge
geven, dat de begeerte om als Kerken van den
Staat niet afhankelijk te zijn wel leven mocht
in aller hart.
En heeft men eenmaal subsidie en is alles
daarop ingericht, dan loopt men gewis gevaar,
om ze niet op te zeggen, als er in de wetten des
lands veranderingen komen, die voor onze
Kerken niet aannemelijk zyn.
Daarbij komt, dat, als de Kerken voor haren
arbeid aan het vragen gaan, zy allicht van
den eersten tot den tweeden stap komen.
Vooral Kerken, wier leeraren te weinig salaris
hebben. De lidmaten behoeven dan niet zoo
diep in den zak te tasten. En omdat dit velen,
als dit moet, vaak een pijnlijk gezicht doet
trekken, is het verleidelijk, wanneer men weet,
als wij het als Kerken vragen, krygen wy het
ook.
De Staatssubsidie is de reden dat het hete
rogeen gezelschap der „Hervormde Kerk" jaar
en dag blijft samenwonen. Als de subsidie,
gelijk in Frankrijk, door de radicalen en socia
listen wordt ingetrokken, dan houdt er, trots
het gebazel over een volkskerk, spoedig de
samenwoning op.
Laten dus de Nationale Vereeniging en het
Curatorium nu eindelijk eens spijkers met kop
pen slaan.
Laten ook de leden der Vereeniging velen
worden.
Deze losmaking en overneming die velen
met my wenschen, worde niet een tweede stap
om af te breken en te doen wegsterven, maar
wèl om spoedig te doen samensmelten de In
richtingen voor de opleiding tot den Dienst
des Woords
Littooij.
Nationale Vereeniging; tot overneming van het
Gereformeerd Gymnasium te Kampen.
Aan de ledei; de Afdeelingen, de
Corporaties, en voorts aan allen die
willen medearbeiden tot een spoedige
verwerkelijking van de reeds zoo lang
in voorbereiding zijnde overdracht van
genoemd Gymnasium door de Kerken
aan eene Vereeniging.
Het voorloopig Bestuur van de Nationale
Vereeniging bovengenoemd heeft het genoegen,
U te kunnen mededeelen
dat het Donderdag jl. met de Commissie
vanwege de Curatoren der Theol. School tot
overeenstemming is gekomen in zake de over
dracht en overneming nog in dit jaar van het
Gymnasium, thans verbonden aan de Theol.
School
dat dit gemeenschappelijk voorstel ter eind
beslissing zal worden behandeld in een Cura
torenvergadering, indien en zoodra de Natio
nale Vereeniging zich zal hebben bereid
verklaard, het Gymnasium op de wijze en de
voorwaarden van de door de Commissiën ver
kregen overeenkomst over te nemen
dat daarom zoo spoedig doenlijk een Alge-
meene Vergadering van afgevaardigden en
leden der Nat. Vereeniging moet worden
gehouden en deze bepaald is D. V. op Woensdag
25 September a. s., ten 12 uur, te Utrecht, in
„Irene", Keistraat;
dat het dringend noodig is, dat ook de leden
in die plaatsen waar nog geen Afdeeling is,
zich onverwijld tot een Afdeeling vereenigen,
opdat zy stemhebbende afgevaardigden kunnen
zenden.
Het hoog belang van deze Algem. Verga
dering zal, hopen wy, beseft worden door al
de ledenen niet alleen door wie reeds lid
zyn, maar ook door allen die „willen mede-
arbeiden tot een spoedige verwerkelijking van
de reeds zoo lang in voorbereiding zijnde
overdracht van genoemd Gymnasium door de
Kerken aan eene Vereeniging".
Tot een goede oplossing van deze sedert
1899 in de Gereformeerde Kerken aanhangige
zaak kunnen en behooren nu metterdaad hulpe
te bieden allen die het goede willen zoeken
voor de Kerken, de Theologische School, en
het Gymnasium.
Namens de Nat. Vereeniging noodigt daarom
het voorl. Bestuur allen die bovengenoemde
overdracht gewenscht achten, met al den aan
drang der liefde uit, als lid tot de Vereeniging
toe te treden, en alle Kerkeraden en Vereeni-
gingen als Corporatie. Zal ons doel bereikt
worden, dan is het noodig dat alle kringen
der Kerken elkander de hand reiken om, nu
de zaak ryp is voor afdoende beslissing, het
Gymnasium van de Kerken over te nemen.
Door de aanstaande Algemeene Vergadering
moet een afdoend besluit worden genomen in
zake de overneming van het Gymnasium, én
een definitief Bestuur worden gekozen. Het
voorl. Bestuur wenscht het zyne te doen om
voor de keuze als Bestuursleden mannen broe
ders uit geheel het land en uit alle kringen
aan te bevelen. Men stelle het dan daartoe in
staat, door van alle zyden blyk te geven van
bereidvaardigheid tot mede we king Ieder lid
der Alg. Verg. kan candidaten voor het Bestuur
voordragen.
De tyd is kort. -De datum van 25 Sept. is
gekozen, opdat dan nog van de goedkoope
vacantie-kaarten kan worden geprofiteerd.
Allerwege make zich dus van stonde aan
ieder, zoowel zusters als broeders, op om het
getal leden en Afdeelingen en Corporaties te
vermeerderen. De opgaven zende men zoo
spoedig mogelyk aan den Secretaris Ds. J.
Kok te Bedum.
Want uit den wortel der slang zal
een basilisk voortkomen en hare vrucht
zal een vurig vliegende draak zijn.
Jus. XIV i 29b.