Ofticiëele .Berichten,
Verantwoording van Liefdegaven.
BOEKBEOORDEELOQ.
ambten, eischt dat van dit middel worde af
gezien.
C. Het afvaardigen van Diakenen naar de
Class. Vergaderingen met adviseerende stem is
als niet in strijd zijnde met het Geref. Kerk
recht een nuttig middel tot classicale vertegen
woordiging van Diakonieën.
D. Het is een eisch des tijds, dat de Class.
Vergaderingen der Kerken by de behandeling
van zaken de barmhartigheid betreffende na
breede voorlichting door diakenen en door
middel van diakenen komen tot gemeenschap
pelijke actie.
V. De Vergadering verzoeke aan het Comité
le. Volledige inlichtingen in te winnen om
trent den te volgen weg tot het verkrijgen van
subsidie voor de verzorging van kinderen, wier
ouders of voogden uit de ouderlijke macht zijn
ontzet. (Liefst bij Diakonieën, aan wie bereids
subsidie werd toegekend).
2e. Voor de verkregen inlichtingen plaatsing
te verzoeken in het Diaconaal Correspondentie
blad. Diaconie der Geref. Kerk te Utrecht.
VI. Is na de wijziging bij Koninklijk Besluit
van 10 Mei 1907, regelende de uitvoering der
Kinderwetten, samenwerking der Diaconiën op
dit punt niet wenscheljjk en mogelijk?
Diaconie der Geref. Kerk te Meppel.
VII. Hoe hebben de Diaconiën gedacht
over de „mandelige huishoudingen", naar aan
leiding van hetgeen op de vorige Conferentie
gesproken is?
Diaconie der Geref. Kerk. te s'-Gravenhage.
VIII. Aangezien er Diaconiën zijn die onder
zulke zware lasten gebukt gaan, dat ze niet
bijmachte zijn om den noodigen onderstand te
verleenen en daarentegen andere Diaconiën,
die in 't geheel geen armen of zeer weinige
hebbenis het daarom geen dringende be
hoefte en tevens voor uitvoering vatbaar, dat
de finantiëel sterkere Diaconiën de lasten van
hulpbehoevende mede dragen
Diaconie der Geref. Kerk te Groningen (B).
IX. In hoever mogen leden der Gemeente,
giften uit de diaconale kas ontvangen, zonder
volgens Art. 3 der Kieswet van de kiezerslijst
te moeten worden afgevoerd
Diaconie der Geref. Kerk te Grijpskerke (Z.)
X. Aangezien de verpleging van Weezen,
naar den Woorde Gods een zaak de barmhar
tigheid is, die door het orgaan der Diaconie
wordt uitgeoefend, zooals mede in het Formu
lier van Bevestiging van Diakenen" duidelijk
wordt bepaald, is het dan niet in strijd met
het zuivere beginsel, zoo die arbeid geheel uit
handen wordt genomen uit die der Diaconie,
en toevertrouwd aan eene Commissie, bestaande
uit leden des Kerkeraads, ouderlingen en dia
kenen benevens uit leden der Gemeente,
gekozen door de Gemeente?
Diaconie der Geref. Kerk te Rotterdam (B).
XI. Is het wel gewenscht, dat brs. diakenen
zich belasten, of door den Kerkeraad belast
worden met het beheer der financiën van Kerk
en Eeredienst?
Diaconie der Geref. Kerk te Haren.
XII. De Centrale Diaconale Conferentie
spreekt de wenschelijkheid uit, dat de Ver-
eeniging voor Chr. Verzorging van krankzin
nigen in Nederland, voor de verpleegden van
Diaconiën een verminderd tarief instelle,
en benoeme eene Commissie, die met het
Bestuur der Vereeniging daarover in overleg
trede.
Diaconie der Geref. Kerk te Kampen.
zoo dronken, dat hy alleen de melk niet van
zyn wagen kon afladen, waarom Berend hem
hierin een handje hielp.
Berend maakte echter ditmaal eenige aan
merking op zyn gedrag en zeide: „Je moest
je toch schamen Freerkom zoo'n leven te
leiden en in zoo'n toestand aan de fabriek te
komen, 't I3 nu nog betrekkelijk vroeg in den
morgen en dan al zoo dronken Hoe moet dat
nu toch wel den geheelen dag gaan
Je benadeelt je huisgezin, en je verwoest
lichaam en ziel".
„Ja, ja, Lammertsantwoordde Freerk,
„maar maar ik heb heel den nacht ge
waakt gewaakt by een ziek kind by
een ziek kind, zie je. En nu heb ik wel een
klein borreltje meer gedronken meer ge
dronken wellicht, dan ik dan ik verdragen
kan."
„Dat verschoont je niet,vrindsprak Berend
maar wat scheelt je kind dan wel
„Ik weet het niet", stotterde Freerk, „en de
docter de docter sehynt het ook niet te
weten. Maar h\j zeide dat het gevaarlijk was
en er bij er by moest gewaakt worden.
En omdat omdat mijn vrouw er al den
geheelen dag mee getobt had, heb ik heb
ik toen maar gewaakt. En dat is toch goed
toch goed hé Lammerts?"
„Zeker, Freerk! zeker was dat goed van je,
Prediklijstje October—December.
GAPINGE.
13 Oct. ds. Toebes.
10 Nov. ds. Meulink
15 Dec. ds. Bouma.
H. Meulink.
Bruinisse. Ds. de Jager deelde Zondag j.l. aan
de gemeente mede, dat hij een beroep had ont
vangen naar de Geref. Kerk van Stellendam.
Hoewel we Stellendam gaarne het beste toe-
wenschen, hopen we toch van heeler harte, dat
Z.Eerw, ook voor dat beroep zal bedanken.
Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk
N. J. B astmei jee, Scriba.
KORT VERSLAG van de Vergadering der
Classis Middelbnrg, gehouden 14 Aug. 1907.
De vergadering wordt geopend door ds. Meu
link, die, nadat gezongen is Ps. 119:45, voor
lezing doet van Ps. 48 en voorgaat in den gebede.
De geloofsbrieven worden nagezien door ds.
van Loon en br. de Rijeke uit Koudekerke
er blijkt uit, dat alle kerken wettig vertegen
woordigd zijn en enkele eene instructie op hun
lastbrief hebben.
Ds. Meulink draagt het praesidium over aan
ds. Toebes, die naar toerbeurt de vergadering
zal praesideeren en die tot zijn assessor ds.
Bouma en tot scribae ds. Meulink en ds. Wolf
aanwijst.
De voorzitter verwelkomt ds. Pol, voor de
eerste maal op de vergadering tegenwoordig,
en verzoekt dr. Wagenaar de notulen der vorige
vergadering voor te lezen, welke gearresteerd
worden.
De vragen naar art. 41 D. K. O. worden ge
daan en beantwoordAan de kerk van Koude
kerke wordt advies gegeven in zake eene moei
lijkheid, die zich voordeed naar aanleiding eener
doopsbediening.
Omtrent den stand der ineensmelting heeft
noch Vlissingeu, noch Middelburg iets te zeggen.
Instructies
a. Oostkapelle. De kerkeraad van O. vraagt
de classis, op wiens of wier naam voortaan de
kinderen der weduwe van K. in het Geuzen-
gesticht te Brielle moeten worden geboekt. De
classis besluit deze zaak aan de orde te stellen,
als het verslag der provinciale Synode wordt
uitgebracht.
b. Middelburg B. De kerkeraad van M. B.
verzoekt de classis het volgende voorstel in
overweging te willen nemen: „De classis Mid
delburg besluite om drie deputaten inzake art.
13 D K. O. aan te wyzen. Hun taak zal zyn
het verzoek van elke kerk om subsidie voor een
emeritus-predikant, predikantsweduwe en pre
dikantskinderen in ontvangst te nemen, te
beoordeelen en daarover aan de classis advies
te geven."
De classis besluit de deputaten voor hulp
behoevende kerken hiertoe aan te wijzen.
c. Het verzoek, in de instructie van Arne-
muiden gedaan, wordt teruggewezen naar den
kerkeraad.
d. Serooskerke ontvangt advies in eene tucht-
zaak.
Ingekomen is een schrijven uit Roosendaal,
de hulp der classis Middelburg inroepende voor
de bediening des Woords aldaar. Het zal be
antwoord worden in dien zin, dat R. zich wende
tot de kerkeraden afzonderlijk.
Rapporten
maar dat je dan daarbij nog gaat drinken, jon
gen, dat is toch geheel verkeerd Wat heeft
een ziek kind aan de hulp van een dronken
vader
„Maar ik ik ik ben ik ben
niet dronken", schreeuwde Freerk uit. „Ik ben
niet dronken, fijne kwezel! Versta je? Ik zeg
je dat ik niet dronken ben. Of wil je me wel
licht bij bij de boeren zwart maken
En het deksel van een melkbus nemende,
sprong hij van den wagen en wilde hij op
Berend aanloopen, doch hij viel en kwam met
zijn hoofd terecht tegen het wiel van den wa
gen, tengevolge waarvan hij een hevig bloe
dende wond bekwam.
Berend sprong echter op hem toefen richtte
hem op, terwy'l hy hem zijn wapen ontnam
doch in datzelfde oogenblik kwam de Directeur;
en ziende Berend worstelen om Freerk weer
op de been te brengen en zoo mogelijk ook op
de been te houden, riep hy
„Nu wordt het my mooi genoeg, Lammerts
Ik dacht altijd dat jij vroom waartmaar vrome
menschen heb ik nog nooit zien vechten en
dan nog wel met een dronken kerel. Schaam
je toch wat."
„Er is hier volstrekt geen sprake van vech
ten", sprak Berend kalm„de man valt en ik
tracht alleen maar hem op de been te brengen".
(Wordt vervolgd.)
a. Consulentschap. De cons, vau Westkapelle
verzoekt namens den kerkeraad aldaar voor de
eerstvolgende drie maanden dezelfde hulp als
vroegerdeze wordt toegezegd.
b. Rapport iu zake enkele artikelen D. K. O.
wordt wegens afwezigheid van den rapporteur
uitgesteld tot de volgende vergadering.
c. Rapport ineensmelting.
Ds. van Loon rapporteert omtrent Vlissingen,
dat de pogingen tot ineensmelting vooralsnog
mislukt zyn, doch wellicht later kunnen worden
herhaaldomtrent Middelburg brengt Z.Ew.
een advies uit, hetwelk beoogt geleidelijke ge
lijkmaking van den arbeid en de traktementen
der betrokken predikanten, en het opvolgen
daarvan wordt den kerkeraden ten zeerste aan
bevolen.
d. Rapport over Ritthem.
Ds. Scheele brengt een gewaardeerd rapport
uit, welks conclusies echter niet voor aanne
ming vatbaar worden geacht.
e. Rapport van de afgevaardigden ter Prov.
Synode.
By afwezigheid van den heer Yerhage leest
dr. Wagenaar diens rapport voor, dat onder
dankbetuiging wordt ontvangen.
Een voorstel van Grypskerke, luidende „De
classis neme afdoende maatregelen om te voor
komen, dat het besluit der Gen.Syn. van Utrecht
art. 23 litt. d. (in zake den gestelden termijn
voor het komen tot eigen zending) zou moeten
worden toegepast", doet de vergadering met
acclamatie de volgende motie van ds. Koopmans
aannemen „De classis besluit een schrijven te
richten aan de verschillende classis in onze
provincie, waarin dringend verzocht wordt, dat
door haar al het mogelijke gedaan worde om
in de kerken, tot haar ressort behoorende, de
liefde en ijver voor de eigen zending aan te
wakkeren, opdat de e. k. Prov. Synode met volle
vrijmoedigheid besluiten kunne de eigen zending
aanstonds ter hand te nemen."
Als roepende kerk wordt aangewezen Mid
delburg.
Ds. Koopmans herinnert er aan, dat de praeses
der vergadering op 8 Sept. e. k. ds. Littooy
namens de classis zal gelukwenschen.
Na lezing der korte notulen wordt de ver
gadering door ds. Bouma met dankzegging
gesloten.
F. W. J. Wolf, Scriba.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Middel
burg A vermeldt met dank een ingekomen gift
van tien gulden voor de Zending op Java.
DE UITVERKOREN KINDEREN WE
DERGEBOREN, EISCH DES DOOPS
Een onderzoek door A. M.'Diermansk.
Ds. Diermanse, wien reeds voor ongeveer
een tiental jaren, in de volle kracht van het
leven, wegens lichaamszwakte emeritaat moest
verleend worden, is gelukkig nog niet van
allen arbeid uitgesloten. Kan hy de werk
zaamheden in het midden der gemeente niet
meer waarnemen, God heeft hem nog de gaven
en krachten gelaten om op andere wyze werk
zaam te zyn. De gedwongen smartelijke rust
geeft hem tyd om grondig te onderzoeken en
eene nauwgezette studie te maken van vraag
stukken, die van groot belang zyn, waarover
verschillend gedacht wordt, en waarover het
laatste woord nog wel niet zal gesproken zyn.
Zoo is b. v. de vraag naar de wedergeboorte
van alle tijden her uiterst gewichtig en zeer
moeilyk, en eischt, by groote voorzichtigheid,
een nauwgezet onderzoek. Zulk „een onder
zoek" heeft Ds. D. aangedurfd. Ten vorigen
jare toch verscheen van zjjne hand een geschrift,
waarin de vraag beantwoord werd of het eisch
des Verbonds is dat de uitverkoren kinderen de
wedergeboorte deelachtig zyn thans stelt hy
een onderzoek in, of dit eisch des Doops isen
binnenkort zal by denzelfden Uitgever (den
heer A. van Zijl te 's Gravenhage) een derde
geschrift verschijnen, waarin een antwoord zal
gegeven worden op de vraag: of dit eisch is
van andere Schriftwaarheden. Bewys genoeg,
dat Ds. D. ernst maakt met zyn „onderzoek",
en wie zyne geschriften gelezen heeft, kan dan
ook niet anders dan ten zeerste waardeeren de
veelomvattende studie waarvan zy getuigenis
afleggen. Iemand, die de dingen by het licht
van Gods Woord zóó onderzoekt, en er dien
tengevolge eene zelfstandige overtuiging op
nahoudt, heeft recht van meêspreken, en moet
gehoord worden ook door hen, die zyne over
tuiging niet deelen, ja haar beslist afwijzen.
Maar een grondig, van veel studie getui
gend onderzoek, moet dan ook door hen, die
het er niet mede eens zyn, even grondig
weerlegd wordenMet een paar woorden kan
men zich van een dergelijk onderzoek niet
afmaken. Over het „nut" en de „noodzakelijk
heid" van deze studie mogen de gedachten
verschillend zyn onverkort blijft het 't recht
van den recensent als zyn oordeel uit te spreken,
dat dit tweede boekje van Ds. D. nog minder
aanbeveling verdient dan het eerstemaar
als men schryftdat zyne verklaring der ver
schillende teksten telkens den indruk geeft dat
Ds. D. om zyne theorie te handhaven, de ge
dachten der Schrift eruit wegredeneert, en dat
zyne opvatting van den Doop vry wel geheel
uitwendig is en met ons warme en innige
Doopsformulier op gespannen voet staat dan
eischt de broederlijke liefde toch dat zulk een
uitspraak vergezeld ga van degelijke argumen
ten en grondige bewijzen. Wy onderschrijven
dan ook volkomen het woord van Ds. Bos in
De Wachterdat het „onbillijk" is voor deze
studie niets anders over te hebben dan de
opmerking: „wy zyn het met hem (nl. Ds. D.)
niet eens", zonder „de redenen daarvoor op te
geven en het onjuiste van zyne voorstelling
aan te wyzen uit de H. Schrift en uit onze
Belijdenisschriften". Zoo ook doet het weldadig
aan, als een schrijver in de jongste Friesche
Kerkbodedie in een volgend nummer zijn
critiek op het geschrift van Ds. D. hoopt te
beginnen, eerst zijn dank brengt aan den ge-
achten schrijver voor zyne belangrijke studie
daarna verklaart dat deze studie het meer dan
waard is er een paar afzonderlijke artikelen
aan te wijdenvervolgens getuigt dat Ds. D.
een aangenaam voorbeeld geeft van schuchter
heid en sobere preciesheiden eindelijk de
bede uit: „De Heere geve ons by de bespre
king van het geschrift van Ds. D. minstens
evenveel kieschheid en voorzichtigheid als Hy
aan dien zwakken Dienaar verleende". Naar
zulk een broederlijke critiek ziet men belang
stellend uit
Maar genoeg, om de belangstelling van onze
Lezers op te wekken voor dit tweede geschrift
van Ds. D., waarin hy, na een Voorwoord en
eene Inleiding, eerst onderzoekt of de weder
geboorte onderstelling moet zyn voor de
Doopsbedieningen daarna of het eigenlijke
wezen en de eigenlijke werking des Doops de
wedergeboorte als onderstelling eischt. Beide
vragen worden door hem ontkennend beant
woord, want van een doopen op grond van
de veronderstelde wedergeboorte wilde Schrijver
niet weten. Na de beantwoording van deze
beide vragen, volgt nog de verwerping van een
drietal stellingen1. zal de genade verzegeld
worden, dan dient ze vooraf te gaan2. de
doop die geen zegel is, is niet de Doop of het
Sacrament3. zoo verliezen de ouders den
troost, dien de Doop hunner kinderen hun
verschaft.
Laten velen deze belangrijke studie zich
aanschaffen (dit boek van 128 bladz. kost één
gulden)haar ernstig overwegen en worde de
bede van den Schrijver vervuld dat de Heere
dezen arbeid ten zegen voor Zion stelle.
N. P. Littooij.
Ter oorzake van plaatsgebrek moest deze
recensie de vorige week blijven liggen.
Red.
DE BROEDERS VAN ST. JAN TE
'S HEEREN LOO. Een verhaal uit
het laatst der vijftiende en het begin
der zestiende eeuw door L. PENNING.
Geïllustreerd door A. Rünokbl. Uit
gave van „de Vereeniging tot opvoe
ding en verpleging van idioten en
achterlijke kinderen".
Het Bestuur van de Vereeniging, hierboven
genoemd, dat is het Bestuur van 's Heeren
Loo en Groot-Emaus, wenscht een aanvang te
maken met den bouw van Groot-Emaus en
noodigde den Heer Penning uit, een werkje
te schrijven, dat het ten voordeele der stich
ting zou kunnen verkoopen. Het bedoelde
daarmede, werkzaam te zyn in het belang der
achterlijke en bijzonder in dat der verwaar
loosde achterlijke kinderen en tegelijk „onze
eigene jeugd" tegengif te bieden tegen ver
keerde lectuur.
Ik heb my afgevraagd, welk doel de heer
Penning zich by het schrijven van dit werk
heeft gesteld ik bedoel ten aanzien van de
lezers en meen te moeten antwoorden
ZEd. wil hun een denkbeeld geven van de
toestanden en verhoudingen op maatschappelijk
en godsdienstig gebied in het laatst der vijf
tiende en het begin der zestiende eeuw.
Daartoe voert hy ze in de kringen der edelen
en der lijfeigenen, in die der geestelijken en
der ridderslaat ze in velden en wegen
dwalen en dorpen en steden bezoeken doet ze
deelnemen aan een wolvenjacht en aan de
verdediging van Rhodes tegen de Turken,
maakt ze getuigen van Jan van Schaffelaars
droevig einde in 1482 en van den schrikkelyken
brand van Harderwijk in 1503, vergunt ze een