K. OüSSOREN. Onze meerdere vergaderingen. Schoolraad. Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. Kerk- en Schoolnieuws. Zalig zijn de barmliartigen. liefde jegens Hem, zfl' 't ook zeer klein en schier ongemerkt. Daarom is er ook b\j hen reeds een wande len tot eer van God, hoewel dit nog geen vooropgesteld doel huns levens is. Nu is hun dat niet zoo euvel te duiden. Ze gelooven nog niet, dat ze in den vollen zin des woords christenzfln. Maar treuriger is het, dat bfl zoo velen, die van hun geloof verzekerd zfln, nog zoo weinig een zoeken van de eere Gods is, boven alles. En toch moest dit zoo zfln. En de Wet des Heeren èn het „Onze Vader* leeren ons beide glashelder, dat de Heere de hoogste plaats in ons hart moet hebben. In beide staat God geheel op den voorgrond. En Jezus sprak in Zflne bergrede„Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtig heid". Maar wij keeren het zoo licht om en lezen dan „Zoekt eerst de gerechtigheid Gods en Zijn Koninkrijk*. Maar dit staat er niet. Er worden helaas onder wie zich christenen noemen in den engeren zin van het woord, zoo bedroefd weinigen gevonden, die met allen ijver en stelselmatig de eere Gods zoeken. Meestal is het in hoofdzaak maar een leven voor en zoeken en jagen naar wat den mensch tot nut en zaligheid en geestelijk genot kan strekken. Er zfln zoo weinig christenen, die diep beseffen, wat het zegt christen te zijn. Dat dit o. a. onderstelt dat men evenals Christus tot zijn hoogste taak en roeping heeft de eere van onzen hemelschen Vader te zoeken, ziet men niet genoegzaam in. En dit gebrek van inzicht aangaande zijn hoogste roeping staat weer in verband met een andere onjuiste voorstelling. Men vat het me nigmaal zóó op, dat het doel van Jezus' komst op aarde alleen en uitsluitend was de zaliging van zondaren. Doch dat is niet zoo. Dit was niet eens het hoogste doel. Later hopen we daarover breeder te spreken. Al die min juiste voorstellingen en opvat tingen nu wortelen in onze schrikbarende zelfzucht. En om die zelfzucht eenigermate beter te doen kennen en bestrijden, begonnen wij onze artikelen. Wij schrijven dus niet over den toestand van bekommerden. Dat was ons doel niet. Ons doel is om de zelfzucht bij wie zich christenen hee- ten te bestrijden. Vandaar dat we tot opschrift kozen Onze zelfzucht*, d. i. van ons, die als rechte christenen de Geref. belijdenis vasthou den en daarvoor leven en sterven willen, Wanneer er dus de eene of andere uitdruk king in voorkomt, die niet rechtstreeks op waarlijk bekommerden van toepassing is, dan boude men ons dat ten goede. De kerkrechtelijke kwestie, die Bergambacht door de afvaardiging van een ten harent ver blijf houdenden Emeritus-Dienaar van Leeu warden naar de classis Gouda ter kerkelijke tafel bracht, heeft een niet geringe beteekenis gekregen. Aan de classis toch is kort en goed het recht betwist, om aan een afgevaardige zitting met keurstem te verleenen, alleen omdat hfl een niet-ambtsdrager is. Niemand minder dan de kerkrechtelijke practizijn in de Heraut heeft de verdediging van Bergambachts vreemdsoor- dienstige Grensdorpers vooral in de lange winteravonden een geliefkoosde bezigheid. Het was dan ook volstrekt geen wonder, dat men bij sommigen van de welgestelden een biblio theek vond met oude godgeleerde werken, waarop menig Gereformeerd predikant jaloersch zou zijn. Jongelingen, en ook jongedochters, die de Catechisatie bezochten, kon men bijeen vin den, studeerende in „Brakels redelijke gods dienst" of andere dogmatische werken, om toch maar niet beschaamd te staan tegenover elk ander of tegenover den predikant, wanneer ze ter Catechisatie kwamen. De plaats was wel wat afgelegen en „achterhoeksch", maar de bevolking was op godsdienstig gebied vooral niet achterlijk. En gelijk dit onder de jonge lingen en jongedochters was, zóó was het ook onder de mannen en vrouwen. Onder dergelijke menschen hadden Berend en zijne vrouw al spoedig vele vrienden ge vonden en vooral toen de winteravonden kwamen, werd met velen kennis gemaakt. Wijl echter Berend uit „eew stadgekomen was, zagen velen zeer hoog tegen hem op. Zij meenden dat hij daarom natuurlijk veel meer wist dan zij. Menigmaal zeide Berend tegen zijn vrouw: „die eenvoudige menschen hier in Grensdorp maken mij gedurig beschaamd, als zij over godsdienstige onderwerpen met tige afvaardiging op zich genomen. En hij aarzelde niet, om die verdediging te baseeren op de stelling, dat het een Kerkeraad vrijstaat „als zijn representant of vertegenwoordiger naar de meerdere vergaderingen iemand te zenden, die geen ambtsdrager, maar een gewoon lid der gemeente is*. Verwonderen kan het niet, dat de geachte schrijver tot zulk een stelling kwam. Ook op kerkrechtelijk gebied gaat het ons soms als de stuurman, die bang voor de klip ter eener zij van zijn schip wat al te veel ginds heen uitwijkt en onverwacht op een andere klip verzeilt. Het onderhavige geval doet er ook aan denken. Door een al te angstvallige vreeze voor wat hem toescheen de zelfstandigheid der plaatselijke kerk te bedreigen, liet de schrijver zich verleiden tot een bedenkelijke miskenning van het karakter onzer meerdere vergaderingen. Dat deze moeten bestaan uit kerkelijke ambts dragers, Dienaren des Woords en ouderlingen, heeft niet zijn grond in artikel 41 onzer kerk orde. Juist andersom. De bepaling in art. 41 rust op het onmiskenbaar presbyteraal karak ter der meedere vergaderingen. Zij hebben immers te doen, wat des kerkeraads is, maar door een kerkeraad alleen niet afgehandeld kan worden. De zaken, daar gebracht, zfln zaken van kerk- regeering, die niet aan het ambt der geloovigen, maar aan het bizondere ambt ter behartiging zijn toebetrouwd. Naar het presbyterale systeem zijn classes en synodes feitelijk anders niet dan breede kerkeraadsvergaderingen. Wat daar besloten en beslist wordt, moet evenzeer voor vast en bondig gehouden worden. En gelijk nu een gewoon lid op een plaatselijke kerkeraadsvergadering geen" keurstem heeft, omdat hij buiten het ambt staat, precies zoo geldt het voor de meerdere vergaderingen. In het besluit van de classis Gouda is dan ook allerminst een verwarring te zien van de ambtelijke kwaliteit met de kwaliteit van af gevaardigde der kerkeraad. Zfl hebben een voudig bijeengehouden, wat samenhoort. On derscheiding tusschen die dubbele kwaliteit is noodig. Maar scheiding van een en ander is geen eisch van het Gereformeerd Kerkrecht. Evenzeer als wij hebben te waken tegen aanranding van de zelfstandigheid der plaatse lijke kerk, moet het oog ook open zijn voor het presbyteraal karakter van onze meerdere vergaderingen. G. Doekbb. De Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel heeft eene vergadering van de Schoolbesturen en de Onderwijzers aan de Scholen in het twaalfde district (Zeeuwsche gedeelte) uitge schreven op Woensdag 14 Augustus 1907, des voormiddags ten 10 ure, in het Schuttershof te Middelburg. De agenda luidt „Is het niet mogelijk de jaarlijksche subsidie vroeger te ontvangen Schoolbestuur Souburg. Zou de Schoolraad met eenige hoop op succes bij den Minister pogingen kunnen aanwenden dat de subsidie tweemaal per jaar uitbetaald worde? Schoolbestuur Kruiningen. Is het niet wenschelijk dat de Schoolraad bij de regeering trachte te verkrijgen de uitbeta ling der subsidies per kwartaal Schoolbestuur Serooskerke (W.) Kan de {Schoolraad bij de regeering aandrin gen op een andere regeling ter uitkeering van de subsidies, b.v. op de wijze, zooals dat aan de Gemeentebesturen wordt gedaan. (Art. 48 wet L. O.) Schoolbestuur Brouwershaven. ReferaatDe vorming van arrondissementen in den „Schoolraad". Inleider: A. D. F. van der Wart, leeraar aan de H. B. S. te Goes. Is het niet wenschelijk dat in elke Provincie een deskundige door den Schoolraad worde aangewezen om inzake Schoolbouw den bestu ren te adviseeren in verband met het Rflks- toezicht? Schoolbestuur Serooskerke (W). ReferaatEen Christelijke Kweekschool voor Zeeland gewenscht en ook mogelijk Inleider C. Weeda, Hoofd eener Chr. School te Mid delburg. Is het niet gewenscht dat er pogingen aan gewend worden dat er in het centrum van Zeeland, b. v. te Middelburg, een Chr. Kweek school gevestigd wordt? Schoolbestuur Serooskerke (W.) Moet ook in Zeeland getracht worden te komen tot stichting van een of meer Kweek scholen, b.v. een Gereformeerde en een van Chr. Volksonderwijs uitgaande? Indien ja, wat moet dan gedaan worden om binnen korten tijd één of meer Kweekscholen rijk te zijn Gelijkgezinde Schoolbesturen kunnen zich b.v. tot vereenigingen samenvoegen, waarbij ook vrije leden kunnen komen. Door het heffen van een matig schoolgeld kan de kas ook ge stijfd worden. Hoofd der Chr. School te Krabbendijke. Is de opleiding praktisch? Is ze voldoende wat de kennis betreft eu is een pas geslaagde ook in staat in de School voor een tweetal leerjaren dienst te doen? Hoofd der Chr. School te Krabbendijke. Kunnen wij vrede nemen met de Rijksnor maallessen, zooals b.v. op Zuid-Beveland en Tholen geschiedt? Hoofd der Chr. School te Krabbendijke. Ligt het niet in den eisch des tijds ingeslo ten, dat op iedere School in het belang van het bijzonder onderwijs op tijd door het onder wijzend personeel Schoolvergadering wordt ge houden Schoolbestuur Souburg. Te bespreken het SchooltoezichtRflksschool- toezicht, onderling Schooltoezicht, het school toezicht bij Chr. Volksonderwijs, het vroegere Transvaalsche stelsel. Hoofd der Chr. School te Krabbendijke. Alle Schoolbesturen en Onderwijzers, aan wie deze oproeping gezonden wordt, worden dringend uitgenoodigd deze vergadering bij te wonen in volledigen getale. Den Schoolbesturen wordt vriendelijk verzocht, door het geven van vacantie op dien dag de onderwijzers in de ge legenheid te stellen de vergadering bü te wo nen. Belangstellenden in het Christelijk Ou derwijs kunnen door uitgenoodigde Besturen of Onderwijzers geïntroduceerd worden. Hun komst is zelfs zeer gewenscht." Wijl samen8preking en samenwerking op schoolgebied noodig zfln en blijven, wekken wij bij dezen gaarne onderwijzers, schoolbesturen en belangstellenden op, om door bijwoning dezer samenkomst van hun belangstelling blijk te geven. Rbd. In stille eenvoud bewandelde hij het pad, dat de Heere voor zijnen voet had ontsloten. Altijd vol ijverig in de dingen van 's Heeren Ko ninkrijk was hij voor velen onzer een bescha mend voorbeeld. Tot het laatste oogenblik bleef hij op zijn post en toen de krachten hem be gaven, was hij nog altijd vol bezorgdheid over het werk, dat hij zoo vele jaren getrouw en met de grootste nauwgezetheid had mogen volbren gen. Hjj ging van ons in de volle verzekerdheid des geloofs, wachtende op zijnen Heiland, die Hem genade verleend had, veel voor Hem en Zijn dienst te mogen doen en die vóór zijn verscheiden vrijmoedig een heerlijk getuigenis mocht afleggen van het licht dat in zijn hart was opgegaan.* Vlissingen (B). Opbrengst der Stuiversver- eeniging in Juni f20.05, id. in Juli f22.65. Namens den Kerkeraad P. G. Labbnobs, Scriba. Grijpskerke. Het Bestuur der Ver. voor Geref. Schoolonderwijs werd dezer dagen verblijd met een gift van f 100. Dank aan den gever. ZENDING. Mej. G. te Z. f3.-; Mej. M. C. teZ.fl.-. Vriendelijk dank. Laman. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) mij spreken*. Toch had Berend ook toen hij in den laat- sten tijd te Hoogstad bij den heer Falkenstein was velerlei oude boeken gelezen, en was hij met den inhoud tamelijk bekend en vertrouwd geworden. En wijl hij die boeken alle meege kregen had, toen de heer Falkenstein stierf en hij nu ook dit bracht zijn betrekking mee - veel vrijen tijd had, kon hij zelf ook gedurig nog meer onderzoeken, zoodat hij al spoedig gemakkelijk zich in die kringen bewegen kon, ook al gevoelde hij zich nog menigmaal tegen over de Grensdorpers de mindere. In een ander opzicht echter had Berend hier ook weer wel iets, dat minder aangenaam was. De Directeur van de Boterfabriek was een ongeloovige. En met dezen kwam Berend na tuurlijk eiken dag in aanraking. Wat zijn werk betrof, was deze 'over Berend goed tevre den, doch dat hij met de eenvoudige bevolking op zoo'n goeden voet stond, en vooral dat dit zijn oorzaak had in den godsdienst, was hem een doorn in het oog. Wij zeiden te voren reeds dat Berend niet iemand was, die met zijn godsdienst te koop liep, maar ter andere zijde was hfl ook niet iemand die zich voor zijn godsdienst schaamde. En wanneer nu de Directeur smalend sprak over den godsdienst der eenvoudige Grens dorpers, kon Berend ook niet zwijgen, maar trok hij partij voor hen. (Wordt vervolgd). TWEETAL te Westzaands. F. Kramer te Beverwijk cand. J. E. Westerhuis te Gro ningen te Stellendamds. G. de Jager te Bruinisse ds. P. H. de Jonge te Hoek te De Biltds. A. Voogel te Puttershoek ds. G. H. van Kasteel te Oppen huizen. BEROEPEN te Waarderds. J. Sybesma te Hattem te Mijdrechtds. J. van Loo te Winsum te Heerjansdam en te Voorstdr. F. W. Gros heide, cand. te Amsterdam te Dinteloordds. R. Smeding te IJselmonde. BEDANKT voor Zaamslag (A)ds. S. Idema te Schildwolde. Ds. G. Meijer, van Ezinge overgekomen, deed Zondag j.l. zijne intrede te Marum, met eene leerrede over 1 Cor. 121. Als bevestiger trad op ds. J. Meijer, van Bierum, die tot tekst had 1 Cor. 3 9. Ds. T. H. Woudstra, van Leiderdorp, her dacht deze week den dag, waarop hij vóór 25 jaar het predikambt aanvaardde. Z.Eerw. diende te Oudemirdum, te Maassluis en van 26 Juni 1891 af te Leiderdorp. Het Curatorium van het Gymnasium te Zetten besloot om het Gymnasium niet met 1 Sept. a. s., maar met 1 Sept. 1908 naar Arnhem te verplaatsen. Hoewel berichten als onderstaande als advertentie behoorden geplaatst te worden, willen wij evenwel aan het verzoek tot opne ming voldoen. „Bergen op Zoom, 5 Augustus 1907. Onze door de gemeente alhier zoo zeer geliefde broeder, de heer Hendrik Kok, oud diaken der Geref. Kerk te Bergen op Zoom, is op Dinsdag 30 Juli van ons heengegaan in den ouderdom van ruim 83 jaar. Z\jn leven was Christus, het sterven gewin. Met dit Schriftwoord wensch ik voor een oogenblik beslag te leggen op de aandacht der Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Zeeland en voorts een beroep te doen op de barmhartigheid ook van de vrienden en vrien dinnen van het Christelijk Onderwijs. Voor die allen heeft de naam Barnabas een lieflijken klank. Barnabas is toch de eeretitel, door de apostelen gegeven aan Joses, een Leviet, van geboorte uit Cyprus, die een akker had, dien verkocht en het geld bracht en aan de voeten der apostelen nederlegde. (Hand. 4 36 en 37.) Barnabas" is voorts de naam van een ver- eeniging, die zich ten doel heeft gesteld, ver troosting te brengen aan weduwen en weezen van Christelijke onderwijzers. Is het lot van weduwen en weezen in den regel veelszins deerniswaardig, in het bijzonder gold dit lan gen tijd van die der Chr. onderwijzers. Man nen van geld waren de Chr. onderwijzers niet, dan bfl hooge, zeer hooge uitzondering; aan hun weduwen en wezen een behoorlijk bestaan verzekeren, konden zij dientengevolge ook niet. Zoo werd de vereeniging „Barnabas" uit den nood geboren. Zfl verzekerde gedurende eenige jaren aan een weduwe 250 gld. en aan elk harer kinderen beneden de 18 jaar 25 gulden per jaar. In de laatste jaren werden deze uit- keeringen slechts met groote moeite en door buitengewone contribution der leden mogelijk gemaakt. Eu ten slotte moest het bestuur mee- deelen, dat de bedragen verminderd moesten worden. Want het getal der weduwen en weezen was toegenomen en het cijfer der inkomsten niet althans niet in de goede verhouding gestegen. Bfl dezen stand der zaken is door een her ziening der statuten een splitsing mogelijk gemaakt tusschen de weduwen, die meer en die minder behoefte hebben. De weduwen, die rijkspensioen genieten of uit anderen hoofde inkomsten trekken, ontvan gen slechts een klein bedrag, in verhouding tot de door de leden betaalde contributie, en al wat gave der barmhartigheid iskomt ten bate aan de behoeftige weduwen. Voor die behoeftige weduwen doe ik een beroep op het hart en de beurs der lezers van dit stukske. Met de heeren Drewes en Van Zanten uit Amsterdam noodigde ik verleden jaar alle on derwijzers en onderwijzeressen uit, elke maand bfl de ontvangst van het salaris één dubbeltje terzflde te leggen voor die behoeftige weduwen. Zoo vormden wfl het Hulpfonds voor Barna bas, dat in het eerste halljaar reeds acht hon derd gulden in de suppletiekas van „Barnabas* stortte en daarna weder zevenhonderd gulden mocht afdragen. Vijftienhonderd gulden aan dubbeltjes samengebracht binnen het jaar, het dunkt mfl een mooi bedrag. Maar in Zeeland zfln nog vele onder wijzers en onderwijzeressen, die geen dubbeltje geven. Daartoe wil ik ze nog eens vriendelflk uitnoodigen. Dwingen kan noch wil iemand in dezen, maar ernstig en met aandrang vragen mag ik immers wel. En zoo er buiten de on derwijzerskringen broeders of zusters zfln, wier hart met barmhartigheid innerlflk bewogen is,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 3